ÉSS
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven
door de Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 9 Mei 1916. No. 11. Dertigste Jaargang.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels vijftig cent, Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent- in rekening gebracht.
Billijke tarieven bij geregld adverteeren. Alle inededeelingen,
ingezonden stukken en advertentiën gelieve men in te zenden ten
Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13,
Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Onze candidaten voor de
Provinciale Staten.
District Amersfoort,
waartoe behooren de gemeenten
Amersfoort, Baarn, Eemnes, Soest,
Leusden, Bunschoten, Hoogland,
Stoutenburg, Renswoude.
Stemdag: DONDERDAG 15 JUNI.
K. VAN DER BURG.
A. J. BICKER CAARTEN.
W. VAN KLOOSTER.
H. KROES.
St. Ansfridus.
V.
Dc aankomst van den Aarts
bisschop van Keulen, die zelf de
de plechtigheid zal verrichten, van dc
twee Bisschoppen, wellicht van Mun
ster en Luik, die den metropolitan
zullen assistcercn, van den aartsdiaken
en de kapillcllieeren van Utrecht, van de
vele andere hooggeplaatste personen,
die aan deze plechtigheid luister wen-
schen bij te zetten, werd dan ook door
de inwoners ter nauwernood opgemerkt.
liet is Zondagmorgen, te negen ure
toen de plechtigheid een aanvang nam.
Ook de keizer met zijn hofstoet is
daarbij tegenwoordig. Voor dat de H.
wijding zal beginnen, gaat Ansfridus
naar hel zijaltaar, aan de H. Maagd
gewijd. Hij heeft het zwaard, dat hij
vroeger met eer had gedragen en waar
mede hij zoo dikwijls glorie en roem
had verworven, in dc hand. Hij legt
het op het altaar neder, zeggend ..tot
heden heb ik met dit wapen aardsche
eer gewonnen cn de vijanden der ar
men van Christus cn Her weduwen
verjaagd, doch voortaan beveel ik mij
aan U, o Koningin, cn hoop door Uwe
voorspraak de noodige deugden «c ver
krijgen." Dit deed hij, zoo verhaalt
ons zijn geschiedschrijver, met tranen
ill de oogen, terwijl al de aanwezigen
juichten cn diep waren getroffen.
Als hij daarna niet krachtige stem
den eed had afgelegd „volgens de zede
zijner voorgangers altijd trouw en ge
hoorzaam te zullen wezen aan de H.
Roomsche Kerk en aan de kerk van
Keulen" begon de aartsbisschop de H.
Mis waaronder hem, met de gebruike
lijke plechtigheden, de H. wijding werd
toegediend. Ansfridus was diep geroerd,
hij dacht niet aan dc ccr der liooge
waardigheid, waarmede hij werd be
kleed, maar alleen aan den last, welke
op zijne schouders werd gelegddoch
zelden werd bij het einde, met grooter
geestdrift de lofzang „Te Deum" ge
zongen, om God te danken, zelden met
meer eerbied neergeknield om den eer
sten bisschoppelijken zegen te ontvangen
Weinige dagen later deed Ansfridus,
als 18de Bisschop van Utrecht „zijne
blijde inkomst" in de stad. Al had die
niet met dien schitterenden luister plaats
welke in latere jaren soms aan den
dag werd gelegd, al viel hem zulk een
triomftocht niet ten deel gelijk aan
sommigen zijner opvolgers, er was
toch buitengewone vreugde onder het
volk de lucht weergalmde van 't klok
gelui cn de St. Maarten had een fees
telijk aanzien. Een ontelbare juichende
menigte stroomde van alle kanten bij
den Dom te zamen, om den nieuwen
Bisschop te ontvangen en te begroe
ten cn toen hij, onder orgelspel en
lofliederen den tempel binnentrad, om
bezit te nemen van zijn zetel, klonken
duizend stemmen Dominus conserve!
euni et vivificct cuin „de Heere be
ware hent cn doe hem leven." Dit was
hun aller wensch, hun vurige bede.
