Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Telefoon No. 314. -it**- *1 Dinsdag 25 Mei 1915. - No. 16. - 29e |aargang.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de ftljjft If flSft Advertentieprijsvan één tot vijf regels veertig cent. Elke regel meer zeven en een
Vereeniging De Eetnbode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent. halve cent. Reclames: tien cent per regel. Advertentién in het redactioneel
Afzonderlijke nummers drie cent. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch op- iwfl fflrh gedeelte vijftien cent per regel. Billijke tarieven bij geregeld adve-teeren. Alle
zegging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal. mededeelingen en advertentiön in te zenden vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Zedenleer der Theosofen.
I ii liet pas gesloten w
lde Vereeniging Geloof en Weten
schap te Amersfoort, besprak de Eerw.
Adviseur dier vereeniging in eenige
verhandelingen de Theosofie, een dwaal
leer waarvoor tegenwoordig - ook in
Amersfoort en omgeving nog al
propaganda wordt gemaakt.
I)e verslagen dier verhandelingen,
in ons Katholiek orgaan opgenomen,
brachten het in kleinen kring bespro
kene verder, en gaven xo<> meerderen
een beteren kijk op de verwarde Theo
sofische dwaalleer.
Kr werd ons gevraagd hoe 't staat
met ile zedenleer der Theosofen.
Kn naar aanleiding daarvan willen
wc deze eens nader beschouwen.
De Theosofie heeft zeker ook een
zedenleer en van haren aanvang af
men veel ethische olidcrwerpcu v
ill hare leerstellingen.
Xedekuiulige lessen en voorschriften
vinden wij in theosofische geschriften
en voordrachten, in meerdere oi min
dere mate naar gelang dei aard van
schrijvers en sprekers.
Men kan uit die geschriften een aar
dige bloemlezing verzamelen van wel
lcn en spreuken en gcdichlcn van
zuiver ethisch gehalte.
Reeds zijn eenige bundel- van der
gelijke verzamelingen in den tiundci.
I-lenige Theosofen-bonden hebben met
meer nadruk en als met voorliefde, de
zedenleer voorop gesteld en anderen
meer op den achtergrond gesteld ol
gemaskeerd.
Op de algemeens verbroedering aller
inetisclicii. de algemeene b.-langlooze
mciisclieiiliefdc, de verbetering en de
volmaaktheid van /.icluell wordt in die
boeken sterk aangedrongen.
't U niet te loochenen er leeft in
velen theosofen een eerlijk geloot aan
liet zedelijk goede, aan de deugd, en
een eerlijk streven naar deugd.
Dr. Wilhelm Oehl verzekert, dat hij
een duizendtal aanhangers der theoso
fie uit verschillende landen heelt loeren
kennen, die niet alleen voor uitbreiding
hunner leer naar buiten werkzaam zijn
maar ook aan zellloutcriug arbeiden.
Onthouding van vleeschpijzcn. van al
cohol en ander zingenot is bij hen geen
zeldzaamheid. Onderling hulpbetoon
wordt trouw beoefend bij hen.
Men kan theosofen leeren kennen
met werkelijk treffend liefwaardige ei
genschappen, met een ijver en cene
begeestering voor al wat edel en goed
is, die de onverschilligheid
vlinder zijn eigen schoone kleuren met
ziet. als de jasmijn die de weldadige
geur harer eigen bloemen niet ruikt,
zoo is de waarlijk deugdzame menscli
voor zijne omgeviag.
Maar lioeveleri laten zich bedriegen
door dergelijke bloempjes in de wildernis.
/.ccr dikwijls heeft een schromelijke
verwarring van denkbeelden plaats.
Kr is iets goeds in de statuten der
vereenigiug, er is iets goeds en edel»
in de leden der vereeniging. dus: die
vereeniging niet af te keuren, zoo wordt
vaak geredeneerd.
Kn dat is gladweg verkeerd,
licdenken wij wel, dat in de theosofie
ook mcnschcn aan liet woord zijn, en
gelijk wij onder de vele woorden van
een krankzinnige uitdrukkingen van ver
heven wijsheid ontmoeten, gelijk wjj
parelen ontmoeten onder de ruwe stee-
tien en schelpen in de zee, zoo vinden
wij onder alle godsdiensten en bij alle
vereenigingcn en bij alle mcnschcn iel»
goeds. Iiiu- slecht ook die vereenigingcn
Niemand is geheel en al slecht op
irde.
