Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. DE EEIVIBODE Vrijdag 4 December 1914. - No. 70. - 28e jaargang. ,/t Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Telefoon No. 314. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven oor de ftjjfiTi i Advertentieprijs: van één tot vijf regels veertig cent. Elke regel meer zeven en een Verecniging De Ecmbodc te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent. halve cent. Reclames: tien cent per regel. Advertentién in het redactioneel Afzonderlijke nummers drie cent. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch op- WjJjgHI gedeelte vijftien cent per regel. Billijke tarieven bij geregeld ad verteeren Alle z gging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal. mededeelingen en advertentién in te zenden vóór twaalf uur op den dag van verschijnen Epistel en Evangelie. Tweede Zondag van den Advent. LES uit den brief van den M. apostel l'anlus aan de Romeinen; XV. 413. Broeders! Alles wat geschreven werd is tot onze onderrichting geschreven, opdat wij door de lijdzaamheid en de vertroosting der Schriften de hoop mo gen hebben. De God nu der lijdzaam heid en der vertroosting geve u, één van gevoelen te zijn onder elkander volgens Jesus Christus; opdat gij. één van ziel, met éénen mond God en den Vader onzes Heeren Jesus Chüstus moogt verheerlijken. Daarom, neemt elkander aan, gelijk ook Christus u heelt aangenomen ter cere Gods. it ik zeg. dat Christus Jesus dienaar der besnijdenis geworden is om wille van Gods waarachtigheid, om de beloften aan de Vaderen gestand te doenen, dat de heidenen God wegens barm hartigheid verheerlijken, gelijk er ge schreven slaatDaarom zal ik U lo ven onder de heidenen, o Heer I en uwen naam lofzingen. En wederom zegt zijVerheugt u. gij heidenen, met zijn volkEn wederomLooft den Heer, alle gij heidenen, en maakt Hem groot, alle gij volkenEn weder «preekt Isaiiis: Daar zal zijn de wortel van Jesse, en een die zal opstaan om over de heidenen te heerschen; op Hem zullen de heidenen hopen. De God nu der hoop vcrvullc u met alle blijdschap en vrede in het geklo ven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop en de kracht des Heiligen ÉVANGELIE volgens den H. Mutlliciis; XI. 1' 10. In dien tijd, toen Joannes in de boeien do werken van Christus vernomen had. zond hij twee zijnet' loeilingen en z< i- de lot Hem: Zijt Gij degene die ko men moet. of verwachten wij eenen anderen r Eu Jesus. antwoordend, zeide hun Gaal en boodschapt aan Joannes wat gij gehoord en gezien hebtblin den zien. kreupelen wandelen, melaiil- schcn worden gereinigd, dooven koo ien. dooden verrijzen, aan armen wordt het Evangelie verkondigden zalig is hij. die zich ann Mij niet zal geërgerd hebben. Toen zij nu heengingen, begon Jesus tol de scharen aangaande Joannes te zeggen: Wal zijl gij in de woestijn gaan zien? Een riet, door den wind heen en weder bewogen Maar wal zijt gij gaan zien Kenen mensch, ge dost in zachte kleederen.' Zie. die de zachte klecdercn dragen, zijn in de huizen der koningen. Maar wat zijt gij gaan zien? Eenen profeet? Ja. zeg Ik o, en meer dan een profeet. Want de ze is het, van wien geschreven staal Zie. Ik z. ml mijnen engel vunrmv aan St. Nicoiaas. bezig houdt als de llollnndscho Nicohms; geen ding dat hel meer doet genieten van den rijkdom der kinder lijke fantasie, dal het heerlijker doel leven nis in een verrukkelijk sproken- land. Het maakt ons grooten zelve weer tot een kind. dat met de gedachten izer kinderen weer kan meeleven. De glans van verheuging, welke in deze dagen over onze