Het Bisdom Utrecht gevoelde zich
gelukkig met zijnen nieuwen Bisschop
en daar was alle reden voor. Immers
hij had in vroegere dagen onverschrok
ken moed en dapperheid getoond, wie
zou beter dan hij, de geslagen wonden
hcclcn rust en vréc herstellenHij
stond als deugdzaam cn vroom bekend,
met grond kon men vau hem verwach
ten, dat hij ijverig zou zijn in bet be
sturen der hem toevertrouwden, in liet
toedienen der 11. Sacramenten. Hij was
rijk aan aardsche goederen, wie twij-1
fcldc er aan of hij zou die besteden t
tot versiering van kerken en altaren,
tot luister van den godsdienst. Bij zij
ne H. Zalving had hij beloofd „zich
aan de goddelijke zaken te zullen wij
den en zich vrij tc houden van de
aardsche nietigheden, bet volk te zul
len onderwijzen cn vriendelijk cn barm
hartig te zijn jegeus dc armen," dat
woord zou hij niet breken, maar vol
gens plicht stipt volbrengen.
En waarlijk in die verwachting werd
men niet teleurgesteld. De schoonste ge
tuigenissen leggen de geschiedschrijvers,
zoowel de oudere als de nieuwen van
hem af. De een, om mij slechts bij
enkelen tc bepalen, noemt hem een
uitmuntend kerkvoogd, die in hooge
mate de liefde van zijn volk won. Een
ander zegtdat hij* een der voortrcf-
fclijkstcn onder de Bisschoppen van
Utrecht was, wien tijdgenooten en na
geslacht niet ten onrechte als een hei
lige vereeren. Een derde noemt hem
een der schitterendste figuren, die ooit
de geschiedenis van dit landschap ver
sierd hebben, een der uitstekendste man
van zijn tijd. En ar moeten wij
ia lien en met hen betreuren dat
dit slechts algemeene lofspraken zijn,
wij worden toch daardoor wel over
tuigd, dat hij met krachtige hand hot
werk zijner voorgangers heeft vt
gezet; dat hij een zelfde liefde,
gelijken ijver als zij, heeft aan den dag
gelegd, en ten allen tijde hun voor
beeld heeft gevolgd en een voorbeeld
anderen is geworden.
Wordt voortgezet.
Wat volgen gaat!
Nog veel te weinig wordt nagedacht
over de gevolgen, die na het her
stel van den vrede, uit deD doorleef
den oorlogstoestand zullen vt
zegt De Standaard.
Toch zullen die naweeCn
bedenkelijk karakter dragen.
Niet aanstonds in het voorjaar, als
in het najaar de vrede gesloten zal zijn,
maar na afloop van de eerste gisting,
die vanzelf onmiddelij!. uit hel ophou
den van oorlog zal voortvloeien. Laat
het desnoods nog twee jaar na het
herstel van den vrede mecloopen, maar
dan zal naar waarschijnlijkheid, de cri
sis voor de deur staan.
Gelijk het nu toegaat,"is financieel
't hek van den dam. We zwemmen in
de millioenen en hoe hoog ook
telkens weer de tekorten klimmem, cr
kan altoos weer geleend, en om die
lecning te dekken, verhoogt men dood
eenvoudig de som die uit de belastingen
Waar in de Staten-Generaal gemeen
lijk tot over een luttele h^lve ton let
terlijk gebakkeleid wordt, gaan thans
aanvragen van vier,vijf milliocn er
grif door.
En blijkt dan al| spoedig, dat 't leven
in dezen tijd voor den arbeider niet
alleen maar ook voor den kleinen bur
ger tc duur gaat worden, zoodat zelfs
de zuinigste huishoudster niet meer
rond komt, welnu, dan daagt cr uit
alle hoeken steun en hulp. Vooral
„duurtetoeslag" is de geliefkoosde term
geworden.
Zoolang nu de oorlog aanhoud, loopt
dat wel. Immers het is nu eenmaal
n abnormale toestand.
Maar natuurlijk moet. zoo als de
vrede weer wordt ingeluid, schier op
staanden voet dat abnormale weer in
het normale worden omgezet.
Alle „Steuncomité" valt den weg. Van
duuitctocslag is dan geen sprake meer.
Met den oorlogstoestp.id is het dan uit.
En dan komen de nawredn.
Onze staatsschuld staat dan in 't
Zenith. Rente en aflossing zullen kolos-
lomnien blijven vorderen. De
grootere gemeenten zijn dan boven
haar kerf gegaan, cn moeten allerlei
tekorten inhaleo. De prijzen der pro
ducten zullen dalen. En niet alleen de
Gemeenten cn het Rijk, maar -[althans
niet rijke kringen, ookdegezins-
finantidn, zullen geheel in de war zijn
geraakt. En de vraagWie zal dat
betalen zal ons letterlijk gaan'martelen.
