Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. DE EEMBODE XXVIIe Jaargang. No. 99. UITGAVE VAN DE VEREENIGING DE EEMBODE TF. AMERSFOORT. Dit blad /erschijnl Dinsdag- en Vrijdagavond. »>ri|s per drie maanden vijtttg cent. - Afzonderlijke nummers drie cent. Dinsdag 10 Maart 1914. Kantoor en DrukkerijLangegracht 13. Amersfoort - Telefoon No. 314. Alle mededeelingen Billijke tarieven bij abonnement. advertentiën in te zenden vóór één uur op den dag van uitgifte. Dankbaarheid. 'an geem- deugd zegt pater Smit in zijn heerlijk boekje „ln den strijd er dagen" - van geene deugd wordt wereld meer vertoon gemaakt dan dankbaarheid. En a Ook s hel. blijven we goede vrienden zwartgallige, die dikwijls vai zen goede niet anders dan loon" had geoogst, was e Ie sombere levenswijsheid Wie T minste weldoet, heelt liet van ondank te verduren. voor kleine diensten en blijken van belangstelling noemt men ziclt- zelven „hartelijk dankbaar", zegt men „duizendmaal dank". „Merci" en „ik dank u" liggen den men- sciien in den mond bestorvenen voor brieven leveren dankbetuigingen dikwijls een goed deel van den inhoud. 1> de uiitvangcn hulp of weldaad van grootcre beleekenis geweest, men verklaart zich „ten eeuwigen dage" aan den weldoener verknocht; levenslang zal men de gunst gedachtig blijven, en ui geheel het leven haai- niet voldoende Maar niel alle dank, die over de lip pen vloeit is uil het hart opgeborreld. Velen schijnen voor niets vergeel- uchtiger dan voor liet ontvangen goede. Menigmaal leest men zelfs bij schrij vers van naam de verzekering: Geene deugd is ter wereld zeldzamer dan echte dankbaarheid. In ontvangen weldaden ligt tweeërlei: eigen voordeel en verplichting jegens een ander. liet voordeel, als iets dat welkom is,, wil men gaarne genieten en behouden de verplichting, als een last, wil men liefst ontduiken of spoedig afwentelen. Wie van een ander gunsten aanneemt, wordt zijn schuldenaar. De schuld wordt niet afgelost tenzij door dank na redigheid. Hiermee eerst woi zaken vereifend, wordt de gelijkheid hersteld tussehen twee. van wie de een gegeven en de ander ontvangen heeft. Zoolang deze vereffening en aanzui vering niet volledig heeft plaats gehad, blijft .h- begiftigde tegenover den gever m ecu staat van zekere, althans be trekkelijke minderheid. liet is daarom duidelijk, dat in dankbaarheid ook de erkentenis eigen minderheid ligt opgesloten. Eli bepaaldelijk om deze reden zal vo velen de plicht van erkentelijkheid biji pijnlijk worden. Menigeen zal zich liever moeite g troosten, om door weldoen anderen a: zich te verbinden, dan om voor gen ten weldaden den schuldig» kwijten. lu 't eerste ligt zekere grootheid, waar- dooi ook 's menschcn eigenwaan ge streeld wordt; in 'l andere ligt. naar mate men nicer door vreemde hulp is voortgeholpen, meer de belijdenis van eigen geringheid en afhankelijkheid. Op velen schijnt daarom de plicht van dankbaarheid te drukken als een vernederende last. Bij de minste aan leiding zullen zij dien afschudden, een weldoener eer dan op verstoord geraken, en om ile out vangen weldaden wrokken met bil terheid. Een man gevoelde lust. om bij elk. hulp van beleekenis de vermaning te voegen Vergeet wat ik u weldeed, dan het bcwe- ,'s werelds idelijk- tot Allermeest heeft de oneindige God :h over 's menschen ondank te beklagen. Zijn recht oj> erkentelijkheid staat buiten alle vergelijking boven dat van andere weldoeners verhevenvan nie mand anders wordt dit recht zoo schro melijk miskend. ij zijn en bezitten en vermogen, is allemaal als gunstbewijs uil de god delijke Goedheid gevloeid. Natuur en talenten, genade en deug den, alles waaroji wij misschien durven roemen, vindt zijn oorsprong in de onver diende en belanglooze