kinderen ligt, slaat een gloed van blijdschap over is eigen gezicht. Vcigctcn we niet, zooveel in ons vermogen is, ook vreugde te hcicidcn, in lien, die in deze trieste lijden een mnestraaltje zoo noodig hebben. Binnenlandsche Berichten. Tweede Kanier. Kamerlid Mendels wcnschle men- schcil die hun huurpenningen mei op tijd kunnen betalen Ier oorzake van den oorlogstoestand, te ontlasten van :n nobel idee. maar volgens zijn «cheuia niet uitvoerbaar wijl 'l weer ideren zou bcnadcelcn. Luik« en rechts werd dan ook af keuring gehoord over deze proeve van r. Mendels' wettenfabricage. Hei \oorloopig verslag bevatte scher pe critick. i.ir vei luidt, moet de heer Mendels i gekant zijn tegen het beperken van de werking der wet tot arbeiderswoningen den gewonen zin des woords, omdat j ui buiten zouden vallen cenlge hon derden Ainsterdanische diamantbewer kers. die, ofschoon thans nog geen vierde deel van hun inkomen in intr ude lijden f*eiiioteml. loeit »-pnsrh<-" i blijven wonen in woningen, v aarvan de huurprijs naar hun normaal inkomen berekend. Laten deze menschon do tering naar de nering zetten en oen guedkoopcro woning opzoeken, waar van zij de huur thans wel kunnen be talen. Dun behoeven zij niet meer te vieezcn. dat zij van hel dak boven hun hoofd beroofd worden, terwijl do cigc- een nieuwen huurder kan opzoe ken, in staat om hem do volledige huur betalen. Op de vraag op welke gronden Mei dels den verhuurder dwingt geldelijk schade te lijden, antwoordt hij. dat het niet wel te verstaan is waarom de huis eigenaren aanspraak zouden mogen maken op ongerepte inkomsten. Een dwaze redelivering. De discussiën over het voorstel men geruimen lijd in beslag, zoodat de beslissing nog uitbleef. De regeering toonde duidelijk dat 's heeren Mendels plannen doelloos en niet uitvoerbaar zijn. Er zal dan ook wel niets van ter l>o. ceilteiikwcslic. sollen kamer eil" Regèering i' daan voor 1 Januari 1917. Inmiddels zouden de opcenten op het geslacht, op de invoerrechten en op het recht successie vervallen en daartegen- r hel aantal opcenten op bedrijfs- de vermogensbelasting respec tievelijk op (ie inkomstenbelasting worden verhoogd van 70 tot ongeveer 35 procent. De bedoeling zou daarbij zijn, dat de opheffing, gelijk deze bij aanneming van deze voorstellen zou worden, alleen zou zijn vastgelegd tot einde van het jaar 1917. Bidden. ..De Maasbode" schrijft De „Amst." had verleden week een berichtje, waarvoor wij cenigszins hui verig waren om het in ons blad op Wij wilden het bijna niet gelooven. aar nu heeft het vrijwel gecirculeerd i hel is niet tegengesproken geworden. Het bt-riehlje meldt dan, dat de Ko ningin de vorige week de 'raiijekazcrne te s Gravenhage bezocht, juist toen een troep gereed stond om int te rukken. H. M. sprak de manschappen toe en wees hen op den ernstigen tijd. dien wij beleven, hen vooral wijzende op Neerland's God, Die ons volk tot op dit oogenblik voor de ellende van den orlog heeft bewaard. Daarop moet onze Vorstin gevraagd hebben of er soldaten waren, die eiken dag voor het vaderland en voor zich zelf baden. Niemand gaf antwoord. Wie had dan ik zoo'n ongewone vraag van onze Koningin v rwachtAls Zij naar de menage had geïnformeerd, of naar de hoeveelheid der verloven, dan had iedereen dat zeer minzaam gevonden. Maar wie verrast nu een soldaat niet rif en het vaderland bidt I Vloeken, dat kunnen er meerderen, i een vloek roepen dozen als brj eiken ileiiiiochl God's heiligen naam aan. lat siaat mannelijk, militair, dat maakt indruk. En de hoogeren gaan vaak den min deren in dit fraaie voorbeeld voor. ..Voorwaarts, niursch I" „Presenteert 't geweeren een vloek, dat is zoo wat het militair vocabulaire. Maar God's slil gebed. i II. M. opzetten, maar ootmoedig neergevallen op de knieën, dat schijnt ilgens dezen een militair i dat past slechts vrouwen. 