Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. DE EEMBODE Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Telefoon No. 314. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent. Afzonderlijke nummers drie cent. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch op- van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal. Dinsdag 22 Juni 1915. No. 24. 29e laargang. Advertentieprijs van één tot vijf regels veertig cent. Elke regel meer zeven en een halve cent. Reclames: tien cent per regel. Advertcntién in het redactioneel gedeelte vijftien cent per regel. Billijke tarieven bij geregeld advcrtecren. Alle mededeelingen en advertentlén in te zenden vóór twaalf uur op den dag van verschijnen. De groote leugen. Evenals, naar liet uitnemend betoog van N'orman Angell, de „Groote illusie", de noodlottige zinsbegooche ling der buitenlandsche politiek, deze is dat een welgeslaagde oorlog nood zakelijkerwijs de welvaart van een land moet verhoogcn. zoo is er ook een „Groote Leugen", die het uitbarsten van oorlogen in de hand werktde leugen van het oorlogzuchtige volk. Oorlogzuchtige volken, in het alge meen genomen, bestaan er niet al thans niet aan deze zijde van de Zwar te liergen. En het is ook nog de vraag, dunkt ons, of zelfs in het half-barbaar- sche hoekje van Europa, dat Albanië heet, de van oudsher gevestigde naam van ourlogzuchtigheid der bergstam men niet eerder berust op individueele neiging totjgeweld dan op gezamenlij ke oorlogzuchtigheid, ot niet de meer derheid (vrouwen en mannen, van het volkerenallegaartje op den lialkan er de voorkeur aan /ou geven, rustig aan huis- en veldarbeid te blijven, dan oor- Dat de wilde instincten zich nu en dan uiten in de massa, is niet tegen te spreken maar dan toch slechts bij een minderheid onder het heele volk. De zaak is echter, dat die neigingen van terugkeer tot den slaat der wilden, of der wilde beesten, zelfs in onze be schaafde maatschappij een maar al te wel toebereiden bodem vinden oin zich vrij ongestoord te ontwikkelen en dan plotseling op te laaien. In den eenen Staal is men ineer, in den anderen minder vertrouwd met de militaire opvattingen, met de voort durende kans op oorlog. Duitschland. Oostenrijk, Frankrijk (behooren tot de landen waar men er aan gewend was geraakt, een oorlog te beschouwen als iets dat wachtte in de toekomst, iets schrikkelijks en groots, dal dood en ellende meebracht, maar ook (naar ie der voor zich verwacht) roein en natio nale glorie£in elk geval iets onvermij delijks. Reeds zulk een stemming moet, op den duur haast onweerstaanbaar, den oorlog verwezenlijken. 'l'och zou moeilijk zijn aan te too- nen, dat het Duilsche volk al be rustte het bij voorbaat, al aanvaardde liet den oorlog, toen hij kwant, vc gewekt den oorlog heeft gewild, zeker heeft hel Fransche volk dien niet gewild, en wij mogen ook aant dat de meeste diplomaten alles werk hebben gesteld wal met I' barinelijke diplomatiek-politieke machi ne bereikbaar was, om het uitbreken van de crisis te verhoeden. Andere invloeden echter waren zjjn er voortdurend aan het werk. Het militairisme (dat meestal in de tweede plaats komt, niet als eigenlijke drijfveer), het kapitalismefvoor een gedeelte slechts) het „Junkerisme,, (dat Shaw evcnzcci in Engeland terugvindt als in Pruisen), En dan is er allerlei kastegeest cu tra dilie, er is een veile peis en er zijn politieke, nationale en dichterlijke schree- wers en cphitsers, al dan niet te goe der trouw Die heele machine kan dan bij een gunstige aanleiding, in beweging wor den gezet door enkele belanghebbenden of verblinden, om den schijn van „oor- logzuebtigheid der massa" te doen ontstaan. Dit alles mocht wel eens gezegd 'orden, omdat de wijze waarop I'.atie zich onlangs mede in den oorlog heefl geworpen, bij velen den indruk