Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en
Omstreken.
DE EEMBODE
I/-1L. I l U.
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven
door-di Vereeniging De Eembode te Amersfoort. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
Dinsdag 7 Nov. 1916. No. 63.
Dertigste Jaargang.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht.
Billijke tarieven bij geregld ad verteeren. Alle mededeelingen,
ingezonden stukken en advertentiCn gelieve men in te zenden ten
Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13,
Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Geven.
Geweld en bedrog in liet verkrijgen
van aardsch bezit kan nooit sa
mengaan met een cbristelijken levens
wandel.
Leven voor aardsch bezit is al on
christelijk hoeveel zondiger is liet
dan niet, wanneer wij naar het aard-
scire jagen op zondige wijze, als ge
werd en bedrog welkome middelen zijn
Maar niet enkel de handen rein
houden van andermans goed, wij
moeten ook naar vermogen voorzien
in den stnffelijken nood van anderen,
Niet nemen maar geven.
En het geven moet ons zelfs zali-
ger zijn dan het ontvangen.
Stelen en alle onecrlijkhc.d is meest
een gevolg van ledigheid. Zij. die niet
willen werken en zich schamen om te
bedelen, stellen zich bloot aan <le ver
leiding om Ie stelen.
Vooral dan, als genotzucht het le
ven reeds duur heeft gemaakt.
Als we genieten moeten, en niet
werken willen, dan verflauwen als
vanzelf de grenzen tusschen het mijn
en het dijn. En zoo bezondigt men
zich met een zoude, die zelfs de
wereld verfoeit.
Als men maar ieder het zijne geeft,
kan men volgens de wereld, wel leven
naar eigen zin. Edoch als men steelt,
dan is men in haar oogen een on
waardige, een dood lid geworden.
Werkende wat goed is, zal de
mensch zich voor zonde bewaren.
Maar er is nog een reden, om
ijverig te zijn in ons eerlijk beroep
„Opdat wij hebben mee te deelen aan
hem, die in nood is." De menschen
moeten werken, niet alleen om zelf tc
leven, maar ook om voor anderen het
leven mogelijk te makcir, voor hen,
die wel werken willen, maar niet wer
ken kunnen.
Zelfs zij, die van Inin handenarbeid
moeten leven, belioorcn van bun klein
weekgeld nog weldadig tc zijn.
Ja, van den plicht der weldadigheid
is de arme zelf evenmin uitgesloten,
als van den plicht, om steeds tc zoeken
naar arbeid en eigen levensonderhoud.
Om naar het Evangelie te spreken
ook de arme weduwe heeft haar pen
ningske tc geven.
Kr zijn immers altijd menschen el
lendiger dan gij
God eischt van ieder liet verschul
digde aan Zijn belastingwet onttrekt
zich niemand en de armslcn zijn
de ontvangers.
Die liefdegaven nn mogen daarbij
slechts zijn vruchten van eerlijkheid
en noesten vlijt.
De gierigaard is een heiden, hij
maakt van het geld zijn god.
God veiooidceit iic rijkdommen niet,
maar het hart van die er aan verkleefd is.
Pief, de Wijsgeer.
Mr. Piet Tidcinan, de bekende anti
papist en mmoerinakcr, inzake de aan
stelling van een lijdelijk Ncdcrlandsch
gezant bij den Paus de politieke agi-1
tator uit de verkiezingsdagen van 1913,
de voorzitter van de Evangelische Maat
schappij, welke in wezen .liet anders
is dun een onderneming tot bestrijding
van „Rome", en eer. der leiders van
de wijsgccrcn aan den Doodenweg.
heelt een vergadering geleid en op
deze bijeenkomst eenc voor ons Koom-
schen, voor de toekomst althans, hoop
volle toezegging gedaan
Volgens de bladen heeft deze Evan
gelische „verdraagzame" o. 111. gezegd
.Liever met een R. K. Nederlander
de loopgraven tc zijn, dan met een
prolcstantschcn buitenlander."
Het is voor onze Roomsche llol-
landsche soldaten, indien er oorlog
mocht komen, een heelc opluchting
ook een heclc eer, als dat heci
met hen samen wil vechten.
't '/.al echter de vraag zijn, of dit.
als het zoover komt, onzen „beroem
den Ncdcrlandschcn publicist" dan zal
worden gevraagd.
Intusschcu moet hier zijn antipapisme
weder dienen, om als thermometer de
armte van zijn vaderlandsliefde aan
geven.
„Liever met een Roonischen Neder
lander in de loopgraaf, dan met een
otestantschcn buitenlander"
Wal moet zoo'n kerel toch van zijn
vaderland houden
Welk een opoffering Wel
Wel
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Duitsche tegenslag.
De Duilschers morsten bij Verdun
eer wijken voor de Franschen en o.m.
hei fort Vaux opgeven. De Franschen
wijzen op het verschil tusschen dc
'jovenmcnschelijke inspanning der Duit-
cliers en hun duizenden dooden bij
1c verovering van het fort in Juni 1.1.
m het gemak waarmede de Franschen,
het fort heroverden. Het ecnig resultaat
/an den strijd bij Verdun voorde Duit-
tellers is. het verlies van 400.000dooden.
