Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven
door de Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 8 Aug. 1916. No. 37. Dertigste Jaargang.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht.
Billijke tarieven bij geregld adverteeren. Alle mededeelingen,
ingezonden stukken en advertentiCn gelieve men in te zenden ten
Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13,
Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Verdraagzaamheid.
\T erdraagzaamheid
V Niet voor het eerst wordt dat
woord gebruikt, zult U zegecn.
En voor 't laatst evenmin.
't Is alleen maar jammer, dat het
*00 dikwijls misbruikt wordt.
Een voorbeeldDe knaap was nog
jong, om en bij de 25. ongetrouwd en
wispelturig verliefd. Hij had een heel
gewoon examentje achter den rugen
voelde zich er door verheven hoog,
torenhoog boven allen, die misschien
ook wel een diploma in huil schat-
kistje bewaarden, maar niet als het
zijne, waarachtig nee, niet als het zijne,
waarop gij zoo had gezwoegd c:i ge
ploeterd met sterke koflic cn overprik
kelde zenuwen.
Hij was nog jong, zei ik.
Hij was van degelijk katholieken
huize. Ook verklaarde hij katholiek te
zijn, maar zeer verdraagzaam," voegde
hij erbij. Van die ij ver.aars weet U op
godsdienstig gebied, die 't vuur uit hun
schoenen loopen voor een K. S. A.
of zoo iets, moest hij niets hebben.
O nee. Waarom toch al die herrie
Inwendig belijden, geloovcn, bidden,
da's je wareen.... wat persoonlijk
voordeel.
Clubs meneer, „door eendracht sterk",
of ,,'t vlugge wiel," die mochten be
staan „Ik vóór alles en God met
ons" dat is je leuze 1
f)e snaak meende wezenlijk dat heel
de wereld tegen hem opkeek als te-
cn 'n mirakel van wetenschap, een do
rado van lieftalligheid, een non plus
ultra van kunstzin cn een onmisbare
in de gezellig samenleving.
Maar de ontgoocheling des levens
die den onbewuste nu al tegengrijnsde
in een medelijdend glimlachje om zijn
veeltijds bar gedaas cn zijn plooicr.cn
kruipen en krimpen en uitzetten naar
gelang de omstandigheden, zal hem
wel anders leeren.
Misgunnen we zoo iemand misschien
zijn liefheberijtjes
Wie zou cr aan denken
Dat hij meedoet, waar de jeugd zich
passend amuseert, 't is loffelijk zelfs.
Droogstoppels zijn vaak onuitstaan
bare wezens. Dat hij niet te hooi
en te gras zijn overtuiging iucluen
wil, 't is verstandig.
.Maar dat hij zijn religieuze ideeën vier
kant aan den dijk zette, waar hij meende
voor „een van die dompers" te wor
den gehoudendat hij mecspot over
hetgeer. zijn troost moest zijn en is,
dat is stuitend, dut is weerzinwekkend.
Nooit mogen we ons voor onzen
godsdienst schamen.
Christen en Katholiek te zijn is een
voorrecht dat verplichtingen meebrengt.
Ons Christengeloof moeien we hoog
in eere houden en waardig beleven.
Noem mij eens een natie, die cr niet
op verbeterd is inet tot het Christen
dom over tc gaan die is er niet
Noem mij een Christenvolk, welks
zedelijk peil we zien stijgen, naarmate
zijn geloofsleven kwijntdal is er niet...
Vergeef mij mijne vrijpostigheid,
maar,.,, hebt U bij geval niet een
dochter uit te huwelijken /.oo ja, zcit
ge dan in het kloek cn krachtig Chris
tendom van den pretendent geen waar
borg voor het geluk uwer dochter
Of.... zoekt ge een vrouw voor uw
volwassen zoon. Wat zegt ge van dit
jonge meisje, modern, mondaine, mo
dieus tot the top of her linger.haar
Godsdienst is.... de sport, haar ziel ligt
in pension bij haar costumiére, haar
zedenleer ligt kant en klaar in de Fran-
sche geeltjes. Wat zegt U van zooiels
als schoondochter Dank je feestelijk,
zeKl Ue> mcn I"" misschien liaar bijzijn
verdragen op een partijtje eens op een
winter ol zoo, maar verbeeld je zijn geliec-
le leven naast zulk een wezen te moeten
doorbrengen. God beware daar mijn
jongen voor. Duizendmaal liever zag
ik hem aan de zijde van een brave,
godsdienstige vrouw.
Wat me het woord van dien rech
ter te binnen brengt, wiep men de
vraag stelde waarom komen er meer
mannen dan vrouwen in de gevangenis?