gcefl alsof we hier met een „volksoorlog" doen zouden hebben, waaruit dan alweer de slotsom getrokken zou kunnen worden, dat „medezeggenschap der volkeren" in zake oorlog er. vrede van de voornaamste eiscben der :r op s 't o.i. volkomen juist, dat zulk ledezeggenschap", zonder voor afgaande hervorming van de parlemen ten en parlementaire zeden, in de prac- tijk meestal geen oorlog zou voorkomen, zeker niet in een land als Italië. Niet heeft zelfs d.iar, 111 de T weede Kamer, nog bijna een vijfde deel der „vertegenwoordigers van het volk" te gen de oorlogscreilieten gestemd. En de kwestie wordt aldus beschouwd, ook zeer onzuiver gesteld. Tegenwoordig is de openbare mee- ning in verreweg de meeste landen, vooral in de Zuidelijke, volkomen toe gankelijk voor lieden met klinkende na men als de d'Annunzio of Barrés, die hun bedrijf ongestoord, en vanzelf met smming van zeer machtige groepen, uitvoer kunnen leggen. .'aar hun ophitsende taal wordt ge deeld en zelfs onderhands wordt aan gemoedigd door de overheid is 't vanzelf ■el te laat voor „medezeggenschap" .n een parlement. Het moet zoo ver niet komen. De bedoeling van den eiscli der moderne vredesbeweging is„Indien de volkeren ooit verlost willen worden de voortdurende dreiging naamlooze ellende waaronder thans de beschaafde wereld zucht als onder een nachtmerrie, dan behooren zij niet te voordat zij de leiding der bui tenlandsche politiek onder hun toezicht hebben, gelijk dat in de meeste Staten reeds liet geval is met de binnentand- sche politiek". Niet enkel medezeggenschap bij de oorlogsverklaring, want zoodra het daartoe komt, is de ware stemming des volks reeds lang door de rumoermakers in pers en vergaderzaal gesmoord. Maar de voorbereiding tot dezen oorlog had niet kunnen geschieden, indien de enkele groepen, de politici en de diplomaten, die thans in Italië er op aanstuurden, in de kaart gekeken waren door de ver tegenwoordigers van de rustige burgerij der steden, van de nijvere bevolking in het Noorden, van de arme boeren in het Zuiden - - allen ever logzuchlig als een Kransche winkelier of een Russische moezjik. En vóórdat er sprake wa oorlogsgevaar, telkens en voortdurend, had het parlement (behoorlijker saam gesteld dan nu) het gevaarlijke spel der diplomalen -- welks inzet het leven en de welvaart is van het volk on der toezicht moeten houden, in het alléén-beslissende belang van dat volk. Zóó verstaan wij dat woord mede zeggenschap. En nu staat het aan de openbare meening zelve, hier en in andere lan den, om dit begrip te ontwikkelen en dezen eisch te sicllen aan de leiders. Hij menigeen bestaat het misverstand, alsof de houding van het Italiaansche volk hel ongcwenschte zou aantoonen van het pacilistisch verlangen naar grootcren invloed van het volk op de buitenlandsche politiek. 'Ter bestrijding van dit misverstand werd dit artikel, dat een gedeelte i« van een hoofdartikel van „Het Nieuws van den Dag", hier overgenomen. Binnenlandsche Berichten. Mond en klauwieerbeetrljdlng. Minister l'osthuma beantwoordde in de Eerste Kamer eenige vragen in ver band met de mond- en klauwzeerbe- r.jding. Jarenlang is hij werkzaam geweest ider de landbouwbevolking rn heelt j mede gewerkt aan verbetering van rn veestapel. Hij moest nu wel een irt van slcen hebben, als hij niet be sefte. dat liet verlies van hun werk van jarenlang meer nog dan hel verlies van zelf, die mctischen moet treilen. Maar dc minister moet vooruitzien en 'letten op het belang van het groote geheel. Barmhartigheid is zeker, doch naar zijn overtuiging mag en niet sparen. Elk geval wordt grondig onderzocht, aar men moet voorzichtig zijn met klachten, juist door de gemoedsgesteld heid der betrokkenen. Over hetgeen er in andere lan den gebeurt, had de minister enkele gegevens bij zichin Amerika volgt nen denzelfden