Altijd wordt de Christelijke zeden
leer afgewezen en gehoond als min
derwaardig, verouderd, waarin slechts
luer en daar een greintje goeds voor
komt.
De theosofische Ethica spreekt zich-
lvc ontelbare malen tegen, daar toch
ieder thcusool met „zijne waarheid'
ook zijne zedenleer wil naleven cn na
leven moet.
Verward en vol tegenstrijdigheid zijn
hun stelsels van Ethica.
iilavatsky. om een voorbeeld te
noemen - verwerpt het gebed, als
volstrekt zinloos, nutteloos en vol bij-
gciooviglieidde tegenwoordige ver
eerders van Illavatsky zijn onuitputte
lijk in hun ijver om dc waarde en den
zegen des gebed» aan te prijzen I
Maar dergelijke punten in eenige on
derdeden hunner Ethica kon men laten
passecren. indien lcn minste dc grondge
dachten onaangevochten konden blijven.
Maar ook die zijn meestal onhoud
baar Het uitgangspunt dezer valsche
dcnleer i» de mensclielijke wil is
s grootendccls Uoudliisme j li,open
i den laatsten tijd met een Christelijk moet ii
kusje besprengd. i kunnen
Groeien cr ettelijke tarwe-aren op ilci
kkcr van het Boudllisine. dit belet ntz
at hel onkruid r-r legio biijtt,
Men zij voorzichtig in zijn o ardee
over dc zedenleer der ihcusoue,
/ij heeft hare lichtzijden, maar eci
donkere schaduw daartegenover.
Dc Ethica der theosofie lijdt m
algemeen een vage onduidelijkheid, aar
grillige dweperij en gebrek aan systeem
zij heelt elementen van onderling!
tegenspraak, eenige gevaarlijke dwahn
gen in hare grondregels cn kom
dikwijls de inecst bedenkelijke zw akhc
den in liet gi
'i louteringsweg geheel door-
herhaalde ri-ncarnaties. luj
inden vallen om goddelijk te
Met deze fundamenteele grondstelling
is eigenlijk de gelieelc zedenleer om
gezet In naumrphiïosolie en veroordeeld.
De bij theosofen gebruikelijke bena
tiling „zonde" beteeken; geheel iets an
ders dan het begrip zonde van de
'luisterren.
Zonde is volgens dc theosofen niet
de vrjjwilligc welbewuste overtreding
van Gods wil en wet. maar een heel
vaag bewustzijn van zwakheid, van feil-
in g«
Dienvolgens ii
iu aanmerken als „eene negatie", van
het goed recht der Reformatie. eene
bevoorrechting van dc K. K. Kerk
boven alle kerken in Nederland" zou
zich wreken in cene verscherping der
godsdienstige tegenstellingen in ons
volk. Dc godsdienstige belangen der
Katholieken, de ondervinding heeft het
geleerd, kunnen in 't algemeen ten
minste in het moederland dank zij
de geringe aanraking tusschen den
Staal cn de kerkgenootschappen ten
onzent, ook zonder zoodanig gezant
schap vrijwel naar bchooren worden
behartigd. Alleen d.m moet hel ge
zantschap worden hersteld, wanneer
men begrijpt, dat dc internationale
positie van den l'aus als Hoofd der
Katholieke Kerk van zoodanigen aard
is. dat het voor ons volk in zijn ge
heel een nadeel zoude zijn, indien men
hem daarin niet volledig erkende".
Dc Vrijzinnige Arnhemsche Couranl
gaf t
n den Paus.
grootcn invloed
diens zeer afzonderlijke
vrij. Dc mensch moet eens der. voorbereiding van den vrede als
1 gewezen positie zal niemand kunnen
loochenen. Is het daarom niet een
levensbelang voor Nederland om daar,
in het Yaticaan, tijdelijk zijn eigen
missie te hebben -
„En wanneer uit die tijdelijke een
bestendige missie voortkwam r \Yat
zou, eventueel, daar tegen zijnHeb
ben niet andere, dok l'rotestantsche
natiën, haar vertegenwoordigers bij
den Paus ls. ja of neen, het hoofd
der Koomsch-Katholieke Kerk, al is
de wereldlijke macht niet meer de
ijnc. een souverein. die in alle landen
der wereld een machtigen invloed
l.jhce
,-oring. ook als de mensch volstrekt I Isevolkingsminderheid heeft, die Katho-
Invoar Zuidvruchten.
De Tweede Kamer heelt het wets
ontwerp tot vrijstelling van invoer
recht van sinaasappelen, mandarijnen,
:itroenen afgehandeld ook bana-
zijn vrijgesteld.
