|Nieuws= en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
n:
DE EEMBODE
t-. A —J-J
Vrijdag 21 Februari 1913.
Verschijnt Dinsdag en Vrijdag.
|Biirea uLANGEGRACHT No, 13 - AMERSFOORT.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden
Afzonderlijke nummers
ADVERTENTIEPRIJS van 1 tot 5 regels
Elke regel meer
Bij abonnement minder.
DE MIDDENSTAND.
himlel
Ic reusachtige ontwikkeling van
groot bedrijf kwam tie klem-
in verdrukking.
ncentratic der bedrijven maakte
kleine patroons liet zelfstandig
.'in hun handwerk onmogelijk,
ine verving den handenarbeid,
•rkstiian werd fabrieksarbeider,
ndustrie scheen ten doode op
en. De handwerkende midden-
i.ikte in verdrukking.
utnl-TJcir.ocraten voorspelden
de uitbreidingilcrrensachtige be-
chtingen steeds verder zal gaan, i
middenstand, die klcin-industric
evenals ilie, welke den klcin-
Irijft, werkelijk ten doode opge-
iV.ire ilit inderdaad het geval, dan
i daarmede uit de maatschappij een
r nuttige stand verdwijnen. Die vcr-
ijnitig zou de samenleving niet ten
.de komen. De middenstand toch,
it een onmisbare schakel in de op-
ii'ui'inli: reeks van maatschappelijke
nden. Want juist de kans over te
ei tot dezen stand prikkelt den arbeider
.V Iicst te doen in de hoop daardoor
de maatschappelijke ladder te stijgen.
\l heeft de groot-industrie zich ver-
i.'.end ontwikkeld, al zal die ontwikke-
inn voortgaan, daarom behoeft dc klein-
iiuiu-irie nochtans niet te verdwijnen,
c.iiit ile kléin-industrie Iteeft altijd nog
icfi vóór op den fabrieksarbeid. Zoo
bijvoorbeeld, om iets te noemen, zullen
i.-. dv Icleeding-iudustrie de groote cou-
!i.','i:c-bcdrljvcn de gewone kleederma-
Ncrij niet kunnen dooddrukken, daar
,i 'laatste zich altijd beter kan aanpassen
mi den smaak van 't publiek, zich beter
I. ui nchten naardc vraag van hetoogen-
Mil;. En vooral op het platteland, meer
a. ig dan in dc steden, zal de klcin-industric
ui allerlei aard steeds een ruim arbeids-
lehl vinden.
Men behoeft dus aan de toekomst van
lie klcin-industric niet te wanhopen en
ie i erdwijning van den middenstand nog
me: te verwachten
1 och moet erkend worden, dat vele
Tikken van klein-industrie kwijnende zijn
ilc fabrieken ondervonden.
K daaraan niets te veranderen? Ka
d.i.iitegcn niets worden gedaan Zeer
lier wel, al r.ottde het dwaas zijn Itier-
m .-.ijl) heil te zoeken in bemocielijking
de groot-industrie, door uitzonde
ringsbepalingen, verbodsmaatregelen
dergelijke.
Neen. tie middenstand, bestaande uit
.inibiichtsbnzen, kleine patroons
nu-et zich zelf helpen en hulp moet ook
-dioden worden door dc Overheid.
Aan krachtige pogingen tot eigen
hulp en aan bijstand van overheidswege
lieert het tol lieden nagenoeg geheel
ontbroken.
.Maar langzamerhand begint
zer te worden. De kleinindustrieelen,
die met 'enkele knechts of alleen hun
bedrijf uitoefenen, zoowel als dc nering
doenden gaan begrijpen, dal zij tegen
woordig in zeker opzicht bij de werklieden
FEUILLETON
5)
UIT VERRE TIJDEN.
QT omtijds echter vulden zich hare
oogen met tranen, en had zij moeite
haar gevoel te bedwingen, als zij de
nart zag. die op het gelaat haars va
leis stond uitgedrukt. Dan sloeg zij
d 'ii blik ten hemel, want alleen van die
zijde verwachtte zij uitkomst en redding.
li gaarne had zij haar leven teil he
:-;egevcn, om den grijsaard slechts i
gelukkig oogenblik Ie verschaffen.