Handel, scheepvaart en nijverheid
zullen dan wel weer opleven, maar
n de lasten zal niets afgaan eer
llen ze nog stijgen.
En wat niet minder zorg zal baren,
het niet te loochenen feit, dat onze
defensie hier en in de (Tost, opnieuw
schatten za' vorderen.
Na Napoleons val volgden er ook
ons land zoo armelijke dagen.
Thans zal 't weinig beter loopen.
Zoo niet nog erger
Heeft niet ieder individu in onze mo
derne samenleving zijn recht, dat hij
ten allen tijde kan laten gelden
Wij leven in een tijd van sociale
broederschap, en wij zijn elkanders
naasten minder dan ooit.
De rechten en plichten van patroon
en ondergeschikten zijn onder den zegen
der sociale wetgeving bij wetten be
schreven en geregeld, patroon en ar
beider staan tegenover elkander ge
bonden bij arbeidscontract, en zelfs de
positie van de dienstbode dievroeger,
in zulk een patriarchale verhouding
tot.de familie stond, is bij de wet
verzekerd.
De patroon is verzekerd tegen" de
willekeur van zijn ondergeschikten, de
arbeider is geassureerd tegen ziekte,
ongevallen, invaliditeit, tegen ouderdom
en'dood.
Door wetten beschermd, slaan de
verschillende individuen in onze samen
leving tegenover elkaar, ma?r de men-
schen zijn in broederschap niet nader
tot elkaar gekomen.
De wettelijke regeling heeft de zede
lijke verplichting verdrongen.
Wederkeering gevoelt men zich quite.
De „sociale bemoeiing" heeft 't
is door een Groninger hoogleeraar zoo
juist gezegd de christelijke naasten
liefde ongeveer op zij gezet.
Is de wereld er gelukkiger door ge
worden, en de mensch meer tevreden
Is te prijzen een tijd, wa irin het ver
stand den regel van leven voorschijft,
maar het hart niet meer heeft mee te
Niet ijdel reeds klaagde de klassieke
koning Creon in Sophocles' „Antigone"
„Ik vrees, dat men in plaats van
goddelijke wetten
Niet straffeloos 'n menschelijk
gebod mocht zetten 1"
Semper Idem.
Vooruitgang
We leven welhaast in een tijd
sociale rechtvaardigheid, van denu
tischcn gemeenschapszin
De i maatschappelijke rangen
standen zijn zoo goed als genivelleerd.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Aan het Westfront.
't Blijft voor de Duitschers nog al
tijd een probeerenjom door te breken.
Bij Verdun lukt 't niet, nu zullen ze
wellicht wat verderop den Engelsch-
aanpakken. Zij kunnen misschien
afwachten, zooals de anderen doen,
omdat zij door zorgen gedrongen, aan
vallers moeten zijn en dus koste wat
einde aan den oorlog willen
maken, door hun onwillige tegenstan
ders het vuur zóó na aan de- schenen
leggen, dat ook deze geen andere
uitkomstjzien, dan maar vrede te sluiten.
Dat deze dit nog niet willen en in
de toekomst op de overwinning blij
ven hopen, bewijst wel de besliste en
herhaalde weigering om de zaak in
der minne te schikken, voordat Duitsch-
land vernietigd is bewijst ook het feit
dat Engeland de algemeene dienst
plicht omhelst.
Verdun waren "de Franschcn de
i het
Op den oostelijken Maasoever'namen
zij 500 M. loopgraaf. Al deze voor
deden hebben zij behouden en uitge
breid. Veel terrein, dat de Duitschers
ten koste van zware verliezen en van
groote inspanning na wekenlangen strijd,
voet voor voet vermeesterden, ging
binnen enkele dagen bij horderden
tegelijk verloren. Geen wonder,
dat dit succes bij de Franschen blijde
verwachtingen wekt.
Tegenover de Engelsche linie aan
het Westfront hebben de Duitschers
totaal 800.000 man en 3000 vuur
monden opgehoopt.
Russische transporten komen gere
geld de gedunde Fransche corpsen
versterken.
Ter zee.
Vier Italiaansche torpedo-jagers in
de Adrialische Zee merkten tien Oos-
tenrijksche torpedobooten en vervolgde
deze. De Oostenrijkers vluchtten toen
zij begrepen, dat zij ontdekt waren.
De Italiaansche torpedojagers [zette
hun vervolging voort tot 20 mijlen
van Pola. Zij beschoten voortdurend
de Oostenrijkscbe schepen en gaven de
jacht slechts op, toen grooter schepen
uit Pola vertrokken om de vervolgden
te helpen.
