Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken. DE EEMBODE Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort Telefoon No. 314. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven door de Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzeggingvan abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal. Dinsdag 25 April 1916. No. 7. Dertigste Jaargang. AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren. Alle mededeelingen, ingezonden stukken en advertentiCn gelieve men in te zenden ten Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen. St. Ansfridus. II. Otto vertrouwt hem zijn leven toe, hij is overtuigd Ansfridus zal, zoo 't noodig is, het zijne voor zijn keizer geven. Driejaren bleef de keizer nog in Italië. Gedurende dien verwarden tijd bleek het, dat men zich te Kotne in Item had vctgist, dat hij in de gewichtigste zaken meer zijn hartstocht en eerzucht dan zijn geweten en godsdienstige beginse len raadpleegde. Otto wilde geen be schermer der Kerk zijn, maar zocht zich tot haar meester op te werpen en haar tol zijn dienares te verlagen, Door dc geschiedschrijvers wordt dit grootendecls aan zijn raadslieden toe geschreven, doch onder deze behoorde zeker de edele en godvruchtige Ansfridus niet, al wordt ook van hem vermeld, dat hij zich in de voort durende gunst van den keizer cu diens opvolgers mocht verheugen. In <*>5 keerde keizer Otto naar Duitschland terug. In dat zelfde jaar verliet Ansfridus het leger, om zelf het bestuur te aanvaarden over de lan den. hem door zijn vader nagelaten. Tot loon voor zijn dapperheid en tot dank voor de bewezen diensten werden die bezittingen nog door vor stelijke giften vermeerderd, zoodat hij terstond al* een der inachtigsten van zijn tijd optrad. Daarenboven door zijn huwelijk, dat hij ccnigen tijd later aanging met Helswinde, Gravin van .Strijcnin het layd van Gecrtruldehbcrg, kregen die bc/ittingcn nog grooteren omvang, waarlijk een koninklijk aanzien. Zijn gebied strekte zich int over het land van Arkcl waarin Gorcum ligt. over Heusden', Hommel, Tllicl, ('leef, omvatte belangrijke streken boven den Rijn bij Utrecht en beneden de Maas in N.-Brabam. Gedurende 25 jaren mochten zijne onderdanen dc vruchten smaken van zijn wijs en krachtig bestuur. Vele oorlogen bracht hij gelukkig ten einde schitterende zegepralen behaalde hij tot zegen van zijn volk. hij bezorgde rust en vrede en deed de welvaart herleven. I lij was streng voor dc vijanden der openbare rust. hardvochtig jegens de on rechtvaardige rechters, die het volk knevelden en vreeselijk tegen ile roo- vers, die destijds een groot gedeelte vnn Brabant onveilig maakten. Hij was een man van plicht, rechtvaardig boven alles, die zich noch door geschenken noch door vleierij van 't ware pad Het brengengodvruchtig in den hoogstcn graad, die tot verpoozing der wereld- sche zorgen zijn rust vond in de H. Schrift. Hooggeplaatste personen kwamen in moeilijkheden zijn raad in winnen, in geschillen zijn bemiddeling vragen. In de rijksvergaderingen werd eerst zijn gevoelen gevraagd en had hij gesproken, niemand zou hem tegen spreken. Bij gewichtige aangelegenheden werd zijn oordeel cn goedkeuring noodig ge oordeeld om tot een besluit te kunnen komen. Hoogst bescheiden sprak hij diepen ernst en toch schepte ieder er genoegen in hem tc hooren. Die hem naderden keerden voldaan terug en elk was ten zeerste met hem ingenomen. In den vcrtrouwelijken omgang leerde en zijn rechtschapen hart, zijn edel karakter het beste kennen. Doch niet alleen behartigde hij de tijdelijke belangen van zijn onderdanen, bij zorgde tevens voor nun geestelijk welzijn, en was daarom een milde wel doener voor dc Kerk cn hare geeste lijkheid, Aan de kerk van Beek o.a. schonk hij zijn landgoed Lommei met