Intttssclien ging zij voort haren vader
de grootste blijken barer landelijke liefde
ii; geven, die ofschoon door hem in
haren ganschen omvang niet opgemerkt.
i toch veel toe bijbracht, den dronk
uit den kelk des tijdens minder bitter
lc maken.
Op zekeren avond terwijl dc O ra
.nul het venstergezetcn, zijn onbestemd)
blik over het landschap liet dwalen,
dat door de laatste stralen der onder
gaande zon beschenen, in een purpurea
gloed gehuld lag, en hij met spijl na
dacht hoe zwalc hij gehandeld had door
l'uleo zijne toestemming tot zijn vertrek
ie hebben gegeven, zoo verplaatste hij
zich ook onwillekeurig in den lijd terug,
waarin zijne gade nog leefde, en zijne
hinderen in schuldeloozc vreugde aan
zijne voeten speelden. Helaas! die dagen
van geluk waren tc spoedig voorbijge-
ii achter staan.
Deze hebben veel eerder begrepen
it er in vereeniging en samenwerking
a groote kracht ten goede schuilt en
zij hebben daardoor als liet ware een
oorsprong gekregen.
Zeer zeker oolc omdat op hen meer de
.indacht gevestigd is en daardoor in
liet belang der arbeiders tegenwoordig
vele wettelijke maatregelen genomen
worden, zoodat de arbeiders op staats
hulp kunnen rekenen.
Deze staatshulp ontbreekt nog bijna
geitcel, waar liet den middenstand be
treft, hoewel voor dien stand van over
heidswege toch ook zeer veel gedaan
kan worden.
In de allereerste plaats wel door ver
betering van onderwijs vooral van liet
technisclt onderwijs.
Wanneer toch de kleinere bazen en
patroons technisclt goed ontwikkeld en
meesters in hun vak zijn, dan valt voor
hen de concurrentie met het fabrieks
werk veel beter vol Ic houden, dan zul
len zij des te eer het beter betaalde werk
blijven leveren.
1 laarom moet de Staat zorgen voor
uitnemend uakondcrwijs. Dok de ge-
"ïeenlen kunnen daaraan veel doen.
bovendien kutineu de gemeenten door
wering van goedkoope arbeidskracht,
i den vorm van gas of eleetriciteit, de
klein-industrie liet bestaan vergemakke
lijken, terwijl nog op velerlei wijze de in-
dustneclc en ooi; de handeldrijvende
middenstand geholpen kan worden.
Maar zal de middenstand in het al
gemeen standhouden en krachtiger wor
den, ilati is hij ook aangewezen op eigen
hulp. llink aanpakken.
ir vereeniging is ook hier verbc-
__te verkrijgen. Door gemeenschap
pelijke!! aankoop van grondstoffen is hei
bedrijf meer lounend te maken en voor
al door ontwikkeling en goede vakken-1
nis is het mogelijk te wedijveren
de produkteil der groote fabrieken.
Het zou loeit al bijzonder treurig zijn
als het waar was, hetgeen sommigen
beweren, nl. dat de middenstand
•erbiddelijk zal verdwijnen.
Als men ziet, wal in groote ste
gebeurt, zou men gaau gelooven
iiet toch dien kant uitgaat. Daar vooral i
toch is het met den middenstand treurig i
gesteld, Niet alleen den handwerkbaas
is daar liet werk ontnomen, ook de
handeldrijvende!) leiden er vaak een
moeilijk en vaak kommervol bestaan,
bakkers bijvoorbeeld ondervinden er
moordende concurrentie van de groote
broodfabrieken, waar alles machinaal
in het groot bereid wordt ei
peratieve bakkerijen, die ook
deeliger werken. Winkeliers, slagen
gaat het evenzoo. Veel erger d:
het platteland is de middenstand daar
n het gedrang geraakt.
