Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. KERSTMIS. H DE EEMBODE XXVIle laargang. No. 77 UITGAVE VAN DE VEREENIOINO DE EEMBODE TE AMERSFOORT. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Prils per drie maanden vijftig een'- Afzonderlijke nummers drie cent. ■SS?S™,";r.ï OSSLf a°"' ™n -<"> gcMhicdm M, j..„ Dinsdag 23 December 1913. KANTOOR EN DRUKKERIJ: LANOEGRACHT 13, AMERSFOORT ADVERTENTIEPRIJS: van één lot viif reoMs d-MI„ c.u- Reclames: tien cent per regel, Billijke tarieven bij abonneme.... Alle mededeelingcn en advertentiën gelieve men in le zenden vóór drie ij. regels dertig cent. - Elke regel meer zes cent. AdvertentiEn in het redactioneel gedeelte vljftl en cent per rege p den dag van uitgifte Hclglanzend licht boort door den donk'rcn nacht, De herders schrikken van die Engelenstem „Vreest niet, ik breng u blij bericht van Hem, „Dien gij reeds veertig eeuwen hebt verwacht. „In 't stalleke daarginder ligt een kind, „Geboren uit Maria's reinen schoot „Gaat op tot Hem, aanbidt deez' Lotgenoot, „Aanbidt uw God, Die zóó zeer u bemint". De vrome herders knielen naast elkaar; God zien zij niet, alleen een menschenkind. Maar Gods gena werkt in hen wonderbaar: Hun oog zoekt God, waar hun geloof Hem vindt: Ze aanbidden reeds den grooten Offeraar Van Golgotha in 't Bethlehemsche Kind. II. En naast de herders knielen neer de Wijzen! Na 't kleine mag de grootheid nad'ren Hem. Die, God van God, in 't kleine Bethlehem Een hulp'loos kindje werd. En zalig prijzen, Hun tongen 't heil, dat thans hun oog aanschouwt, Zij openen de meêgebrachte koffers En bieden aan het goddelijk Kind hun offers: Hun wierook en hun myrrhen en hun goud. In de eeuwen, sinds dien wond'ren nacht vervlogen, Heeft menig koning, bij al 't volk vermaard, Zich voor het goddelijk Kindje neergebogen. Maar de eereplaats bij 't kribjen bleef bewaard Den herdertjes. Naar 't Jesuskindje togen Het eerst en 't liefst de kleintjes dezer aard III. O Jesus zoet, Die uit de hemelzalen Tot redding van den mensch op aarde kwam, Ons mensch'lijk lichaam uit Maria nam Om met Uw bloed ons losgeld te betalen O Jesus zoet, de herders en de Wijzen Erkenden in het hulp'loos Kind hun Heer En knielden in aanbidding voor Hem neer, - Ook ik kniel neer om U, mijn God, te prijzen. Al kan mijn oog noch God noch mensch aanschouwen, Al zie ik slechts het uiterlijk van brood. Nooit zal ik in mijn Roomsch geloof verflauwen. Verborgen God, 'k aanbid U! Tot de dood Mij oproept om voor eeuwig U te aanschouwen In Uwe glorie, eindeloos groot. De volgende courant verschijnt Zaterdagmiddag. Epistel en Evangelie. Kerstmis. In de eerste Mis. LES uit den brief van den H. apostel Pauius aan Titus; II, 1115. Welbeminde! De genade van God izen Zaligmaker is voor alle menschen verschenen en leert ons, dat wij, met verzaking van de goddeloosheid en de wcrcldsche begeerlijkheden, matig, recht vaardig en godsdienstig leven in deze wereld, verwachtend de zalige hoop en de komst der heerlijkheid van onzen grooten God en Zaligmaker Jesus Chris tus, die Zich zeiven voor ons gegeven heeft 0111 ons vrij te koopen van alle mgcrechtigheid en voor Zich een wel- beliagelijk volk le reinigen, ijverig in goede werken. Spreek dit en vermaan, Christus Jesus onzen Heer. EVANGELIE volgens den H. Lucas; II, 114. lil dien tijd ging er een gebod uit in keizer Augustus, dat de geheelej wereld moest worden opgeschreven. Deze eerste opschrijving is geschied door Cyrinus, landvoogd van Syrië. En allen gingen om zich aan te geven, ar zijn eigen stad. En ook Jozef trok op van Galilea uit de stad Naza reth naar Judea. naar David's stad, ilie Bethlehem genoemd wordt, dewijl hij i.