Omdat, was het antwoord, er
meer vrouwen dan mannen in de kerk
komen. J. P.
Beginselvast
Vroeger had men het, o zoo druk,
over individucele ^afhankelijkheid,
vrijheid van gedachte en hoe de ver
dere inachtstcrmen klinken. Doch nau
welijks had de groot-socialist I.iebknecht
het gewaagd vrij zijn gedachte in de
Kamer uit te drukken' of zie, nijdige
blikken worden van roode zijde hem
toegeworpen.
Beginselvast
Vroeger luidde het „leve liet collec
tivisme I" Dit was je ware. Graan,
vleesch, dranken, ja alles diende door
den Staat gerequireerden dan ziet u,
bij vaste porties aan ieder het zijne.
Thans geschiedt dit in Duitscbland.
Men is daar door omstandigheden ge
dwongen, tot een tijdperk van „Kriegs-
socialismus."
den zijn De roode heeren.
Die weerhanen
Die weerhanen.
Vroeger was het zoo echt rood, als
je zoo lomp en ongegeneerd mogelijk,
bleef zitten bij 't spelen van 't Volks
lied. Nog deugdzamer volgens rooden
maatstaf, als je de pet zoo ver moge
lijk over je ooren trok, cn dm een
bullebakgtzichl opzette, als wilde je
zoo dadelijk zonder verdere comple
menten cenigc» van de zoo gehate
bourgeoisie verslinden.
Maar tenigen tijd geleden kwam het
roode kopstuk Vliegen in 't „Volk"
verklaren, dat vaderlandsliefde tvdi
eigenlijk geen zinledige gedachte is.
De roode heeren zijn wel beginsel v ast I!
Vroeger was „de repvtblikeinsche
school" voor het roode Volk je ware,
je ideaal. Later bepleit de Voorzitter
van de S. D. A. P. dezelfde Vliegen,
weer in Het Volk de onmisbaarheid
van een schoolhoofd.
De roode heeren zijn wel beginselvast!
Vroeger trok het roode kopstuk Hu-
genholu bij iedere gelegenheid, zoo
laatdunkend mogelijk, los tegen de
weermacht, zoo te land als ter zee.
Later kwam diezelfde roode meneer
ongevraagd verklaren, dat hij door den
oorlog een heel anderen kijk gekregen
heeft op de zaken.
Vroeger hadden het de heeren, o
zoo druk, over internationalisme. „Nog
oorlog?" „Kun je begrijpen, daar zullen
wij ware internationalen wel een stokje
Maar de oorlog kwam, en temet
kreeg 't internationalisme de roode schop.
Beginselvast
Vroeger klonk alom de fameuze for
mule „arbeiders van alle landen, ver-
eenigt U."
Thans is het in eens of men er nooit
van gehoord heelt.
Alom klinkt het nu in de vijandig
tegenover elkaar staande landen „ar
beiders van dc oorlogvoerende landen
Uit het Buitenland.
Keizer Wilhelm
Het zal onzen lezers wellicht belang
inboezemen eens iets te hooren over
de persoonlijkheid van den Duitscheu
Door millioenen gehaat en door
millioencn geacht en geëerd, is de
persoon van keizer Wilhelm zeer ze
ker een belangwekkend figuur.
En om de schets van zijn karakter
niet geflatteerd te doen zijn. willen
we aanhalen het oordeel van een En-
gclschman, dr. J. Holland Rose, die
in zijn bock „The Orgtns of the Wat"
de volgende karaktertekening gaf
„Zijn karakter is meer ingewikkeld
en raadselachtiger dan dat van
anderen vorst van on-tn tijd. E. loo
pen zeer verscheidene trekken door
zijn natuur. De grondslag erva:
Hohenzollern. en deze zijde van
wezen schijnt bij wel voornamelijk
naar voren te hebben gekeerd. Hij is een
man van buitengewone wilskracht, zoo
ongeveer, zooaïs alle Hohenzollers
zijn geweest.
Men zou hem een voorbeeld kunnen
noemen van atavisme, in dien zin,
dat zijn karakter als 't ware een re
sultaat is van de hem voorgaande
geslachten.
In weinige trekken van zijn karakter
gelijkt hij op zijn vader en moeder,
behalve in zijn zin voor literatuur,
kunst en muziek. Zooals bekend is
was zijn moeder een koninklijke prin
ses van Engeland, en zeer knap, mis
schien wel te knap voor het Pruisisch
Hof van die dagen.