'L'oen kwam de vraag v zoo luidt het bericht verder wie van de manschappen wilden beloven om dagelijks voor land en volk Gods genade in te roepen. Aclit. zegge acht, soldaten, beloof den dit I" Wij hebben een nationaal 'ied, waarin wij zingend God erkennen als ons schild en ons betrouwen. Als wij ui deze dagen vnn nationale benauwing d it lied .unt il ff M. dan komt er bij de meesien nog ontroering in liet hart, een krop het oog. heel aandoenlijk, romnntisch-onlmercnd, maar liet heeft niets met de werkelijk heid meer te maken. Onze soldaten, onze Hollandschn jongens, die straks ons dierbaar vader land tegen den vijand moeten beschcr- zij bidden niet meer, zij vertrou- op eigen kracht, Neerland's God behoeft hun geen schild en betrouwen Als moderne nuchtere materialistische incnschen laten wij God cr buiten. Wij houden niet van dat Duitschc Gcschwarm met God, wij hechten meer aan het Transchc voorbeeld," Wel wat overdreven van „De Maasbode" I Prov. Staten vnn Utrecht. Dinsdag werd de winterzitting der Provinciale Staten van Utrecht geopend onder voorzitterschap van den Com missaris der Koningin, Mr. Dr. I". C. Graaf van Lyndcn ,an Sandenburg. Verschillende subsidie-aanvragen wcr- •n naar de afdcclingen verzonden ton onderzoek, terwijl andere plinten com missoriaal werden gemaakt. De volgende vergadering zal Woensdag 9 Decem ber worden gehouden. Ged, Staten stellen voor dat alle bui tengewoon onder de wapenen geroe pen ambtenaren der provincie hun sa laris voor den duur van hun militie- dienst zullen behouden, met dien ver stande, dat op dat salaris een zooda nig bedrag zal worden ingehouden als in verband met hunne militaire bezol diging en hunne maatschappelijke om standigheden noodig is om hunne in komsten gelijk te doen blijven met die, welke zij in burgerlijken dienst genoten. Jacht. In de provincie Utrecht zal de jacht p waterwild en op klein- cn grofwild eopend zijn van 78 Nov. tot en met Dec. en van 78 Dee. tot en met 31 )ec. 1914. in de navolgende gemeenten f oca gedeelte dier gemeentenI )c Bilt. Monnik. Citlien. Houten. Odijk. Werkhoven, Wijk bij Duurstede en Zeist, alsmede in een gedeelte van de ge meenten Achtlcnhoven, Brvukclcn. St. Pictcrs, Driebergen, Houten. Loosdrcclit, Maarsseveen. Maartensdijk. Odijk. Kijsenburg, Schalkwijk. Ticnlto- Werkhoven cn Weatbrouk. Uit het Buitenland. Mat: d il lied i stukje In den Diiitschcu Rijksdag ocne grootsche bctooging van va derlandsliefde plaats toen de Rijkskan selier den toestand van Duitschlaiid in cene merkwaardige rede besprak. Vijf duizend milliocn mark word zon der veel omhaal ter beschikking van de Regeering gesteld om don oorlog Onze eerste gedachte, zeide do Rijks kanselier, geldt den keizer, het leger en de vloot, onze soldaten, die voor de eer en de grootheid van het rijk mijden. Vol liefheid en met rotsvast ij naar hen op. Nog onlangs heeft zich in den opgedrongen oorlog een bondgenoot gevoegd, die zeer goed weet, dat met de vernietiging vnn het Duitschc rijk, nok tegelijkertijd een einde komt aan zijn eigen autonomie, n.l. Turkije. Den 4den Augustus vertolkte de rijksdag den onwrikbaren wil van volk om den opgedrongen strijd te vaarden en zijn onafhankelijkheid tot het uiterste te verdedigen. Sindsdien zijn er groote dingen ge schied. De onvergelijkelijke dapperheid der troepen bracht