Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag* en Vrijdagavond en wordt uitgegeven door de
Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent.
Afzonderlijke nummers vijf cent. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch
opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 20 Juli 1915. No. 32. Negen en twintigste Jaargang.
AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Alle mededeelingen,
ingezonden stukken en advertentién gelieve men in te zenden ten kantore van
De Eembode, aan de Langegracht no. 13, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Dt Roomsclfl Kiosreremigingen
Toen een der Redactioneele n
dewerlcers in het laatst verschenen
nummer van De Eembode aanspoorde
tot ijveren en werken voor de Katho
lieke zaak, vergat hij te wijzen op de
eerste voorwaarde voor een hechte
politieke organisatie het lidmaatschap
der Roomsche Kiesvereeniging.
't Kan zijn, dat hij zulks ven
loosde in de meening, dal welhaast
alle Amersf. Katholieken, die er vooi
in aanmerking komen, lid zijn van de
K. K. Kiesver. Recht en Orde, en dat
ook in den omtrek de aansluiting al
gemeen is.
Zeker, 't ledental steeg de laatste
jaren tlink, maar 't is nog voor veel
uitbreiding vatbaar, in de stad zoowel
als op de dorpen.
Daarom achten we 't nuttig nog eens
te wijzen op de noodzakelijkheid van
aansluiten bij de plaatselijk Roomsche
Kiesvereeniging.
Wij moeten onze troepen mobiel
houden, gereed om elk oogenblik te
kunnen opmarcheerei:
Wij moeten waken en werken zoo
wij bestuur van stad en land in goede
handen willen hebben en houden.
Het kiezerslegcr mobiel houden,
nieuwe strijders recruteercn, ziedaar
het eerst noodige.
De Katholieken moeten lid zijn van
de R. K. Kiesvereeniging I
Er zijn zoovele oprechte, eerlijke
Katholieken in de stad en in den om
trek, menschen die 't met de Christe
lijke beginselen zoo echt incencn, maar
die er nog geen begrip van hebben,
dat zij ook nog anders Katholiek moe
ten zijn dan Zondags in de kerk en
thuis urn den huisclijken discll.
Er zijn tal van brave Roomsche men
schen. die, en we juichen dal van harte
toe, lid zijn van de Congregatie van
de H. familie, lid van de Processie
naar Kevelaar, enz. enz., maar die zich
altijd schuw hebben gehouden van een
politieke vereeniging als „Recht en
Otde" of welke Roomsche Kiesverce-
nigiiig dan ook.
Het is hun niet kwalijk te nemen,
het is een quacstic van opvoeding en
ontwikkeling,
Vele menschen zijn door de liberale
suprematie van jaren her, politiek altijd
zóó klein gehouden, dat zij mecncn er
evenmin politiek op na te mogen hou
den als een equipage.
Uit dit politiek zich angstig en klein
voelen, groeien als onkruid de meeat
bekrompen vooroordeelen op.
De een durft geen lid van de Kies
vereeniging te worden „van wege z'n
zaak", „als dat de klanten 't eens zouden
merken", en de man heeft er geen Hauw
begrip van, dat heusch zijn eventueel
lidmaatschap toch niet als „l'lanta"
wordt geannonceerd op 'n aanplakbord
of als een marktbericht in de krant.
De ledenlijst van 'n Roomsche Kies
vereeniging is geen loterijlijst, die voor
een ieder ter visie ligt.
Op de dorpen speelt de vrees voor
den landheer nog wel enkelen door
't hoofd. Alsof zoo'n landheer bij machte
e de politieke overtuiging te knech-
dergenen, die voor hun goede geld
hofstede pachtten I
•en tweede is, naar hij beweert, niet
politiek aangelegd.
"aor zoo een is 'tnoodig, dat hij
leert wat eigenlijk politiek is. Als
hij daar achter is zal hij beseffen dal
't lidmaatschap der Roomsche Kiei
vereeniging voor hem plicht is.
