Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
HEROPENING.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven
door de Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 18 Juli 1916. No. 31. Dertigste Jaargang.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels vijftig cent. - Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht.
Billijke tarieven bjj geregld adverteeren. Alle mcdedeelingen,
ingezonden stukkclt en advertentiCn gelieve men in te zenden ten
Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13,
Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Al zoekend
(Ingezonden).
Gisteren werd in Amersfoort de inter
nationale hoogesehool voor wijsbe
geerte met het geven van zoogenaamde
vacantiecursussen geopend.
Dat die hoogeschool nabij Amersfoort
wordt gevestigd, noemden velen
En wanneer men de zekerheid heeft,
dat deze meening meest werd geuit vanaf
puur materialistisch of-tc-wel „zaken"-
standpunt, met het oog op winkellade
of brandkast, dan verstaat men de be-
tcekenis der waardeering van dat voor
recht op z'n best.
Doch als men die wijsgcerlgc be
weging ontdaan van alle franje en décor,
los van alle ijdeltuiterij en waanwijsheid
beschouwt en beluistert, dan wordt weer
gehoord die eeuwenoude vraag Wat
is waarheid
De moderne philosophic, vervult met
treurige na aurlijkheid de Pilatusrol en
herhaalt de vraag„Quid Veritas'?".
Maar de Christusrol kan door geen
geschapen kracht in alle perfectie wor
den vervuld.
Daarom blijft Hij zelf zijn leven en
waarheidsgetuigenis voortzetlcn in de
H. Kerk, waarmee hij 'een onbreekbare
verbintenis sloot.
Christus levend in zijn Kerk en Zijn
leven vooral concentreerend in het harl
dier KerkKome. Daar vooral spreekt
Hij zijn getuigenis der waarheid open
lijk uit voor de wereld.
Rome is het groote lichtbaken in de
dichte nevelen dezer sceptische, agnos-
ticistische, hypercritische tijden.
Maar dat getuigenis aanvaardt men
liefst niet. 't Is de stem eens roependen
in de woestijn.
Lang reeds en voor altoos heelt
men immers afgerekend met die middel-
ceuwsche legenden en schootie sproken.
Van Rome aanvaardt de moderne Pilatus
de waarheid niet.
En in bijgeloovige, instinktmatige
vrees voor „slavenkluisters", gaat men
de meest fondamenteele begrippen van
een gezond natuurlijk verstand omver-
stooten, het begrip zelf der waarheid
onderste boven kecren, ze smadelijk
verwijzend naar „de rommelkamer der
verouderde domperige Scholastiek",
wier monnikspij niet meer past bij
't moderne, lichte cn fijner beschaafde.
Men is bang, op den weg van het
gezond verstand, waarvan de „philo-
sophia perennis", de Aristotelisch-Tho-
mistische wijsbegeerte, de cenige uit
drukking is, Rome te bereiken endaaroin
plaatsen zij het bord„Verboden
toegang" volgens art. zooveel der Kan-
tiaansche grondwet.
Liever ziet men de nevelen om zich
heen aandikken, opdat dé vuurtoren
met zijn scherp licht haar toch t
niet doorbore.
„Blinden zijn het, die blinden leiden
en die opgeblazen door een hoogmoe
dige wetenschap gekomen zijn tot de
dwaasheid, het eeuwig begrip der waar
heid ten onderste boven te kecren,
tegelijk met den wezenlijken aard van
het godsdienstig gevoeluitvinders zijn
an een stelsel, dat zien laat hoe
zij, behocrscht door een blinde en teugcl-
looze liefde voor nieuwigheden, zich
volstrekt niet bekommeren om een
deugdelijk steunpint in de waarheid te
vinden". Aldus Paus PiusX in een zijnci
Encyclieken.
Wat kunnen wij voor zulke blinden
doen
Kedcneeren is onmogelijk, zoolang
:ij In hun uiterst scepticisme zijn ver
zonken
Hebben ze eindelijk genoeg van hun
onnatuurlijk stelsel en begint de natuur
weer luider te spreken dan de leer,
t het valt moeilijk," sprak de
overgrootvader dezer philosophen,
PyrrllO, reeds „den mensch geheel ai"
tc leggen," .dan kan men misschien
et hen disputceren.