Voor een goed deel echter
ligen schuld.
"Was men meer met zijn tijd mede-
gegaan, had men door een krachtig
verecniglngsleven, door samenwerking,
iloor hel verwerven van vakkennis zich
cl akt 1
currentie van het grootbedrijf oneindig
heter het hoold hebben kunnen bieden.
Met name bij den hamleldrijvenden
middenstand slopen veel misbruiken in
goed deel het succes der
en dergelijke inrichtingen
varenhuizen
•erklaren.
middenstam
wakker geworden. De
iekt steeds meer in sa
menwerking kracht en tracht zich uit
liet verval op te heffen.
Dat kan gelukken en het zal vooi
de maatschappij een zegen zijn.
Staatshulp zal daarbij goed te pas
komen, overheidszorg van gemcente-
":ge eveneens, maar in de eerste plaats I
zelf aanpakken de boodschap.
Als er flink gewerkt wordt, zal de j
middenstand niet behoeven te verdwij-
en zal dc klein-industrie, zoowel
de kleinhandel blijven bestaan, ja'
zelfs kunnen bloeien.
Een welvarende middenstand is
zegen voor de maatschappij I
meld. cn alleen de herinnering aan het
blijde verleden, was hetgeen hem
dien licfelijkeit droom was ovcrgeblci
„ja aan zijne zijde gezeten, hield zich
:t spinnen onledig, en had reeds een
ar malen, doelt te vergeefs gezocht,
aandacht haars vaders, tot zich te
trekken, toen cr onverwachts op de ka
merdeur geklopt werd, en dc slotvoogd j
eerbiedig de komst des Hecreti
eusden aankondigde.
„l.aat den ridder binnenkomen, zeide
Graaf, en zeg Item dat hij welkom
|)e slotvoogd boog en vertrok.
Alvorens echter dien man binnei
den. willen, wij ons vooraf ecu
igenbtikken met zijn persoon bezig
■uilen, en hem een weinig meer va
.bij lecren kennen.
Herman van Heusden was een ma
ut omstreeks vijftig-jarigen leeftiji
iens krachtigcn lichaamsbouw ma.
te wel van de sterkte zijns arms g
tiligdi
loch regel-
Hij had sterk sprekende
matige gelaatstrekken, die echit
innemends bezaten, en meer koude zeil-
zucht dan hartelijke deelneming v
den. In zijne gitzwarte oogen las
den trots, die in zijn hart zetelde, oi-
schoon men in den rusteloozen blik,
dien hij schuw in hel rond wierp eene
zekere onrust opmerkte die zoo geheel
in strijd met zijne atletische houding was.
Daarenboven was hij in den omtrek
HET JAAR 1913
Tschillend opzicht een merk
waardig jaar.
Dit jaar loch zal te 's-Gravenhage
de plechtige opening plaats vinden van
het Vredespaleis, wat men tot een
wereldgebeurtenis hoop tc maken.
Men verwachtnaaraanlcidingdaarvan.
dat ilezcn zomer tal van vreemdelingen
tar ons land zuilen komen.
Zoo'n schaar van buitenlandsche be
zoekers is natuurlijk zeer welkom en
de vreemdelingen zullen hier méér kun-
mede-vieren dan de opening van
liet paleis voor den Vrede.
Wij Nederlanders vieren dit jaar nog
tl ander feest, namelijk het eeuwfeest
m liet herstel van Neerland's onaf
hankelijkheid.
Men weet het: Nederland zuchttq
uier de Fransche overheerschingen
en herinnere zich, dat Napoleon, nii ons
I van vernederingen te hebben doen
tdergaan. na ons zijn broeder Lode-
wijk Napoleon als koning tc hebben
opgedrongen, ten laatste ons zelfs geen
ichijn van onafhankelijkheid
:n ons land eenvoudig bij Frankrijk
nlijfde.
Neerland stond niet meer in dc rij
der natie's.