— i...!. -n geslacht van David was. te geven met Maria, zijne verloofde vrouw, die zwanger was. En hel geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou. En zij baarde haren eerst geborenen Zoon, en wikkelde Hem in doeken, en legde Hem neder in eene kribbe; want er was voor hen geen plaats in de herberg. Er waren nu in dezelfde streek herders, die waakten en de nachtwachten hielden over hunne kudde. En zie, een engel des Heercn stond naast hen, en Gods heerlijkheid omstraalde hen; en zij vreesden met groote vrceze. En de engel zeide hun it niet! want zie, ik verkondig u eene groote blijdschap, die voor al liet volk wezen zul: dat u heden geboren de Zaligmaker, die Christus de Heer in de stad van David. En dit zij u ten teckcn: gij zult vinden een Kind, in doeken gewonden en nedergelegd in eene kribbe. En eensklaps vereenigdel :t den engel eene menigte van het hcmelschc heirleger, God lovend zeggend: Glorie aan God in den allerhoogste! en op aarde vrede aan de menschen van goeden wil MIS A AN WIJZING. Eerste Kerstdag: le H. Mis: Duini- is dixit. Gloria, Credo, Praefatie en icantcs van Kerstmis. 2cH.Mis: le gebed v. d. H. Anastasia. 3e H. Mis: Pucr, Credo, laatste Evan gelie van Driekoningen. Tweede Kerstdag: H..Mis: Sederunt, Gloria, Credo, Prefatie en ComiilUlli- :s vuil Kerstmis, in alle 11.11. Mis- Gloria, Credo, Praelalie en C au Kerstmis. Nu nog Advent, de heilige tijd, aarvan de kunstzinnige Maria Viola ins. zoo treffend zeide: „Roerloos ge zeten in het kuische licht, dat uit de luchten trillend neer komt zweven, aan bidt Maria 't heimelijk bloeiend ievcn in 't ongeboren Goddelijke W-'cht..." Nu nog Advent, nu nog de roe rende smeekbede des Ouden Verbonds: „Dauwt, hemelen van bpven, en wol ken, regent den rechtvaardige; dat de aarde zich opene en den Verlosser •oortbrenge In het beeld der profetie geeft die bede den omvang der heilbelofte tej kennen, die den stal van Bethlehem kwam herscheppen in een paleis voor den Koning der koningen. Nu nog Advent, maar spoedig s 't al-omme donkre nacht..." zoo vervolgt Maria Viola en „biddend waakt de Maagd, en wacht, en wacht het zilver-zachte lichte luchte-gloren, waaruit weldra hél-glanzend breken zal tie schitter-blanke henielzangcii-val, ver kondigend... dat Jesus is geboren 1" KERSTTIJD. et Kerstfeest daagt aan de kim- delijk Kind, dat we sidderend van vreugde zullen aanbidden. Niet weer verschijnen de lichte bo den des Hemels in zonneglans in het nachtelijk uur, doch terwijl alles rust en zwijgend wacht op het naderend heil, ontwaakt plotseling in ons aller hart dezelfde kreet, welke weleer ontvlood als een stralenkrans van melodie aan het engelenkoor, de verheven jubel psalm. allen tot heil„Glorie aan God den Hoogen, en vrede op aarde die van goeden wil zijn!" Hemel en aarde hebben aandeel in de gehcininisvolle daad, door welke de schuldige menschheid met haar Schepper u worden verzoend. De waarachtige Zoon Gods moest ook waarachtig de Zoon zijn der men- iclien, wilde Hij als Middelaar optreden een volledige boete voor het be- n zijn Godheid spreekt in den Kerstnacht het uitspansel, dat weer galmt van de muziek des Hemels; „De sterren gloeiden in een wondervolle pracht, het gansch heelal écu lof gezang, en de aarde scheen vol van stille vreugd, als kwam de Hemel tot haar neder/weven n zijn ncnschhcid getuigt de armelijkheid-zelve der eerste rustplaats, die Christus zich, onder ons levend. uitgekozen„De herders gingen naar de diep verborgen grot, het Kind lag in een arme kribbe neer, windslen op een handvol strooi" Inderdaad, Hemel en aarde hebben aandeel in het verlossingswerkhier ive den troon, daar de kribbe; hier de kroon, daar de windselenhier de gloriezalen, daar den armclijken sta!. Maar hier Boven en hier beneden... ne Liefde! De reine hemelinngen Van heel een Englenstoet-, O, Nacht vol melodieën En blijde Profetieën, Wees duizendmaal gegroet! Gegroet, Heilige Nacht, waarin de Hemelen zich verheugen en de aarde jubelt, omdat gij den Verlosser brengt 1" Gegroet, Heilige Stal, geboorteplek in