Maar niet door in de uiterste duis
ternissen van hitn stelsel af te dalen, en
zich juist op hun standpunt te pl:
Iets klinkt daaruit op van de wan
hoop der ontredderde zielen ronddob
berend op de golven van den twijfel,
zonder stuur, zonder kompas.
Wat. gewordt er van den godsdienst,
die opperste stuwkracht in 't leven der
menschcn en volken
Hij ontaardt in een ziekelijk mysti
cisme, een ziekelijke gevoeligheid, een
zielloos droomen of dweepen met
eigen fantoom.
Verder verliest de ziel de kracht der
overtuigingde wil wordt een dolle
blindeman, geleid en gestuwd door
passies en indrukken van builen, waar
door hij wordt meegesleurd met ijzeren
dwang.
Alles, het leven cn de prnktijk des
levens, lost zich op in louter stemmin
gen. 't ls een meedraaien in een kring
loop, als in een mallemolen op een
boerenkermis. Scholasticus.
Het
blijft, dat wij met
Moeder de H. Kerk bidden „dat
God den sluier van hun hart wegne-
opdat ook zij Jezus Christus onzen
Heer erkennen." „Verhoor onze
gebeden, welke wij storten voor de
verblinding van dat volk, opdat zij het
Licht uwer waarheid erkennende, dat
Christus is, uit hunne duisternissen be-
'rijd worden."
En wanneer God, de Almachtige, dan
onze gebeden verhoort en door de
wondermacht zijner genade die arme
zoekers redt tot het bewonderswaar-
dig licht zijner Kerk, dan zullen zij geen
termen kunnen vinden, kras genoeg,
om hun vorige scepsis te verwerpen.
Zij zouden Rembrandt het penseel uit
de hand willen rukken, om met de
kracht van den Meester op den don
keren achtergrond van hun rampzaligen
twijfel, de rijke kleurenschittering der
waarheid, die zij vonden in de Kerk,
openbaren aan de wereld.
Treffend heeft indertijd H. A. Des
Amorie v. d. Hoeven in „Mijn terug
keer tot de Katholieke Kerk zijn be-
keeringsgeschiedenis beschreven voor
het nageslacht. Hij schreef hoe hij zijn
eigen Messias willende zijn, de gods
dienstige waarheid ging zoeken van
ecne stelsel dreef naar het andere,
vloekt „de bespiegelende wijsbe
geerte zonder den vasten grondslag
van het Ka'tholick geloof' als „een
eeuwigen kringloop" voor den zelfge-
nocgzamcn geest.
„En verleidt de wanhoop (den diep-,
:n denker) niet, om zich aan een
stelsel vast te klemmen, waarin hij zich
opdringt de zekerheid tc vinden, die
hij niet in waarheid gevoelt, dan ein
digt hij met een troosteloos scepticisme,
met het wooid van Socrates „Ik weet
dan dat ik niets weet." Voor mij
is, wat mij zeiven betreft, nog heden
geen midden denkbaar tusschen hel
Katholieke christelijk geloof cn het
uiterste scepticisme.,., en zoo ik thans
den Apostel Thomas niet kon nazeg
gen „Mijn Heer en mijn God", dan
,ou de sombere vraag van Pilatus
,Wat is waarheid voor mij nog
iltijd het laatste woord der wijsbe
geerte zijn."
Een vijand.
Aangenomen, dat arbeid adelt, dat
arbeid verheft en zoowel den en
kelen niensch als der geheele samen
leving ten zegen is, zal 'n verstandig
mensch, die logisch denkt, zonder voor
behoud toegeven, dat dan ook alles
wat den arbeider minderwaardig maakt,
den arbeid tegenhoudt of zijn goede
uitkomsten vernietigt, moet beschouwd
worden als verderfelijk.
De vijanden van den arbeid zijn de
'ijanden van het mcnschdoin.
Wanneer wc nu met klaren blik rond
schouwen, zien we onder de vijanden
van den arbeid, in 't voorste gelid, het
drankmisbruik, het alcoholisme staan.
Want dat euvel bederft den arbeid
i ontneemt den werker de vreugde
zijn werk.
Wil men uitdrukken, dat Iemand
best doet bij 't werk, dat hij tracht zijn
werk zoo goed mogelijk te doen zijn,
dat hij alle krachten inspant om eene
zaak te bevorderen cn alles mijdt, wat
die zaak kan schaden, dan zegt men,
dat hij dat werk, die zaak behartigt,
dat hij hart heeft daarvoor.