En wij hebben gezucht onder de
Fransche dwingelandij: Napoleon heeft
voorvaderen den voet op den
nek gezet.
Toen heeft ons land veelgeleden, maar
de Fransche overheersching heeft niet en
kel kwaad uitgewerkt, neen uit het kwade
veel goeds voortgekomen.
Een der goede uitwerkselen van de
Fransche overheersching is wel deze.
dat de Nederlanders zich één gingen
voelen, veel twisten vergalen, veel ver
deeldheid aflegden.
En toen in 1813 de Oranjetelg terug
keerde. juichten allen, zag men in Item
;r het hoofd van een partij,
erkende men hem nis het hoofd van
gansch de natie. Met jubelende geest-
rd hij begroet en Nederland
trad weder in de rij der onafhankelijke
rijken.
Dit heugelijk feit herdenken wij bij
dit eeuwfeest en een terugblik op de
honderd jaren, sinds verloopen, leert
dat wij reden tot verheugenis hebben.
Want liet ééne onafhankelijke Neder
land, onder de Vorsten van het geliefd
Oranjehuis, lieert zich opgeheven uil
zijn val, heeft levensvatbaarheid ge-
toond, kan bogen op grooten vooruit-
-mg.
Het eeuwfeest van iierstel onzer on
afhankelijkheid is dus waard gevierd
•- worden.
En in verschillende steden maakt j
en zich daartoe op.
Zoo worden tentoonstellingen op
velerlei gebied gehouden, die de voor-
litgang zuilen doen zien, die aanschou-
velijk zullen lecren hoe veel zich ont
wikkelde, tot bloei kwam.
Zoo krijgt men bijvoorbeeld tc Am-
terdam een Zeevaarttentoonstelling,
die uiterst merkwaardig cn leerzaam
belooft te worden, zoo zal een ten
toonstelling ook doen zien, hoe dc werk
kring en de aspiraties vat
sinds 1813 zich gewijzigd hebben,
In tal van plaatsen werken al sinds
maanden feestcommissies,
minder grootsche feestelijkheden zullen
organiseeren.
Wij Katholieken van Nederland w
is goede Vaderlanders, voelen
et onze andersdenkende medeburgers
n als zonen van het zelfde land,
scharen ons rondom de Oranjetelg, die
fier ile koningskroon draagt.
En wij zullen mede dankbaar her
denken liet herstel van Neerland's on
afhankelijkheid.
eeuwfeest en de opening van
het Vredespaleis stempelen 1913 tot
n feestjaar.
Maar liet is nog wat anders ook
:n verkiezingsjaar.
En al mogen wij mee feestvieren,
ij moeten ook mee strijden.
Want van den uitslag der verkiezingen
hangt voor de toekomst van ons tand
machtig veel af.
"et zou jammer zijn indien dit jaar
ministerieHeemskerk zou me
heengaan, terwijl liet niet in staat
weest is vele gewichtige punten
zijn program af te werken.
En wij, die meencn, dat het voor
de toekomst van land en volk
groot belang is, dat niet een Liberaal-1
Socialistische meerderheid liet
handen krijgt, wij moeten de komende
maanden niet vergeten den strijd die
is wacht.
Zulks behoeft ons nochtans in 't
geheel niet te weerhouden het eeuw-
LEZEN.
De lust tot lezen wordt in
gen steeds grooter en dringt door ook
bij de gewone menschen, die vroeger]
plaatselijk Blad. dat éénmaal'
per week verscheen, al meer dan ge
noeg hadden.
Dien drang tot lezen nu achten wij
m gelukkig verschijnsel, omdat zij,
e er genoegen in vinden couranten
i boeken te lezen, op edeler wijze
leeren genieten, dan vóór dien tijd liet I
geval was.
Maar gewaakt moet worden tegen
ondeugdelijke waar.
Slechte lectuur toch bederft de goede
zeden en is voor velen de poort, waar
door zij komen op den weg van het
kwaad, waarlangs zij ten verderve ge-
•oerd worden.
