Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. Zes en twintigste Jaargang. No. 58. Dinsdag 21 Januari 1913. DE EEMBODE Verschijnt Dinsdag en Vrijdag. Bureau: LANGEGRACHT No. 13 - AMERSFOORT. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden50 Cent. Afzonderlijke nummers3 ADVERTENTIEPRIJS van I tot 5 regels m Elke regel'meer j 6 Bij abonnement minder. De Alcohol en het Kind. |7 r zijn weinig /.aken. waarover alle mensellen gelijk denken en zoo'n /.ink is allerminst de drankbestrijding. I Je een is er volstrekt alkeerig van. vindt er weinig goeds in, terwijl een ander meent, dat het heil der maat schappij afhangt van den bloei der drankbestrijding. Sommigen ineenen dat de meest ra- „di .•sel der eeuw" verlost te wor den is de geheelonthouding, terwijl weer anderen denken dat „matigheid" het ware strijdmiddel is. En men bestrijdt koning Alcohol al zoo door onthouding, door wegne ming der drinkgewoonten, door wettige maatregelen, enz. enz. Neen, alle mensehen zijn het nog niet eens over de drankbestrijding. Velen willen er niels van hooren, anderen staan onverschillig tegenover deze tpiaeslie, terwijl de overtuigde drankbestrijders nog onderling zeer verschillen in hun meeningen, hoe do xlrijtl liet bost gestreden kan worden, wal de ware strijdmiddelen zijn. liet is niet onze bedoeling thans a,ze meening in deze quaestie len beste te geven en evenmin zullen wij nachten de onverschilligen van hun ongelijk te overtuigen, wijvragensleehts ■•en oogenblik de aandacht voor een puin, waaromtrent alle verstandige mcuschcn het eens zijn, maar waarop toch de aandacht nog wel eens ge vestigd mag worden. Wij bedoelen den alcohol in betrek king tot liet kind. Een kind moet geen alcohol gebrui ken, dat zegt ons liet gezond verstand, dal verklaart zonder aarzeling ieder geneesheer en toch'I mag nog wel eens herhaald worden. Wij weten wel, er zijn geen ouders, die luin kinderen laten borrelen, om dat zij niet zoo diep gezonken zijn, Iiuii eigen spruiten te vergiftigen en uok omdat, mochten er zulke ouders mogelijk zijn, deze zelf het vocht lie ver uitdrinken. Ouders, die hun kinderen dus laten „drinken" bestaan er, althans in deze streken, niet, maar er zijn wel ouders, die zich door hun verwendheid met de kinderen, door hun domheid ook, er toe laten verleiden dezen 1111 en dan eens te laten mee proeven, van de suiker te laten happen of ze zelfs wel eens iets in een glaasje geven ter wille van hun gezondheid, tegen klie ren of dergelijke kwalen. Dit is toch zeer verkeerd, dat zal leder moeten toegeven, die zich wel wil laten overtuigen. Kijk, men kan van meening zijn, dat een borrel nu en dan een Ilink. ont wikkeld menseh geen schade doet een gezond man gerust een bittertje gebruiken mag. Zulke menschen zijn er veel en wij" zijn niet zulke drijvers dat wij hen daarover zullen lastig val len. Maar men zal 't toch wel hierovei eens zijn dat de kinderen in geen ge val van den drank mogen medeproeven. Wij weten wel. het lijkt zoo onschul dig, de kleine jongen, die aan vaders knie slaat, te laten meehappen, maar het is zou onschuldig niet. Dr. Ausems zegtlater, als het kind ouder wordt, stel een jaar of 2, 3. 4 en niet goed groeit, geen eetlust heeft, bleek, ziek en zwak is, dan komt de alcohol als geneesmiddel voorden dag, hetzij openlijk als cognac, wijn of stout, of wel in het geniep onder een mooïen naam als bitterwijn, staal- wijn, enz. enz." En de dokter voegt er bij, dat deze preparaten met overleg en in de juiste hoeveelheid gebruikt, vaak wel goede diensten bewijzen, maar bij kinderen kunnen ze bijna altijd gemist worden en de geneesheer kan andere, hetere middelen voorschrijven. Daarom is het onverantwoordelijk, de kindereu als geneesmiddel, zins de werking van den alcohol kent, zal zijn kind sterken drank laten ge bruiken. Want alcohol