De grondtoon van des keizers ka
rakter is die van een stuggen en
strijdlustigcn ouden Pruis. Zijn vader
landsliefde is ontzaggelijk diep, bijna
geweldig, en hierin schuilt een groot
deel van zijn macht. Hij heeft een
storm van patriotische liefde te voor
schijn weten te roepen, zooals de we
reld in geen eeuw tijd meer heeft ge
kend.
Tegenover zulk een man is het
kinderachtig alleen te spotten.
Hem te belecdigen is nog erger.
Onze plicht zou zijn te trachten
hem te begrijpen, om uit te vinden
het geheim van den wonderbaren in
vloed, welken hij op zijn volk heeft
uitgeoefend, en te beproeven de beste
elementen van de Duitsche nationale
levenskracht over te brengen naar
ize eigen suffe en tiaaglevende sa-
cnleving.
Keizer Wilhelm is een van de
hardste werkers in deze natie van
harde werkers. Als voorbeeld en be
ginsel cischt hij het hoogste bedrag
ui arbeid in eiken trap van het leven
altijd is daarvoor hetzelfde motief
lor het vaderland
Keizer Wilhelm had nooit zijn won
deren invloed kunnen uitoefenen als
hij niet begiftigd was geweest met
een buitengewone peisccnlijke charme.
Deze natuurlijke en impulsieve gave
erfde hij van zijne moeder, die nooit
de bekoring kon weerstaan om een
aardig ding te zeggen.
Daarentegen is 's keizers welspre
kendheid en zijn liefde voor oratorie
verwant aan die eigenschappen van
zijn oud-oom. Hij is een van de
knapste sprekers van zijn rijk.
kr loopt ook door zijn natuur een
besliste ader voor romantiek. Hieruit
is dan ook zijn liefde te verklaren
ior dc oud-Germaansche litteratuur.
Zijn heftigste vijanden moeten toe
geven, dat hij een buitengewone inte
ressante man isals eens de groote
Napoleon verbergt hij onder een
vriendelijk gelaat een groote ziels
kracht, welke door tegelijk eerbied en
vrees in te boezemen, meteen de be
koring nog verdubbelt.
Een man met groote wilskracht en
persoonlijke bekoring kan meestal an
deren ove.hcerschende keizer heeft
een ongemeen betooverende en dwin
gende macht op het Duitsche volk
uitgeoelend. Gelijk een Amerikaanschen
schrijver het zoo juist heeft uitgedrukt
Overal waar gij het Duitsche volk
raakt, raakt gij den keizer.
Bij tal van gelegenheden, heeft de
keizer zich voorgedaan als een vriend
van den vrede. Dit feit mag nooit
vergeten worden. Maar of dit een ge-
'olg was van een vaststaand besluit
if een tijdelijk beleid, ingegeven door
de omstandigheden, dit laat zich op
het oogenblik nog niet bepalen.
Uit Rusland.
Van een zakenman, die lange jaren
Rusland heeft gewoond en nu dezer
dagen dat land heeft verlaten, vernam
de N. Ct. o.m. het volgende over den
toestand daar te lande:
e successen in Wolhynië, zoo zeide
deze, maken niet den minsten indruk,
daar men in intellectueele kringen meent,
dat die worden behaald ten koste van
de meest afschuwelijke offers aan bloed.
En die offers zou men veel minder
tellen, als men maar den indruk had,
die eerst algemeen was. dat net bond
genootschap met twee West-Europee,
sche mogendheden zou leiden tot een
opbloei van Rusland.
Daarvan is echter geen sprake. Het
Russische politiestelsel is thans niet
scrupuleuser in zijn middelen dan in 1905.
De nood in de steden is ontzettend,
de prijzen van de dagelijksche levens
behoeften zijn gestegen tot een hoogte,
die alleen voor de zeer gegoeden nog
bereikbaar maakt, wat vroeger onder
het aljjemeene bereik was. Het woelt
in de bevolking, en het spionnenstel-
sei bloeit meer dan ooit. Menschen
verdwijnen plotseling, men hoort niets
aar het front zijn gezonden, om te
Tijden, met voor zich de Duitschers
n Oostenrijkers en achter zich het
Russische spervuur.
Niemand gelooft meer aan wat wij
rst voor absoluut juist hielden, dat
Duit "hland Rusland dezen oorlog heeft
opgc rongen en juist in die kringen,
waar men zijn heil verwachtte van
Londen en Parijs, heerscht thans de
grootste teleurstelling cn ternecrgesla-
genheid. Het Russisch-Japansch verdrag
acht men een diplomatieke nederlaag.
