J UK: iSIfSIS Irti I IfilSrl Ills: rfHSflll-iiraii !fi;!fP8f| iilllllriiSllffi I iji'W r|i'.i!U: bllflMW lit •rt fff! üïüüii iffiïfïlHUB! ifj I MSTREKEN. mm iii! I IK?! s 50 een Fzonderlijke nummers 3 ADVERTENTIEPRIJS: tn I tot 5 regels30 cent. ken regel meer6 Bij abonnement minder. HKu!a!1Lhctz|r «it° de lengte! ^ctsy uit den kóoper wel eens erg duurkoop Men behoeft immers niet zoo heel snug ger te zijn om te begrijpen, dat de winkelier, die anders geen droog brood kan verdienen, door de nek- en hals brekende concurrentie gedwongen wordt tot knoeien op tie een of andere wijze. Welnu, bij slot van rekening wordt Maar die er geen hand voor uitsteken. ZOO ZIJN ER OOK. De goede God had hem het talent geschonken om met de pen voor de goede zaak te werken. Dat talent begroef hij niet; hij ar beidde er mee naar best vermogen. Toen gebeurde het, dat door mis verstand, zijn goed bedoelde pogingen werden miskend. Niet gelukkig eens met den vorm, zijn. Oostenrijk wil dit beletten; het V Is te hopen, dat tie hccrcn het eens worden, want een botsing tusschen die twee kan vér strekkende gevolgen Door de verschillende bondgenoot schappen is er maar weinig noodig om een algemeenen oorlogsbrand te veroorzaken. De Maasbode bevatte een uittreksel an een brief van een geestelijke, die e Constantinopel vertoeft en uitstekend act de Oostcrschc toestanden ver- hebben geschut, maar zij hebben tevens tijd genoeg gehad al hun soldaten er mede vertrouwd te maken. Turkije heeft dat niet, de meeste soldaten, die thans op liet slagveld zijn, zijn boerenlui, die nooit een geweer in handen hebben gehad. Daarbij is het commando zeer slecht. In het gezicht der Bulgaren commandeerde men den tcrugmarsch, ze gaven hun soldaten zelfs geen pa- De schrijver constateert, dat verschil lende Turksche officieren vermoord zijn door hun eigen manschappen, die over liet lafhartig gedrag van hun meerderen verontwaardigd waren. Men praat van slachtingen, van de wreedheden der Turken. Ja, de Turk is wreed, maar hij niet alleen. Alle Balkan-volken hebben het met hem gemeen, in meerdere of mindere mate. Ik persoonlijk heb absoluut geen vertrouwen in de Christelijke Balkan- willig. uit hoovaardij. Zij hebben liet ijzeren juk des sultans vrijwillig op hun schouders genomen. Nu ze zich sterk genoeg gevoelen, gaan ze in troebel water vïsscben en nemen de gelegen heid te baat, om den Turk te verslaan nu deze afgemat is van den laatsten oorlog. Al die volkeren, zoogenaamde Christenen, haten duizendmaal meer het gezag van den Paus van Rome, den Turk zelf. De talrijke verhalen van ooggetuigen, die den toestand van het Turksche leger schilderen, zooals het gedecimeerd wordt door de cholera en door andere besmettelijke ziekten, zijn zoo hopeloos, dat men ten opzichte van de scliaar- sclie Turksche overwinningsberichten zeer pessimistisch gestemd wordt. Bilitenlandschc officieren melden, dat talloozc soldaten lijden aan de cholera en niet in staat zijn te werken. Bij de loopgraven houden hier en daar soldaten de wacht, terwijl duizenden hulpcloozc zieken, van pijn ineenkrim pend, op het veld liggen te sterven. Op de wegen, die straalvormig van ieder korps n 1, liggen ti n het besmette lied te kunnen ontvluchten. Op het station van Hadcinkeui en salonwagen het oppcr-comma an Nazim Pacha gevestigd, in lalionsgebouw het commando vat erste corps van Ali Riza Pacha. I hopeloos door cholera nangetasi Ic loodsen en vertrekken rondom ;en duizenden zieke soldaten. Bij Derkos, waar de waterlei Donderdag Constai lagnacht ongesteld werden. Wijl er daar geen latrinen zijn, bestaat er groot gevaar, dat de waterleiding naar Constantinopel besmet wordt. Drie dokters die naar Derkos vertrokken zijn. kunnen niet anders doen dan zorgen dat de lijken begraven worden. Feuilleton. EEN KWAAD OOGENBLIK. Tic wachtte op"mijn vriend Lover 1 liet station te Utrecht. De trein opgelucht hart ik ze in mijn wagon heb zien stijgen 1 Wat verschafte hunne gezonde dikte mij een rust, nadat een gedreigd had mij te dooden en- mij, samen in cce coupé zijnde, een half den neus hield." ..Een gek!" riep ik uit. „Een gek! ecu gek tot gezelschap! u dat in het rijtuig vastigheid te kennen. Ik begreep echter, dat zijn plan was heel lieftallig te zijn. „Hindert die rook u niet?" vroeg hij. Ik meende, dat hij toestemming verzocht om te rooken, maar hij had tdeis 'dcliicht^van^de daamaSuit':r Zij is r i zijn. Zij gij vertelde Lover mij zi In Amsterdam was ik in een wagon 2e klasse gestapt. Aan de andere zijde van het compartiment zat slechts écn reiziger, die door het raampje keek. .1.. .I..,..:,!,. ii vertrok, v i. Zijn blik keek. draaide glimlach maakten een onaangenamen indruk op mij, ofschoon ik mij in't eerst niet kon verklaren, waarom. Hij was tamelijk lang, had een baard die in twee pun ten uitliep, en bijna geen haar op zijn hoofdzijn groene oogen en zijn glim lach gaven eenc onrustbarende stand- Ik schudde van neen, Hij sclicc echter niet erg te geloovcn, e mistrouwend aanziende, zeide hij wel, ik ben het! Ik heb een studie ge maakt over de geur van de beesten, oczemen mij alleen belang in, unne vleugels ille richtingen nachtegaal is hunne uitwasen voortplant. Ik I uitkomsten gekr leclijk, slecht, I pleegde mijn spoorboekje; nog geruimen tijd, voor men aan het naaste station kwam. Ik zocht de noodrem, maar die was juist lioven het hoofd van den gek. Zijne oogen, die geregeld op mij gevestigd waren, volgden de richting van mijn blik. Hij keek mij strak aan en vroeg weder: „Gij zijt geneesheer?" „Neen", antwoordde ilc, „ik ben geen jAttfJTi&MSS om mij op hom to werpen en hem zijn wapen te ontruk ken op gevaar af, mijzelf te dooden, of hem doorzachtheid meestertc blijven. De gek zeide mij daarop op droe- ek. Ik beklaag u." bij: ui gekken. Echter zorg hen, alleen m goed hart. zend vijf honderd zeven en twintig in mijn hospitaal." Hij bezon zich even: „Pardon, vierduizend vijf honderd zes en twintig; ik vergat, dat er gisteren een is gestorven". „Zoo? En hoe is hij gestorven vroeg ik, veel belangstellcng veinzend. „Dat is heel eenvoudig, ik heb hem „Zoo!" voegde hij er o Hij hield nog Steeds, als was gevuld n '"nf'knV^ was verloren an den trein. hij met vol-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1912 | | pagina 5