Maar men moet ziclt van de uitwer
king eener waarschuwing niet te veel
voorstellen.
Zoo'n waarschuwing alleen is zcet
onvoldoende.
Boeken zijn voor vele lezers vrienden,
er omgang zij niet ontberen kunnen,
omin als een flinke jongen zijn ka
meraden kan missen. En gelijk tnen
niet volstaat, met den jongen omgang
verkeerde kameraden te verbieden,
is het ook niet genoeg den vol
tegen het lezen van slechte
of gevaarlijke lectuur te waarschuw
Dat werd op vele plaatsen perfect
begrepen.
Nieuwe bibliotheken werden gesticht,
reeds bestaande Icesinriclitingen
breid en vergroot.
Een nuttig en goed werk, hetwelk
onder ons met kracht moet -
gesteund en bevorderd.
Uit het Buitenland.
De Paus.
Meermalen hoort men dc opmerking I
maken van met-Katholieke zijde, dat
de Paus door de Itaiiaansclie waarbor-
stand. waarin liet Opperhoofd der H
Kerk zich bevindt, ten normale toestand
mag genoemd worden?
Hoegenaamd niet. We mogen immers
niet uit het oog verliezen, dat de drie
laatste Pausen niet hebben opgehouden
protest aan te teekenen tegen den toe
stand waarin zij door de Itaiiaansclie
revolutie zijn gebracht.
De diepe invloed die het Pausdom
nog voortdurend uitoefent op heel de
christenheid, dc geestelijke vrijheid, die
het in de uitvoering van zijn verheven
ambt heeft behouden, zijn wellicht te
danken aan dc afwijzende houding die
het Pausdom tegenover de wanrborgen-
—et heeft aangenomen.
Onderstellen wij het onmogelijke:
namelijk dat de Paus dc waarborgen-
wet zou aanvaarden. Wat zou daarvan
hel gevolg zijn? Zou de Paus, door
'iidcrwcrpen aan een Italiaan-
cn zich meteen als onder
daan van Itnlië's koning te erkennen,
wen der katholieken van de
heele wereld blijven behouden?
En zouden de regeeringen, die nu
al zooveel noten op hunnen zang heb
ben, toelaten, dat een Itaiiaansch onder
daan de geestelijke leiding van hun eigen
onderdanen zoude op zich nemen?
Ziedaar wal de ondervinding zou moeten
uitmaken.
Al wat tot hiertoe gebeurde bewijst
ten hoogste dit, dat de Paus iiet strikt
noodzakelijke van zijn geestelijke vrij
heid behoudt, zoolang hij weigert zich
aan eeneltaiiaanschewette onderwerpen.
Wie daaruit zou willen besluiten dat
de waarborgenwet zoowel als het tijde
lijk gezag de pauselijke vrijheid ver
zekert, zou met evenveel reden mogen
i, dat de gewetensvrijheid lei-
christen martelaren niet werd gekrenkt,
omdat men hun de vrijheid liet, voor
hun geloof en hunnen God hun bloed
vergieten".
Duitschland.
De Rijksdag heeft, bij afwezigheid
genwet. geen belemmering in zijn vrij-W" regeringsvertegenwoordiger,
heid tc duchten heeft dat de feiten «P* jezuïeten-wetsvoorstel vanhetCen-
feest
Al verdeelt de politiek
tijen, die vaak wel scherp tegenover
elkaar slaan, liet is toch altijd een ver
heugend feit, dat alle Nederlanders zich
nog voelen zonen van één volk, zonen
van een land, dat zij liethcoben en tot
welvaart cn voorspoed brengen.
In den politicken strijd behoeft niet
vergeten te worden, dat de liefde voor
Vaderland en Koningin ons met vele|
tegenstanders toch blijft vereenigen.
heid tc
zijn om te bewijzen, dat Italië er met
aan denkt de uitoefening van het gees-
telijk gezag van den Paus over de Ka-1
tholieke wereld aan banden te leggen
of ook maar te beperken. En de con
clusie van dit betoog luidt danDe H.