vrijgevigheid des I ieeren. Niets hebben wij, wat wij niet heb- :n ontvangen; en wat wij ontvingei is 'l ons door middel van andere geworden, al is liet zelfs met eige inspanning verkregen, Gods rijkdor mildheid is de bron. waaruit al het goede neerstroomt. Zooals wij met al liet onze geheel weldaad zijn van God. behoorden wij jegens God geheel dankbaarheid te zijn. Gansch ons leven ééne dankbetuiging. Al ons doen en streven een voortdu rend dankoffer. Och, ook jegens onzen God en Va der schijnt de plicht van dankbaarheid op velen te drukken als cene vcnie- En voorzeker, otu Gode ligen daukcijns te betalen, nederigheid nuudig. lie m daartoe zich doordringen v slagen onbeduidendheid, n diglieid tegenover den glorie. Velen wenden daarvan bij de oogen alzij toeven lievei behagen bij zichzelve. Hunne ellende is geen bekoorlijk tafereel; zij zouden er van walgen, zij omsluicre'" haar. En daarom komen zij nimmer tot besef, hoeveel dank zij hun God schuldig zijn. Evenwel, wat is billijker, dan dat wij omtrent onze verhouding tot God de waarheid erkennen Besef en belijdenis der waarheid, ook wanneer deze ons klein maakt in ei gen oogen, is beter en edeler dan zelf- isleiding uit eigenliefde. Niets is dwazer, walgelijker dan opge blazenheid in ellende. Tegenover onzen God vooral mag de innige betuiging onzer ellende ons geene moeite kosten. Menschcn. wien wij als minderen rze hulde en dank brengen, kunnen daarvan misbruik maken om ons te verdrukken. God. indien wij met een dankbaai irt ons voor Hem in 'l stof neerbui- :n, verheft ons lot steeds hoogere Hij eisclit nederige erkentelijkheid, opdat zijne gaven veilig bij ons beras- t. Hoe-trotseher iemand zich opheft, hoe lager en armer hij staat voor Gods schul- igheid i ""ie zich het kleinst maakt door üot- dige erkentenis, wordt het hoogst opgebeurd door ontferntingrijke genade. Doch sommigen schrikken voor dank baarheid jegens God terug, niet uit ge mis van ootmoed, maar uit gebrek van offervaardigheid. Hunne geringheid en Gods weldaden belijden zij volgaarnemaar de inspan- om met daden en offers dank te tooncn, schuwen zij. Hun is de plicht erkentelijkheid een te zware last zwakke schouders, i toch. welke offers vraagt on- iod als hulde onzer dankbaarheid Nimmer iets, dan wat ons-zelven tot Alles, wat wij uil dankbaarheid of feren, wordt aanstonds door God ver golden met hoogere genade, wordt uwig beloond met glorie en zaligheid. Kik dankoffer is eigen winst. Mii ile kracht om deze dankoffers te brengen, vindt de nederige, die Gods reliluilen erkent, bij God zeiven. Hij strijdt niet. aan eigen zwakheid ivergclatenhij strijdt met de kracht les Allcrhoogsten. De nederige heffe zich tot vertrouwen, en van ■ven tot edelmoedigheid: dan zal hij in blijdschap des harten van geheel leven, van al zijn' doen en laten, dankoffer maken. God den algi Vader ter eere. leden van afdeelingcn ter behartiging ran stoffelijke zaken, als a. ziektever- :ekering, h. geneeskundige behandeling, geitenfokkerij, geitenverzekering, var kensfokkerij. varkensverzekering, pluim veefokkerij. konijnenfokkerij, tuinbouw ffloralia), huisvlijt, arbeidsbemiddeling en werkverschaffing en verder door andere wettige middelen en wettige instellingen, die aan de bereiking van het doel der vereeniging bevorderlijk ijn en door hel verschaffen van ver delende ontspanning aan de 'eden. Binnenlandsche Berichten. R. K. Platteland. Gemengde Berichten. -schap van baron Wijnbergen vergaderde te Zwolle het diocesaan bestuur der Katholieke So ciale Actie ten einde te beraadslagen over de organisatie der minder gegoe de R. K. plattelanders. De voorz. installeerde daar de commissie, die zich bereid had ver klaard het bestuur ƒ11 de volvoering 1. leden