weg als hier en in nog .terker mate. Hooibouw. Door den opperbevelhebber is be paald datde hooibouwverloven kun nen worden verleend in verschillende perioden, ter beoordceting van den chef, welke die verloven verleent. Deze verloven mogen verleend wor- ■n tot uiterlijk 15 Juli, tenzij in de streek, waarvoor zij dienen de hooi bouw vroeger mocht zijn afgeloopen. Het verlof moet onmiddellijk worden ingetrokken, in geval uit betrouwbare gegevens mocht blijken, dat het zonder noodzaak werd aangevraagd. In dit ge val moet de belanghebbende ernstig gestraft worden, wanneer blijkt, dat hij tot de wederrechtelijke aanvraag om verlof heelt medegewerkt. Belgen bij den hooibouw. De Regcering heeft de gelegenheid opengesteld voor het te werk stellen van Belgische vluchtelingen bij den hooibouw. Belangstellende landbouwers moeten zich daartoe per brief wenden den Regecringscommissaris speet, of te Ede, of te Uden, of tot de Commissaris van Toezicht overhel vluchtoord te Gouda 'adres I. Vssel de Scheppe te Gouda). Nod. Centraal Spoorweg Mij Aan het verslag over het jaar 1914 onlleenen wij het volgende lie opbreng»! van het reizigersver- oer bedroeg totaal f 1,322,654.89 of 178.756.9? minder dan in 191T. De opbrengst van het vervoer van levende dieren, rijtuigen, enz. bedroeg f 139.960.36' of f 11,054.15 meer dan 1913. De opbrengst van het goederenver- >er. inbegrepen f 61.110.75 voor bestel- gocderen en f 33.837.93 voor postpak ketten vervoer, bedroeg f 1,058.701.23' De uitkeering van een dividend van f 2 per aandeel is mogelijk. Over het jaar 1913 werd een divi dend van f2.25 betaald. Begrooting Provincie Utrecht. Het ontwerp-begrooting 1916 van de ontvangsten en uitgaven der provincie ITrecht wijst een eindbedrag aan van (474.338.30' Voorgesteld ordt de provinciale opcenten op de hoofdsom der grond belasting voor de ongebouwde en de gebouwde eigendommen alsmede op die der pcrsoneele belasting voor 1916 op vijftien te brengen. Landotorm. Het spreekt dat het voorstel tot uit breiding van den Landstorm belang stelling wekt en druk wordt besproken. Over het algemeen kan men zeggen, dat het in de Pers gunstig ontvangen is. Sommige bladen uiten er zich zelfs geestdriftig over. Maar wc gelooven toch, dat het geheel men in den lande alles be halve geestdriftig is. De meerderheid der menschen zegt „als het moet, nu dan in 's Hemels naam", maar men vindt het een leelijk ding. En het is een leelijk ding I Zeker, tegenover degenen, die jaar bijna onder de wapens sts het billijk, dat zij eens afgelost kunnen worden en was dat de bedoeling alteen, men kon er vrede mee hebben. Maar de bedoeling is ookmeer sol den veel meer soldaten. Dat moge eenerzijds goed zijn, om, als de nood dreigt, het vaderland te kunnen verde digen. het heeft ook zwarte schaduw zijden. In „Het Volk" wordt er op gewezen, it een grooter leger grooter gevaar oplevert om in den oorlog betrokken te worden, vooral waar hier te lande werkelijk een oorlogszuchtig drijven geconstateerd kan worden. Dat drijven gaat allerminst uit van onze Regeering, maar dat deze het leger aanzienlijk ver sterkt, zou verwachtingen kunnen wek ken of wantrouwen scheppen, waardoor ize neutraliteit in gevaar komt. Minister Cort van der Linden heeft dat gestook in een zeker deel van onze pers genoemdspelen met vuur. En dat spelen met vuur wordt gevaarlijker als het buitenland ziet, hoe wij ons wapenen. Men zou gaan meenen, dat wij groo- tere weerbaarheid niet enkel tot verde diging van eigen erf wilden, maar dat wij neiging voelen partij te kiezen, een rol in den oorlog te spelen. Wij zijn overtuigd, dat onze Regee ring zoo roekeloos niet is. Als de Regecring zegt. dat het noo* dig is, dat we nog verder ons wapenen, ja dan zal daar wel toe besloten wor den en dan dienen de offers gebracht te worden. Maar