den Heiland der wereld, rijker dan de tempel van Salomo! Gegroet, Heilige Kribbe, eerste lief- detroon van den Heer der heerscharen Gegroet, zoet Kindcke, lioogc Ko ningszoon, groote Vorst, sterke God! Gegroet, jesus Christus Als eenmaal de herders in nederige ichtsvcrvulling, zóo waken ook wij ill deze dagen van voorbereiding, in den Advent. Maar reeds klinkt in ons gemoed de em van v erlangen naar hel Goddelijke, - een verlangen, dat ook ons straks jortdrijft over de nachtelijke wegen i straten. Ook wij zullen gaan in haast, - en ook wij zullen vindon de Reine Maagd en haar Heiligen Beschermer, ook wij zullen vinden het God A1 gingen eeuwen voorbij, sinds de jubelzang der Engelen aan de wereld verkondigde, dat de voorspellingen waren vervuld geworden, en de eeu wige Zoon des Vaders zich gewaardigd had het lichaam onzer geringheid aan men, telken jare als de natuur den öroevigen toestand verzinnebeeldt van het mensclidom vóór de komst des Verlossers, wordt in de Christen wereld de nagalm vernomen van dat heerlijke lied, hetwelk eenmaal weer klonk boven Bethlehcms veldenGlo- i altissimis Deo, et in terra pax hominibus bonae voluntatis! Vrede op aarde Hei! u, die straks in nederige aan bidding de Kribbe nadert van den j menschgew: rden God Heil u allen, die. bezield met goeden wil, de liefelijke majesteit ran den heiligste der nachten door schouwt Heil u, heil u. die op het Hoogfeest in Kerstmis de heerlijke belofte van het lied der Engelen in u voelt be waarheid, het geluk van den dric- voudigen vrede. Moge het Goddelijk Kind u zóo een zalig Kerstfeest doen vieren! ,T. G. consistorie (14 Maart 1887] gecreëerd werden als kardinaal Rampolla, leeft nu alleen nog kardinaal Serafino Vannutelli. Duitschland. De Duitsche burgerij is voldaan. 't Luitenantje uit Zabern, wiens vlegel achtig optreden zoove :1 rumoer ver wekte, gaat 45 dagen „brommen". Het nog al straffe vonnis is zeer geschikt om te niet te doen de bij onze Duitschen buren nogal verbreide mee ning, dat 'n officier vrijelijk om 'n bagatel z'n sabel mag trekken en gebruiken. Toch blijkt ook nu weer, dat de ware ichuldigen vrij loopen. Immers de supe- •ieuren van 't gestrafte luitenantje gaven lanleiding tot liet postvatten van zonder linge denkbeelden omtrent militaire eer ïz. bij de onervaren, jeugdige officieren. Overste Von Reuter, die als getuige optrad, verklaarde: „Ik heb aan de officieren gezegd, dat zij zoo „schneidig" mogelijk moesten optreden. Een Pruisisch officier moest zich niets laten welgevallen. Ik gaf luitenant Forstner den raad zijn pistool steeds bij zich te dragen en zoo noodig van pistool sabel ook gebruik te maken. Ook de onderofficieren en manschappen gaf ik instructies dat zij, wanneer zij aangevallen werden, energiek van hunne wapens zouden gebruik maken." Barre heeren, als Von Reuter zich toonde, telt men bij dozijnen in der Pruisen armee. Uit het Buitenland. Uit Rome. Kardinaal Ranipolla's stoffelijk ovi schot is niet het gebruikelijke ceren; nicei ter aarde besteld. Het H. College bestaat thans uit leden, waarvan er 24 door Leo XIII 31 door Pius X zijn gecreëerd; één petto aangesteld. Van de kardinalen, die in hetzelfde Binnenlandsche Berichten. Verstandig besluit Door het bestuur .van „Sobriëtas" is m de commissie voor volkspetition nement voor plaatselijke keuze de vol gende circulaire verzonden „Het bestuur van „Sobriëtas" heeft zijne den 17 December gehouden :rgadering, zijn houding in zake het verder meedoen aan de beweging voor volkspetitionement voor plaatselijke keuze besproken. Na overweging van het vóór en tegen is het bestuur tot de slotsom gekomen dat „Sobriëtas"verderemedewerkingaan die beweging moet onthouden, zulks op grond, dat: bij verdere medewerking, zoo noodzakelijke eendrachtige imenwerking onder de Katholieke drankbestrijders, nog meer dan thans 't geval is, dreigt