Katholiek Niéuws-
en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
H. L. A. Dullaert Co.
kluis SAFE=DEPOSIT.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;» en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven door de
Verceniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden zestig cent
voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten. Afzonderlijke
nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch
opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Vrijdag 25 Aug. 1916.
No. 42.
Dertigste Jaargang.
AdvertentieprijsVan één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht. Billijke
tarieven &j geregeld adverteeren. Alle mededeelingen. ingezonden stukken 'en
advertentifflt" gelieve men in te zenden ten Kantore van de Directie van De Eembode,
Langegracht 13, Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen
J. B. SCHEUER
AMERSFOORT,
-angegracht 9 - Telefoon 2S4.
Ad ml n istra t ic- en
Effectenkantoor.
lorigatic.
Kantoor geopend v
EPISTEL EN EVANGELIE.
ELFDE ZONDAG NA PINKSTEREN.
I.1CS uit den eersten brief van den H.
Broeder» 11; maak u liet Evangelie
bekend, dal ik u gepredikt heb, dat
gij ook hebt aangenomen, waarin gij
ook volhardt, waardoor gij ook zalig
wordt, indien gij het, zooals ik het u
gepredikt heb, vasthoudtof gij moest
zonder reden geloofd hebben. Want ik
heb u in de eerste plaats overgeleverd,
wal ik ook ontvangen hebdat Chris
tus voor onze zonden gestorven is, naar
de Schriften en dat Hij begraven is,
en dat Hij op den derden-dag verre
zen is, naar de Schriftencti dat Hij
gezien is door Cephas en daarna door
de elf. Vervolgens is Hij gezien door
meer dan vijfhonderd broeders tegelijk,
van welke er velen tol nu toe in leven,
ecnigen cclticr ontslapen zijn. Verder
ik lhj gezien door Jacobus, vervolgens
door al de apostelen; en het laatst
van allen is llij gezien ook door mij,
die ais dc misgeborene ben. Want ik
ben de minste der Apostelen, die niet
waardig beu een Apostel genoemd te
worden, omdat ik de Kerk van God
vervolgd heb. Doch door de genade
Gods ben ik, wal ik ben, en zijne ge-
linde jegens mij is niet ijdcl geweest.
EVANGELIE
volgens den H. Marcus; VII, 31—37.
In dien tijd verliet Jcsus het gebied
van Tyrus en begaf zich door Sulon
naar de zee van Gulilca, midden
hel' gebied der tien steden. Eu ut
bracht tot Hem iemand, die doof
stom was, en smeekte Hem. dat Hij
hem dc hand zoude opleggen. Hij nv
nam hem afgezonderd van dc schart
tot Zich. en slak zijne vingers in des
zelfs ooren en, gespuwd hebbende,
raakte Hij dcszclfs long aanen op
ziende tiaar den hemel, verzuchtte Hij
t M zcide tot hein Ephphctn I dat is
Wotd geopend! En terstond werden
zijne ooien geopend, en werd de band
zijner tong losgemaakt, en sprak hij
goed. Hij nu gebood hun, dut zij liet
niemand .zouden zeggen. Maar hoe
meer Hij hun dit gebood, zooveel te
meer vermeldden zij het, en zooveel
ie meer verwonderden zij zich, zeg
gende Hij heeft alles wel gedaanen
de dooven heeft Hij doen hoorcn, en
doen spreken 1
Geloovige ongeloovigen.
Gaarne komen de vrijdenkers aan
dragen met de woordeneeuwige
stof. Wij behoeven geen God om de
wereld te verklaren, wij hebben de stof,
dc stol is eeuwig Waarvoor nog vun
een Schepper gesproken als de onl
wikkeling der stof idles verklaart zoo
viagen zij.
Laten wij eens onderstellen dc stof
is van eeuwigheid daar doch dit is
niet de kern van het vraagstuk - maar
dc vraag is, of die stof. indien ze van
eeuwigheid bestaat, am zich zelve
alleen haar aanzijn te danken heeft.
En dat is onmogelijk! Ik neem eens
van eeuwigheid af straalt- de zon
eert dadelpalm in dc Sahara, van
wigheid :if loc-kent dan ook die
in zijne schaduw op het zand der
aslijnvan eeuwigheid af heb ik
dus de schaduw. Kan ik nu zegge.
vaartflp een palm, waartoe de zon
Voor het bestaan der schaduw heb ik
te volstrekt niet r.oudig want de scha-
luw is er van eeuwigheid af."