dan dient zij ook zeer uitdruk kelijk te zeggen, dat alleen zelfverde diging ons in den oorlog zal kunnen trekken. Voor de zelfverdediging, zeiden we, dienen zoo noodig de offers gebracht, die het nieuwe militaire wetsontwerp eischen zal. men verbloeme dit niet, het zullen zware offers zijn. Is wenschelijk, dat, vóór het wets ontwerp aangenomen wordt, bij de be spreking blijkc, dat men meer bedoelt een algemeene oefenplicht, dan een algemecne dienstplicht en dat van de landstormen men niet veel lich tingen in werkelijken dienst zal roepen, doch het voldoende oordeelt ter plaatse If waar zij wonen hen te oefenen. Er blijkt in deze dagen van oorlogs- verdwazing in vele kringen van ons volk nog genoeg critischen zin rexig om te verhoeden dat de strekkende legerplannen met vlag wimpel en hocrah-gcroep worden ingehaald, zonder dat op groote scha duwzijden wordt gewezen. Bij de beoordeeling der voorstellen dient men niet te vergeten, dat er groote economische beswaren verbon- :n zijn aan het allemaal-soldaat. Het volk is er niet om het leger, aar het leger zij voor het volk een middel tot behoud van 't onafhankelijk volksbestaan. Behalve militair moet de natie ook economisch weerbaar blijven. Dc uiterste konsekwenties van de militairisten wijzen wij af omdat daar door ons volk economisch gaat ge drukt worden. 't Leger zij en blijve middtltn geen dot!. Ook leerde de oorlogspractijk dat de gevechtswaarde van een leger niet 'óór alles wordt bepaald door het getal. Was reeds vroeger een punt denk baar waar het minimum van artillerie i munitie voor het maximum aantal ianschappen aanwezig moest worden geacht, de ervaring heeft dat pur.t <eer verplaatst en toont de noodzakelijkheid van een ontzaglijk veel intenser artil- leristischc verzorging van het leger dan vroeger slechts vermoed kon worden, schrijft een deskundige in D< Maasbode. Daar is een punt waar het ophoudt erstandig te zijn en een ander punt vaar het zelfs misdadig wordt nog neer manschappen aan een bepaalde hoeveelheid artillerie en munitie te ver binden. Allerminst in uitbreiding leger is versterking van ons leger ge legen omdat andere behoeften met be slissende noodzakelijkheid voorgaan. Alle kracht, die zich voorloopig richt op Iets anders dan het eerst noodige is verspilde energie en kan noodlottig worden. Gemengde Berichten. Groote brand. Een opslagplaats van Duitsche Vakuum oliemaatschappij Hamburg is door het vuur verwoest. De schade is zeer belangrijk. De brandende olie stroomde in het kanaal. De vlammen tastten de belen dende huizen aannegentien huizen zijn volkomen afgebrand. De aan de andere zijde van het kanaal gelegen loodsen zijn eveneens verwoest. Het vllegengevur. Vliegen behooren tot de voor ons mensehen lastige, vie- nze gezondheid gevaarlij ke dieren. Het zijn de vuilste van alle insecten. Hare eieren leggen ie in vuil en mest. Uit die eieren sluipen maden, die op haar beurt in en van vuil en afvalstoffen leven. Komen zij van een mesthoop en gaan zij op uw'voedsel zitten, dan besmetten zij dit. Met versch vuil en ziektekiemen, gehaald op den mesthoop, uit kwispeldoor, privaat of een rottend cadaver, aan haar pooten of op haar lichaam vliegen zc uw keu ken binnen en strijken neer op uw eet- zoo guitig, dat zij haar, tte, llcnaamsinhoud op de begeerde lekkernijen uitwerpen om zich opnieuw te goed te kunnen doen. Gij loopt dus alle kans, dat die vuile, ziek teverwekkende stoffen op uw voedsel terechtkomen en gij ze tegelijk daarme- inslikt. Er is echter meer. De uit werpselen ook de fluimen van lijders aan tering, typhus en andere besmettelijke ziekten hebben voo» vlie- ecu bijzondere aantrekkelijkheid, daar opgedane smetstoffen brengen een oogenbllk later over op net voor u bestemde voedsel, misschien wel op de lippen van uw slapend kind en kunnen u en uwen