Zeven en twintigste
No. 56. Vrijdag 10 Oct. 1913.
DE EEMBODE
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
UITGAVE VAN DE VEREENIÜING „DE EEMBODE" TE AMERSFOORT
Dit bind verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
I'iIJk per drie maande» vijftig cent. - Afzonderlijke nummers drie cent
e<,enKnlSgw,LwaUpi,;gKi',B ab0~'
KANTOOR EN DRUKKERIJ: LANGEGRACHT ;i3 - AMERSFOORT.
Advertentieprijs van één lol vijf regels dertig cent. - Elke regel meer zes cent.
Reclames tien ct. p, regel. Advertentiën in het redactioneel gedeelte vijftien ct. p. regel.
Billijke tarieven bij abonnement.
Alle mcdedeelingen en advertentiën in te zenden vóór drie uur op den dag van uitgifte.
TWEEDE BLAD.
Epistel en Evangelie.
22e Zondag na Pinksteren
k uit den brief van den II. afroste
ultiH aan de I'liilippeiiscn1,0—11
ouwen in den
liet voleindigen
Christus Jcsus
ik dit gevoelen
allen, omdat ik
gij allen
l ieer Jcsus. dat Wij. d
n ii begonnen heeft.
■,d lot den «lag va
•olijk liet billijk is, dal
ii in mijn hart draag,
wel in mijne gevangenschap als
verdediging «;n bevestiging de* Evan
gelies doolgenooten zijt van mijne vreug
de. (iod toch is mijn getuige, hoezeer
ik u allen liefheb met de tecdcrc lief
de van Jesus Christus. En dit bid ik,
dal uwe liefde meer en meer overvloe
dig moge worden in kennis en in alle
oordeel, om te toetsen wat het beste
is, opdat gij rein en zonder smet moogt
zijn tegen den dag van Christus, vol
zijnde van vrucht der gerechtigheid
door Jesus Christus tot eer en lof
van God,
EVANGELIE
volgens den H. Malheüs XXII, 15—21.
In dien tijd gingen de l'harizcén heen
en beraadslaagden, ten einde Jesus in
zijne woorden te vangen. En zij zon
den hunne leerlingen met de Hcrodia-
nen tot Hem, zeggende„Meester
wij weten dat Gij de waarheid spreekt
en den weg Gods naar waarheid leert en
niemand ontziet, daar Gij op den per
soon der monschcfi niet let. Zeg ons
derhalve wat U dunktis hel geoor
loofd den keizer cijns te betalen of
niet Jcsus nu, hunne boosheid kennend,
zcide Wat stelt gij Mij «>|i de proef,
huichelaars l oont Mij den cijns-pen
ning En zij toonden Hem eenen lien-
ling. En Jesus zcide tot hen Van wicn
is «lit het beelil en het opschrift Zij
zeiden HemVan den keizer. Toen
sprak Hij tot henGeeft dan den kei
zer wat des keizers, en Gode wat
Godcs is
Bezwaren tegen het Primaat.
Wie met onbevangen blik de lange
reeks van bezwaren overziet, die
door ernstige, goetlmeencndc l'rotes-
tuntsche schrijvers tegen het kerkelijk
éénhoofdig opperbestuur of Primaat
worden aaneengereid, begint het min
stens begrijpelijk te achten, dat de an
dersdenkende die van jongs af aan in
hunne opinies is opgegroeid en nimmer
katholieke uiteenzettingen las, ons katho
liek vasthouden aan een Paus onge
grond en dies onredelijk vindt.
Toch bezwijken al die bezwaren voor
de overmacht der gezonde, onbevoor-
oorileclde rede, mits deze gewapend is
niet een zekere kennis des Bijbels.
Daar deze kennis bij vele Katholieken
clie niet zoozeer op hun godsdienst ge
studeerd hebben, wel eens ontbreekt,
zoodat zij zelf niet aanstonds in staat
zijn den ondervragenden Protestant van
afdoend antwoord te dienen, behande
len we hier de meest voorkomende op
werpingen tegen liet Primaat.