Voorzeker van eeuwigheid is die
icüaduw er, maar niet uit zichzelve,
docli slechts door toedoen van du zon
:n van den palm. Zoo draagt ook d'
.tof den laatsteri grond van haar be-
itaan niet in zichzelve want dan moest
tij oneindig volmaakt, onveranderlijk
zijn, zooals de wijsbegeerte leert, en
is ze nietuit zichzelve is ze alleen
ir mogelijk.
iods scheppende wil moest Gods
wezen bestralen gelijk dc zon dien palm
dan eerst bon deze stoffelijke wereld
liet aanzijn ontvangen.
Doch gesteld de stof was tr van
tetiwiglu-ii), liet zich dan dc gchcclc
tehepping uit die materie alleen vei-
.laren.1 In gooien dode. Gij wandelt
nor kale rotsen voor:midden tus-
sclien dc ruwe, onbegroeide slectlkloni-
bemcrkt gij een klein boompje.
Gij viaagt vanzelf haasthoe mag dat
boompje toch hier gekomen zijn
„Dwaze vraag, zegl de vrijdenker, de
duizenden jaren, maar het boompje
uit dien steen heeft het ook zich
niet ontwikkeld, hoe komt het daar
Nu zie ik hier op aarde de kale
materie, doch ook planten, dieren,
ineuschen de stof ahcen kan die niet
voortbrengen zooals^ wij nog nader
leven van buiten af op de rotsen zijn
gebracht, daarom ntoet buiten de stof
ig ecu ander wezen zijn God.
Maar, dan valt n en inneen
hoeft God juist niet te zijn, wij hebben
toch dc natuurwetten, dc onverander
lijke natuurwetten. Vroeger ja, geloofde
men dat God de wereld geschapen
licel't thans weten wij dat dc natuur
wetten ze voortbrachten, de natuurwet
ten beheerschen alles.
Die bewering lijkt mij wel gelijk
luidend als dezeVroeger geloofd;
men dat God dc eiken heeft geschapen,
nu weten wij "dat dc in den eikel neer-
gelegde natuurwetten de eiken doen
taan. Zeker is dit zoo, m
vandaan komt die eikel, cn waar van
daan die natuurwetten in dien eikel?
Hel wereldsysteem gelijkt in den be
ginne een grooten eikel en ontwikkelt
zich volgens natuurwetten doch van
waar die grootc wereldeikcl en zijne
natuurwetten
I e bewerenwij behoeven geen
Schepper meer, om dat alles tc ver
klaren. het ontwikkelt zich vanzelf door
de natuurwetten, is even geestig en
geleerd als te zeggen Wij behoeven
geen klokkenmaker aan tc nemen, de-
klok loopt naar vaste mechanische
ii vanzelf. De vraag is niet: hoe
hel dat dit mechaniek zoo loopt.
wie heeft dit mechaniek zóó
gemaakt, dat het zoo loopt?
Het toeval Wordt er wel eens door
eval een uurwerk samengesteld, een
locomotief, een vliegmachine, een auto-
bic!, een glocilicht En nu zien wij
dc wereld evenveel tijdwijzers als
rrcnwerclden, even zooveel „zelfbe
wegers" als dieren, menschel), kevers
:n z'ooveel vliegmachines als vogels
vlinders even zooveel gloeilichtet
als lichtkcvera. En is bij A-s van at
dingen nog geen enkel te voorschijn
gebracht zonder haast ongehoorde aan
wending van verstand, zullen dan ai
die miliioenen meer wonderbaar in
cchaniek, aan een storiipzinnig toeval,
in een niets, hun bestaan ontlccnen?
Hoe lichtgeloovig en hoe geloovig
m wonderen zijn toch de ongeloovigen
Dat God een Itcinel geschapen heeft,
in men niet geloovig aannemen, maar
it een verstandeloos iets. dal toeval
Itect, grootc wonderwerken als spelen
derwijs in het atinzijn roept, dat dogma
dooft dc ongeioovigc heel gaarne
Uit het Buitonland.