De Oostenrijksche watervliegtuigen
beproefden vergeefs bommen te wer
pen op de Italiaansche torpedojagers.
Vijf .Oostenrijksche vliegers wierpen
bommen op Brindisi. De schade is on-
beteekend. Het meest getroffen ge
bet hospifaal, waar de boot
zieken dooden en er vijf ver
wondden.
In Rusland.
Het Duitsche front in Rusland, dat
een breedte vari ruim 600 K.M. be
slaat, wordt ingenomen door 1.2GC.C00
larvan 800.000 combattanten,
gemiddeld 1300 strijders per
1000 Meter, hetgeen een betrekkelijk
slechts zwakke bezetting is, aangezien
verband met de aanwezigheid van
- en sector-reserves deze manschap
pen slechts voor de helft in eerstef
linie staan.
De Zeppelins.
Met hun 'Zeppelin-wapen zijn de
Duitschers de laatste tijden bijzonder
onfortuinlijk. Na het bij Stavanger ver
loren gegane luchtschip, heeft een En
gelsche kruiservloot bij de Sleeswijk-
sche kust een Zeppelin neer gescho-
i, terwijl het afweergeschut te Salo-
niki ook daar een eind maakte aan het
bestaan van een der moderne lucht-
Nieuwe hulp.
Het Engelsche ministerie van Oor
log deelt mede, dat Australische en
Nieuw-Zeelandsche troepen in Frank
rijk zijn aangekomen en een deel van
het fropt hebben overgenomen.
Duitschland en Amerika.
Duitschland verklaarde in zijn ant
woord aan Amerika, dat de duikboo-
ten de regelen van het volkenrecht in
acht zullen nemen, wanneer ook En
geland zich aan deze regelen zal hou-
FEUILLETON.
De balling.
„Ja," zeide hij zacht, „herinner-
mij niet aan.... De jonge Lafont heeft
een edel karakterdoch gij staat tc
hoog in stand. Wat zou het Hof, wat
zou de keizerin zeggen
„Catharina heeft een edele inborst;
ik zou mijn geheel hart voor haar, als
voor eene moeder, uitstorten....1'
Op dit oogenblik werd de deur
salon geopend, en de kamerdienaar
annonceerde luitenant Lafont. Een blos
overtoog Feodora's gelaat toen haar
vader den bezoeker verwelkomde.
Hij groette den prins en zijne doch
ter hoffelijk en met eerbied.
„Gij komt of gij geroepen zijt," be
gon de prins, „wij spraken jui^t over
u. Feodora wenscht, dat gij dc eerstt
zult zijn, die het nieuws zult vernemen.'
„Prinses Feodora is wel goed,'
zeide hij met eene buiging, „cn voor
„De keizerin wil Feodora uithuwen,
en Itccft graaf Paninsky tot haar echt
genoot gekozen."
De doodelijke bleekheid van
jonkman en de verandering, die
zijn gelaat plaats greep, lieten den
prins geen twijfel dat Feodora goed
geraden had,
„Dat is inderdaad verrassend nii
zeide de luitenant stamelend,
heel onverwacht."
Hij drukte zijne hand tegen zijne
borst, als wilde hij het hevig kloppen
van zijn hart bedwingen. De
scheen niet te letten op hetgeei
jonkmans hart en houding plaats
d én vervolgde
,,Ik zou gaarne uw gevoelen
Paninsky vernemen, want dewijl hij
u in hetzelfde regiment dient,
gij hem goed kennenwilt gij
goed zijn mij even naar mijn
kabinet te volgen
„Vergun mij, mij te verwijderen,
lieve papa," zeide Feodora, „het is
het uur, waarop ik gewoon ben den
hofmeester eenige huishoudelijke be
velen te geven."
Zij drukte een kus -op baars vaders
hand, en met .een viiendelijken glim
lach afscheid van Alexis nemende,
verliet zij het salon.
De beide mannen bleven alleen.
Alexis verbrak Jiet eerst het stilzwij
gen. Hij naderde den prins en zeide
met bevende stem
„Gij wenscht miine opinie
jongen graaf Paninsky te vernemen.