Wijl er sclirijvers zijn, die meenen:
„zelfs Petrus kreeg geen Primaat", en
andere, die beweren„Petrus wel. maar
liet Primaat hield op bij Petrus'dood"
maken we duidclijkshalve eentweclcdigc
indeeling.
Beswaren tegen het Primaat
Petrus.
1. „Waar Christus zcide: gij
Petrus en op deze steenrots zal Ik
mijne Kerk bouwen, heeft Hij volstrekt
niet het opperbestuur, het Primaat aan
Petrus gegeven, want bij het uitspreken
van dc woordenop deze steenrots,
!\fcft Hij natuurlijk (I) met de hand op
zich zelf gewezen. Daarenboven noemt
dc H. l'aulus Christus de steenrot-"
Zoo. dit is al heel aardigi Ws
haalt u vandaan, «lat de Heer bij die
woorden op zich zeil wees? Wie d
samenhang overziet, kan ei geen
genblik aan twijfelen of dc woord
zijn tot Petrus gericht; anders had
Evangelist het moeten aangeven. L<
Matthaeus, 16«le hoofdstuk. 13de tot
18de vers. Dal de H. l'aulus Chrisi
de Steenrots noemt bewijst niets, Chi
lus zelf heeft eens gezegdIk ben het
licht «Ier wereld, en bij een andere ge
legenheid, toen zijn Apostelen bij Hem
stonden: Gij zijt het licht der wereld.
Volgt «laar nu uit, dat Hij in dit tweede
geval ziel. zelf moet hebben aangc-
- „Maar wat zegt ge dan van deze ver
klaring: Christus bedoelde met steen
rots niet den persoon van Petrus, maar
iliens geloof en moedige geloofsuiting,
zoodat niet Petrus, doelt het geloof aati
«Ie Godheid van Jcsus, dc grondslag is,
'aarop dc Kcrlt werd gebouwd."
Christus wilde Petrus beloonen
oor zijn moedige bekentenis, dat is
eer waar. Het i* «lus Petrus die bc-
'ond wordt, niet zijn geloof. De Kerk
i niet gebouwd op een geloof, maar
p een gclouvcnden Petrus.
3. „Dan iets anders. Toen «leZalig-
lakcr eens zijn lijden en dood voor
spelde. trok Petrus den Heer ter zijde
:n begon Hem verwijtingeii te doen:
lat zij verre Heer, zoo iets zal U niet
overkomen! Toen wendde Jesus zich
en zcide: ga weg van Mij Satan,
gij zijt Mij een ergernis, want gij zijt niet
bedacht op wat God wil, maar o|> wat
de mensellen willen. Ik vraag: hoe is
liet mogelijk, dat de Heer op zoo'n
Satan zijn Kerk bouwt Zulk een leer
ling boven de anderen uitverkoren kan
hebben
Wat een flauwe opwerping, niet
Nu, zij geven dan ook heel spoe
dig toe. dat deze reden op zich zelf
niet afdoende is, maar toch wel aan
hunne o|>vatting grootcr waarschijnlijk
heid bijzet. Ook niet! Als Petrus wer
kelijk een Satan was, had de Heer hem
zelfs niet langer onder zijn leerlingen
geduld „Satan" beteekent zooveel als
vijand of tegenstander in eene zaak.
De bedoeling van Petrus, die zich ver
zette tegen het denkbeeld van Christus'
lijden en dood, was natuurlijk niet slecht.
Dus de Heer Icon hem niet Satan noe-
in den ergsten zin des woords.
Vandaar dan ook, «lat de H. Hilarius
mag zeggen: „Het woord Satan heeft
geen betrekking op Petrus, maar op
den duivel, die Petrus, tot deze ver
zoeking aanzette." Immers, had de
goede Godmensch niet geleden, en
ware Hij niet zulk een smartelijken
dood gestorven, zijne liefde hadde zich
zoo tastbaar aan ons getoond,
hadde niet zoozeer de wederliefde der
ichcn opgewekt. In zooverre nu
is, zonder het te bedoelen, dit
einde van den Heer zocht te beletten,
hij voor den Heer een tegenstan-
cen die in den geest des grooten
Satans genoemd worden.