Treurige cijfers.
lat in België vóór den oorlog de
dlottigc invloed van 't Fransch
ongeloof in de industriestreken reeds
duidelijk merkbaar was, loeten ons de
mededeelingen v in Kanunnik Lalic.w,
pastoor-deken in Henegouwen.
In het kolenbekken van Charleroi,
as volgens hem 13 der huwelijken
et meer kerkelijk de burgerlijke be
grafenissen 1 op
In sommige gemeenten waren dc
burgerlijke begrafenissen 25, 40 lot 50
ten honderd.
Fayt werden in 1908, 23 kinde-
gedoopt op 39. die dit jaar ge
il warenin 1909, 27 op 40. Op
2200 inwoners in190S, hielden 65
hun Pascbcn
Te Bois-de-Bnussu, 40 pCt. der
mi - reu doen hun eerste 11. eoinnn
et nu t, en de helft der begraft
:n is burgerlijk.
Te Lu Hestre, van I Januari tot 15
Mei 1904, 21 burgerlijke begralenissi
»en 7 godsdienstigeslechts
■ke had de HH. Sacramenten oi;
Geen enkele werkman, te La Hestre,
gaat ter kerke 55 a 60 pet. der kin-
eren doer, hun eerste H.communie niet.
Moge hel na den oorlog daar ver-
Van den Oorlog.
De toestand.
:Jp geen i!tr oorïogstcrrtinen zijn
dramatische gebeurtenissen te consta-
tceren. nergens een wijziging van ccnigc
bsteckenis. De Frauschcn erkennen, dat
de Duitschers hun een stuk loopgraaf
afnamen. Beide partijen gewagen van
afgeslagen aanvallen der tegenstanders
by -de Soumie, die daarbij zware ver
liezen leden, zonder van hun eigen
mislukkingen te spreken. De Britten
ntelden de verovering van 200 M. loop
graaf bij Thicpval.
Bij Verdun rapportieren de Fran-
sclteti een voordcel tusschon Fleury
er. Thiaumont. De Duitschers geven
Dc berichten van het Zuidelijk oor-
U.gstcrrein doen zien. dat aan-het Jsonzo-
front de Oostenrijksche infanterie zich
bj de verdediging niet meer geheel
b-perkt tot een passieve rol.
Ook op het Oostelijk oorlogsterrein
traden Oostenrijksche troepen weer of
fensief op.
Van groole bewegingen bespeurt men
cliter zoo min iets bij de legers van
Hindenburg, als bij die van den Ru»
Broessiloff. Toch is niet aan
dat hier de strijd al weer
zijn verstard, de namen der beide
terders, die hier tegenover elkander
aan, verhinderen reeds dattegclooven.
Op den Balkan niets nieuws vat
teekenis. De Bulgaarsehe berichten
hun succesvol voortrukken, worden
door de Britten bevestigd.
RumetiiS is nog aan 't toekijken
Irickcnlaud is de speelbal der oorlog-
-lercnden.
Italianen en Oosten rij kéra.
De Italianen blazen na hun gewel
dige succesvolle inspanning uitder
halve steken de Oostenrijkers het hoofd
.weer op en versterken zij hun hieuwe
linie, "nu hun daarvoor de tijd wordt
Als straks de Italianen hun optnarsch
willen voortzetten, zullen zij op
stellingen stuiten, die vermoedelijk niet
minder geducht zijn, als die. welke hun
kort geleden in handen vielen. Of zij
dan wéér zoo gelukkig zijn. is zeer de
ig. In ieder geval zal dit opnieuw
geweldige inspanning en grootc
lezen kosten, hetgeen voorkomen
had kunnen worden, indien de vervol
ging onverpoosd ware doorgezet.
Engelach oordoel.
In het Lagerhuis gaf Lloyd Georgr
n overzicht over den oorlogstoestand
legde den nadruk op dc wonder
bare verandering der laatste maanden.