Japan maakte de verdere levering van
ïunitie enz. van de onderteekening
dit verdrag afhankelijk, zoo wordt
alom gefluisterd, Niemand weet feite
lijk wat er gebeurd is, dit kan niemand
n, maar men gelooft het, omdat
vertrouwen, dat deze oorlog spoe
dig zou eindigen, met een overwinning
van Rusland, cn zou leiden tot een
werkelijke vooruitgang, is verdwenen.
„Ik vrees," zoo besloot de man,
„dat men na dezen oorlog in Rusland
herhaling zal zien van wat er na
den oorlog met Japan is geschied,
daarom heb ik cr de voorkeur aan
gegeven mijn zaken te liquideeren en
Rusland te verlaten."
Van den Oorlog.
Op geen der fronten hadden gebeur
tenissen van beteekenis plaats. De strijd
woedt aanhoudend voort en het getal
slachtoffers wordt steeds grooter.
Engelschen, Franschen en Russen
volharden met groote doodsverachting
in hun pogen de Duitschers terug te
werpen. Maar lukt dit dan al eens eeni-
ge kilometers, van een algemeenen
terugtocht is nog lang geen spraak.
Rumeoië, dat op 't punt stond mede
doen in het gruwelijk oorlogsbedrijf,
komt weer tot rust en wacht af, wie
blijft.
Binnenlandsche Berichten.
SobriëlasbloBmendag.
Het doel van den Bloemendag, door
Sobriëtas te houden op 24 Sept. a.s.,
is tweevoudigde oprichting van een
R. K. Sanatorium voor drankzuchtige
vrouwen en van een R. K, Reclassee-
ringsgesticht voor ontslagen gevangenen.
Het bouwen dezer twee noodzake
lijke instellingen wordt niet enkel van
drankbestrijderszijde met groot verlan
gen tegemoet gezien, maar ook onze
katholieke vereenigingen van 'liefdadig
heid en armenzorg gevoelen herhaal
delijk het gemis van beide gestichten.
Hierom wordt door de Sobriëtas-af-
FEUILLETON.
Van Heiden tot Christen.
„Zeker heb ik haar gehoord, en ik
heb reeds zoovele andere beanlwoord,
zonder te weten wie mij al deze vra
gen stelt. Hoe het zij, de voormalige
triumvir, die nu te Monte Ciicllo zijn
leven slijt, ongeveer 40.000 schreden
van hier, is de broeder van mijn va
der."
„Uw vader, was een zeer bekwaam
soldaat cn, zooals ik reeds als school
knaap hoorde, heeft hij veel bijgedra
gen tot de overwinning van Pliilippi,
bij het einde van den strijd, waarin
wij zegenvierden
„Ik hoop, hernam Paulus, die - veel
beteekenend zuchtte bij dien lof over
zijn vader, ik hoop, dat Augustus op
recht geineend heeft, dat hij tengevol
ge zijner wonden gestorven is, en dat
hij daarom alleen onze bezittingen
een landgoed in Campinië, eu een
prachtig kasteel aan dien dapperen
en edelen soldaat Agrippa Vespasianus
gegeven heeft."
Bij dien naain kleurde een hoogrood
het gelaat van Tiberius, maar Paulus
vervolgde
„Zeker, de edele Agrippa, die Caesar
zou geworden zijn indien hij nog ge
leefd had, zou nooit zoo een onedele
gift aanvaard hebben, indien hij gewe
ten had, dat mijn vader zijne wonden
had overleefd, en wanhopend aan
de edelmoedigheid of liever wanhopend
aan de rechtvaardigheid van Augustus
als droevige balling leefde in Tlira-
cië, nabij het slagveld van Pliilippi,
waar hij zoo moedig gestreden had en
voor dood was achtergelaten."
„Gij durft dat geschenk van Augus
tus, hernam langzaam de man met
zijn donkeren purperen mantel, „etnc
onedele gift noeinen cn Augustus
zeiven onrechtvaardig?"
Hij dit diep grievend verwijt van
zulk een man sloeg Sejmius zijn rech
terhand aan 't gevest van zijn zwaard,
dat hij van zijn meester iu bewaring
had. Paulus kon gemakkelijk iedere
handeling van dien man gadeslaan
en daar hij zich tot nu tuc volkomen
veilig rekende, deed hij zijn dollen
hoed van de linker- in de rechterhand
en scheen zoo meer belast en onvoor
bereid om le strijden dan voorheen.
Zijn linkerhand liet hij ongedwongen
vallen op het versierde handvatscl van
zijn driedubbel snijdenden stootdegen,
die zich bij de minste beweging der
vingeren bewoog in de scheede.