kinderen'aldus tering, typhus, zomerdiarrhee en nog andere ziekten bezorgen. De steekvlie gen kunnen bovendien door haar ste ken bloedvergiftiging, steenpulsten, ne- genoogen en miltvuur veroorzaken. Ko men zij met haar besmet lijf in aanra king met melk of verdrinken zij daar dan bederft de melk heel spoedig, it in dc melk vermeerdert zich de smetstof op schrikbarende *ijzc. Zorgt daarom dat in. uw huishouden dejmelk steeds buiten het bereik van vliegen blijft, door de kan ot het glas zorgvul dig te bedekken. Bedenkt, dat het hier kan gaan om leven en gezondheid van kinderen. Aardappelen. Ontzettende voorraden aardappelen overstroomen thans de Duitsche markten. De vroeger achter gehouden veldvruchten loopen thans gevaar te bederven, terwijl ook de Invoer uit Holland aan den overvloed medewerkt. De prijzen zijn spotgoed koop, zoodat de varkensfokkers met moed hun bedrijf weer op- FEUILLETON. DE LIJFEIGENE. Welnu I ik wil het u niet verbloe men dat het leven mij in dit slot zeer treurig voorkomt. Ik, gewoon om langs de giootc wegen te zwerven, de lucht der vrijheid in te ademen, ik ben hier opgesloten als in eene gevange nis Zal ooit de dag aanbreken, waarop ik van zulk een dwang zal ontslagen WMGij zult niet voor altijd tusschen deze muren opgesloten zijn, dat beloof ik u. Bij mijn terugkeer uit den oor og zal ik er met de gevangene en de lijf eigenen van mijn nieuw domein eer einde aan maken want ik haat al de wezens, die door het noodlot op mijn pad geworpen zijn ik haat 'ze uit den grond mijns harten." Hebt gij reeds besloten op welke wijze gij die vijanden van uwe rust en de mijne uit den weg zult ruimen Wat Valtruda aangaat, is mets ge makkelijkerhaar verdwijning zal geen argwaan wekken; want niemand ver moedt haar tegenwoordigheid ^"'DU i's niet het geval met de nieuwe lijfeigenen cn den jongenman, die Jao sterk gelijkt op gy weet wel w.en De bisschop van Bcauvais heelt den koning in last ontvangen Anthelmus en het gezin te waken. Evenwel is dc dolk in de handen uwe getrouwe dienaren Odo sprak deze woorden op veel beteekenenden toon. ,Neen, nu niet," antwoordde de lende, „wanneer gij ze om het leven bracht, zou ik groote gevaren loopen de bisschop zou niet in gebreke blij- voor den rechterstoel des ko- nings aan te klagen, cn ik schien het slachtoffer worden orn des konings." „Ducht gij dan zoozeer dien jongen- an, die altijd voor den oudsten zoon in Hahriman doorgegaan heeft?" „Ja, ik ducht hem, en met reden hij behoort niet tot het gezin van den nieuwen lijfeigenezijne gelijkenis met Aldrad bewijst zulks genoegzaam. Ik heb hem in het paleis van SoissonB gezien cn hem aandachtig beschouwd. Hij heeft geen enkelen trek van zijn voorgewende ouders. Ik zal geen hebben voor hij niet inecr is." „De redenen, weike gij aanvoert, zijn niet afdoende de natuur is soms zoo grillig." „Zoover gaan qare spelingen „Dus zijt gij er zeker van?" „Zeer zeker.'' „En gij gelooft „Dat Anthelmus, door behendige handen gered, het kind is, hetwelk wij zoeken en in de wieg niet hebben kunnen smoren, ondanks de vele n regelen die wij genomen hadden." „In dat geval zou hij de zoon de gevangene zijn." „Er bestaat daaromtrent niet minste twijfel meei ik weet zeker dat ik mij niet vergis." .Dan is het gevaar dreigend, leude i Mello," riep de bandiet uit hangt u gestadig boven het hoofd.' „Dat ontken ik nietdaarom heb ik zoo dringend ecne onvermoeide waakzaamheid aanbevolen; het geldt onze rust, ons verinogen, misschien zelfs ons beider leven." „Odo vreest niets," antwoordde de medeplichtige van den leude op kastischen toon, „zijn naam is niet be kend hij zou in geval van nederlaag gemakkelijk zijn vroeger handwerk weder opnemen." Drogho beet zich op de lippen hij gevoelde zich in de macht van den booswicht, inet wien hij zich tot de misdaad verbonden