Uitvoer verboden.
iindvlcesch is ver-
Di-
oten is alger
iccl heelt de
;ing liet nog
Wij
i onge
mige
m-C'hrisli
zeker
t be
schaming zijn.
Maar men zie hierin niet te veel le
aanbeveling.
In „Die Lïbenswcishcit der Hindus
uit dé schriften van een Brahmaa:
bijeengebracht en door Jacob Smilz u
'l Duitsch uitgegeven zijn zeker vei
- tellingen die .Ie beste Katholiek ka
onderschrijven, vooral als ze builen nu:
leerstellig verbaud genomen worden.
De beeldspraak is ook dikwijls
lend,
ik Als de
lisheid vat» de ihco-
I ot ecu ordelijk gc-
lercldom vallende bewe
id gebracht,
overal en altijd eenige
alzoudcrlijke brokstukken, eenige uit
tillen, doeleinden en idealen zonder
-rb.ind of in phant.istischc algemeen-
en SOlied fundament is
plaats oorzaak i:in die
samenhangende Iccrin-
gen. Daarbij komen dc grilligste kuren
;ie wetten en ieeringen aan
treffen. althans in zooverre er vaste
•li Ieeringen zijn. Zoo steunt dc
onthouding van vleesch als voedsel
slechts daarop, dat vlceschvocdiiig de
luwheid, wreedheid, valsclihcid enz. der
lieren op den mensch overbrengt
oor dierenbescherming is de volgende
redehet dier is den mensch zeer
ia verwant, zijn broeder: wij allen wa
ren eens dieren iu vroegere bc-iicha-
l'.eri groot" gebrek dm'övèial'lc voor
schijn tr.-edl in de theosofische zeden
leer. is de verbazingwekkende onrecht
vaardigheid tegenover de Ethica van
het Christendom.
bij hen „zonde",
iaaroü) veranderen cn verhaspelen
•iok alle met zonde samenkomende
.tanden en begrippen zooals berouw
boetvaardigheid, verlossing, reinheid.
Al die woorden hebben bij hen een
mdcrc beteekenis.
Eli zoo is de veeltijds misleidende,
leclils schijnbare, overeenkomst der
hcosolisclie moraal met de Christelijke
cdcnleer een groote vcrvalsching van
begrippen, en niets minder.
Van een objectieve, door God vast
gestelde, zedenleer is geen spraak in
ai daarom blijve iedt4 Christen verre
hun leer.
Nederlandse)! Gezantschap bij den Paus.
De Katholiek.- Staatsraad Professor
Stiuijokcn schreef aan 't slot van een
artikel over het gezantschap bij den
Binnenlandsclie Berichten.
den. om den Kallioliekei
genoegen te doe
„gunst", die een deel
besluiten
schap bij het
niet geselde-
in Nederland
Zoodanige
bei
niet onverstandig om zich
buiren ofiicieele banden met dien groo-
n moreelen invloed te houden
..De werkelijkheid is. dat in het Ya
ticaan eene groote macht zetelt, al
draagt dc houder daarvan geen wereld
lijke kroon. Dat mogen vele Protes-
onaangenaam vinden. het
feit, dat die macht bestaat, verandert
-t door. Vandaar, dat wc ook
de toekomst eene missie van
Nederland bij den Paus te Konie niet
verkeerd doch in tegendeel geweiischt
vinden".
Weermacht.
Hel wetsontwerp, tot uitbreiding van
de landsverdediging zal alleen inhou
den. dat te beginnen met de lichting
1917 de vrijstelling wegens broeder-
Jienst zal worden afgeschaft.
liet contingent, thans bedragende
23.000 man zal dan met pl.m. 17.000
den uitgebreid.
Mond- en klauwzeer.
rider liet vee van den veehouder
J. J. Wenneken te Wateringen is moiul-
uitgebroken. Een 7-tal
dit- besmet waren, zijn alge-
•li op hel erf begraven, dc
i runderen zijn naar hei abat-
.otterdam vervoerd.
De uitvoer
boden.
Voor den uitvoer van nuchteren kal
veren wordt tijdelijk ontheffing van het
uitvoerverbod verleend.
Wolvordering.
Gemeld wordt, dat niet alleen de
scheerwol, doch ook alie blootwol over
het gehecie land door het legerbestuur
is gevorderd.