veroorzaakt ir het kinderlichaam altijd schade, schade niet steeds direct bemerkt wordt, r vaak eerst later zich openbaart, wanneer het kind volwassen is. Dus geen druppel alcohol aan kin deren doktei hebbei geraad pleegd. zoo maar 's nv rgens een lepel brandewijn in te gieten, daar zoo'n dagelijksclte hoeveelheid alcohol het teere kindergestel zeer veel schade Natuurlijk is het nog veel onveranl- uordelijker het kind alcohol als ge- itiniddel te verschaffen. Alcohol is voor een kind stellig als -li vergift te beschouwen en vele kin derspecialiteiten verklaarden, z.ooals talrijke andere doktoren en professoren, dat alcohol voor kinde ren de meest volstrekte afkeuring ver dient, Dr. Uraanboom, de vermaarde Ara- sterdamsche kinderarts, zeide eens, dat het gebruik van geestrijk vocht door kinderen beslist verboden moet wor den, en prof. Stokvis noemde 't voor kinderen hersenvergift. Even besliste uitspraken zouden wij kunnen aanha len van nog tientallen anderen genecs- heeren, zoodat ieder verstandig mensch dit weet, zich wachten zal zijn kinderen ook maar de geringste lioe- :elheid jenever, brandewijn of zou ts te laten drinken. Het is immers zoo wél te begrijpen, dat het kind. welks lichaam nog groeien moet en zich ontwikkelen, dal liet van den alcohol zeer groole schade moet mdervinden. En toch zijn er ouders, die uit on wetendheid. uit onvergeeflijke zwak heid, de kinderen laten meeproeven -an liet kindervergilt. De alcohol ook in zeer geringe hoe veelheden, stoort liet teere kinderor ganisme, waarbij nog komt, dat de kiem van drankzucht zoodoende ge legd kan worden. Ouders, die zelf niet drinken, zullen natuurlijk hun kinderen ook niet aan het gevaar blootstellen, dronkaards te worden, inaar ook zij, die meeneu zon der schade een matigen borrel te kun nen gebruiken, ook zij die noch ge heelonthouders. noch afschaffers zijn, mogen hun verantwoordelijkheid wel beseffen. men ook over onthouding moge denken, welk standpunt men tegenover de Drankbestrijding inneme, daarvan moei ieder overtuigd zijn, dat zoolang een kind kind is, geen alcohol zijn lippen mag komen. Geen rechtgeaard mensch, die eenigs- FEUILLETON. EEN NACHTSTORM. an siddert het huis op de werf. de bedden bewegen zich, de grond dreunt dof onder den golfslag en schijnt te waggelen, en de arme halligbewo- uer ziet angstig in den donkeren nacht uit. Biddend vouwt hij met vrouw en kind de handen, dat God zich erbarine, biddend sleept hij zijn beste have naar den zolder en neemt daar zeil de wijk, als hel water door voegen en leten Zijpelt. Wie zijne nietigheid voor God nooit gevoeld heeft, moet zulk een nacht beleven. Dan zou 011 ko ning zijne kro»n wegschenken, en de rijkste zijn rijkdom, en de l,ou&m('®" digslc adel de ridderkruisen, enkel om verlossing uit den doodsnood. I n zulk een oiitzeltendcn nacht heiit gij beleefd vroeg ik gespann „Zulk een nacht heb Ik beleefd ik zal dien nooit vergeten lie"""» grijsaard, ,,'t Was de nacht -Uien februari I82f>. binds ec ken was ik destijds op b»oo VOOR HET VEREENIGINGSLEVEN. 't Is nooit gehoord, dat degelijke so ciale vereenigingen zijn groot geworden door feestvergaderingen en uitvoeringen, ook al mogen deze op tijd niet ont breken ter ontspanning na harden en moeizamen arbeid. Ook niet door mee tings en velerlei lezingen. Zeker spreekbeurten zijn zeer nuttig en goed om een keer de geestdrift aan te wakkeren en den ijver levendig te houden, maar hierin moet niet voorna melijk de uiting van actie schuilen. Dan komt er vaak over sommigen die gevaarlijk soort van praat-epidemie, welke wij helaas in vele vergaderingen maar al te dikwijls gewaar worden. Deze praat-cursus is vaak de eenigc cursus, welke sommige voormannen :hijnen te hebben doorgemaakt. Het kweekte mannen, die bij elke gelegen heid te pas of te onpas hun praat- rmograal over de menschen doen chctteren, mannen, die met een innige voldoening, als waarmede kenners naar een symphonic van Beethoven luisteren, de muziek van I11111 eigen praatstem schijnen te aanhooren. Ken kwaal, welke natuurlijk niet alleen bij onze mannen voorkomt, maar nog veel meer bij do socialistische leiders en voormannen in de beweging, if bij hen die zich daarvoor zelve lanmerkcn. Maar als zij met praten gebaat was, zou de soci de quaestie reeds morgen zijn opgelost. Praters hebben wij niet meer noodig, maar mannen met daden. 