4. „In ieder geval heeft de H. l'au
lus, toch ook een zuil «Ier Kerk, liet
lat van Petrus niet erkend, wani
hij heeft hem opeiilijk tegengesproken
Zie het 2e hoofdstuk van den brief
.n dc Galaten".
Het gebeurt wel eens meer, dat
ondergeschikte zich verplicht acht, zijn
'crheid tegen te spreken. Volgt daar
_an uit, dat zoo iemand zijn overheid
niet als overheid erkent? De reden,
am l'aulus zich eenmaal tegen
Petrus heeft verzet, was zooals hij zelf
aangeeft, wijl Petrus, om wille van de
goede zaak, publieke berisping ver
diende. Wat was er dan gebeurd?
Toen Petrus zich bevond bij de Chris
tenen, die uit het heidendom waren be
keerd. had hij bij hen ook «le spijzen
gegeten, die eertijds voor dc joden
verboden waren. Als nu cenigen tijd
later uit Jerusalem te Antiochië andere
Christenen waren aangekomen, die
liet Jodendom bekeerd waren, en
toch nog aan de Joodsche spijswel
hielden, ging Petrus bij lien eten. Daar
door kwamen dc andere christenen ii
en waan Hat men eerst Jood moest
„•orden, om echt Christen te kunnen
zijn. Tegen deze valschc opvatting had
Paulus reeds dikwijls moeten strijden.
Hel verdroot hem dus met wcinig.dat
us, door zijn handelwijze, dien
n weer in de hand werkte, en met
vurigen aard meende hij geen be-
tegenvergif te kunnen locdienen,
in het openbaar Petrus te verwij-
dat deze, die tocli vroeger zelf op
eerste kerkvergadering gezegd had,
dat God geen onderscheid maakt tus-
schen de bekeerden uil dc Heidenen en
de bekeerden uit de Joden, nu zeil
:isch onderscheid gemaakt had.
tras had dus hoegenaamd niet ge
faald in de leer. doch alleen iets ge
il, wat Paulus terecht onvoorzichtig
onverstandig vond. De bewering,
dat Paulus het oppergezag van Petras
niet erkende, is derhalve totaal onge-
„En dit dan: Petrus zelf heelt
ingezien, dal hij het Opperhoofd
want hij noemt zich zelf, met
ouderlingen „den mede-ouderling
getuige van Christus", en geeft alleen
aan Christus «len naam van „Opper
herder". Zie zijn 2den brief, 5de hoofd
stuk, vers 1 en vers 4."
Petrus kon zich mede-ouderling
noemen, wijl hij liet inderdaad was.
Hoe ecliler daardoor wordt uitgesloten,
dal hij het opperbestuur in handen liad,
blijkt geenszins. Nu noemt dc Paus de
bisschojipcn zijn „broeders" en zich
zelf „dienaar der dienaren Gods". Dal
Petras aan Christus den naam geeft
„Opperherder", bewijst niets tegen
hel Primaat, want Christus is de Op-
|ierherder, maar dc Ojiperlicrder, die
tot Petrus zeidc: „weid mijne lammeren...
hoed mijne schaapjes... weid mijne
schapen". Petrus is dus de Ojiperher-
der-Plaatsbcklccder.
Beswaren tegen het Primaat van
-trns1 opvolgers.
1. „Petrus heeft te Antiochië veel
vroeger dan te Rome zijn bisschoppe-
lijlcen zetel opgericht. Als er sprake
was van o|>volging in het Primaat, kon
zijn opvolger te Antiochië nog eerder
dan dien te Rome voor zich dit Primaat
opeischcn."
O neen, volstrekt niet! Want door
het feit, dat Petrus Antiochië verliet.
de gemeente te Rome besturen ging.
droeg hij ook daarheen zijn Primaat.
Anders inoest reeds tijdens zijn leven
eerste opvolger te Antiochië het
opperbestuur gehad hebben, wat toch
zeker niet waar is. Daar Petrus te
Rome stierf, werd natuurlijkerwijze zijn
opvolger aldaar ook opvolger in het
Primaat.
2. „Maar Petrus is heelemaal niet in
Rome geweest, en heeft er de Kerk
iok niet gesticht".