de oorlog op vijan delijk grondgebied over. Daar staan wij vast cn sterk. Wij kunnen met alle :n de toekomst tegemoet zien, doch do kracht tot weerstand van den ijand is nog niet gebroken. Wij zijn nog niet aan het einde van onze offers. De wereld moet ervaren, dat nie mand een Duitschcr ongestraft een haar kan krenken. De verantwoordelijkheid voor dezen grootstcn aller oorlogen is duidelijk. I >e uitwendige verantwoordelijkheid dragen zij. die in Rusland de mobilisa tie vnn het Russische leger doorgedre ven hebben. De innerlijke verantwoordelijkheid draagt de Engelsche regeering. Het Londensche kabinet had den oorlog onmogelijk kunnen maken, indien het ondubbelzinnig verklaard had, dat En geland niet wilde, dat uit het Oosten- rijksch-Scrvischc conflict een oorlog zou voortvloeien. Zulke taal zou ook Frank rijk gedwongen hebben om Rusland energiek van alle oorlogszuchtige maat regelen nf tc houden. Dan zou er geen oorlog zijn ontstaan. Engeland deed het niet. Engeland Het zag hoe het wiel begon tc rollen, maar deed niets om liet tegen tc hou den. Niettegenstaande alle betuigingen van vredelievende gezindhe'd, gaf Lon den tc verstaan, dat Engeland op de zijde van Frankrijk stond, en daarmede ook op de zijde van Rusland. Toen ik den 4den Augustus van onrecht sprak, dat wij met het binnen rukken in België begingen, stond nog niet vast of uc Brussolschc regeertng in de ure des gevaars niet besluiten zou om het land tc sparen onder protest op Antwerpen terug te trekken. do schuld der Belgische gcering luidden wij toen reeds talrijke aanwijzingen, maar schriftelijke bewijzen stonden mij nog niet ten dienste. Den Engclschcn staatslieden waren deze be wijzen echter volkomen bekend. Nu door de in Brussel gevonden documenten bewezen is, dat België tegenover Engeland zijn neutraliteit reeds had prijs gegeven, is iedereen n twee feiten overtuigd: Ten eerste, dat toen onze troepen den nacht van den 3dcn op den 4den Augustus het Belgisch gebied be traden. zij zich op het grongobied van een staat bevonden, die zijn neutraliteit reeds sinds langen tijd had prijsgegeven en ten tweede, dat Engeland ons niet den oorlog verklaarde wegens de T.UiU.tïu*f. LIEFDE EN WRAAK. Een geschiedenis uil Oud-Vlsondercn riep Alldreas uit. tot W zeker et, ik ge ziek zijt. Wie toch zou u te drinken geven,"" wanneer de dorst uw mond verschroeit wie zou uw hoold onder steunen te midden vnn de pijnen, die het bewijleu dreigen te doen splijten Neen, Margeretba, ik ga niet uit." „Ik gevoel mij betermijn hoofd is viij en zonder pijn morgen -m! ik kin nen opslaan en mij met de huishou ding bemoeien. Gehoorzaam. And'c.is; als gij van avond thuis komt, zult gij mij al het wondersclioone verhalen wal gij gezien hebt, en buitendien.hoi blijde zal niet ons Duiveke wezen Wilt ge dat zij later, wanneer men han Spreekt over de feesten, gevierd bij gelegenheid der geboorte van dei zoon van onzen vorst, treurig ten unt woord geve lk heb er niets van ge zien I - Neen. Andreas, onze klein mag niet van dat schouwspel verste ken blijven I Ga dus. doe. wat ik va u vraag." Andreas verzette ziell nogcene wijl' maar eindelijk gal hij toe aan de drin gende lieden van de zieke, trok zijne Zondagsehe kleederen aan, nam Dul- •rd, s Hcnti Ilij vcibleekte cn lia.otte zich .lm rug oe te keeren ami haar. die zulk een ndrtik op hem maalde. De oude toonde niet meer bedaard heid en genoegen bij het zien van den en schrijver, /ij zotte de handen in lijden, schuifelde tusschen de nieuws gierigen door eu drong zich tegen Rijn hout. zoodal hij haar niet meer kon ontsnappen. Eenmaal