1 aan de mannen, die klagen, dat hun beweging of organisatie bij werk lieden noch hoogere standen voldoende sympathie vindt, zou men de vraag kunnen stellen, of zij als bcstuurderen ook in alle bescheidenheid hebben gestudeerd en gewerkt onder leiding •an bevoegde mannen. Hebben zij geleerd een vereeniging le besturen, haar fondsen te adminis- en, hebben zij zich weten op te werken tot de wijze en bezadigde man- ïen. die het vertrouwen der werklieden erdiencn? Werkliedenvcreenigingen, geleid en bestuurd door eigen menschen, werk lieden. het is geen onbillijke eisch. Het ongeluk is bij tal van politieke en sociale organisaties en vereenigin gen, dal zich mannen in hel bestuui dringen, die amper in staat zijn hun eigen huishouden te beheeren, avon turiers vaak. van wie wij niet weten van waar zij zijn gekomen, maar die door een vaardige praatrnanier de menschen overrompelen en zich in een minimum van tijd in het bestuur eener vereeniging weten te werken. Dat onder dergelijke leidslieden van den nige 't huis van vr.e.iu i»d '"'"«V' wiame verlaten, maar de aanhoudende noordwestenwind overdekte het tut tegen de deuren, waar zij gewei dig op bonsden. Geen boot kon zee houden, ebbe en vloed kwamen en gingen geheel tegen orde en regel; doch wat den vreemdeling beangstigt, baart den halligbewoncrs doorgaans nog weinig zorg. 's Avonds zaten wij welgemoed om de tafel, waarop de groote theeketel dampte, en rookten en dronken, terwijl de spinnewielen der vrouwen snorden, vertelden ge schiedenissen van stormen en spring vloeden. en lachten, als wij hoorden, hoe soms vreemde schepen hij nacht hoog water over de halligen waren heengevaren en hoe dan de matrozen cekcr aan hekserij hadden geloofd, als !c eensklaps dicht bij zich een helder ,-crlicht Ttuisjc zagen, dat uit de diepte Jer zee scheen opgekomen en daar zoo op de golven dreei. Nu en dan slechts werd het gesprek afgebroken wanneer buiten het geloei en gehui heviger werd of een geweldige golf wild over de werf sloeg en me. don derend gekraak brak op de muren der won nu Dan keek de een den ander wel ee.is bezorgd aan en ontglipte de draad aan de hand der vrouwen, doch even spoedig was die schrik ook weer voorbij. Het huis toch was nieuw u hecht, het paalwerk diep ingeheid cji de werf vrij en vast. „Op den avond februari zaten wij 111 den derden zoo bijeen Uit het Buitenland. Frankrijk. De Franschen hebben een nieuwen president. Poinearé is de uitverkorene. 't Is niet den man, dien de Kerk-ha- ter Combes wenschte. Hij en zijn trawanten hebben tot liet laatst gekonkeld en geïntrigeerd Poincarê's verkiezing te beletten hun mannetje, minister van landbouw Pams, een schatrijke nul, tol president verheffen. Dat hun zulks niet lukte, is een wei nig bemoedigend voor ons katholieken. 't Bewijst dat Poinearé een gema tigd man is. De nieuwe president is nog betrek kelijk jong. Hij is geboren in I860, en kon zich reeds in 1880 als advo caat te Parijs vestigen. Hij verwierf als zoodanig een grooten naam en tal van belangrijke zaken werden hem trouwd. Ook in het politiek leven kwam hij snel vooruit. Op 33-jarigen leeftijd was hij voor de eerste maal minister na 6 jaren te voren tot Kamerlid te zijn gekozen. Verschillende malen werd hij daarna nog met een portefeuille belast en, juist een jaar geleden. 