Onder de gevorderde wol. welke thans
niet meer verhandeld mag worden, is
echter niet begrepen die, welke reeds
bij dc fabrikanten voorradig is. om in
hunne fabrieken te worden verwerkt.
'De wol zal door gemachtigden van
het legerbestuur in ontvangst worden
genomen en kan zoolang bij de eige
naren in opslag blijven.
Weer valsche zilverbons.
De nieuwe zilverbons van f 2,50 blij
ken ook al weer vervalscht te kun
nen worden. Bij een onzer groote
geld-instituten te Amsterdam zijn
twee valsche zilverbons ontvangen.
Wanneer men de valsche niet verge
lijkt met de echte, dan valt het niet
gauw op. dat men nagemaakte
zilverbons heeft. Zij hebben ook c
watermerk in vet er in gewerkt. V
gelijkt men de valsche echter wel n
de echte, dan blijkt dadelijk, dat de
randversiering en de letters van lichter
blauwe kleur zijn. dan op de echte.
Ook is de afdruk lang niet zoo scherp,
doch zelfs eenigszins vlekkerig.
Aigem Bond v. R. K. Kiesverenigingen.
Het Bestuur heeft benoemd tot leden
der Commissie, die in opdracht heeft
onderzoek in te stellen naar de
werking van de bij de Leeningwet 2914
opgelegde belastingen en. indien
venredigen druk mocht blijken, of
anderen hoofde nadeel te vreezen
voorstellen te doen, hoe tot een
:r rechtvaardige of betere verdeeling
der lasten te komen, de heeren
Mr. Kooien, lid van de Tweede Ka-
er. voorzitterE. Korstmann te Rij-
burg, hooglecraarH. W. D. Helle
brekers te Rotterdam, industrieel; G.
A. H. Kluytmans te Utrecht, W. C. A.
Pastoors te Ginneken Joh. H. Schoen
makers te Geertruidenberg, onder-voor
zitter Bossche Diocesane HanzeL.
baron van Voorst te Twelto, onder
voorzitter v. d. Ned. Boerenbond.
lasting naar het inkomen worde pro
gressie toegepast.
„De aflossing van geldlceningen
worde geregeld in verband met den
duur en het belang van de zaken,
irvoor geleend wordt.
Ondernemingen of inrichtingen van
openbaar belang, welke een monopo
listisch karakter dragen, dienen bij
voorkeur van gemeentewege te worden
geëxploiteerd.
„Elk gemeentebedrijf worde afzon
derlijk en op commercieele wijze be
heerd. Maar daarnaast streve men naar
amenwerking van de bedrijven en
diensten ter voorkoming van onnoodige
„Het maken van winst mag niet op
den voorgrond staan. Dat de bedrijven
e bijdrage betalen voor hun aandeel
de algemeene kosten van beheer
voor het gebruik van den ondergrond
of den openbaren weg is te billijken.
„De gemeente verzekere zich. waar
noodig. den eigendom van de gronden,
die vermoedelijk in de toekomst voor
stadsuitbreiding noodig zullen zijn. De
wenschelijkheid van de inrichting van
een grondbedrijf worde overwogen. De
gemeente geve hare gronden bij voor
keur slechts in erfpacht uit en over-
wege de voorziening in daaruit voort
vloeiende credietbehoeften,"
Wanneer komt er eens een Katholiek
gemeenteprogramma
De Liberale Unie
n gemeenteprogramma op, o
geven bij
stelde
leiding
raadsleden.
Over financiën en bedrijveu vinden
wij daarin o.a. liet volgende
„Aan directe belastingen is de
keur le geven boven indirecte.
„Bij de heffing van een directe be-
Uit het Buitenland.
Italië ten oorlog
Pinkstermaandag begon het tusschen
Oostenrijk-Hongarije, bijgestaan door
zijn Duitschen bondgenoot, en 't vecht
lustig en hebzuchtig Italië.
De Italiaansche mededeeling luidt
,Op 4 Mei 1.L is mededeeling gedaan
tan dc Oostenrijksche regeering van de
ernstige motieven waarom Italië, ver
trouwend op zijn goed recht, het bonds-
•erdrag met Oostenrijk-Hongarije, dat
ras geschonden, voor nietig en voor
aan zender effect verklaarde en zijn
volle vrijheid van handelen hernam.
In verband daarmede zou de regee
ring vast besloten met alle middelen,
waarover zij beschikt te arbeiden voor
de Italiaansche rechten en belangen in
haar plicht tekort schieten als zij niet
tegenover elke tegenwoordige of toe
komstige bedreiging de maatregelen
i, die de gebeurtenissen haar dwin
gen te nemen.