zijn de heeren W. v. Kloos- :r te Eemnes en R. Visser te Stouten- burg. Tot voorz. «Ier commissie werd benoemd baron van Voorst te Twello, t secretaris nut. Vos te Lichtenvoorde. Nadat kapelaan Kitslaar uit Berchem. n wiens initiatief deze organisatie in lorii-Brabant te danken is. de zaak had uiteengezet en eenige gedachlen- leling had plaats gehad, besloot 1 ook in de parochiën van het Aartsbisdom Vercenigingen van onder linge» bijstand of K. K. Vercenigingen air het platteland tot stand te brengen. Deze vereenigingen stellen zich ten doel de godsdienstige, stoffelijke en latschappelijke belangen te bevorde- 1 der ntingegoede plattelanders, en trachten dat doel te bereiken door: le. het bevorderen der godsdienstige en uitschappelijkc belangen en de ont wikkeling der leden 2e. door krachtig bevorderen van «loor den Bisschop er kende K. K. stands- en vakorganisaties, ■Ie leden tot deze organisatie te brengen, in zooveire zij daarvoor in aanmerking komen3e. door liet oji- richicn en in standhouden onder «le Onm0n8chen. Te New-Vork is ter «lood veroordeeld. Sylvestro amd. De veroordeelde schuldigd van inden gang van een groot huis, dat Joor verschillende gezinnen bewoond werd een bom te hebben neergelegd, in opdracht van een soort geheim genootschap van boeven. De zen maakten van dergelijke piactijken speciaal him werk. waarvoor ze dan loor de betrokken huiseigenaren be aald werden, die bij «Ie vernieling hun- icr eigendommen belang hadden. Het gold namelijk steeds huizen, die hoog geassureerd waren en waarvoi genaren dus in geval van ver 1 hoogc uitkeering kregen. Een jeug- e getuige verklaarde, dat hij zelf er dan tachtig bommen in verschil de Imizen had neergelegd, om de eigenaren er van een „jileizier." le doen. I >ük bekende hij. «lat hij betrok ken was bij twee moorden, allen be dreven ill de liOop oji buil. Sylvestro verklaarde op een vraag van den rech ter heel grootsprakig, dat lie van menschen voor hem een/elfde „kinderspel" was ais het verdelgen Kolendamp. -Men Vond 'siimrgeiis Oostburg een echtpaar in bewusiclo zen toestand. Bij nader onderzoek bleek de vrouw reeds dood le zijn. Mei moedt. dat liet kleine vertrek gevuld moet zijn geweest met kolemiam; een vulkachel. Boefjes. I 'oor de politie te Arnhem zijn aangehouden de 18-jarige *li. Je 17-jarige v. E. Beiden worden Jacht zich schuldig te hebben gemaakt :cn vijftal inbraken. Steenkolen- In Rusland aan de Ka? pische Zee zijn uitgestrekte sloenkolen- lagen ontdekt. De te ontginnen opper vlakte is groot. De kool is van treffelijke kwaliteit en daar de rivi Wolga dichtbij dit nieuwe kolengebied gelegen is. zal de exploitatie van den grooten bodemrijkdom geen moeilijk heden opleveren. Vreeselijke dood. In de bosschen Soccrro. in Nieuw Mexico, is een ger. op gruwelijke wijze bmgekoinen. Hij had een val gesteld voor groote roofdieren maar door een onvoor zichtige beweging van «len jagei kiepte de val toe en werden dien: handen cr in vastgeklemd. He hem onmogelijk zich te bevrijden. En blijkens den staat, waarin zijn stoffe lijk overschot werd aangetroffen, moet de man levend verslonden zijn door de dieren voor wie de val bestemd Coöperatie. Ill de vergadering van de „N. V. Enschcdcschc Winkel" wérd de *.