al de onderhoorigheden aan dc kerk van Luik zijn graafschap Thorit, welke giften nog door vele werden gevolgd zooals wij nog later zullen zien. Op het adelijk slot tc Dncl in den Boinmclerwaaid. waarvan in onze dagen nog ccnigc overblijfselen bestaan, hiel den Ansfridus en zijne cchtgcnootc Hils- winde gewoonlijk hun verblijf. Hun huwelijk was gezegend met een doch ter ÜcncdiciA genaamd. Met de teederste zorg werd dit pand hunner liefde in de Heercn opgevoed, zouden wij, hier in hun gods dienstig huiselijk leven een blik willen slaan, verhalen hoe zij met elkander ba den, met elkander vasttenelkander leer den, vermaanden cn ondersteunden c zij een hart cn ren ziel waren, zamen in dc kerk bij het H. Offer aan de tafel dc* Heercn. tc zamen dagen van vreugde cn in dagen van droefheid hoe zij dc weldoeners ior de armen, den steun voor den lijdende, de troost voor den zieke, hoe zij met elkander wedijverden in den lof van God. Doch de geschied schrijvers geven tuis geen gelegenheid. Alleen wordt verhaald, dat zij "a eeltige jaren in een gelukkig huwelijk tc hebben doorgebracht, gescheiden zijn dat hij den priesterlijken stand omhelsde, cn dal moeder cn dochter den sluier aannamen cn in cct) klooster gingen. Het is genoeg bekend, dat scheiding onder deze voorwaarden, volgens het Kcrkel.jk-Recht, den ge huwden is geoorloofd. De aanleiding tot dat ernstig besluit,, et onderling goedvinden genomen, oet gezocht worden in beider gods dienstig levenhet was de na tuurlijke vrucht van hun geloof en godsvrucht, het gevolg van den stren gen ernst, waarmede zij het mensche- lijk leven opvatten. Het was hun niet genoeg in de wereld naar Gods geboden te leven, zij wilden die gebo den volmaakt onderhouden, zich volko- tet 's Hccren wil vcreenigen, r zekeren weg volgen, die ten hemel leidt. Immers Ansfridus stond bij zijn tijd- genootcn in dc hoogste achtingals een toonbeeld van deugd cn ware godsvrucht, werd hij door ieder gepre- Zelfs was het in den omtrek de gewoonte, om als men iemands braaf heid wilde prijzen, hem zoo deugdzaam als Ansfridus tc noemen. Ook heeft niemand ooit ccn blaam op zijn leven durven werpen, dan alleen, dat bij voor zijn stand te stil en afgetrokken leefde, te veel zich met het gebed en de H. Schrift onledig hield, te eenvoudig was, en al zijn goederen aan kerken en andere godsdienstige instellingen weg schonk^ En dat is eer lof dan blaam. Wordt voortgezet. Paschen voor de pseudo- christenen. Krachtens oude traditie levert menig neutraal-liberaal blad met dc l'aasch z'n l'aaschartikcl. Men leest daarvanher- leving en opstanding, en van veel meer. Soms waagt de auteur 't zelfs den naam van Christus nog te noemen. Dezer dagen kwam me weer zoo'n stem- mings-artikel uit de neutrale zAne on Ik lees daar van dc motieven, waar om de auteur zooveel houdt van het vo.irjaar en van I'aschen. wellicht dc dichterhjkste, meest gedachten-wek kende onzer feestdagen. Ik lees verderwc zijn door wonde ren omgeven, maar we letten er niet meer op. Ik tracht dieper te dringen in de beteckenls zijner woorden. Ik kan niet dieper komen dan de herleving der natuur. Van ccn bovennatuurlijke herleving uit het geloof in de Verrij zenis van den mcnschgcworden cn voor on» gestorven Zoon Gods is niets zelfs geen ..streepje vuur" te bespeuren. Niet een ..airtje" hoort men zijn ziel Kan dat de belijdenis zijn van iemand, die in den Christus gelooft: "laar men schrijft die opstellen niet i zich zelf. wel voor dc lezers. Dus dl verondersteld, dat dc lezers dier bladen meer gesteld zijn op een schoon itukjc proza over de herleving der natuur, dan op een woord van diep gevoelden dank voor het wonder dat wereld heeft opgewekt uit dwa ling en zonde. Hoe kunnen sommigen t>ns nog len wijs maken, dat zij die met deze paasch-bcschouwingen