zeker van haar prooi, be gon zij lialluld niet ecne bevende stem eenc Vlaainsche ballade Ie zingen, waarin eenc dochter met haar i" -i door hare oude moeder gevloekt wordt, dewijl zij haar gegeven woord verbru iken en een anderen man dan den door hare ouders gekozene heelt genomen. „In 's Hemels naam, vrouw Sieg- r llefd. .li'WDO'il herhaalde de ilst.: ooi plet van iiet lied. geen barmhartigheid go uw. dochter n v >or mij unin-te niet hanbochiig uilige ^schepseltje. /ie haar schending der Belgische ncutrnlitclt, welke het zelf had helpen ondermijnen, maar wijl het meende tc znmen met de twee groote militaire mogendheden 'in het vasteland ons te kunnen over- Zoo draagt Engeland met Ruslnnd imen voor God cn de menschcn de verantwoording voor de catastrofe, die over Europa en de menschhcid losbrnk. Wij hebben het aan waarschuwingen bij de Engelsche regeering niet laten ontbreken, cn nog in het begin van Juli 1914 heb ik er de Engelsche re- gewezen, dat haar geheime ielingen met Ruslnnd mij be kend waren. Ik maakte hnar op de ernstige ge varen opmerkzaam, welke deze Engel sche politiek voor den wereldvrede had. Veertien dagen later gebeurde reeds, wat ik voorspeld had. Toen de oorlog uitgebroken was, liet Engeland allen schijn rallen. Luide cn openlijk verkondigde het, dat het zou strijden, tot Duitschland militair en economisch verpletterd was. Hierop hebben wij slechts één ant woord. n.l. dat Duitschland zich niet laat vernietigen. Wij houden vol, tot wij de zekerheid hebben, dat niemand liet meer wagen i vrede te verstoren waarin wij den Diiitschcn geest en de Duitsche kracht willen ontplooien en ontwikkelen als vrij volk." Duitschiands tegenstanders weten nu, dat de Pruis zich niet gewonnen geeft en voor buitenstaanders betcekcnt de Kanseliersrcde, dat de oorlog met zijn nasleep van ellende en jammer nog maanden kan duren, UI. OVIXLUU, Dat de troepen, die ten oorlog zijn getrokken, zich met kracht kwijten van hun tank, dat zij strijden tot het uiterste dat zij zich alle mogelijke ontberingen en vermoeienissen getroosten cn Inm leven niet ontzien, bleek zoo onder scheiden malen, dat cr eigenlijk niet meer op behoeft tc worden gewezen. Dnt de Duitschc Keizer zich naar het front in Oost-Pruisen heeft begeven, weet men, en dat Koning George vnn Engeland met zijn zoon in België en Noord-Frankrijk vertoeft, is mede ver meld. Ook de Czanr is thans naar het front getrokken, terwijl Polncare zich gereed mankt opnieuw langs de linie te gaan. Zij allen gevoelen zich geroepen hun mannen te doen zien hoezeer zij hun werk op prijs stellen cn hoe hoog zij het waardeeren. Keizer Frans Jozef is door zijn hoogen leeftijd weerhouden zich aan de vermoeienissen van den tocht te onderwerpen, maar dat hij met hart en ziel meeleeft met zijn strijdende mannen in Galicie, Po len cn bervië. bleek meermalen. Groot nieuws van de oorlogsvelden bleef dezer dagen weg. Von liindcnberg cn zijne mannen blazen zeker even uit. Ze hebben het zwaar tc verantwoor den gehad en ontkwamen voor een deel ternauwernood eenc omsingeling der Russsen. kleine Dubt! ii hei g.