Nu was het initiatief den vijand op alle
fronten ontrukt. Hij wees op de belang
rijkheid van de Britschc vorderingen en
het aandeel daarvan in het algemcene
oorlogsplan, Terwijl hij den duur
den oorlog niet wilde voorspellen
vaststelde, dat men nog een ernst
ir zich had, aarzelde hij nie
lereeriiqinq
Con
Bankwereeniging
AMERSFOORT - Scherpenzeel Soest
LANGEGRACHT 30 - TELEFOON INTERC. 363
Verhuren loketten in hun „LIPS"
brand-, inbraak- en smeltproefvrije
SPECIAAL TARIEF VOOR VACANTIETIJDEN.
verklaren, dat dc geallieerden slechts
getrouwelijk tezamen hadden op te ruk-
ecn volledige overwinning te
beltalen.
Aan 't front.
Een Engelsch officier schetst den
toestand aan 't front in Frankrijk vol-
gendcrwijzc
.Tracht u de ontzetlendstc donder
slagen voor te stellen, die ge ooit
hebt gehoord, maar dan die allen sa-
gebracht op één plaats en dat die
ongeveer een uur voortdurenzelfs
dan kunt ge u nog geen flauw
beeld vormen van het geluid, dat hc-
aarde vervult, terwijl de ver-
blindcudste bliksemstralen, sai
het schitterendste vuurwerk,
geen half beeld geven
indruk, die de „strafe" op het oog
makt.
Vóór mij spoten de veldkanonnen
en voortdurenden stroom granaten
it, terwijl achter en naast mij dc
grootc kanonnen dood eti verderf ui'
braakten door hun projectielen.
Het lawaai was verdoovertd, het
gekraak en geboem der kanonnen
vóór mij cn de ontzettende dondersla
gen der mortieren achter mij, gepaard
het gegier der projectielen, die
ons heen vlogen, vormdeu tc
:n een vrceselijk geluid.
wat het oog te zien kreeg
reusachtig als het geluid. Het
gehecte front was een licbtzec. De
itploffingen onzer eigen projectielen
i van die der Duitschers, gevoegd
bij liet helle schijnsel der fakkels die
bei Ie zijden opgelaten werden,
vormden een schouwspel, waarbij hel
schitterendste vuurwerk, dat ooit
Cliristal Palace werd afgestoken,
nachtkaarsje geleek. Het merkwaardig
ste bij zulk een bombardement is
verlichting var. het landschap, dat
even duidelijk zichtbaar is alsol het
door een heldere middagzon beschenen
werd. Ik zelf stond in het duister
kon mijlen gronds overzien als
grootsch en machtig panorama.
Ik weet wel, dat dit slechts i
zwakke beschrijving is cn het verbaast
inijniet, wanneer ik zie, hoe weinig
zcifs dc beste oorlogscorrespondenten
in staat zijn er een denkbeeld
Binnenlandsche Berichten.
Slecht vooruitzicht.
In de Eerste Kamer heeft minister
'osthuma tc kennen gegeven, dat hij
ens zal spreken met kookscholen, om
het publiek tp leeren zijn voedsel te
regelen naar gelang van de omstandig
heden. Te meer is dit noodig, gaf de
minister te verstaan, daar de prijzen
der levensbehoeften eerlang 'nog wel
belangrijk meer omhoog kunnen gaan,
gezien dc beletselen, welke aan een
geregelden aanvoer in den weg wor
den gelegd.
Als 't Uit |S;|
Als het eenmaal zoover zal zijn dat
de vrede komt, gaan onze soldaten
ar huis en er zal feestvreugde zijn
de harten ener zal wellicht een
extra glas op gedronken worden.
Dat laatste nu ziel de minister liever
niet. Want dat extra glas kan in de
gegeven omstandigheden aanleiding
geven tot buitensporigheden en die wil
inislcr zooveel mogelijk voorlco-
Hij doet daarom een beroep op
de burgerlijke autoriteiten. Wenschclijk
wordt geacht, dat op dc dagen der
demobilisatie alle vergunningen en bier
huizen worden gesloten. Eenig ongerief
voor het publick, zal dergelijke maat
regel wel hier en daar veroorzaken,
maar dat zal ruimschoots worden op
gewogen door het groote voordcel, dat
dc maatregel zal opleveren.
Landstorm-plichtigen.
De minister van Oorlog brengt ter
algemeene kennis dat nog niet kon
worden bepaald wanneer de in 1889
geboren personen die tot den -land
storm behooren of personen die tot
den landstorm behooren of daartoe op
of nil 1 September 1916 komen te
behooren in werkehjken dienst zullen
worden gesteld.