„Ik heb hem zoo nooit genoemd,
zeide Paulusik zeide dat niet van
Augustus. Ik ben op het oogenblik op
weg nShr Augustus, die met zijn hof
twee weken te Fonnia zal vertoeven.
Daarom vraag ik. machtige heer, Uwe
toestemming om mijn reis te vervolgen.
Nog weet ik niet wie gij zijt."
„Ik ben Tiberius Caesar, zeide de
andere, zijn oog vol verontwaardiging
op hem gevestigd. Ik ben Tiberius
Caesar, en gij zult cenige oogenblik-
ken wachten, voordat gij uwe reis
kunt vervolgen. De beschuldiging te
gen uw vader was deze Na den slag
van Pliilippi, ijverde hij voor de be
langen eerst van Sextus, den zoon
van Poinpejus, en naderhand van
Marcus Antoniusen op deze beschul-
diging werd altijd geantwoord, dat het
eenvoudig onmogelijk was, wijl uw
vader, Paulus Lcpidus, reeds te Plii
lippi gestorven was toen voornoemd
verraad plaats had. Maar nu hooren
den beschuldigde, dat de cenige ver
onderstelling, die voor zijne onschuld
plciltc, onjuist iszoodat uw vader,
indien hij nog leefde, bijna zeker den
dood verdiend had. Ik beveel U en
de Uwen gevangen te nemen, totdat
alles nauwkeurig is onderzocht."
Toen dit gezegd was, keek dc
vrouw in den gouden met ivoor be
legden draagstoel Paulus aan met dien
betooverenden glimlach, dien zij ge
woon was te schenken aan de ster
vende zwaardvechters in het strijdperk;
terwijl dc andere vrouw een blik vol
medelijden op hem wierp.
„Ik zie niet in, dat ik U wii
ook zijn muogt, in iets belcedigd heb.
zeide Paulus, maar ik beroep mij
Tiberius Caesar op Caesar Augustus
tot hem toch, nogmaals herhaal ik het,
leidt mijn weg."
Zoodi a hij het woord sprak„Ik
beroep mij vau Tiberius", trok de
man met zijn nijdig uiterlijk van zijne
linkerzijde eensklaps het zwaard, dat
hij van Cnejus l'iso in bewaring had
en slingeide de scherpe kant langs
het gelaat van Paulus met den uitroep:
„antwoordt gij zoo den Ca?sar
Was de slag van dezen man, den
toekomstigen moordenaar van Drusus,
en den slaaf van Cnejus Piso, den
toekomstigen moordenaar van Gerrna-
nicus, volkomen gelukt, dan had onze
held het woord wat hij sprak tot Ti
berius nooit kunnen uitspieken maar
Paulus had, hoewel hij dien man geen
blik waardig keurde, toch al zijn be
wegingen nauwkeurig gade geslagen,
en niet minder snel dan de aanval,
was de vcdediging. Want Paulus, die,
zooals wij opmerkten, het gevest van
zijn stootdegen in de linkerhand ge
en had, rukte hem eensklaps uit
de scheede, stootte het zwaard van
zijn aanvaller met kracht terug en
plaatste zich naast Lygdus in veilig
heid. De knop van den degeii trof
Lygdus de slaaf aan liet voorhoofd,
en bewusteloos viel hij in al zijne
lengte op den grond. Men waande
hem dood. Piso, die dicht naast hem
stond, had van het stalen gevest eeni-
ge wonden bekomen aan het gelaat.
Geheel deze gebeurtenis werd in
vijf of zeven seconden afgespeeld, en
daarna herhaalde de jongeling wede
rom „Ik beroep mij van Tiberius
Caesar op Caesar Augustus tot hem
toch, ik herhaal het U, leidt mijn weg."
Stomme verbazing greep Tiberius
aan. Sejanus glimlachtede vrouw
met het bleeke gelaat en zwarte oogen
gilde, en de anderen lachten luid. Uit
de Praetoriaansche wacht, die terzijde
van den weg de troepen bewaakte,
stegen geluiden op van bijval en
goedkeuring. Bij dit alles, hield Tibe
rius het oog stijf op hem gevestigd.
Paulus, die plotseling zijn wapen in
de scheede gestoken had, zeide hem
„Ik vraag den Caesar vergiffenis,
want ik had geen tijd om uwe toe
stemming te vragen voor hetgeen ik
gedaan heb. Had ik slechts cén oogen
blik gewacht, dan was mijn hoofd in
twee stukken geslagen."
„Voor ieder stuk dus een half
oogenblik," zeide Tiberius„uw lin
kerhand schijnt wel geschikt uw hoofd
te verdedigen. Zijt gij linksch
Wordt voortgezet.