13 Januari 1912, trad iiij op als eerste minister In de buitenlandsche politiek wist Puiucaré de Republiek te doen eer biedigen, meer dan vroeger, zoodat Frankrijks aanzien steeg. 0/ er echter voor de Kerk in Frank- krijk betere lijden zullen komen is, ook na Poincarê's verkiezing, hoogst on zeker. De vredesonderhandelingen - Turksche onderhandelaars ver tellen telkens, dat zij toch maar Lon den verlaten zullen, maar dan blijkt weer, dat liet een of ander hen in Engelands hoofdstad terughoudt, Vol gens een mededeeling uit Konstanti- nope! blijven zij nog. niet om de on derhandelingen weer aan te knoopeii, maai uit eerbied voor de mogendheden. Die willen dat immers graag. Anderen beweren, dat de lieeren afgevaardigden wel blijven moeten, omdat ze geen reis geld kunnen krijgen. Dat zou al bij zonder echt Turksch zijn, maar geheel onmogelijk ware het niet. De heeren zullen echter wel blijven, omdat de mderhandelingen voortgezet moeten .vorden. En de gedelegeerden der Bal- kanstaten blijven ook. Die hebben toch al een paar maal mede gezegd, als jullie niet gauw toegeven, gaan we te rug en de oorlog begint opnieuw. Maar zij zijn blijkbaar evenmin happig te beginnen als de Turken. Gaat "als op de veemarkt als een koe verkocht worden zal. De partijen loven en bieden, zetten zeer veront waardigde gezichten, dat zooveel ge vraagd of zoo weinig geboden wordt. Dan" dreigen ze weg te loopen, maar men heeft slechts indruk op elkaar en waren opgeruimd en vroolijk, wan schoon 't buiten hard woei en de winc nu en dan met vreeselijke vlagen bul derde, was de hemel toch onbewolkt en heldor, en wierp de volle maan haar licht over de wijde zee. „Wij zagen daar wel niets van, want dc vensterluiken waren zorgvul dig gesloten, maar wij wisten het toch, en leefden in blijde hoop op eene weersverandering, die aan onze geva ren een einde maken moest. Op eens kwam er een gil uit de kamer, waar de kinderen sliepen; een klein meisje, zoo pas uit den slaap gewekt, kwam schreiend binnen, klemde zich met beide handen aan hare moeder vast en kermde: „Moeder, lieve moeder, wij moeten allen sterven van nacht; 't is met ons allen gedaan „De moeder gal 't kind een likje op de vingers en zeide hall lachend, half boos; „Ga slapen en droom niet weerer is geen gevaar, gekke meid Buiten is liet helder maneschijn en ge kunt morgen weer met dc schapen in de zon springen." „O neen, neen!" kermde het kind. zich met geweld vastklemmende. „Hoor maar. hoe 't buiten waaiten er komt water in mijn bed." „Ge zijl mal," zeide de vader, blik op dc oude hangklok werpende, ,.'t Is nog geen tien geslagen, eerst te uur komt de vloed; dus gauw weer naar bed. of...!" Hij sprak niet uit, want opééns was het alsof het geheele huis schudde. De kopjes en schotels in de linkast rammelden en dc schil derijen bewogen zich aan den wand. „Wat was dat?" riep de man, en wij allen sprongen op en liepen hem na naar de deur. Hij rukte ze open en stond een oogenblik als versteend. Woest gierde de stormwind door den helderen nacht, die in al zijne pracht en heerlijkheid voor ons lag. Dc he mel boven ons glinsterde van s en vóór ons golfde de zee in donkereda- lenenlicktendc bergen, wier foppenhei Jer straalden in den vollen manenschijn. ,God ontferme zich over ons dezen nacht!" mompelde Jens, terwijl hij de handen samensloeg en op de witte waterkoppen staarde, die hoog over de werf heensloegen en ons het schuim in het gezicht dreven. Met de vast beradenheid van een man, die in ge varen oud is geworden, vatte hij toen echter vrouw en kind in zijne gespierde armen, drong hen cn ons allen 111 huis terug, sloeg de eikenhouten deur toe, schoof de grendels er voor en riep met forsche stem„Brengt de schapen op zolder, bergt kist en kast, dc bed den en de kinderen. Binnen t kwartier hebben wij het water i" huis en dan is alles