Dat Petrus tc Rome geweest is, cii
:r ook dc eerste Christengemeente
Jichttc, is zóó zeker, dat zelfs de
ProteslantschegeschieiischrijverSchrijkh
durft te verklaren„Weliswaar werd in
dc hitte van den strijd beweerd, dat
Petrus nooit in Rome is geweest, doch
geen enkele gebeurtenis uit die dagen
is door eenstemmige getuigenis der
Christelijke schrijvers zoo geheel en al
buiten .kijf gesteld, als juist dit feit."
3. „Dit Primaat is persoonlijk aan
Petrus gegeven. Dus hield o)> bij zijn
Men wil u vangen met dat
woordje persoonlijk. In de bcteekenis.
dat niet de andere Apostelen, maar
Petras alleen het Primaat kreeg, kan
het toegeven. Maar niet, alsof het
Primaat een |>ersoonlijk voorrecht was
als individu, want als op
perbestuurder was hij een deel van
een zedelijk lichaam, de hoogste waar
digheidsbekleder van een georgani
seerde maatschappij zou niet ophouden
met Petras' dood dus zijn waardigheid
Maar ik vind dat lieelc Primaai
totaal overbodig. Als dc gezamenlijkt
Apostelen en hun wettige opvolger;
nu toch al onfeilbaar leergezag en be
stuursmaclit hebben, waartoe dient het
dan, dat éen van hen, bijvoorbeeld d«
bisschop van Rome, nog afzonderlijk
:n alléén, ook over die andere bis-
•choppcii, onfeilbaar leergezag en be
stuursmacht bezit?"
Dat is ook een vraag! Gij hebt
reeds toegegeven, dat Petrus het Pri
maat ontvangen heeft. Hieromtrent moet
ge dus alvast niet vragen: waar is
goed voor? Christus gaf het hom,
dus zeker ergens goed voor.
Petrus' opvolgers betreft, lezer, leg
Protcsiantsch ondervrager slechts
deze woorden voor uit dc „Handleiding
J. F. de Groot" „Hel doel, waarom
Petrus tot hoofd van «le geheclc Kerk
werd aangesteld, was vooral om haar
eenheid en hechtheid tc verzekeren,
llezc eigenschappen nu waren na «len
doo«l van Petrus even noodzakelijk voor
de Kerk als te voren, ja, met haar uit
breiding werd liet van nog grooter be
lang er voor te waken. Petrus moest
derhalve opvolgers hebben, met dezelfde
achten hetzelfde gezag bekleed als hij,"
5. „Ja, maar, ik lees toch nergens
dc Evangeliën, dat Christus tot Pc
tras zeidcals gij dood zijt, zal ik eer
ander tot fundament mijner Kerk maken
en hem de sleutelen geven van het rijk
der hemelen... of: gij moet zelf maai
uw opvolger, aan wien
geef, zal dienen gekozen
krijgt een wettige opvolger hetzelfde
gezag. Nu heeft Hij gezegd, dat Hij
met zijne Kerk zal blijven tot de vol
einding der eeuwen, „wat natuurlijk
veronderstelt, dat de Kerk tot het einde
der wereld zal blijven bestaan, gelijk
zij door haar goddclijken Stichter is in
gericht. Had nu hel oppergezag, waar
mede Petrus was bekleed, na diens dood
opgehouden, dan zou de inrichting der
Kerk niet meer zijn, zooals Christus Ze
had ge,wild. Immers de aard van een
maatschappij hangt grootendeels af van
den aard van liet gezag, waardoor zij
wordt bestuurd. Verandert dit laatste,
dan blijft ook de maatschappij niet meer
dezelfde."
Wilt ge ten slotte uw zoekenden
vriend het bewijs leveren, dat de Chris
tenen der eerste eeuwen over het Pri
maat van Petrus en diens opvolgers
juist zoo dachten als nu nog, na 19
eeuwen, de Katholieken van vandaag,
laat hem dan lezen bladzijden 20 tot 28
uit: Nova et Vetera. Apologetische
brieven aan een modern Protestant,
door B. T. P. Waszklewicz van Schilf-
gaarde. Baarn.Hollaiidia-Drukkcrij 1912.