Stoel zou wel doen, zich nu maar in
het onvermijdelijke te schikken.
Zeer ter snede, beantwoordt het H.
A. naar aanleiding der óOO-jarige
herdenking van liet vrijheids-edict van
Milaan, uitgevaardigd door keizer Con-
stantijn den Groote, dit kortzichtig be
toog. Het zou niet moeilijk vallei:
aldus het Blad het gebrekkige van
de voorgaande bewijsvoering aan te
jnen en zelfs een reeks feiten aan
halen die het tegenovergestelde zou
den bewijzen.
Maar geven wij nog toe, dat feitelijk1
de pauselijke vrijheid sedert 1870 niets
rd in den weg gelegd. Zouden wij dan
die onderstelling zoo maaraanstc-
het besluit mogen trekken, dat de
zeer bemind, omdat hij zich nis
hcersclizuchtig man deed kennen,
steeds met nijdige blikken liet ge-
van anderen gadesloeg, en in alle
Handigheden een grenzclooze heb
zucht aan ilen dag legde. 1 lier en daar
in den omtrek fluisterde uien,
vroeger tien ridder wel anders gekend
had; toen was hij nog een goed en
vriendelijk man. die liet zijnen onder-
lioorigen nimmer lastig maakte, en hen
meer als zijne kinderen, dan als zijne
onderdanen behandelde. Maar dat was
reeds lange jaren geledenEii sedert
luj zijn neef van Wielingen van zijne
nalatenschap beroofd, cn zich met diens
goederen verrijkt luid. was hij immer
met meer aanmatiging cn met meer
IroLscliheiil te werk gegaan, en had hij
eindelijk de genegenheid van allen, die
hein voorheen hoogachtten, verloren.
Het lag velen nog vorscll in het ge
heugen, hoe wreed hij zijn ouden slot
voogd, wegens een klein verzuim gestraft
had, cn line die man ten gevolge dier
bestraffing, weinig tijds daarna was over
leden. En dan hoe onmenschelijl; was
hij niet met den boscliwachtcr te werlc
gegaan, door hem in het midden van
een strengen winter, met vrouw en
kinderen uit zijne woning te verjagen,
en hem voor goed zijn grondgebied le
ontzeggen. In de lange winteravonden,
als de boeren om den grooten haard
geschaard, ziclt met verschillende hand
werken bezig hielden, werd vaak
die onderwerpen gesproken, ofschoon
men zich niet verstoutte, elkander luid
zijne gedachten tc kennen tc geven,
daar men maar al te wet wist, dat in
dien zulke praatjes op rekening van
hun heer gesteld, hem ter oore kwamen,
deze dergelijke dingen niet straffeloos
zou dulden.
Het kasteel dat hij bewoonde, was
een trotsch gebouw, en werd voor liet
schoonste uit den omtrek gehouden,
en was alleszins geschikt om eene felle
belegering manmoedig liet hoofd te bie
den-. Het was door zwaar geboomte en
vruchtbare boven omriugd, die allen
binnen de omwalling gelegen waren.
Alvorens liet kasteel te naderen moest
men een stevige ophaalbrug, ovei
een diepe gracht, welke geheel de veste
omgaf overgaan, die naar bet ruim be
timmerde nederhof. hetwelk niet slechts
geschikte woningen voor de bedienden,
maar ook ruime verblijven voor krijgs
knechten en uitgestrekte stallen bevatte,
leidde Van daar voerde eene tweede
zware ophaalbrug tot het hoofdgebouw
of het kasteel zelt, van welks ruime en
luchtige binnenplaats men toegang
tot de talrijke vertrekken bad. onder
welke vooral de hoofd- of ridder
zaal uitmuntte. Een onderaardsch ge
welf. waarvan de opening putvormigl
in het midden van liet binnenplein uit-'
Icwnm, verstrekte tot gevangenis van
de wederspannïgcn, die de wetten hun
ner hecren met voeten durfden treden.