Maar hoe kan iemBnd nu hart heb-
:n voor een werk, ecne zaak, die
zijn hart heeft weggeschonken aan de
lean, de flesch cn het glas?
Neen, niemand, die bij zijn
is, zal eeltig werk van belang, cenige
zaak van gewicht, als hij anders kan,
toevertrouwen aan een slaaf van den
alcohol, die soms bij geluk wel eens
iets goed doet, doch gewoonlijk niet
staat is, een arbeid, die zijn taak
of die hent wordt opgedragen, goed
te verrichten.
Zeker niet in den tijd, dat hij be
dwelmd is, cn zeer waarschijnlijk niet
in den tijd tusschen twee bedwelmin
gen in.
Rustig denken, bedaard wikken en
wegen,-oordeelkundig ziften cn bijeen
brengen, nuchtere waarneming van fei
ten, het erkennen vnn hunnen samen
hang, nl deze werkzaamheden van den
geest verdragen zich niet met alcohol.
En de gewone mensch, die zich
:erzet tot geestelijken arbeid cn eene
volstrekt niet overdreven, maar toch
tamelijke hoeveelheid alcohol heeft ge
bruikt, laat hij maar gerust weer op
staan. anders zal hij spoedig moeten
erkennende fijne puntjes zijn eraf.
Zelfs, wanneer zijn arbeid gewone
geestelijk-lichamelijke slcurarbeid is,
dan kan hij er niet op vertrouwen, dat
lijn werk goed wordt.
De arbeider, die drinkt, mist de vaste
hand, den vasten blik, het noodlgc
overleg, het heldere oordceleene
machine is hij geworden, die alleen
gedreven door den sleur, nog werk
levert, dat dragelijk is.
Ken drinker heeft geen vreugde of
genoegen meer in den arbeid. Hij zal
het werk niet zoeken, wanneer het hem
niet door eene dwingende noodzake
lijkheid wordt opgelegd.
ZATERDAG 22 JULI a.s. Heropening der
geheel nieuwe en naar de laatste cischen
ingerichte Luxe
Brood en Banketbakkerij
Eenitf adres in Botersprlts en Zandkoekjes.
Minzaam aanbevelend,
JOH. VAN DEN BERG, Kampstraat 34,
(Des Zondags geopend). Amersfoort.
In den Oorlog.
Oifdcr de tienduizenden, die gevallen
zijn op het slagveld, hebben duizen
den hun God, dien ze In ecii onbezorgd
leven vergeten waren, teruggevonden
onder de verschrikkingen van den dood.
Voor zeer velen is de gruwzame
oorlog, die het leven in zijn tallooze
uitingen en vormen heeft geschonden,
een verrijzenis geworden tot een leven
in genade op aarde, of een leven
:n glorie in den hemel.
Voor allen, die zich weten te buk
ken onder deze tuchtiging Gods, sche
mert door de duisternis van hun Cal-
wie het blijde licht van de opstanding.
Geve God, dat de latere geschied
schrijvers van dezen oorlogstijd nanr
waarheid van de menschhcld kunnen
meldendoor kruis cn lijden is de
menschheid opgestaan gelouterd en
'cuwd.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
In do knel.
Kei besprongen van allen kant, heeft
het nu wel den schijn alsof de Duitsche
weermacht 't gaat alleggen tegen de
woedende en elkaar snel opvolgende
aanvallen der Engelschen en Kranschcn.
De Engelschen drongen reeds ver door
de Duitsche linitln.
Maar al valt zelfs de derde verdedi
gingslinie der Duitschers, dan nog is
hun eigenlijk front niet als zoodanig
doorgebroken, omdat de derde linie
slechts het laatste gedeelte vormt van
het allervoorste front, hier een stelsel
drie nauw samenhangende
llnlün. Daarachter, kilometers verder,
ligt een tweede, een derde front, elk
ook weer bestaande uit een stelsel van
tinlffn als 'de eerste.
een denkbeeld tc geven van
de moeilijkheden, welke denfgeallieer
den bij een voortzetting van hun of
fensief wachten. Algemeen wordt ge
klaagd over de omzettend zware ver
liezen, den hardnekkigen weerstand,
dien zij ondervindenhet is dus de
vraag of zij hiertegen op den langen
duur en lang zal het duren, dat
erklaren ze zelf zullen opgewassen
zijn. Het is een vrceseljjke krachtproef.