Een derde komt vertellen dat hij toch
al lid van zooveel vereenigingen is, en
't blijkt dan wel eens bij nader onder
zoek. dat hij contribueert aan een kc
gel-club cn aan een begrafenisfond:
Weer een ander zucht, dat hij toch
al zooveel moet betalen cn meent, dat
hij als lid van „Recht cn Orde" c
veel moet betalen als wanneer hij lid
zou worden van „Amicitin", „Concor
dia", of dergelijke deftige sociëteit.
Maar och, „Recht en Orde" stelt
zulke kleine cischen. Voor een kwartje
i het jaar kan de kleine man zich de
•ecldc van het lidmaatschap al ver
oorloven, rlv burger behoeft niet ver
der te gaan dan een jaarlijkschcn gulden.
,,Ja maar", zegt de een. ..ik kom
mil op vergaderingen."
Welnu dan is 'l tijd, dat gij er eens
komt. Als gij uw onverschilligheid over
wint, cn gij neemt eens van nabij ken-
van het werken cn streven in del
Roomsche Kiesvereeniging, misschien.
uw onverschilligheid zich allengs
gaat omzetten ui dat prachtige en
thousiasme. dat wij zoo vaal; in onze
propagandisten mogen bewonderen cn
Ken ander, die in vroeger jaren wel
ens een kwartje contributie heeft bij
gedragen, oordeelt, dat „Recht cn Orde"
hem zoo weinig geeft voor zijn geld.
lar zou zoo'n man soms concerten,
voordrachtavonden, pleizier-rcisjcs en
dergelijke amusementen verwachten
Als deze man bedenkt, hoe 'n1
Roomsche Kiesvereeniging met haar
bescheiden contributies moet opwerken
tegen ecu vaak onbeperkt liberaal
xdtct, cn als hij dan vergelijkt welke
•sultuten er onzerzijds wel behaald
woidcn. dan kan hij niet anders dan
erkennen, dat zijn kwartje contributie
zijn hoogste lente heeft opgebracht,
/onder dal hij nog daarbij behoeft
rekenen dat hij zich den laatsten
verkiezingsdag per auto of vigilante
franco van zijn werk heelt laten halen.
Bij een aanmerkelijk deel van onze
kleine burgers, overigens oprechte
Katholieke menschen, die niets liever
wenschen, dan den bloei en vooruit
gang van den godsdienst, blijven nog
altijd toonbank-argumenten gelden.
In ailtn ernst hooiden we eens iemand
zeggen dat hij nooit een Katholieken
klant voor zijn toonbank zag en daar-
ook geen Katholiek achter de
bestuurstafel wenscht. Maar zoo'n zelfde
schudt bedenkelijk z'n hoofd als
hij 's avonds zijn krantje in kijkt en hij
est, hoe droevig 't elders toegaat met
die libertaire beginselen.
Wij welen 't wel, het leven vun den
kleir.cn burger is vol zorgen en kom
mer voor kleine mutericele dingen van
het dagclijksch bestaan, maar bij een
Katholiek mogen deze materieele levens
zorgen toch niet alle uitzicht op de
hoogere belangen benevelen.
Het geldt hier het groote belang of
de Christus, Dien wij volgens onzen
Catechismus moeten kennen, beminnen
en dienen, ook io deze werelt^eh maat
schappij weer gekend, geëerd en ge
diend zal worden.
Wij weten 't allen, dat alleen onze
christelijke mannen den Christus in de
maatschappij weer zijn plaats willen
hergeven, waarvan anderen Hem heb
ben weggedrongen, en dat zij alleen
cr voor zullen zorgen, dat Zijn wet en
gebod weer worden nageleefd en ge
ëerbiedigd.
Voor deze belangen mag geen ka
tholiek onverschillig blijven op straffe
van anders ernstig aan zijn plicht te
kotl te schieten.