het eens zijn. zich terecht „christenen" noemen. Wil men zich christen noemen, dan m< men op de eerste plaats gcloovcn de Verrijzenis van den Christus. Ge looft men hierin niet, dan is verder alle geloof „ijdel," nutteloos, cn behoeft men zich niet tc kleeden met een zoo genaamd christelijk gewaad, want dit in wezen dan huichelarij. Hierin zijn de socialisten vaak eerlijkei dan de liberalen en neutralen. B. Minister Posthuma. ds er één is, die in deze dagen harde woorden in outvangst heeft te nemen, dan is het wel minister l'osthuma. Maar er' zal wel geene Excellentie lit hel Binnenhof hebben betreden, die het zoo verdiende. er weken zitten we zonder witte brood. 't Is ons sober, maar duidelijk gezegd. En juist die brutaliteit stemt het Ncderlandschc volk bitter, doet het ontwaken uit den zoeten droom der onbezorgdheid, doet het op een schrikkelijke wijze beseffen, dat Holland niet slapen mag, zoolang er zoo'n waker is. Wij zijn niet de ccnigen, die er zoo over denken. In de „Nieuwe Amster dammer" trok de Hoofdredacteur tegen Z.Exc. vnn leer op een wijze die goed doet, waarom wij bij uitzonderit g uit blad willen citecren ,N'u is het natuurlijk het ergste niet, in plaats van twee soorten brood, i soort uitsluitend verstrekt wordt. al is deze uitsluiting voor dc volks voeding hygiënisch niet geheel zonder bedenking,«waar ernstig achten «ij het. dat wij aan een minister blijven overgeleverd, die door dergelijke hals over kop genomen maatregelen moet trachten tc ontsnappen aan de gevolgen zijn eigen fouten, die voor ons land, al* het er niet aan ontsnap; Goed, zal men zeggen, maar deze minister zal, nu hij dezen moeilijken i.aatregel van het vrille brood-verbod moest nemen, toch wel redenen daar- >or opgeven In het officieel regeeringscommuniqué doet l'osthuma er een beroep op, dat de kwaliteit van den Amerikaan- schen Tarwe-oogst 1915 de tarwe slecht bcwaarbaar maakte en dat 2o. op scheepsruimte niet te rekenen valt in dezen tijd. De heer l'otlhuma heeft, evenals dc heer Bosboom, de gewoonte om voor de Kamers en voor het Ne- derlandsche Vollf allerlei kinderlijke argumentatie als voldoend tc beschou wen. Immers zijn ééne argument, dat de Amcnkaansche tarwe slecht bewaar- zou reeds uit zichzelf geleid hebben tot de conclusie, dat dan een aankoop van Amcrikaansch meel (het welk zich zeer goed „houdt") wensche- lijk ware geweest. Hoe allerwensche- IHkst moest echter zulk een aankoop Amerikaansch meel den minister voorkomen in het licht van zijn eigen argument, het argument, dat op scheeps ruimte thans bezwaarlijk kan worden gerekendToen had Posthuma tot zich zelf moeten zeggen op scheeps ruimte is allicht steeds moeilijker te rekeoeo, welnu, waar de tarwe niet goed bewaarbaar is, koop ik dus alvast veel meel. Niet alleen heeft oadanks adviezen, krantenartikelen en requesten de mi- bij zijn niet bcwaarbarc tarwe volhard, neen, hij heeft, zich verdedi gend met allerlei kleine middelen, ein delijk toegestemd in meel-aankoopen, die vergeleken bij hetgeen in normale tijden door particulieren binnen Neder land werd gebracht, in het niet zinken II Van deze dingen is de Tweede Kamer op de hoogte. Sedert den herfst van het vorige jaar hadden haar leden officieel daarvan kennis genomen door een helder request van Gerhard Polak uit Amsterdam. Maar wilt deert nog onze Tweede Kamerleden Hebben zij niet eind 1915 Schapers beschuldi ging, dat er Kamerleden waren, die hebben geknoeid met consenten koeien gesmokkeld naar Oostenrijk, koper naar België, met een eenvoudig stilzwijgen beantwoord, liet festijn des levens voortzettend Niemand heeft geantwoord, en de beschuldiging is teruggenomen. Vroeger konden dergelijke beschuldigingen zonder pro test alleen in een dievenkroeg geuit lachend aangehoord worden. Nu gebeurt dit in de openbare zitting der Staten-Generaal. het wonder dal. bij zoo gering verantwoordelijkheidsgevoel, voor deze heercn Posthuma onschendbaar is, even als Bosboom De heeren van het Par lement, die op geen requesten meer letten, verlustigen zich in een soort its-gcbabbel dat dc natie buiten gemeen begint te ergeren. Terwijl deze heeren in den Haag zich onledig hou- met politiek gekibbel, staatj een ais Posthuma met zijn groenten, varkens, en zijn gra^n-po.V.ek nog .