JAC. J. Zeij, S. J.
bepalen,
ik liet I'rima
te worden."
Het was ook heelemaal niet nor
dig, dat Christus dit op een dezer m;
nieren zeidc. 1 lij heeft het op een ander
wijze en niet minder duidelijk uitgedruk
Christus kende natuurlijk deze algemeen
menschcnwelwaar een gezag van blij-
venden aard is, en «le gezagdrager sterft.
Plaatselijke Berichten.
AMERSFOORT
De gcmccniebegrooiing werd door
de raadsleden in de zoogenaamde
afdcelingen besproken. Uit de eerste
afdeeling rapporteert rapporteur Lcin-
weber o.rn. over de regeling voor de
korting op jaarwedden volgens de Pen-
nwet voor de Gemeente-ambtena-
1913 dat meerdere ledenhunne volle
instemming betuigen met het aangebo
den besluit. Ze noemen dit een stap
de goede richting, vooral onidat
alle lasten worden gelegd op de
ambtenaren.
Een lid vraagt hoe 't met de ambte-
,ren slaat, die niet in het pensioenfonds
zijn opgenomen, in liet bijzonder
den Commissaris van Politie.
Over de ontwerp-vcrordening op de
heffing eener plaatselijke directe belas-
ar het inkomen 't volgende
lid zeide, dat men hier en daar
misschien wel iels zou kunnen
deren, maar het geheel is een uitstekend
ituk. Het mooiste is, dat we een regeling
krijgen naar draagkracht.. Den aftrek
zouden sommigen wel iets hooger willen
hebben, doch men is tevreden.
Een ander lid zeide zich destijds tegen
stander tc hebben getoond van een pro
gressieve belasting maar nu de tijden
zijn veranderd, dient men zich aan
'euwe toestanden aan te passen.
Over het Schoolgeld Gymnasium en
Hoogere Burgerschool uitte een lid den
wenscli, Jat zal worden opgenomen
vrijstelling van betaling voor on- en m"
vermogenden.
Bij „Gemeente-reiniging" gaf een
te kennen, dat de Reiniging thans
veel geld kost. Hij gelooft dat dit
in dc exploitatie. Voor één Directeur
acht hij dit bedrijf te groot en hij geeft
in overweging, een flink, eenvoudig man
als adjunct-directeur aan te stellen, die
alles wat den mest-enz. betreft in orde
kan maken. Ook liet salaris
r is te weinig; hij heeft geen
hulp, zelfs geen klerk.
Meerdere leden verklaren zich
dc aanstelling van nog een opzichter,
nadat eene reorganisatie heeft plaats
gehad.
Tc Breda is meer winst behaald,
idat er meer toezicht is gekomen.
Een lid verklaarde, dat regeling
■•ee zaken Item noodzakelijk voorkomt
i wel eerstens aan de onderwijzers te
geven hetgeen beloofd is. Spreker
;rkte op, dat eerst voor de ambië
ren aan het Stadhuis eene regeling
getroffen, doch had het beter gevon
den als eerst voor de onderwijzers ware
gezorgd. 2e. Aan alle arbeiders ver
hooging van salaris te geven en gelij
ken tred te houden met de loonen, die
door particulieren worden gegeven.
De behoeften stijgen en de Gemeente
mag «le verantwoordelijkheid niet op
zich nemen van onvoldoende betaling.
Overigens wenschte dit lid op te
merken, dat reorganisatie van het Arm
wezen dringend noodig is. Ei wordt
nu soins gegeven, dat het meer kwaad
dan goed doet. Hij zou een ambtenaar
willen laten aanstellen, die met controle
belast is.
Meerdere leden verklaarden zich vóór
reorganisatie van het Armwezen.
Een lid gaf in overweging, een ver
ordening le maken waarbij de eigenaars
worden verplicht, voor huisnumniering
zorgen.
Een lid acht uitbreiding van het po
litiekorps met een adjunct-inspecteur
niet gcwenscht. Hij meent dat het
verstandiger is. een agent aan te stel
len, benevens aanschaffen van een
4-tal rijwielen, zoodat de agenten kun
nen komen in wijken waar men ze
Algemeen zijn de leden het er over
ns, dat uitbreiding niet gewenscht is
wordt in overweging gegeven, eerder
het aantal agenten wat te verminderen.