Wij leven in een tijd van trustcn,
vak vereenigingen, C0"peraties ook in
liet politiek leven moeten wij als ka
tholieken en christenen ijverig samen-
verken om tot onze katholieke en
hristelijke idealen te komen, het groote
dcanl vooral om liet rijk Gods weder-
>m te herstellen in deze ontkerstende
Maatschappij. T. G.
De Moeder der Volkeren.
Üc wereldoorlog van thans zal. als
luj eens tot de geschiedenis behoort,
blijken op schier alles een ingrijpenden
invloed te hebben uitgeoefend.
t >ok de Katholieke Kerk zal cr de
gevolgen val ondervinden.
Onze Kerk is één cn het is haar
aehtigc eenheid, die de tegenstanders
:t meest imponeert.
Onze Kerk algemeen, omvat alle
landen en volkeren, behoort niet aan
enkele natie, doch is internationaal
als geen andere instelling ter wereld.
Evenwel de Kerk wil niet de ondet-
cheiden volkeren, zoo verschillend in
as en aanleg uiiifurinecrcn de hoogere
eenheid, die zij predikt, laat iedere na-
onaliteil haar bestaansrecht, maar kan
iet dulden, dat. welke natie ook, de
Kerk zou nationaliseercn.
De ootlog brengt een groot dreigend
vaar mede n.l. de scheuring in de
ncrlijkc gemeenschap, het geestelijk
verband van hel mcnsclidom.
I'atcr Lipperl S. J. wijdt in de „Stim-
itcn der Zeit" een studie aan het
raagsluk van de nationaliteiten cn den
oorlog in verband met de roeping der
Kerk.
„Kr hebben zich", zegt hij, „bodem-
looze afgronden geopend tusschen de
verschillende beschavingen, tusschen
politieke en sociale begrippen. Zelfs
tusschen wetenschap, kunst en Gods
dienst der vijandelijke volkeren en vol-
kerengroepen.
„Het zal daarom in de naaste en meer
rre toekomst een der gewichtigste
moeilijkste opgaven zijn, die de
Katholieke Kerk zai hebben te ver
richten, om de nationaliteiten, die door
dezen oorlog in twee vijandelijke kam
pen verdeeld werden, weer tot elkander
te voeren. Volkeren en individuen
len de vernietigende werking van den
'ereldoorlog.
.DeKatholieke Kerk"zegt de geleerde
Jezuit, is geroepen met een heilige
missie van vrede tot de gemartelde
volkeren te komen en hen weder te
vereenigen.
„De vereeniging der volkeren kan
geen uniformeering zijn. Juist daardoor
j zij zich zelf verwoesten. De ge-
rcnschap moet veeleer een dulden
ll raseigenaardigheden toestaan, door
wederzijdsche uitwisseling en een
verstandige samenwerking de wegen
daartoe effenen."
De wensch van den schrijver is, dat
deze oorlog niet de geestelijke eenheid
der naties geheel versloren zal.
.Mogen de wegen zich openen tot
i nieuwe volksgemeenschap I Het
komt er niet zoozeer op aan, welke
politieke vormen ze te voorschijn roept,
noch hoe de grenzen op de nieuwe
landkaarten worden aangebracht.
„Zeker zal ieder volk een eigen toe
komst bezitten en zijn lucht, zijn licht,
zijn grond, zijn water en zijn stuk he
mel hebben. Maar van meer.beteekcnis
is het, dat het zijn ziel redt. De ziel
echter, de ziel der overwinnaars en der
wordt voor den duur
slechts gered in de eenheid
der ware cn der strict neutrale Kerk.
„Zij is de albeminnende en alrccht-
vaardige moeder der volkeren."
Vin Heivonnen Lerenskricbt.