•eeds aan het hoof van de vcediogs- middclen-defensie van Nederland, staat een Bosboom, die de personificatie is e-militairisme-met-raap- olielichtjes, aan het hoofd. bittere plicht deze dingen te schrijven. Moge de uitwerking ervan zijn dat, nu Posthuma's graanpolitiek eigenlijk ir ieder duidelijk als onvoldoende kijk staat, eene reactie plaats heb- be, hoe \lan ook. De heer Gerhard Polak heeft eer dan een half jaar geleden de al armklok geluid. Tegen zijn artikels die aantoonden, hoe de Regeering zich zelf geheel afhankelijk had gemaakt van een groep in Rotterdam die zoowel Regeeringsadviseur is als eenig inkoo- :n ongecontroleerd distribuant, welker tientallen millioenen-gestie het Rijksgraanbureau tot einde 1915 ekenschap weigerde (1), kwamen als eenig antwoord een viertal zelfs sen leek belachelijke stukken i: Alg. Handelsblad. Zij waren het oi van een vriend des Ministers. Deze heer, Tweede Kamerlid voor Hoom, begon cijfers en gegevens te publicee- ren, die voor een ander niet toeganke lijk waren geweestWij roeren maar aan den bedenkelijken indruk zulke bewapening van een ministerieel met balanscijfers, welke geantwoord, dat hij geen gelegenheid had deze cijfers te bestudecren... De verwarring is volkomen I Zooals het toegaat in een Militair Hospitaal gaat het toe bij de Regeering: het bulkt in de fouten, maar het is het sys- dat niet deugt, het is de leiding in andere handen moet worden gegeven. Uit het Buitenland. Van den Oorlog. Russische troepen in Frankrijk. De Russische troepen, die thans in Frankrijk zijn geland, waren oorspron kelijk voor Saloniki bestemd. Rusland had besloten tot een strafexpeditie tegen Bulgarije en daar het niet raad zaam bleek die door Roemenië of over de Zwarte Zee tc vervoeren, ging de xpedilie via Wladiwostok. Intusschen varen te Saloniki genoeg troepen saamgetrokken, ten eerste als een ge volg van de ontruiming der' Darda- nellen en ten tweede tengevolge van reorganisatie van het Servische leger, zoodat met het oog op het Duitsche offensief bij Verdun, besloten werd de troepen naar Frankrijk te brengen. Veldmaarschalk von der Goltz. Veldmaarschalk von der Goltz stierf i een ziekte van 10 dagen, in het hoofdkwartier van zijn Turksch leger in viektyphus. Gassen. Men meldt dat de Duitschers, wan neer zij beschoten worden met bom men, die stikgassen bevatten, onmid dellijk ballons, die een ander gas bevatten, tot ontploffing brengen, waardoor de uitwerking van het eer9te te niet wordt gedaan. Ook gebruiken de Duitschers dubbele en driedubbele machinegeweren, die door één enkelen soldaat kunnen worden bediend. Amersfoortsch Nieuws. overige Nederland had onthouden. Maar goed, de heer Polak baseert zich op deze artikelen en constateert „een lek in 7 millioen" 111 Men ziet het, gelooft het, en zwijgt eenvoudig. Dan maakt hij, in het adres aan de Tweede Kamer stuk voor stuk zeei aannemelijka. dat de vertegenwoor digers der Regecring dagelijks in New- York tarwe kochten tot prijzen, waar- betere kwaliteit voor eenieder te koop wasb. dat de prijzen, door Engeland betaald en door het Rijks- graanbuii.au ter vergelijking met den Ned. inkoopsprijs vermeld, pour be- soin de la cause hooger op gegeven zijn dan zij werkelijk waren, waartegen hij de juiste cijfers stelt, onder inzen ding van zijn