verloren te gaan". Aan onze Katholieke Landgenooten I Een zalig; Kerstfeest I Een gelukkig Nieuwjaar! Evenals vorige jaren bieden wij U bij de nadering van het schoone Kerst feest en de wisseling des jaars onze beste wenschen aan. Deze schoone dagen bieden zooveel vreugde en geluk, te midden van den huiselijken kring of van goede vrienden. Hoe natuurlijk is dan de drang van het hart om aan de geliefde familie leden en vrienden te doen blijken, dat het wel met hen meent en hoe* gaarne beoefent men dan de aloude deugd der gastvrijheid door hen fees telijk te on halen. Tot inkeer gekomen. Een Kerstvertelling. I- Het oude kasteel der Falcone's stak in liet heldere maanlicht scherp af, tegen den met sneeuw bedekten grond en de witte boomen, die het aan de achterzijde begrensden, Het was stil in den omtrek, geen windje, geen tochtje was waarneembaar en geen voetstap deed de hard be vroren sneeuw kraken. 1 let was dan ook midden in den nacht en toch. geen uur geleden gingen hier nog verscheiden personen, ondanks het nachtelijke uur. ondanks de felle koude. spoedden zich kerkwaarts, ter nacht- misse. om daar het hoogheilig kerst feest 'te vieren. Niet alleen schier alle bedienden van hei kasteel, maar ook graat Falcone en „ij,, vrouw waren le voet naar do dorps- kerk gegaan. Zij waren vrome katho lieken en gaven ook in deze huil onder- hoorigen een navolgenswaardig beeld. Voor zij naar de kerk gegaan had -Ie gravin nog even gestaan bij het bedje van Alphons, haar zesjarig zoontje e„ zij had zich niet kunnen weerhouden, heel even maar met haar lippen zijn blank voorhoofd aan te roeren. Evenwel hoe licht die aanraking ook geweest het ventje ontwaakte er door en glinilachtc.toen hij zijn moeder over het bedje gebogen zag. „Wel moeder", zei bij, „ik heb ge droomd van het kindje Jezus, dat hier kwam om ons gelukkig te maken." Zij streelde hem het voorhoofd. „Om ons gelukkig te maken Maar wij zijn immers gelukkig, lieve jongen." „Neen moeder, niet geheel want dilt- ijls zie ik ii weenen. dus hebt gij ver driet en hoe zouden vader en ik geheel gelukkig kunnen zijn, als gij verdriet hebt? Daarom heb ik het Jezuskind gevraagd, dm liet u blij en vroolijk maken 1 en de lieve Jezus zal hel zeker do 1 )e lieve Jezus zal het zeker doen, 1 haar enge I van een jongen gezegd en deze woorden waren haar bijgcblevci op weg naar dc kerk, deze" woorde ruischtcil haar in de noren nu zij in diep aandacht neergeknield naast haar mni vurig had tot den kleinen Jezus en hem smeekte haar gebed te verhooren. Ja. het kinderoog had scherp gezien, de rijke gravin, bemind en geëerd, in 't bezit van een biaal en liefhebbend echtgenoot, gelukkige moeder van een angstvallig knaapje, leed niettegenstaan de dit alles een knagend verdriet. Er was iets, dat haar veel vreugd, vergalde, dat haar telkens weer detrai. n in de oogen dreef, haar het hart met wee vervulde. En daaraan dacht zij ook zij bad vurig, opdat God haar gebed zou verhooren. Zij bad voor haar ongelukkigen broeder. De gravin had namelijk een broedt die al jong. door slechte makkers mi ei.l, het pad van zonde en misdaad w. opgegaan. Dien broeder beminde zij vurig, maar zij zag hem nimmer, omdat laar man hem de deur gewezen ..•li verboden terug te keeren. Voor die strengheid bestond alle reden, dj wist het, de graaf kon en mochl anders handelen dan hij gedaan De graaf had immers gezien. Kduard zijn zuster door zijn ellendig gedrag hel leven vergalde, hoe hij haai ns weer lastig viel om geld, haar ijlingen en bedreigingen deed en hare levenslust ontrooldc, 1 );.l mocht de graaf niet langer aanzien. Om wille van zijn vrouw had hij den vorigen winter Kduard Robin bij zich in huis genomen. Dc jonge man was van alles voorzien, wat hij noodig had en Falcone had hem gezegd, «lat hij op liet kasteel blijven kon zoolang hij wilde en dat hij hem gaarne helpen wilde