-v 'un den optocht, die ziell plotseling min zijne blikken vertoonde, om den urmen Kijnhoui eeltige bedaardheid lenig tv doen krij- aangenamen indruk, welke die onheil volle ontmoeting op hum lirnl gemankt. Er waren ill het geheel vier en twin tig allegorische wagens en dieren, tie eenen al prachtiger dan den anderen. Tusschen iedere afdeeling praalden i inters in rijke kioederdraehi met ont rolde banieren lieden in allegorische litgedostcorpsen muziek van iedere gilde In vcrschilli kleurde u uioniien. Aan het gejoel der menigte en liet geluid der ui ten paarde zich de indrukwekkende «tem ihr klokken van de onderschei dene kerken der stad. De narren viui elke gilde liepen tu»»chen liet volk al en a.m. rinkelden met hunne belletjes, wierpen tie voorbijganger» met meel,' maakten kwinkslagen vil ontvingen in ruil voor hunne grappen algemeen ge lach en goiole glazen bier, weikc men lam <nn strijd toereikte. Voorzeker onze luister lijkstc optochten ca volksfeesten van den legcuwuoidigeii tijd zijn kleur loos en onbeduidend lil vergelijking met zulk een praalvertoon. Men li.nl mot minder uitgegeven dan cell milliocn van onze tegenwoor dige munt tun dien dag waardig te- Bij hot aanschouwen van zijn zoo «ii treffelijk uitgevoerde ontwerpen, vcgat Andreas Rijnhout, in zijne op getogenheid. dat een ander den roem inuogsitc van zijn werk. Tusschen de menigte verloten, voelde hij zijn h. met onlstuimighcid kloppen, een hoog rood klemde zijn aangezicht en hij juichte met luide bravo's de verleunen toe. d-e ziell Int l>e»t van hunne taak kweten. Terwijl hij zich zoo mui zijne vervoering overgaf, werd hel gcdtnng eensklaps zoo sterk, dat hij dacht te stikken. I lij worstelde uit alle macht en trachtte cr hution te geraken, want niet alleen bedreigde hom een wezen lijk gevaar, nift.ir ook zijn klein Dui veke. Hij werkte dus met ellebogen en voeten om uit het gedrang te ko men zijne pogingen berokkenden hem slechts scheldwoorden en stompen van degenen, die hem omringden. Weldra verloren zijne voeten den grond. gende, doodelijk onsteUl, werd hij het ware voortgedragen. Plotseling voelde hij zich de kleine Duiveke, die hij boven zijn hoofd hield, om haar te vrijwaren voor verstikking, door ec geweldigen stoot ontglippen. Wanhi pig wilde hij het kind weder grijpen, maar de menigte voerde hem unwe- derstaanhaai in cene andere richting mede. tot liet hem eindelijk gelukte zich uil het gedrang los te werken, ar nu viel hij van angst m zwijm, vu hij uil zijne bewusteloosheid out- ikle, zag hij zich in een vreemd huls, omringd door hem onbekende lieden, die Item hunne zorgen bewe zen. Aanvankelijk meende hij een kwaden droom te hebben gehad, en hij herinnerde zich niets meer van hetgeen er gebeurd wnsmaar weldra, keer- keerden het denkvermogen en de her innering weder. „Mijn dochtertje I" riep hij. „Duiveke mijn knul I" Niemand gat hem antwoord, want niemand had liet kleine meisje gezien, „Mijn kind I ik wil mijn kind Hij rukte zich los uit de handen dergenon, die hem omringden, en of schoon het geheel nacht was, ijlde hij naar de Yrijdagimarkt. naar iie plek waar hij zijn kind verloren had. De markt was even eenzaam en verlaten als zij te voren opgepropt was met volk. Duiveke was nergens te vinden. De beklagenswaardige man zwierf de gehecle «lad door, bezocht elke straat, waar hij met zijn kind doorge gaan was, vroeg iedereen naar zijn dochtertje, hij moest alleen naar huis terug keeren zonder liet kind, dat ecne wanhopende moeder hem zou afvragen! Margarctlia, da- sinds lang aan cene hevige ongerustheid ter prooi was. bc- ipicddc door het raam den terugkeer van haar echtgenoot en haar kind. Toen lij zag dat hij alleen was, slaakte zij sen kreet van schrik. „Mijn kind! mijn DuivekeI" Andreas verborg zijn aangezicht in zijn beide handen en antwoordde slechte met snikken. „Mijn knul I" hernam de arme moe der. „Mijn kind waar hebt gij mijn kind gelaten „Verloren I verloren I" stotterde de rampzalige vader. Wordt voortgezet.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1914 | | pagina 1