Behoudens onvoorziene omstandig
heden zal hun opkomst in geen geval
eerder moeten plaats hebben dan in
dc tweede helft van December 'a.s,
locdelijk echter zullen dc mcesten
hunner eerst in 1917 behoeven op te
komen.
Neutraal zijn.
De Pruisische geest is ons hier on-
FEUILLETON.
Van Heiden tot Christen.
De vrouw greep zijn arm stevig
vast en zag hem aandachtig aa
„Zijt gij ziele vroeg Paulus, ,,of
uw versland (verbijsterd? Waaroi
grijpt gij mij zoo aan den arm, i
kijkt mij zoo aandachtig aan
Zonder hierop te antwoorden, zcidc
de vrouw,' als iemand die ontwaakt
uit een droom, „welnu dan, gij moogt,
indien gij dat wilt, hier ovei nachten
gij zult de vertrekken hebben, die in
gereedheid gebracht zijn voor tien
Joodschen Alexander. Kom, volg mij."
En zij nam uit eene nabijgelegen ka
mer eene lamp, en bracht Paulus de!
trap op.
Zoo hadden dan Aglais en hare
dochter de kamers der koningin
werden daar opgepast door hare
Thracische slavin MelanaPaulus had
die van den koning, waarheen, volgens
het bevel van Crispina, de oude Philip
zijn bagage brengen moest.
Een weinig later ontmoette de her
bergier, die zich wederom aan zijne
Uagclijksche bezigheden begeven had,
in een der gangen Philip, beladen
met de verschillende benoodigheden
zijns meesters.
„Waar gaat dat henen?" vroeg Crispus.
„Ik breng dat naar de kamer
mijn meester Faului."
„Gij moogt wegbrengen, zeide dc
heibergter, wat de vrouwen voor hun-
kamer noodig hebben maar
jeugdige meester Paulus heeft geen
kanier in dit huis."
„Zoo, waarom niet
„Om dezelfde reden, waarom ook
gij overnachten moet op den zolder
van den staler is geen plaats
mijn huis. Gij moet hem maar troosten
in het hooi. Menschlicvcitdhcid
eene schuonc deugdmaar als t
zich daardoor reeds eene koningin vij-
dig heeft gestemd, dan behoeft zoo
ii arme herbergier als ik ben, dc
gramschap van een koning er niet bij
te voegen. Deze rijke vreemdeling
mij een ongelukkig lot bezorgen \i
bij kon wellicht over mij klagen bij
den keizer of den consul, of den prae
tor of den quaestor, en ieder ding is
voldoende om mij te verbannen".
„Kom hierheen, Philip," riep iemand
op beslissendcn loon, „met uwe baga
ge cn breng het, waar reeds liet andere
bezorgd is."
„In naam van alle goden, vrc
riep Crispus, „waarheen mag dat
„Kom hierheen, Philip," hcrhanldc
zij, en dan haren .echtgenoot terzijde
nemend, zeide zij hem zachtjes„hebt
gij liet gezicht van dien jongeling op-
c dat i:
kunt gij niet bedenken
cmand van hen," herhaal-
„II; keil nu
de Crispus.
„Kijk hem dan anti, vooidat hij hier
Crispus keekhij keek zoolang
zoo sterk, totdat Paulus het bemerkte
en glimlachte.
„Kern gij mij vroeg hij.
„Neen, edele lieer."
„Helaas, ik ben niet edel, goede
Crispus, maar ik heb honger, cn ik
geloof, dc anderen ook, behalve mijne
arme zuster, die niet gezond is, cn
voor wie ik, liet koste wat het wil,
een geneesheer zal. laten ontbieden."
„Dat arme jonge meisje, zeide Cris
pus, is alleen vermoeid van de reis,
anders niet. Zij zal morgen wel beter
zijn. Uw avondeten zal worden klaar
gemaakt in de kamer naast die' van
uwe moedervoor Philip en Melana
zal straks gezorgd worden."
„Dat alles is gemakkelijk en in
oogwenk gereed," voegde Crispus
bij, maar een geneesheer voor
dierbare zuster, bij alie goden, waar
zullen wij hem vinden r"
„Versta mij wel, zeide "Paulus, mijne
zuster is niet in onmiddellijk gevaar,
zoodat niet de eerste de beste kwak
zalver moet geroepen worden. Zij is
j reeds cent gen lijd ongesteld, daarom
I moet geen onkundige practizijn bij
haar ontboden worden. Is er geen be-
"einde geneesheer in Italië?"