->£ voor 1913 vastgesteld op 3°/u op de aandeelen, terwijl oji het be- ig waarvoor aan waren werd ge lid 8% zal worden Uitgekeerd. De totale omzet bedroeg f 164.884.08, ,-aarop een winst van f 14,556.29'/, werd gemaakt. Door leden Werd ge haald voor f 134,673.14. door niel-ledeii f30,158.89. De slagerij werkt nog jen nadeelig saldo van f536.90. Telkens en telkens, zoo schrijft liet Or gaan v. d. Neder). Slagershond, be richten van nadeclige saldo's van coóp. slagerijen en ook telkens het dreige- ent, als de slagers hunne |)rijzen niet irlagen, komt er een coöp. slachterij. Zullen de voorstanders van dergelijke inrichtingen dan nooit wijzer worden, zulle» de slagers eindelijk eens in- 1. dat dit „spook" hun allerminst iclirik behoeft in te boezemen Waar riten sjireken kan men daar wel beter bewijsmateriaal verlangen? Aldus vraagt liet slagers-orgaan. Treurig. In hel Parijsche voorstadje werd een droevig familiedrama afgespeeld. Een weduwe, die levcns- larlijk ziek was. riep haar zoon en broeder aan ltaar ziekbed om hen elkaar te verzoenen. In plaats van «Ie bede zijner moeder te luiste- tegen zijn ooin uit. en toen' deze den Menden jongeman wilde kalmeeren. loste de laatste vier revolverschoten >onn De getroffene werd ster- ir het ziekenhuis gebracht. Brutaal. Op het slot van graaf Drsi- deri te l'iombinu zijn tijdens een Itevi- -11 storm dieven «lour middel van lo- nladdcrs in het slot geklommen en .-i kantoorver trek binnengedrongen. Daar zij «Ie brandkast ter plaatse niel konden openen, sleepten zij «le zware geldkoffer naar een naburig bosch. vaar men «ie kast later ledig terug- ond. De dieven hadden ongeveer voor f 21X1.000 aan ge'.d en effecten gestolen. Misdaad. Sedert bijna twee maanden hadden de buren het oude echtpaar Martin tc Cumieres gemist. De 17-jari- 1, die mot zijn 3-jarig zusje al leen thuis was, verklaarde echter steeds. outlers bij familie waren. In- tussehen richtte de jongen allerlei bras partijen aan, hetgeen den buren ver dacht voorkwam. De politie werd ge waarschuwd, en deed daarop een huis- «oekiug. In de slaapkamer <>p «Ie eer ste verdieping vond ::;en toen «le in verren staat van ontbinding verkecren- de lijken van het echtpaar op bed lig- gentle: «ie hoofden waren met kogels doorboord. De zoon bekende, dat liii iju vader en moeder in den nacht van en 27sten December vermoord had. -•ijl zij hem berispt hadden over zijn lang uitblijven. De ontaarde misdndi- :d naar «le gevangenis overge bracht. FEUILLETON. DE BEVRIJDING DER ZWARTEN. „Zijl gij zeker, dat liet niet voor avond zal gebeuren?" Neen, niet voorhet schemerdonker is." „Goed zoo mijn vriend, ik dank Zich vervolgens lot de negers v demi, sprak hij: „Mijne vrienden, gij hebt mijzooe vaii een wissen dood gered en hiervoor kan ik u niet genoeg danken. Toch kom ik' opnieuw een «lienst van u vi „e,,, want het leven van miss Cora mij dierbaarder dan liet mijne. Wilt gij mij helpen haar heden avond „Wij zullen haaf verdedigen zelfs ten koste van ons leven," riepen allen„be veel slechts en wij zullen gehoorzamen." „Ik neem uwe diensten aan. mijne vrienden. Er is evenwel nog iets. Miss Cora heeft mij haar fortuin toevertrouwd om het in veiligheid te brengen. Ik kan het niet in den steek laten, daarom verzoek ik u mij eene schuilplaats aan le wijzen. 0111 dien schat te verbergen/ .Wilt gij hem mij toevertrouwen antwoordde Zambo „ik bezweer u bij it ik hem 1 bij mijn leven, di „/veiligheid zal brengen." Albert antwoordde niets, doch liatidigdc hem het pakje. „Nu moei ik u nog mededeelen, wat ben te doen Cora te redden. Niemand mag vermoe den, dat wij van plan zijn haar te hel pen, anders zullen de planters ook hulp gaan zoeken. Luistert, wat gij doen :noet. Het woud strekt zich bijna lot aan Syrakus uit en «laar wordt het zoo dicht, dat een troep mannen er zicli in kan verbergen, zonder gezien te worden. Gaat er heen in grocj»jes van twee of drie, verbergt u dan en verroert u niet. Niemand kan dan de woning binnen gaan, zonder dat gij liet gezien hebt gij moet niet te voorschijn komi ik fluit. Vergeet uwe wapenen nie irwijl hij zijne bevelen aan de negers gaf, vertrok Zambo met twee zijner vrienden. zeide Albert eu allen bogen het hoofd ten teckcn van