Aoht«r 't front.
Een dagbladschrijver bezocht de
Oostenrijksche troepen in Galicle en zag
daarachter 't front gedaan wordt voor dc
voeding en verpleging van de troepen
massa's. Men had daar een reusachtig
landbouwbedrijf in-een-gezet met een
generaal aan 't hoofd.
Deze heeft met een organisatie-talent,
dat bewonderenswaardig is, in een
maand of vier dit hcele bedrijf op
looten gezet en op gang gebracht.
Hij werkt met 5000 menschcn en een
mtzagiijke massa paarden en ossen.
Stoomploegen zijn aan het werk. Het
was iets zoo gigantisch, dat het onbe
grijpelijk was hoe éen man dit kan
overzien.
Veertien boerderijen waren hier ge
bouwd. 50,000 schapen zorgden dat de
dekenproductie niet stilstond.
Hongaarschc en Tiroler boeren zijn
afdeelingschefs.
Ook een paar jonge soldaatjes zijn
bij de groep, jongens van 14 jaar, die
stilletjes zijn meegegaan toen dc oorlog
uitbrak. Een ervan is 'n ruiter, zooals er
bij zijn eskadron geen tweede is.
Maar jc hart breekt, als jc dan hoort,
dnt die jongens, die door hun leeftijd
het gevaar minder voelen, met zooveel
succes voor patrouïllcdicnst werden
gebruikt. Te denken, dat zoo'n kleine
stumpert op een patrouillctocht in dc
FEUILLETON.
De balling.
„Doch de oude man wachtte dit
niet af. De verdorvenheid zijns zoons
was tc veel voor hein cn meer, dan
hij in zijn uitgeputte toestand kon ver
dragen. Aan zijn zielelijden cn dat zijns
lichaams kwam tegelijkertijd plotseling
een einde. Zijn laatste woord was den
raad aan «lij om te vluchten, en mijn
lot in de handen van den czaar te
stellen. Ik deed aldus. Mijn goed ge
sternte geleidde mij, en thans lig ik
's Keizers voorhoofd werd door
zweem van wantrouwen bewolkt.
„De man is dood," zeidc hij.- „Wie
weet of dc veronderstelde vader van
mijn adjudant niet werkelijk krankzin-
ni« was? Zelfs in de zaak van het
Tungusiaansch opperhoofd is hij wellicht
minder laakb ar can het schijnt. Uwe
geschiedenis lijkt inderdaad veel op
een roman, dien menig toehoorder,
welke zijne zinnen niet goed bij elkan
der had, voor waar zou houden."
„O Majesteit 1" riep Alexis, bitter
gegriefd. „Maar hier," zoo viel hij
zichzelf in de rede, „hier is misschien
de verklaring van den roman. Dc oude
Tessikof gaf mij dit papier, toe
St. Petersburg binnenkwamen,
het geval, zeidc hij, dat ecnig toeval
ons onverwacht inocht scheiden. Ik
moet cr bewijzen van prins Orlowitsch'
onschuld in vinden.... cn wellicht riteer
liet kan zijn dat het ook de gronden
bevat voor de beschuldigingen, die ik
inbreng tegen den man, die mij haat,
en wicn ik mijne bitterste beproevin
gen te wijten heb."
„Mank het open," zeidc de czaar,
terwijl hij naar. het zegel van het pak
ket wees.
Alexis verbrak het zegel, en twee
papieren viel uit de enveloppe. Een
daarvan droeg het opschrift„Aan
den czaar."
Alexis bood het den keizer eerbie
dig aan. Hoe groot zijn verlangen ook
was om den brief te openen, die aan
licrn zelf geadresseerd was, moest hij
da.-u toe toch het verlof van den keizer
afwachten.
Deze was begonnen liet aan hem
gerichltc schrijven te lezen, en hoe
verder hij las, hoe meer zijn gelaat
bewolkt werd.
„Inderdaad," zeidc hij eindelijk, ik
begin te gelooven, dat ditniet door
een krankzinnige geschreven is. Er
wordt in dit stuk ook melding ge
maakt van Schasmjjl, den Tungus.,.,
Tessikof, Tessikof I" cn hij balde zijne
vuist, „wee u indien gij schuldig zijt I"
Een geklop op de deur onderbrak
zijne woorden. Ecu ordonnansofficier
trad binnen met een bundel papieren
in de hand.