Duizenden in den lande tooiden zich
Zondag met 't bloempje in bijna
alle steden en dorpen aangeboden ten
voordeele van 't fonds „Voor Herwon-
Levenskracbt" voor de verpleging
tuberculose-lijders onder de
Roomsch-Katholieke werkers, die bij 't
R. K. Vak-bureau zijn aangesloten.
Zij, die voor verpleging op kosten
in genoemd fonds in aanmerking ko
en. vinden in het Roomsche Sanato-
jm Dekkerswald bij Nijmegen opna-
e en zorgvuldige behandeling.
Juist vóór den bloemendag werd
door den Eerw. heer J. L. van Mule-
kom, rector van Dekkerswald nog eens
het kort uiteengezet waarom de
Roomsch Katholieke verpleging voor
Katholieke longlijders en lijders aan tu
berculose beslist noodzakelijk, althans
Laten wij eerst zeggen, aldus Rector
au Mulekom, wat wij onder Katho
lieke verpleging dienen te verstaan.
Katholieke verpleging, zooals wij die
hier bedoelen, is de verzorging in een
Sanatorium door Roomsch Katholieke
verpleegsters, met den voortdurenden
steun van den priester voor hel ziele-
Zulk een verpleging is voor den Ka
tholiek die in een Sanatorium wenscht
opgenomen te worden, op zijn minst
genomen verre te verkiezen boven een
verblijf in een neutreule inrichting
dien aard.
In deze laatste toch ontbreekt het
hem aan alles wat eene Roomsche
ziel vanzelf vraagt zoodra het lichaam
lijden is.
Het verstandig woord van den ge
neesheer, en de meest harteijke toe-
'ijding der verpleegster zijn vaak niet
staat om den tuberculoselijder leed
n verdriet te doen vergeten en te
doen plaats maken voor levens- en
lijdensmoed.
Maar de Katholieke godsdienst met
zijn troostkracht, zijn gebeden, H. Sa
cramenten en christelijke liefde vermag
dit wel.
Is het niet duidelijk dat daarom al
leen reeds een Katholiek longlijder niet
thuis hoort in een neutrale omgeving
Daarbij komt nog, dat het gevaar
>or zijn godsdienstige overtuiging in
in neutraal sanatorium lang niet
denkbeeldig is.
De onvergeeflijke ergernis die er niet
zelden heerscht door slechte of wufte
lectuur, door den dagelijkschen omgang
met andersdenkenden, zelfs ongeloovi-
gen, en dat maanden lang, moet op
den duur schadelijk zijn voor geloof
en zeden.
Niet hoog genoeg te waardeeren is
derhalve de oprichting van een Roomsch
Katholiek Sanatorium voor longlijders.
En den grootsten steun verdienen zij
die cr zoo onvermoeid naar streven,
ook hen, die niet bemiddeld zijn,
de gelegenheid te stellen opgeno-
n te worden in een Katholiek Sa
natorium.
Zulks toonden Zondag duizenden te
beseffen toen „Herwonnen Levens
kracht" een beroep deed op de mild
dadigheid.
De kleine bijdrage voor het bloempje
werd ook in dezen duren tijd niet ont
houden aan hen, die lijden aan de
vreeselijke ziekte de tuberculose
hen voor wien de opname in een
sanatorium de eenige hoop geeft op
genezing, en de opname in een Katho
lieke inrichting de eenigste waarborg
schenkt voor behoud van geloof en zeden.
De cijfers, welke hier en daar ge
noemd worden, stemmen tot groote
tevredenheid.
Zoo besomde Rotterdam ruim 5200
gulden.
In Amersfoort en omgeving bracht
en het door veler steun en sympa-
ie tot f850, zijnde pl.m. f230 meet
dan in 1914.
Binnenlandsche Berichten.
Interneering.
Generaal-majoor Loke, commandant
in het interneeringsdepot, belast met
het militair gezag in Harderwijk
Krmelo is om gezondheidsredenen e
>1 vanjzijn functie ontheven.
De geïnterneerde Belgische soldaten
het kamp Gaasterland. nu in ver
schillende bivakken verspreid, zullen
meer geconcentreerd worden in gio<
kampementen. De politie zal voor
zicht versterkt worden met mare
chaussees.