bij liet zoeken naar een betrekking. Alleen had hij geweigerd hem ni weer de noodige fondsen te vcrstre ken teneinde zijn studiën voort zetten. Niet omdat de graaf gierig was, nm omdat hij wel wist, dat voor Kduard itudie. toch niets gaf, dat hij icademicstad weer zijn vroeger leven :ou beginnen. Dat leven was ergerlijk geweest, veel :rgcr nog dan Eduards zuster wist. vant graaf Falcone had er onderzoek laar gedaan. De uitslag van het ondt zoek was zoo, dat hij 't maar niet a; vrouw mededeelde. Maar zij wi genoeg om te billijken, dat haar Eduard geen geld meer wilde li. Hij had er immers liet erfdeel zijns vaders al doorgemaakt, hij had zijll zuster al dikwijls geld afgetroggeld, ook zijn zwager had hem al herhaalde malen moeten bijspringen. En zijn beloften, dat het ill itste maal zou zijn, waren houden, telkens had men li geholpen tot nu ruim anderhalf jaar rieden de graaf nog eens een groote ■id gcltls had moeten uitgeven :n wissel te betalen, een valsclic wis geteekend door zijn zwager. De graaf liad betaald om schandaal te voorko men, hij kon immers niet dulden, dat de broer van zijn vrouw iu de gev genis kwam. Maar hij maakte Eduard Robin ook duidelijk, dat het uit was. En d had 't moeten billijken. Onder den indruk nog van den angst, die zijn booze daad hem bezorgd had, dankbaar voor zijn redding uil de gevangenis, had hij nog maals, met inecr ernst dan ooi' beterschap beloofd. En de eerste n: den had men gehoopt, dat hij nu kelijk tot beter inzicht gekomen v Hij logeerde op Falcone. Geen enkel irwijt werd hem toegevoegd, alles ildc men vergeten en vergeven, als hij slechts voortaan zijn leven beterde trachtte zich op te werken, n die maanden had Eduard Robin li veel bezig gehouden met zijn neefje, t hem gestoeid en gespeeld en het ke ventje had bepaald invloed ten goede op hem uitgeoefend. Trouwens Alphons was zeer gek met in oom en had zich nooit kunnen be grijpen, waarom deze zoo plotseling weet gegaan was. eensklaps had Eduard aan dc goede verwachtingen, die zijn zuster weer omtrent hem was gaan koesteren, den bodem ingeslagen. Zijn wilde natuur, zijn verlangen n leven vol afwisseling en prikkelend genot was met groote onstuimigheid boven gekomen. Hij voelde zich als een gevangene in zijn kooi, hij moest en wilde Falcone verlaten. En eerst bij zijn zustor, die hem niet hulpen kon, toen bij zijn zwagci niet helpen wilde, had hij aangeklopt. Maar de graaf blevl onverbiddelijk. „Jk mag ii geen geld geven", zeide hij. „omdat ik weet. dat gij er geen gued mee doel.- Hel is niet een ver langen naar dc studie, dot u van hier drijft, niet de wil om een ernstig en werkzaam leven te leiden al maakt gij dat misschien u zelf wijs. Blijf dezen winter hier, dan kunnen wij verder zien, want ik wil u in alles helpen, dat wer kelijk dienen kan om uw toekomst te verzekeren." Maar Eduard was met deze toezeg ging niet tevreden. Hij had zich opge wonden, hij had zijn zwager, die toch zijn weldoener geweest was, diep be- leedigd en het eind was, dat deze hem de deur had moeten wijzen. Dat was nu een jaar geleden, het was een week voor Kerstmis geweest, dat Eduard na een hevige scène het kasteel verlaten had. Waar was hij sedert dien geweest? De gravin wist het niet, doch haar man had er een en ander van gehoord. Eduard Robin was door zijn oude vrienden natuurlijk met gejuich begroet, doch hij had zijn leven, ongebondener nog dan vroeger, niet lang kunnen vol houden. Hij was immers zonder geld en geld had bij, speler en drinker, noodig. Tot valsch spel had hij zijn toevlucht genomen en toen dit bedrog ontdekt werd, achtten ook zijn vrienden, die hem op het slechte pad gebracht had den. zich te goed voor hem en hadden zij hein uitgeslootcn. En zoo was Eduard Robin van kwaad tot erger vervallen en tot de onderste

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1913 | | pagina 1