De Koning verklaart zich in oorlogs
toestand te bevinden met Oostenrijk-
Hongarije."
Hierop volgde een serie besluiten
betreffende mobilisatie van land- oo
zeemacht enz.
Uit Berlijn kwam de volgende
mededeeling in antwoord op de Itali
aansche oorlogsverklaring
„De Italiaansche regeering liet aan
de Oostenrijk-Hongaarsche regeering
verklaren, dat Italië zich in oorlogs
toestand bevindt met Oostenrijk-Hon
garije.
„De Italiaansche regeering heelt
door dezen gezochten aanval tegen de
feuilleton.
DE LIJFEIGENE
Er ligt tusschen mijne domeinen een
hofstede, die een onaangename on
regelmatigheid daarin le weeg brengt.
Alen zou.' bij het beschouwen van den
toestand, kunnen meer.en dat men een
aanval »P "lijnc landgoederen ge-
waaud had.'
„Men weel dat de leude van het slot
Mello niet zoo gemakkelijk een onrecht
verdraagt."
Daarom juist verlang ik dat deze
toestand veranderd worde; mijne eer
laat niet toe te doen gelooven. dat liet
mij aan macht gaat ontbreken. Ik ver
lang dus die hofstede te bezitten."
„Dat is gemakkelijkzij is klein,
behoort aan iemand, die geen bescher
ming heeft, en gij zijt sterk."
„In weerwil van de macht cn dc
krijgers, over wie ik te beschikken heb.
wil ik'toch niet lichtzinnig hanJelen;
voorzichligheidsmaatrcgclen cn beleid
kunnen nooit schaden. Het landgoed
van Hahriman is van leenroengcn
oorsprong."
,Wat doet dit ter zake zijn meester
iis 'immers niet iu staat hem le be-
schermen."
.Ongetwijfeld. Gedurende den oorlog
had Hahriman zich in de gunst weten
dringen van vorst Karloman. die
hem onder zijn vrijwillige vasallen op
nam cn schitterende beloften deed.
Ongelukkig echter voor den trotschen
en onvoorziehtigeri vrijen man. heeft
de prins afstand van zijne macht ge
daan hij is de Alpen overgetrokken
en heeft het ordekleed aangenomen in
het klooster le Mont-Cassitto. Pepijn,
mijn meester, heeft thans alleen het
bevel over liet lrankische rijk hi;
minste, die zooveel diensten van mijn
zwaard ontving, zal zich niet tegen
mijne plannen verzetten."
„Gij ziet het dus, er is geen enkele
hinderpaal; gij kunt uwen gang gaan
„Ik vrees niets, maar er moet nog
een middel op gevonden worden."
Odo dacht een oogenblik na daarop
zijn tintelenden blik op Drogho i
gend. zcide hij
„Het is gemakkelijk, om Hahriman
zijne hofstede te ontrukkenik ben
zelfs van gevoelen, dat gij nog
doen moet."
„Wat wilt gij zeggeg
„Gij zult wijs handelen, wanne,
deze geheele familie tot uwe lijfeigenen
„Hahriman is een vrije ntan krach
tens zijne geboorte hij heeft het recht
om de pleitgedingen op de nationale
Meidagen bij te wonen hel is mij dus
gcuorloofd hem tot lijfeigene
maken."
„Wanneer gij li van zijne hofstede
meester wilt maken, dan moet gij hem
tol den staat van lijfeigene brengen.
Laat de zaak aan mij overik verzeker
dat uw verlangen weldra zal vei
„Wat zult gij dan doen
„Wanneer gij cenig vertrouwt
mij stelt, vraag mij dan niet meer. Het
goed gevolg zal u weldra van het doel
matige van mijn plan overtuigen."
De leudc berustte hierin.
„Ik stem in alles toe." zcide hij,
„maar zorg dat gij slaagt,"
Daarop scheidden de twee boos
wichten van elkander.
Den volgenden nacht, toen op de
hofstede alles in diepe rust was. werd
er eene poort van hel slot Mello ge
opend. cn kwamen een twintigtal man
nen le voorschijn, die zwijgend als
schimmen langs den muur stoopen naar
het grindpad, dat naar de vallei voerde.