Vooruitgang.
De Rijksmiddelen hebben in de
maand Juni van dit jaarf 699,393.27
eer opgebracht dan in dezelfde maand
in het vorig jaar.
Groote werken.
De Rcgeeriog heeft den bouw voor
gesteld van een nieuwe aldis te IJraui-
den, waarvan de kosten op 14'/» mll-
lioen gulden worden geraamd, terwijl
do werken ten dienste der defensie op
6 millioen gulden, geschat worden.
Nieuwe spoorlijnen.
De opening der lijn Uithoorn—Nieu-
wersluis is vastgesteld op 1 October,
terwijl de opening der lijn Alphen
Uithoorn thans definitief bepaald is op
1 Augustus a.s. Deze lijn zal door de
H.IJ.S.M. worden geëxploiteerd. De
locaalspoor begint te Uithoorn in bet
daar bestaaande station en zal te Al
phen-Oudshoorn in het station van de
Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen aldaar eindigen.
Aan de lijn zijn gelegen; de halten
i stopplaatsen Blokland, Nieuwveen,
Zevenhoven, Nieuwkoop Zuideindschen
Weg, Aarlanderveen en Gouwsluis.
Engeland en Holland.
Tegen den Londenschen correspon
dent van den N. R. Ct. heeft de En-
gelsche minister Winston Cburchiil o.a.
gezegd
Niemand heeft het recht om Neder
land van zijn onzijdigheid een verwijt
te maken. Als onafhankelijke staat
zag het zijn belang daar en het bad
het volste recht om in overeenstem
ming ermee te handelen. En hebben
wij geen bewijs gegeven, dat wij dat
recht meenen te erkennen Op het
kritiekste oogenblik hebben wij het stipt
ontzien. Wij hebben zelfs niet gevraagd,
zelfs niet gezinspeeld op doortocht Dat
wij in het vervolg van den oorlog ons
tot eenigen aanslag op Nederland's on
zijdigheid zouden laten verleiden, is on
mogelijk, ondenkbaar. Wij gaan het
beginsel waarom wij strijden, niet zelf
vernielen, nadat we er zoo ontzettend
veel voor hebben opgeofiërd. Gij leunt
volkomen verzekerd van zijn, dat
wij er onder geen omstandigheden aan
zullen denken om op Nederland eenige
druk te oefenen, teneinde het zijn on
zijdigheid te doen verlaten.
Ik geloof wel dat de Hollanders goed
doen zich gereed te houden. Maar het
gevaar dreigt nimmer van onzen kant.
In elk geval zult gij begrijpen, dat
wij, die ons hebben opgeworpen als de
kampioen van een verdrukte kleine natie,
zonder ons zelf onmogelijk te maken
geen andere kleine natie in hare on
betwistbare rechten kunnen gaan kren
ken. En gij begrijpt ook, dat oa dezen
oorlog, wanneer wij hem tot een over
winning hebben gebracht en dat
zulten wij zeker de positie der
kleine staten sterker zal zijn dan ooit
te voren. De misdadiger, die zich aan
het kleine Belgie vergrepen heeft, zal
daar staan, na zijn tuchtiging, als een
afschrikkend voorbeeld. En wat gij nu
zegt, dat sommigen in Holland beducht
zijn, dat op het vredescongres, wan
neer de bondgenooten daar de lakens
25
FEUILLETON.
DE LIJFEIGENE.
irlsch-romantlacbe tafereel-
De kluizenaar scheen met die ver
klaringen genoegen te nemen, en
I de jongeling vervolgde
„Grijsaard, wij stellen volkomen ver
trouwen in u; red ons, indien gij kunt,
door ons te helpen om de vallei van
Suze te bereiken."
De kluizenaar dacht een oogenblik
na. Daarop zijn heldere en doordrin
gende oogen op Warderick vestigende,
vroeg hij hem„Kunt gij mij de na
men niet noemen van de ongelukkigen,
waarvan gij spreekt?"