„Uwe Majesteit," zcide hij, „hier
zijn dc papieren, die in de schrijftafel
i majoor Tessikof gevonden zijn."
)e czaar wees naar dc tafel.
,Lcg ze daar neder," beval hij. „En
waar is hij zelf?"
„Hij was bij den minister van poli
tie, Bcsboredko, Uwe Majesteit, en zal
onmiddellijk hier zijn."
Op een teeken des keizers vertrok
dc officier, cn zich tot Alexis wendende,
zeidc Paul
„Laten wij onze bijzondere zaken
afmaken voordat Tessikof hier komt.
zou gaarne den naam vernemen
i hem, die oorzaak is geweest dat
steeds een donkere schaduw op
i naain van Constantijn Bcsbodko
is blijven rusten, welke Zelfs door den
titel van prins, dien mijne moeder
hem na zekere audiëntie verleend heeft,
is kunnen worden ultgewischt.
Lees uw brief, graaf Scbuaolkwa,"
Bevende van aandoening doorliep
Alexis de regels met een haastigen
blikeensklaps ontsnapte hem een
kreet van afgrijzen, het papier viel uit
de hand, cn hijzelf viel bewusteloos
op den grond.
Verschrikt riep Alexander om hulp.
De bedienden droegen den bewuste-
looze naar eene andere kamer, waar
hein, op bevel vau den c
grootste zorgen verleend werden.
XIV.
N'ndat Alexis uit het vertrek verwij
derd was. bukte dc keizer, cn raapte
het papier, dat uit zijne hand gevallen
,s, op.
„Mijne krachten begonnen mij te
verlaten," aldus las hij, „ik gevoel dat
Ik niet verder zul kunnen komen dan
St. Petersburg, om daar ecne misdaad
weder goed te maken, die als een vloek
n vader op zoon Is overgegaan. Ik zou
Slbcrlö gestorven zijn zonder mijn
zoon van iets tc beschuldigen, maar
de wrekende geest van Schuselkwa
cischt herstelling in zijn zoon. De
tweede Tessikof zal zijne hand niet
straffeloos tegen een Schuselkwa op
heffen want de eerste, ik zelf, was
het, die in dienst van graaf Michael
Schuselkwa, op liet kasteel Ormond
Orleans, van een doodclijken haat
>r zijn secretaris Lnfont vervuld,
dezen gedurende een atormachtlgcn
nacht in een duister woud afwachtte,
in ilc meaning mijnen wraak op
I.afont te koelen, mijn meester dood
schoot, die naar zijne stervende vrouw
terugkeerde, zijn zoontje met zich
medebrengende, hetwelk zij verlangd
had te zien en dat hij uit Orleans,
waar liet bij ecne tante logeerde, was
gaan halen.
Dan volgden er meerdere bijzonder
heden over den moord cn eene uit
eenzetting der omstandigheden, die
aanleiding gegeven hadden tot de
verdenking, welke op prins Orlowitsch
rustte. De czaarwas nog bezig met
lezen, toen dc komst van adjudant
Tessikof werd bericht, cn dezen hot
bevel ontving terstond binnen te komen.
Dc gewezen gunsteling trad het
kabinet van den grootvorst binnen.
Ofschoon het hem ombekend was, dat
men zich vnn zijne papieren had
meester gemaakt, gevoelde hij zich
toch niet op zjjn gemak, cn hnd
moeite zijn gewone onverschillige hou
ding tc bewaren.
„Gregory Tessikof." zeidc de czaar.
„ik heb steeds uw welzijn trachten te
bevorderen, en heb menig ding door
de vingers gezien, dewijl gij een goed
soldaat zijt, en Ik u ccn trouw cn ver
knocht dienaar waande. Gij kent mij.
Alleen dc waarheid.... nicis dan dc
waarheid zonder omwegen kan dc u
tocgcducluc straf iets verminderen."
„Uwe Majesteit," stamelde Tessikof,
„indien ik van iels beschuldigd ben
kan alleen de schaamtelooze lasteraar.."
„Zwijg I" zeide dc czaar op gebie
den toon, en van de tafel, waarbij hij
stond voorwaarts tredende, vervolgde
hij„Kent gij deze papieren
Wordt voortgezot..