bronnen aan de Griffie der Tweede Kamer. heeft op dit alles enkel Witbrood. De Burgemeester maakt bekend.dat kaarten voor het verkrijgen van wit brood, onder overlegging van een ge neeskundige verklaring, waaruit blijkt, dat een persoon geen bruinbrood kan verdragen, verkrijgbaar zijn aan het ge bouw van den Keuringsdienst aan de Appelmarkt. Velling. Door not. Knoppers werden geveild: Hecrenhuis met tuin Westsingel no. 2.60 Are. J. v. Ophoven, f7960. Winkelhuis met heerenhuis daarnaast, i een koetshuis met bovenwoning aan den Westsingel, bij de Varkensmarkt, 2.55.Are. F. F. Spiekermann f13,160. Heerenhuis met tuin aan den Klei- :n Koppel no. 2, 2.63 Are. J. Ruitenberg f3900. Bouwterrein Schimmelpenninckstraat, 5.03 Are. F. van Ditzhuizen f 1080. Pakhuis Bolderstraat, 56 c.A. N. Ei- 3 FEUILLETON. De balling. Dc atmosfeer was warm een van bloemen, die in smaak glazen geplaatst waren kwam hem te gemoetzachte tapijten bedekten den vloer, en waar het oog op rondzag, overal ontmoette het weelde en goe den smaak. De meesteres des huizes zat in bruin fluweelen armstoel. Zij was slank van gestalte cn bevallig van gelaat, doch de trekken van Amanda Schuselk- wa droegen de onmiskenbaren stempel van die vrtcselijkc kwaal, die als een kanker aan het zielsleven knaagt, icr- wijl het uiterlijk zijne schijnbare schoon heid behoudt. „Zijt gij daar eindelijk, Michael zcide zij inct cenc welluidende ster.., „gij hebt mij vandaag zeer lang alleen gelaten, en ik gevoel mij zoo zwak." „Vergeef het mij, lieve," ant woorddc dc graaf, „het was buitel mijne schuld; bezigheden hielden mij „Ik heb u laten roepen, Michael, omdat ik u een verzoek te doen heb een belangrijk verzoek, Michael iW wensch mijn jongen, die nog bij zijne tante is, weder bij mij tc hebben. Ik had het verlangen der markiezin niet moeten inwilligen, cn zal niet tevreden lijn voor hij weder gezond en w( mijne armen rust." „Lafont zal naar de stad rijden, als het verlangt," hervatte dc graaf; maar wilt gij niet liever tot morgen wachten r lk vrees van nacht voor „Deze zelfde gedachte vervult net angst; ik weet niet hoe het komt, maar ik gevoel mij buitenge woon angstig. Doch Michael, ik smeek niet Lafont naar Orleans tc zenden is geen beier ruiter dan gijzelfmijn kind zal nergens veiliger zijn dan in uwe armen. Ik verzoek u zelf naar de stad te rijden en mij Alexis terug te brengen." „Amanda I" De blanke hand der gravin trok haar echtgenoot tot zich. „Doe mij dat genoegen, Michael, i ik zal gerust zijn. Ik heb straks :n weinig geslapen en een vreeselij- ken droom gehad. Ik kan dien droom alleen vergeten, als ik mijn kind derzie." Zonder haar echtgenoot tijd tot woorden te geven, vervolgde zij r cn meer opgewonden - „Ik droomde dat ik onzen Alexis in de armen zag van den man, naam ik niet zonder huiveren noemen kan. Hij had hem voor zich op een zwart paard, en reed met hem in een stikdonkeren nacht. Op de licht ge kleurde klcedercn van het kind zag ik sporen van bided,... Michael, wiens bloed was dat Bevende zweeg zij stil en hield haar zakdoek voor haar mondtoen zij dien weder wegnam, was er een roode vlek op zichtbaar. Schuselkwa verbleektede inhoud tn den brief, dien hij van den ge neesheer ontvangen had, schoot hem binnen. „Ik zal mijn paard terstond laten zadelen," zeide hij, opstaande. „Binnen weinige uren zult gij uw zoon onihel- „Gij zijt goed cn hartelijk als al tijd," zeide dc gravin met llefdevollen blik. „God zegcue u, beste man, behoede u voor elk onheil I" n. De herfstwind huilde over woud veld. De boomen sidderen en beven cn buigen het hoofd voor den gewel denaar. De vogels verschuilen zich voor rammelende hagelsteenen, de dieren uit het bosch zoeken hunne holen op, en de rivier, die daar straks zoo kalm en rustig voortstroomde, bruischt, en