„De een heet Hahriman en is de
zoon van Baldon, een dapper krijger,
die langen tijd streed onder de beve
len van Karei Martel; hij is vergezeld
van zijne vrouw, zijn dochter Lidwina
en zijn zoon Kedrik; de andere is ccne
eu'cle vrouw, de weduwe van Aldrad,
leude van Mello, met haren zoon Ant-
helmus. Ik ben een zoon van den lijf
eigene van Hahriman; mijn vader, moe
der en vijf broeders zijn hunne onge
lukkigen meester op zijne vlucht ge
volgd."
„Ik heb Baldon en Aldrad gekend."
xeide de grijsaard, „en met hen gestri
den onder dc banieren van den groo-
tcn Karei, liet zal mij een waar geluk
zijn hunne lamilic van dienst te kun-
n wezen. Ann gene zijde der Alpen
het lombardiesch gedeelte niet verre
n het dal van Suae slaat een vcrla-
i hut, waar gij op dc welwillendste
wijze zult ontvangen worden. 1 >c m
die haar bewoont, brengt zijn Ie
door met z'jncn naasten hulp te
lecnen, cn gij zult hem groot genoegen
verschaffen, door hem gastvrijheid tc
vragen."
„Maar hoe zal ik die hut vinden
„Laten uwe reisgezellen morgen och
tend vroegtijdig gereed zijn, dan zal ik
ii den noodigen bijstand verleencn. Re
ken op mij, dan zult gij de frankische
posten vermijden."
Vol vertrouwen in dc woorden van
den grijsaard verliet dc jongeling (jein,
na hem dc plaats aangewezen tc heb
ben, waar dc vluchtelingen zich ver
scholen hadden, en keerden vol hoop
cn vreugde lot hen terug. Hij werd in
zijne verwachting niet bedrogen. Den
volgenden morgen plaatste de kluize
naar zich aan het hoofd vnn de kara
vaan hij had op hoogen leeftijd de
krachten der jeugd behouden en kende
alle voetpaden der Alpengelukkig
bereikten dan ook de vluchtelingen na
twee dagen reizens de hut, waarvan
hij gesproken had. Het was een lande
lijke cn tamelijk groote woning, geschikt
verscheidene personen te herbergen.
Op een vooruitstekende rots gebouwd,
g.if zij liet uitzicht over de liefelijke
vlakten van Italië.
De man, aan wien de hut toebehoorde
en die haar een gedeelte van het jaar
bewoonde, ontving dc vluchtelingen
met dc meeste vriendelijkheid. Nauwe
lijks had de kluizenaar hem met hun
toestand bekend gemaakt, of hij zeide:
„Gij hebt hier niets tc vreezen; mijne
woning is niet gelegen aan den weg,
dien dc legers nemen; overigens wordt
de „Hut der Alpen" door iedereen ge
ëerbiedigd, omdat zij geen onderscheid
maakt tusschen vriend cn vijand, maar
beiden, als het noodig is, hulp verleent.
Hoe het ook zij, gij zijt tien gewapen
de mannen en kunt u tegen eene ta
melijk sterke macht verdedigen."
„Wij zijn hier," sprak Warderick,
„door uwe welwillende gastvrijheid vei
lig voor alle gevaar, inaar waar zullen
wij dc noodige levensmiddelen vinden?
Wij zijn 15 personen sterk."
„De boeren der vallei zullen, door
mij verwittigd, brood in overvloed bren
gen; nabij deze rots ontspringt liet hel
derste water. Overige spijzen zullen u
niet ontbreken, jongelingindien gij
lust voor de jacht hebt, zal het wild
uwe tafel voorzien."
Zeker van in hunne schuilplaats niet
verontrust te zullen worden, vestigden
de vluchtelingen er zich vol vreugde-
Den volgenden dag namen de vijf oud
ste zone.) van Dreban met den kluize
naar den tocht wederom aan naar het
land der franken. Zij hadden hunne
vrouwen en kinderen te midden hunner
vijanden gelaten en gingen die halen
om ze eveneens in veiligheid te brengen.