„Dc incest beroemde geneesheer
Italië is een Griek hij woont vijf dui
zend schreden van hier, maar niet
iedereen komt hij. want iiij is de
lijfarts van Tiberius Caesar."
„Gij bedoelt Charicles," hernam
Paulus „ik geloof vast dat hij komen
zal, want mijne moeder is eene Griek-
sclie vrouw, hij zal haar gaarne
plichten."
„Schrijf hem dan een brief," zeide
Crispina, „ik zal hem dien aanstonds
Paulus dankte haar, hij
doen. Toen hij evenwel aan zijne
moeder voorstelde een bode naar
Charicles af tc vaardigen, maakte zij
vele bedenkingen, Agatha was veel
beter en opgeruimd gestemd. Men
moest den anderen dag om den ge
neesheer zenden. Want wanneer mid
den in den nacht een dringende uit-
noodiging r.an Charicles gedaan werd,
die zich waarschijnlijk aan het hof van
den Caesar bevond, dan zou de be
langstelling bij Tiberius, betreffende
Agatha, wellicht nog grooter worden
dan vroeger, cn gij weet, dat zij on
gaarne betrekkingen aanknoopt met
dien man in het zwarte purpermaar
bovendien, hij heeft reeds gezegd, dat
llij zijn geneesheer zenden zal om
Agatha te onderzoeken. Laten wij dus
wachten, totdat hij hem uit eigen be
weging zendt.
„Agatha is dus niet ernstig ziek,
hernam Paulus, „mijne zuster, gevoelt
gij u alleen maar vermoeid cn ver
schrikt dan ben ik zeker dat gij door
rust spoedig zult herstellen."
„Moeder," zeide Agatha, „wij heb
ben vergeten onder al die belangstel
ling over mijne gezondheid, aan Pau
lus de eigenaardige ontdekking mede
ie deelen, die wij zoo even gedaan
hebben."
„Dat is waar," zeide Aglais,
zuster heeft eene zeer valsclic daad
ontdekt."
„Waarom, mijn broeder, vonden wij
ii in deze groote zitkamer, bij ons
binnenkomen,' ofschoon wij u beneden
den trap, nabij de fontein, hadden
achtergelaten
„Mij gevonden zeide Paulus.
„Ja," voegde de moeder er bij, ,,u
gevonden, verborgen in deze kamer
door Tiberius."
„Vciborgen door Tiberius
„Ik wil u niet langer nieuwsgierig
laten." zeide het meisje lachende.
„Zie eens hier," en zij bracht hem
naar eene tafel achter eene bank,
waarop zij eerst gezeten hadden,
en maakte hem opmerkzaam op
eene stecnen buste van Tiberius.
„Deze stond eerst," zeide Agatha,
„toen wij hier zaten, op gindsche ta
fel tegenover ons. Ik herkende het ge
laat van den man, die mij had aange
sproken ohder de kaslanjcboomen ik
huiverde voor dat leelijke gezicht, en
daar ik het niet langer kon aanzien,
itond ik op om het weg te nemen en
e plaatsen waar gij het nu ziet, ach-
er mijn bank. Met beide handen
lichtte ik het op. onder ieder oor een
hand, cn ziet uw eigen dierbaar gelaat
zag mij aan
Toen zij dit sprak, nam zij wederom
de buste op. die op een schoon wit-
:n voetstuk was geplaatst,
de lijnen van Paulus' beeld
gesneden waren. Paulus ontstelde en
zijne zuster zette lachend Tiberius
wederom neder.
,Was liet niet waar, Paulus," zeide
de moeder, „dat Tiberius u hier ver
borgen had
„De Caesar, 't is waar, had mij in
n hoofd," zeide Paulus.
Op dat oogenblik ging de deur
open, en Crispina kwam binnen om
te vragen of de brief voor den ge
neesheer reeds klaar was. Zij zeiden,
dat zij van voornemen veranderd
waren en in den nacht geen brief
wilden verzenden, en buitendien ge
voelde zich Agatha veel beter.
Wordt voortgezet.