Weet dan, dat, al zou de keizerin, die
hem, deels om zijne familie en deels
om zijn persoon, bescherm*, hooren
wat ik zeg, en al zou het mij mijne
1 positie, neen, mijn leven mo
i, ik alles met vreugde zou ten offer
brengen, indien ik daardoor prinses
Feodora slechts kon bewaren voor het
lot, de vrouw van graaf Paninsky te
worden. De jonge graaf is de boezem,
vriend van luitenant Tessikof, en dal
zegt genoeg.
Hij zweeg, terwijl bij naar adem hijgde.
„Gij windt u noodeloos op," hervatte
dc prins met een glimlach. „Ik zou
bijna gaan denken, dat gij er persoon
lijk belang bij hebt, Paninsky aldus tc
vcroordeelcn."
Lafont bloosde.
„Prins, ik verzeker u.„."
„Gij zijt een man van eer," viel Or-
lowilscli hem in de rede, „en uw ver
slag komt overeen met het gevoel van
Feodora en mijdoch Feodora heeft
een reden om graaf Paninsky niet
echtgenoot te verlangen. Zij is
geen meesteres meer van haar hart,
en zij heeft hare kelts gevestigd op
grove beleediging beschermd heeft,
een man, wiens edel karakter zijn ge
boorte en vooruitzichten ruimschoots
vergoedt, en die de gastvrijheid
een huis, dat altijd voor hem open
staat, niet misbruiken zal. Om kort te
gaanMijne dochter heeft haar hatt
aan Alexis Lafont geschonken."
Alexis was als verstomd.
„Aan mij hernam hij met bevende
stem„aan mij, den armen, onbeken
den Lafont Neen I dat kan slechts ee
zoete droom, een zinsbedrog zijn."
„Kom tot u zeiven, jonkmensch,
zeidj Orlowitsch ernstig„wat ik
zeg is de waarheid. Gij zult echter
begrijpen, dat er op dit oogenblik van
een verbintenis geen spraak kan
zijnmaar ik zal u aan de keizerin
voorstellenFeodora zal haar hart
voor hare edele meesteres
en Catharina zal het verschil
stand, dat nu luitenant Lafont nog
mijne dochter scheidt, opheffen. Mijn
huis zal steeds voor u openstaan.
„Gij zult weldra in de gelegenheid
komen uw vaderland van dienst te
zijn," vervolgde de prins„doch dat
's waar ook, is Rusland inderdaad
iw vaderland? Uw naam klinkt als die
ran een Franschman, en, als ik mij
liet vergis, heb ik u eens hooren zeg-
jen, toen gij over uwe kindsheid
ipraakt, dat die in de nabijheid va
Parijs zou zijn voorbijgegaan."
„En dat is werkelijk het geval, prins,
hernam Lafont. „Ik bracht mijne eerst
jaren door bij den ma
ik draag, dien ik als ei
land niet, dat ik het m
is die' man mijn vader
„Gij spreekt raadselachtige taal.
Gelief u nader te verklaren,"
„Van mijne prilste jeugd af," begon
Lafont, „boezemde alles, wat op Rus-
in vader bemin
Frankrijk het
eest liefheb, en
land betrekking had, mij het grootste
belang in. Nevens mijne voorliefde
voor den militairen stand, maakte de
studie der- Russische taal, letterkunde
geschiedenis mijn grootste vermaak
Ik was altijd vast besloten als sol
daat in Russischen dienst te treden, cn
de goede Lafont, dien ik altijd vader
noemde, poogde mijn besluit niet te
doen veranderen. Toen ik negentien
jaar oud was, was mijne militaire op
voeding voltooid. Ik was in kennis
geraakt met den zoon van den Rus
sischen gezanthij wist zijn vader in
mijn belang te winnen, en door diens
invloed .kreeg ik eene plaats als vaan
drig bij een der infanterie-regimenten
van de keizerin. Den avond voor mij
scheiding van mijn dierbaren be
schermer nam hij mij in zijne kamer,
vertrouwde mij, wat ik alreeds ver
moed had, dat hij slechts mijn voed
stervader was, en dat mijn familienaam
geheim washij verhaalde mij
verder, dat mijne ouders niet meer in
leven waren, en dat ik hun naam en
rang niet voor mijn vijf en twintigste
jaar zou vernemen. Tevens moest ik
hem beloven, dat, ingeval er iets mocht
gebeuren, dat van invloed ,op mijne
toekomst kon zijn, bijvoorbeeld een hu
welijk,Jwaarbij trots of vooroordeel een
man van lagen rang mocht in den weg
staan, ik er hem onmiddellijk van zou
kennis geven." Wordt voortgezet.