te laat." willen maken, want men keert zich oin, men gaat terug, het loven en bie den vangt opnieuw aan. Zoo'n handel lijkt het in Londen ook 1 per slot van rekening zal inen het ndelijk wel eens worden. Een lief land. De openbare verklaringen van ver schillende in hoog aanzien staande ge- neesheereu en criminalisten te Chicago, dat hel aantal onopgehelderde giftmoor- den in Amerika hand over hand toe neemt, schrijft de Telegraaf, wekken in de geheele Unie enorm opzien. Deze heeren, bijna zonder uitzondering des kundigen op criminalistisch gebied, en tot wie o.a. professor dr. Haines, dr. Ludwig Heknien, rechter Olsen en coroner Hoffmann behooren, consta- teereu op grond van langjarige erva ringen. dat politie en medici tegenover de moderne giftmoordenaars machte loos slaan, daar de door hen begane moorden geen enkel spoor nalaten. Het criminalistische probleem is thans niet eer de moordenaars aan te wijzen, aar de begane moorden op te sporen. I11 werkelijkheid komen op eiken be kenden gifimoord in Amerika minstens r, waarvan men nooit iels ver- De genoemde heeren beweren verzekeren, dat sinds eenige jaren 't gift der cobraslang een direct handelsartikel geworden is, dat ieder misdadiger zich op een ge makkelijke manier verschaffen kan. Wanneer men met het een of andere voorwerp, hetzij met een naald, of met een schrijfpen of met een glassplint, die in cobragif gedrenkt is, iemand een kleinen, nauwelijks waarneembaren prik op de huid toebrengt, dan sterft de getroffene weinige minuten later onder beroerte-verschijnselen en er bestaat bijna geen mogelijkheid, het git in het lichaam aan le toonen. Nog verschrik kelijker is ech ter het feit, dat te Ne w-Y ork Chicago, Londen en in Parijs plaatsen zijn, waar men de kiemen van doode- lijke ziekten in busjes koopen kan. Rechter Olsen en professor Haines hebben bewijzen in handen, dat wer kelijk in dergelijke bacteriën en micro ben handel gedreven wordt. Op die manier kunnen eerzuditigen, erfgena men, misdadigers enz. op de minst ipvallende wijze iemand uit den weg .uimen, door hem bijv. typhus- of diphtlieritis-bacillen in te geven. De genoemde geleerden verlangen nu, dat zoo spoedig mogelijk door de regee- ring der Vereenigde Staten te Was hington een bureau gevestigd wordt, welks speciale raak moet zijn, den handel in crobagif en bacillen te ver hinderen. Binnenlandsche Berichten. Een zwaar verlies. Het Katholieke Nederland in 't alge meen, en ons Christelijk ministerie meer in 't bijzonder, trof een zwaar verlies door den dood van Z, Exc. minister E. R. H. Regout, den hoogst be kwamen leider van het departement van justitie. „Nu volgde een wild schreeuwen en door elkander loopen. Er waren drie mannen, twee vrouwen en drie kinderen, en ieder zocht den stellen zoldertrap op te sleepen, wat hij maar vatten kon. De vloed echter was gauwer dan wij dachten, Na weinige minuten reeds zagen wij het water in kleine stroom pjes door de reten der deur sijpelen; even zoo welde het ook uit de steenen cn uit den vloer op en breidde zich al meer en meer uit. Plotseling sloeg eene hooge golf tegen de vensterblin den en daar binnen kletterden de glas ruiten. Het kleine huisraad, stoelen, stoven en vaatwerk, alles begon te drijven en spoedig klotsten de golven tegen de gansche breedte van het huis, de eene al wilder en geweldiger, dan hare voorgangster. Deur en vensters kletterden en kraakten, het huis sid derde op zijn grondvesten, vrouwen en kinderen vluchtten naar den zolder, wij mannen alleen bleven nog op de latei zitten en hielden de kleine lamp vast, die met haar flauw schijnsel onze beangstigde gezichten en het donkere, gestadig wassende water verlichtte. Gesproken werd niet, en wat had den wij elkaar ook te zeggen? Wordt voortgezet.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1913 | | pagina 1