had: er bestond niet eens tusschen hen gemeenschap pelijkheid van gevaar. „Wat zou uw oordcel wezen vroeg hij, z(jn valschen blik op Odo vesti gende. „Dat wij twee levens moeten afsnij den in plaats van één. Indien moeder zoon ooit werden bevrijd van de banden, waarin zij gekluisterd zoudt gij verloren zijn." „Het kerkerhol is immers ontoegan kelijk „Ja, omdat ik de wacht houd. Maar het toeval vermag veelalleen ii graf heerscht stilzwijgendheid." „Denkt gij, dat de jongeman wie hij is? Als hij zijne alkoinst niet kent, kent hij evenmin de gevangen schap zijner moederhij heeft derhalve volstrekt geen reden, om zich binnen de muren van dit kasteel te wagen. De grijsaard, die het kind heeft opge nomen, kan slechts vermoedens koes teren, als hij zijne gelijkenis met Aldrad ziethet zou hem nochtans onmoge lijk wezen de wettigheid van zijne af komst te bewijzen." „Uwe redeneering zou juist zijn, dien gij er voor kondet instaan, dat moeder en zoon elkander nimmer len zien. Dc eed van deze laatste voldoende zijn om voor de rechters te bevestigen, dat de jongman wel de gelijk de wettige zoon is vati Aldrad." „Ik begrijp het gewicht van opmerkingen. Ik wensch vurig mij alle vrees ontheven te zien, maai tijd is nog niet daar. Laat ons uiet door onvoorzichtige handelingen zoo kunstig overlegd werk vernie tigen." „Wat zijn uwe laatste bevelen „Handel met groote voorzichtigheid en beneem niemand het leven terwijl Ik i ik afwezig ben. Alleen met vereen* pogingen kunnen wij slagen." Odo morde over die aanbeveling. „Keurt gij mijn besluit niet goed vroeg de leude. „Ik ontken niet, dat het gevaarlijk ii :n aanslag tegen deh jongman te ondernemen onder de oogen van den bisschop van Beauvais maar het komt mij nog gevaarlijker voor de moeder de zoon te laten levenhet zij ■ee levens, die onbestaanbaar zij et onze veiligheid." Drogho begon toornig te worden 'er den tegenstand van den bandiet. De gedachte, dat die man hem in ge vaar kon brengen, en misschien zijn ondergang beraamde, trad hem voor den geest. Hij veitigde op hem een doordringenden blik. welken Odo door stond, zonder de oogen neder te slaan. „Gij wantrouwt injjne woorden,') ging Odo voort na eenig stilzwijgen', „nochtans heb ik voor het oogenbllk alleen uwe persoonlijke belangen <p liet oog de mijne zijn, gelijk ik u ge zegd heb, buiten het spelik kan niti rechtstreeks aangetast worden, daar Ik niet bekend ben." „Ik twijfel niet aan u goede bedoe ling," antwoordde de leude op be daarden toon. „Volg niettemin stipt mijne bevelen. Iets later, wanneer ik de omstandigheden gunstiger acht, zal n zult gij De booswicht, aan wiens welbeha gen Valtruda nog eenmaal overgele verd bleef, gaf geen antwoord hij ver genoegde zich door een gebaar te ken nen te geven, dat hij zou gehoorzamen. De beide medeplichtigen scheidden, Odo om zijne gewone bezigheden te vervullen, Drogho ont zich onder de banier van den koning te scharen. Er ving een groote oorlog aan, zon der dat, voor de eerste maal sedert de Ïing der Franken in Galië, een er familie van Baldon daaraan deel nam. Ieder der voorzaten van den grijsaard had zich onderscheiden ou der de vanen der mcrovingische vor sten of onder die der maires van hel paleis. Op de nationale Meidagen zoo wel als op het slagveld hielden zij waardig hun rang van viije mannen op. Maar door eene monsterachtige ongerechtigheid tot den staat der lijf eigenschap vervallen, moest de brave familie van die eer afzien. Hoewel vervuld van chrietelijkc ge voelens kon de grijsaard de rampen niet torschen, die zijne laatst* levens dagen verbitterden; hij neigde snel tot het grafzelfs in dc schoone dagen, de zon het dal r en licht overstroomde, sleepte hij ,-.lch met moeite naar de steenen bank. Wordt voortgezet.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1915 | | pagina 1