Nog een ander lid vond, dat de eenige
goede manier om een goeden politie
dienst te krijgen, is. de agenten te laten
fietseninen ziet hen nu slenteren langs
n en op de fiets kunnen ze
vijfmaal de ronde doen in denzelfden
tijd dat ze haar nu eenmaal doen.
Een lid vond het op wacht staan
«n 2 personen bij het brandspuithuisje
achter het politiebureau vreeselijkwaar
op wordt gevraagd, of de politie daar-
lor niet kan zorgen.
Een lid achtte het gewenscht, de brand-
eer zoo goed mogelijk te maken en
dan niet op een uitgaaf te zienwaarop
een ander lid opmerkt, dat eerst moet
uitkomen of met meer uitgaven het
goede bereikt zal worden.
Vele leden spraken den wensch uit,
it in de Krommestraat betere verlich
ting kome, daar het een winkelstraat
is. Ook is die straat thans, doordat er
n halte is gekomen bij den Koppel,
eer een toegangsweg dan vroeger.
Een spreker wenschte een van de op
zichters van Openbare werken over te
brengen bij het Bouw- en woningtoe
zicht. Wij hebben bij Openbare werken
:el te veel menschen.
Wat die allen te zamen doen, zou
ik alleen kunnen doen, zeide spr. Men
ziet die ambtenaren overal, waar ze
behooren te zijn. En komt er een
nieuw werk, dan komt er weer een tij
delijk opzichter en die menschen blijven
allen hier hangen. De tijdelijke opzichter
den toren is er een geheel jaar,
ijl er slechts 4 ii 5 maanden wordt
gewerkt.
Een lid meent dat het treurig is zoo
veel krengen hier in de stad worden
geslacht en noemt daarvan voorbeelden.
Zou zeide hij, dat er onlangs in één
nacht 20 kalveren zijn gevild en den
volgenden dag was er reeds niets meer
van over; al dat vleesch eten de Amers-
foorters lekkei op. Onlangs beweerde
r., is een koe gestorven aan miltvuur
begraven, het cadaver werd des nachts
opgegraven en is verdwenen. Er zijn hier
onder de goede slagers, die zulk vleesch
koopen.
Een ander lid verklaarde: de halve
Haag leeft van het krengenslachten.
Des morgens om vijf uur wippen die
lieden met hun vleesch in zakken bij
den slager in.
Meerdere leden noemen den toestand
verschrikkelijk.
Ook dc keuring van visch is onvol
doende, des avonds is er afslag en des
morgens wordt de visch, die den vori-
gen dag soms al slecht was en den
nacht in krotten van woningen is be
waard, verkocht. Spr. vraagt naar 't
marktrapport. In dat rapport is ook
reeds op de vischmarkt gewezen, doch
verder
Een lid
wenscht is,
keurd. In -
Claes, waa
i gehoord,
r op, dat het ook ge
in winkels wordt ge-
an de couranten kon
annonce van zekeren
op wordt gewezen,
als anderen „kunstmatig
bewerkte garnalen" verkoopt. Dit dient
te worden onderzocht.
Algemeen werd er door de leden op
aangedrongen om de Kamperbinnen
poort weg ie ruimen.
Meerdere leden vestigden er de aan
dacht op. dat het hoogst gewenscht is,
over te gaan tot verbetering der be
strating van den Hof.
Een der leden vroeg mededeeling van
het resultaat van het onderzoek naar
de verbetering van het trottoir in de
Langestraat
Een lid gaf in overweging om te
onderzoeken of aanbesteden van on
derhoud plantsoenen niet goedkooper
zou zijn. Hij meent, dat er besparing
door plaats zou kunnen vinden bijv.
het blad werd verkocht.
Meerdere leden merken op, dat de Ge
meente moet trachten, goede arbeids
krachten te houden en daarvoor ook
een goed loon moet betalen.
Een lid vestigt de aandacht op het
kale veld bij de Meisjesschool nabij
de Amhemschebrug en geeft in over-