Het was reeds jaren geleden sedert
Herman van Heusden voor het laats!
liet kasteel van Bern bezocht had. Hij
kon zich zelf dat tijdstip niet goed meer
herinneren. En toch was hij in het be
gin toen Graaf Dido met zijne gemalin
het slot kwam bewonen, een der trouwste
bezoekers des graven geweest, en was hij
altijd op lie vricndschappclijkste wijze I
door zijn gastheer ontvangen geworden.
Vrouwe van Bern. van wie hij een oude
bekende was, was hij steeds een
komc gast geweest, en menig blij',
hartelijke genegenheid had hij van haar
ontvangen. Maar zoodra Graaf Dido
een zoon en daarna eene dochter ge
boren werd, had hij langzamerhand zijne
bezoeken gestaakt, en was hij eindelijk
onder allerlei voorwendsels in het ge-
heel niet meer op het kasteel verschenen.
In het begin had men zijne afwezigheid
betreurdvan lieverlede had men er i
zich aan gewend en eindelijk had men!
over dc zaak niet verder gedacht noch
gesproken. Wel had men hein den dood
der gravin bericht cn hem op de be
grafenis uitgenoodigd, maar hij was
toen juist voor zaken afwezig. en ''ad
dus die plechtigheid niet kunnen bijwo
nen. Maar ook toen hij wedergekeerd
was. had hij zich niet gelijk het zijn
plicht vorderde, naar zijn ouden vriend
gespoed, om hem over zijn verlies •-
betreffende de opheffing v
Jezuïten-wet met de stemmen van het
Centrum, de sociaal-democraten. Polen,
Elzassers. Denen en drie leden van de
uitstrevende partij aangenomen.
Wordt wel tijd dat de gehate uit-
sluitingsmaatregelcn tegen die eerbied
waardige Orde worden' opgeheven.
In de St. Engelbertkerk te Mülheim
schoot een werkman, die het voor liet
komen, of hij biechten wilde, den in
den biechtstoel zittenden missie-pater
Wengeler, dood. De moordenaar werd
dadelijk gearresteerd. Hij beweerde, dat
hij pastoor Welter van de Engeibert-
kerk uil wraak had willen dooden. Nader
wordt over den moord medegedeeld,
dat ongeveer twintig paters-Jezuïeten te
Miilheim missie gaven. De gedoode
pater Petrus Wengeler S. J. was hun
leider. De moordenaar is een veertig
jarige Hollander. Weinand genaamd.
1 Men vermoedt dat hij in waanzin han
delde.
troosten, maar hij had niets van zich
I doen hooren, en was voort gegaan met
bet diepste stilzwijgen in acht te nemen.
Het verwonderde dus Graaf Dido
wil hoogste, toen de slotvoogd Herman
Heusden wiens komst hij zich niet ver-
klaren en waarvan hij de reden niet be
vroeden kon. aankondigde.
Terwijl hij hierover nog in diep ge
peins. verzonken zat klonken zware
voetstappen in den breeden stcencn
gangde dtjir van het vertrek werd
geopend, cn Herman Heusden trad met
ccnc buiging dc kamer binnen. De
graaf benevens zijne dochter waren bij
de binnenkomst des ridders opgestaan,
en Dido strompelde zijn gast le gemoet
om hem te verwelkomen, toen deze
hem hierin hoffelijk voorkwam, en hem
zoo vriendschappelijk mogelijk toeriep
Blijf zitten, waarde neef! en gij
ook bekoorlijke jonkvrouw! vermoeit u
niet om mijnentwil: het is mij een on
uitsprekelijk genoegen u beiden welva
rend te zien.
Gij had it hiervan meer en ook
vroeger kunnen overtuigen, lieer ridderI
zeide de Graaf op verwijtenden toon.
Och. beste neef! reeds dikwijlls
heb ik op het punt gestaan mijn misslag
weder goed te maken, maar telkens heb
ben omstandigheden, geheelbuiten mijne
schuld, mij verhinderd mijn plan ten
uitvoer te leggen.
Wordt voortgezet.