goedkeuring. Huil weg voerile eerst langs hoogi sparren, maar weldra kwamen zij aai een moeras, «lal men slechts met mociti kon doorwadenmen moest soms lici minuten lerugloopen om tien mete verder le komen. Eindelijk kwamen zi ojj een plek. waar geen booinen mee groeiden, maar slechts struiken en «loot nen; overal zag men heuvels bedekt met veelkleurige bloemen. De negers sloegen een voetpad tussehen twee heuvels. Dit voetpad was met een mat bedekt, die het te diep indringen belette en die in den tijd van vervolging weggenomen kon worden. Niet, dat ze bang behoefden te ziju, dat de speurhonden zich hier zouden wagenmaar.de ontvluchte negers had den het evenwel raadzaam gcoordcchl geen enkelen voorzorgsmaatregel on gebruikt tc laten. De mat leidde tol aan een heldere rier; daar maakten zij een schuitje los. gingen er in voeren ongeveer hon- «Icrd meter verder. Aan den anderen kant stapten zij er uit en trokken Langzamerhand maakte 'iet struikge- as plaats voor hoogc boomen. Zij hieltien stil voor een met sjiarren begroeiden heuvel en keken naar alle kanten rond. Niel, voordat zij goed overluigil waren, «lat niemand hen ge- volgil was, traden zij een grot binnen. Bij den eersten stap kwam een gc- rapend neger hen tegemoet en liet het groepje voorbijgaan, 11a zich overtuigd te hebben, dat hel vriemlen waren. Hij bracht ze in een groote zaal, lavin zich .vele negers bevondeneeni ge» hunner wandelden oji en neer, an deren lagen oj> stroo. Ze waren allen in gesprek, doch onderbraken dit, zoo- «Ira zij Zantbo zagen. „W'clk nieuws brengt ge mee?" vroegen zij. ,,l)e blanken hebben massa dokter willen doodeii; maar wij hebben liein gereil, juist toen men hem wilde op- „Vertel ons dat eens." riejien allen, aar Zambo antwoordde hun „Geduld wat. ik moet eerst den ka pitein spreken." Hij ging toen open galerij, aan welks einde een deur was. Hij klopte aan. Aanstond: de deur geopend, een oude neger, et een scharlaken mantel 0111 Jiouders, kwam voor. „Wat is er vroeg hij. „Ik breng het heele fortuin van 1 Sillifonds mee, dat massa dokter ize eerlijkheid toevertrouwt." De kapitein liet hem binnenkomen, opende een soort kast in de rots liet hem «laarin zijn pakje leggen. „Vertel nu eens, wat er gebeurd is.' Zambo deelde hem toen mede, hoe zij juist op tijd waren gekomen, Albert te helpen. „Waarom heeft niemand hem 'l gevaar gewaarschuwd „Bole de roode moest hem w schuwen, maar de dokter reed zoo vlug too in gedachten verdiept, dat hij het geroep niet hooriie." „lin waarom heeft men eerder gered die ellendelingen hadden hem wel met hunne geweren kunnen dooden." „Er waren oj> dat oogenblik maar twee mannen en deze zijn hulp gaan „Goddank, dat gij nog uj> tijd geko men zijt." Zambo verleide ook nog, dat M. eimann liet bevel op zich genomen had. waarover «Ie kapitein zeer vt-r- hcugil scheen. Kinderen." zeide hij. „ik heb dertig nnen noodig om rijst eu ntais in de plantages te gaan zoekenpast op, «lat u niet overvalt. Gij weet, dat uw leven op 't spel staat. Gij moet meteen te weten zien te komen, of men nog geen soldaten van BSton-Rouge, ge zonden heeft, om ons op te sporen." „Will Boy!" riep hij toen. Een neger van zeer hooge gestalte „Vannacht ontvangen wij tweehonderd geweren en krijgsvoorraad. Dit zal 011- «icr den grooten eik neergelegd worden. Gij moet «Je geweren tellen en zien. of alles in orde is. dan kunt gij deze beurs geven aan de» schipper, die u bij uw naam zal noemen. De anderen zullen helpen, onder Zambo dokter g 1: maar allei/moete: geliiiorzamcnj-' VII. Toen Albert de ncgera', verlaten had. ging hij langs een grooten omweg naar Syrakus terug. Zijn komst deed Cora lievig verschrikken.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1914 | | pagina 1