Vol van dankbaarheid voor de ge
hechtheid der lijfeigenen, wilde Anthel-
mus hen vergezellen en hun weder-
keerig dienst bewijzen, maarzij gedoog
den zulks niet. „Wij zijn sterk genoeg
voor de reis," zeiden zij, „en in tijd
van nood zal God ons bijstaan."
DE AFGROND.
Vóór de lijfeigenen in de hut op de
Alpen waren wedergekeerd, weerklonk
bet oorlogsgeschrceuw reeds tusschen
het gebergte. Twee legers verdrongen
zich op de tegenovergestelde hellingen
der Alpen. De worsteling tusschen de
l'ranken en Lombarden ging een aan
vang nemen.
Ziende dat de onderhandelingen niet
naar wcnsch slaagden, en l'epijn on
buigbaar bleef betrekkelijk de rechts
vraag, nam Astolfus moedig den strijd
aan. Hij riep de Lombarden te wapen,
vereenigde een talrijk leger, en op de
grootere getalsterkte zijner scharen ver
trouwende, bracht hij ze in de vallei
van Suze onder de hut der Alpen. Ver
volgens maakte hij zich gereed de berg-
engte door te trekken om het vijande
lijk leger op de grenzen zijns gebieds
staande te houden. Reeds beroemde
r zich op bij zijne hovelingen, dat
de Franken de schoone vlakten
Italië niet zouden aanschouwen, r
dc woeste afgronden in het gebergte
hunne graven worden zouden. Men kan
zich dus zijne verbazing voorstellen
toen hij op eens de voorhoede van
Pepijns leger boven zich op den top
der bergen zag. In weerwil van zijn
spoed waren de Franken hem voorge
komen, en van de kruinen, waar zij
legerden, beschouwden zij met gretig
heid dc rijke velden van het apennijn-
sche schiereiland, die zich voor hunne
oogen aan den voet der bergen
strekkten. De zonen van Karei Martel
hadden de voorhoede van hun legei
op de hoogten gebracht
achterhoede.
Nauwelijks had Astolfus echter door
zijne spionnen vernomen, dat het slechts
de voorhoede van Pepijns leger was,
die Item van den top der bergen be
spotte, of hij greep weder moed, en
daar hij het niet geraden achtte het
gros des legers af te wachten, dat door
de engten van den Mont-Cenis met
moeite voorttrok, besloot hij de voor
hoede aan te vallen en te vernietigen,
waarom hij zijne scharen beval de Kt
ken aan te vallen.
Maar Pepijns dappere krijgers wacht-
tot de Lombarden tot hen op
geklommen waren bij de eerste be
wegingen van Astolfus daalden zij moe
dig in de vallei neder om de worste
ling met den koning aan te vangen.
Over zulk eene vermetelheid verbaasd,
geloofde de koning zeker te zijn van
dc overwinning, en meende hij hen ge
makkelijk te zullen vernietigen, die hij
als waaghalzen beschouwde. In deze
gesteltenis gaf hij het teeken tot den
strijd. Doch weldra ontdekte hij, dat
hij niet te doen had met de verwijfde
volken van Italië, maai met mannen,
in den oorlog |gehard, van een bui
tengewone kracht, een ijzeren liet.aam
voorzien en die gewoon waren onder held
haftige opperhoofden te overwinnen.
En inderdaad, de frankiscbe voor-
hoede schikte zich in slagorde zonder
zich over het getal der vijanden onge
rust te tooncn. De dappere mannen,
gevormd in de school van den groo-
ten Karei Martel en zijn roemvollen
zoon, verlangden naar den strijdzij
hoopten zich als overwinnaars der Lom
barden aan den koning te zullen ver-
toonen en hem als het ware de sleu
tels van Italië in de handen te geven.