Zij werden aangevoerd door Odo. Het
was donkere maan en het bleeke licht
der sterren kon nauwelijks door den
Septembernevel heendringen, die de
aarde overdekte. Deze mannen, door
Itun opperhoofd geleid, trokken be
hoedzaam voorwaarts en schenen
vreczen dat het gedruisch hunner vo
stappen dc echo's der vallei zouden
wekken. Aan den oever van de beek
gekomen, die de domeinen van den
leude van de hofstede scheidde, trok
ken zij zonder aarzelen het water over
naar de overzijde. Toen zij nu allen
over waren, richtten zij op een gcgevi
tecken van Odo zich naar de villa, die
onder het geboomte verscholen lag.
Aan den voet van de woning hielden
zij stand en schaarden /ich rondom
hun geleider. Nadat >do allen geteld
en zich verzekerd had. dat niemand
ontbrak, sprak hij op zachten toon
eenige woorden, en terstond verlieten
vier mannen dc bende, om post te
gaan vatten twee plaatsten zich
beide uiteinden van de villa, terwijl de
twee anderen de wacht hielden bij de
korenschuren de zestien overige man
nen verspreidden zich rondom het huis
en vormden een kring, zoodat zij ieder,
die zou pogen te ontsnappen, bemach
tigen konden.
Nauwelijks waren deze maatregelen
genomen, of de vlam steeg op uil al
de hoeken, die door de vier mannen
waren bezetweldra verrezen de roode
vlammen snorrend tot op de daken,
sloegen om dc muren cn hulden de
geheele villa in walm en rook.
Het geknetter van den brand e
hitte die naar binnen drong, wekten
de bewoners weldra uit den slaap. De
bandieten bleven onbewegelijk en vol
oplettendheid; hun afgrijslijk voorkomen,
duidelijk zichtbaar door de vlammen,
getuigde van het genoegen w:
smaakten een helsche spotlach speelde
om hunne lippen. Eensklaps klonk een
hevig gegil door de villa, en cr snelde
iemand naar buiten het was Hahriman.
Toen hij zag, dat zijne woning 'le prooi
der vlammen was, drong hij op
naar binnen, cn na weinige minuten
verscheen hij met zijn vader en vrouw
en kinderen buiten. Intussclien hadden
de soldalen hun kring nauwer aange
sloten. en zij omringden zoo snel de
bewoners der hofstede, dat deze den
tijd niet hadden om zich te verdedigen.
Hahriman verzette zich tegen dien
raderlijken aanval, maar Odo gaf,
der zich te gewaardigen naar hen
luisteren, bevel lot den tocht naar
slot Mello. De vrije man riep om hulp.
hopend, dat de lijfeigenen uit de hut
hem hooren zoudende booswicht
ecliter. die hem gevangen genomen
had, legde hem op strafte des doods
het zwijgen op.
„Ais gij nog een woord spreekt."
zeidc hij, „dan zal ik u allen weder
in de vlammen doen werpentracht
niet te ontsnappen, want dan zal ik
terstond doen ombrengen."
De soldaten voerden nu de geva
genen weg langs den oever der beek,
die door de roode vlammen var
brand verlicht werd. Odo maakte zich
gereed om de beek te doorwaden,
zeven mannen tot aan de tanden ge
wapend, snel ais de bliksem op zijne
bende vielen. Zij maakten zich eerst
meester van Hahriman en zijn oudsten
toen wilden zij den grijsaard en
de overige leden der familie Hahriman
aan de handen der soldaten ontrukken
maar Odo, die den tijd had om tot
zich zeiven te komen, was het gelukt
zijn aanvallers af te weeren, wijl zij
vreezende, dat Hahriman en zijn zoon
weder in de handen der vijanden vallen
zouden, het raadzaam achten om terug
te gaan. Deze plotselinge tusschenkomst
geschiedde door Deban en zijn zes
wakkere zonen. Gewekt door de angst
kreten van Hahriman op het oogenblik,
dat hij door de bandieten aangegrepen
werd, waren zij toegesneld om hun
meester ter hulp te komen.
Odo, ofschoon sterker in getal, ver
volgde de lijfeigenen niet verderhij
wilde geen strijd op leven en dood
aangaan, waaraan al zijne manschappen
moesten deelnemenhij vreesde ook
dat liet gevolg van dezen strijd nood
lottig zou zijn voor de plannen van
zijn meesterer zou bloed gestroomd
hebben, en de vluchtelingen zouden
wellicht het gerucht van dezen gewa-
penden aanval door het land versprei
den. Hij haastte zich met de gevan
genen. die hem waren overgebleven,
den heuvel van hel slot te beklimmen.
Wordt voortgezet.