schuimt nu buiten hare oevers, Aldus raast de storm over het woud, dat door een niet zeer breeden weg doorsneden wordt, die den afstand •an zulk tusschcn het kastel Ormoud en Orleans aanmerkelijk verkort. Niets wordt gehoord als het gehuil m den wind en het bruisen gezwollen stroom. Nergens ee van eenig menschelijk leven zich ook aan de hevigheid een orkaan blootstellen Eensklaps mecnen wij het geluid voetstappen te hooren. Een man weegt zich voorzichtig tusschen het kreupelhout. Een breedgerande hoed rrbergt zijne trekken, een wijde rnan- 1 van donkere stof omgeeft zijne leden, en de glinsterende loop van een pis tool wordt even zichtbaar, wanneet de wind de plooien van zijn mantel omhoog jaagt. „Verschrikkelijk weder I" mompelt de nachtelijke zwerver, „het schijnt op zettelijk voor mooi cl en wraak gemaakt te zijn. Nu zet ik het u betaald meester Lafont, dat ik door uwe schuld als een hond ben weggejaagd al hel leed dat ik om u heb uitgestaan, al de uren, die ik in duisternis cn storm heb moeten wachten, zal ik u betaald zetten. Kijk goed uit uwe oogen, dappere ruiter, want gij zult nimmer naar het kasteel terugkeeren I" En zijn wapen in de hand nemende verschool hij zich achter een der eeu wenoude eikctiboomen, wiens stam zelfs op klaarlichten dag gemakkelijk een mensch kon verbergen, Itoeveel te meer dezen stikdonkeren nacht. Gelijk een tijger, die zijn prooi be loert, stond hij daar, terwijl zijne oogen van hclsche woede fonkelden. Rondom woedde de ontzettende strijd der ele menten, en in hun midden stond een menschelijk hart, dat door den blinden hartstocht der wraak met moorddadige plannen vervuld was. Daar woidt op eenigen afstand ge rucht gehoordecu man op een moe dig ros gezeten, rijdt door het woud. Zijn zware met bont gevoerde overjas is tot de kin dichtgeknoopt, zijn hoed is diep in zijn voorhoofd gedrukt, voor zich houdt hij iets, dat in mantel van bont gewikkeld is, en n op een baal koopwaren dan op menschelijk wezen gelijkt; en toch kwant uit dat omhulsel vati bont het ivaliig gelaat van een kind schijn, dat met vreesachtige blikken het rond staarde. „Kom, vos, stap wat aa pelde de ruiter op aanmoedigenden toonen het begrijpelijke dier versnel de zijn stap. „Wat zal Amanda in angst zitten," vervolgde hij bij zich zeiven doch weldra zal ik weder bij haar zijn, en hare dankbare blikken zullen mij voor mijn nachtclijken tocht beloonen spoedig zal...." Een wit licht (likkerde eensklaps tusschen de struiken het gekletter van den kogel verdoofde het geluid van den knalmaar het schot had doel getroffen, en eene stem, die boven het gehuil van wind en kogel en het brul- schen van den stroom kon worden uitgehoord, roep op vertwijfelenden toon „Ik ben gewond I De goede God sta mij bij 1 Toen wankelde de slanke figuur in dén zadelhij viel op den grond, ter wijl zijn arm het kind nog steeds om klemd hield, en het verschrikte paard dollen ren verder het bosch in holde. Er volgde een diepe stilte. Het ge raas der elementen zweeg vooreenige oogenblikken, alsof zij huiverden van afschuw over de misdaad, die als het ware onder hunne bescherming volbracht was. De moordenaar kwam langzaam tc voorschijn. „Laat mij uw valsch aangezicht nog eenmaal zien, zeide hij, „en dan weg met u in de rivier. Gij zult ver dwijnen zonder een spoor achter te laten, en ik alleen zal weten wat er van u geworden is." Hij haalde een dievenlantaarn uit zijn borstzak te voorschijn, en zich over den vermoorden man heen bukkende, Liet hij een lichtstraal op diens gelaat vallen. Met een kreet van ontzetting sprong hij achteruithet vuur van den hartstocht, dat hij tot dusverre zijne wangen had rood gekleurd, werd nu gevolgd door de bleekheid van een doodc. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1916 | | pagina 1