De verovering is een triomf voor
lc zware Franschc artillerie, welke dc
Duilschers verjoeg. Dc Duitschcrc had
den 104 dagen noodig om van het
lort Douaumont te komen lot dat van
Vaux, dc irnnschen legden den afstand
10 dagen af. Hel Franschc front
ui precies hetzelfde als hetwelk op
den avond van 4 Februari werd bezet.
Oo Italianen
hebben na heldhaftige gevechten w
een stukje Oostenrijksch berg-gebied
bezet. Zware offers kostte dc aanval,
de dooden en gewonden telt men weer
bij duizenden.
In Griekenland
wordt de toestand steeds verwarder.
Het volk is verdeeld en de ondergang
van den Grickschen staat nabij. Een
deel van 't leger blijft den neutralen
koning trouw; een ander deel gaat dei
Franschen en Serviërs heipon.
Polen.
Ilehalvc de dagelijks terugk>
de berichten over diverse gevechten
alle fronten, welke onophoudelijk
duizenden mannen en jongelingen
bloed en leven, gezondheid en welzijn
ontrooven, zijn de lijdingen welke over
Polen zijn biuncngcl omen van belang.
De Duitschc Regiering heeft in over-
g met de Ocsterrijkschc verklaard.
d:.t Russisch Polen "afhankelijk is en
een vrije staat zal vormen n.et een
koning aan 't hoofd.
De Duilschers die al wat l'oolsch
in Rusland hebben bezet, hebben
daardoor den Polen een groeten dienst
bewezen.
Weliswaar had ook de Rus aan hel
verdrukte volk ten Jeele de onafhan
kelijkheid beloofd, nuar dan zou Polen
worden behandeld ais Finland, dat in
nigc vrijheid geniet, maar
inderdaad geknecht en gedrukt wordt
ifi^ zijn nationaal gevöel op verregaan-
I'olen is een waarschuwend voor
beeld voor volkeren die verdeeld zjjn.
Vroeger was 't een machtig rijk,
aar door verdeeldheid ging 't ten
gronde cri werd verknipt tusschen
Duitschland, Oostenrijk en Rusland.
Zeer slecht waren er immer aan
c de Polen die onder Russische
heerschappij stonden.
Het was den Rus er steeds
doen al wat Poolsch is te vernietigen.
Het verbood dc Pooische taa'. enz.
Maar wel het meest zondigde de
Kus door op alleronmenscbehjksle
wijze de Katholieke Kerk die schier
alle Polen onder hare kinderen telt, te
verdrukken.
In den loop der jaren werden dui
zenden Katholieke priesters, die God
neer gehoorzaamden dan een Rus-
iltchen despoot, naar het onherberg-
:ame Siberic veibar.rjen.
Toch mocht het oen Kus nimmer
gelukken na dc vrijheid, den Polen
ook den schat des Geloofs te ontrukken.
Polen was en bleef Katholiek.
De Duitsche cn Oostenrijksche pers
ijdt nu warm gestemde beschou
wingen aan het bestuit tol de oprich-
ig van een zelfstandig Polen.
Telkens als de Polen vertrouwende
op de hulp uit Londen cn Parijs, den
strijd voor hun onafhankelijkheid aan
bonden bleek, dat zij op holle woor
den had vertrouwd. Van die zijde
konden zij de vrijheid niet deelachtig
worden. Dc bevrijding van Polen i:
samengeweven met dc overwinning vai
Duitschland en zijn bondgenooten, Het
bestaan van een vrij l'olen is voor
Duitschland een levensbelang.
Kortere, sterk beschermde grenzen
zullen den vasten grondslag vormen
rustiger verhouding tot den
Kussischen buurman.
Uit Amerika.
Beide candidatcn voor het president
schap hebben hun campagne geëindigd.
Wilson verklaarde dat de Rcpubli-
«cincii genoopt waren hun laatste ver
let te bieden tot verdediging van liet
hoogc beschermende tarief op inge
voerde artikelen, en daardoor dc ar
beiders op hun hand trachten te krij
gen. Ken overwinning van dc Repu
blikeinen zou, zeidc hij. een stap naar
achteren toe en een natuurlijke ramp
zijn. Hij keurde dc gedachtcnwisseling
af tijdens den verkiezingsveldtocht over
buitcnlandsche politiek door mannen
die zich zelf staatslieden noemden,
die terwijl de wereld in vlam
stond, brandstof verspreidden.
Hughes liet een optocht me" fakkel
licht te New-York lings zich voorbij
trekken. Daarna richlc hij het woord
tot een groote vergadering over het
tariefvraagsluk. Hij voorspelde, dat de
op den Europeesrhen oorlog gegronde
verwachtingen voor Amerikaansche
ondernemingen niet anders dan ver
ijdeld konden worden, zoodra de oor-
log getiindigd was. Elke natie in hel
buitenland zag den tijd tegemoet, waarin
haar eigen nijverheid beschermd zou
worden en zij een poging zou kunnen
doen, om haar overproductie aan voort
brengselen op de Amerikaansche markt
werpen. De eenige hoop van de
leiikaansche arbeiders dat zij 't niet
tegen de vreemde mededinging zouden
afleggen, was een tarief, dat tenminste
gelijk was aan het verschil in dc
beidsloonen tusschen Amerika en
buitenland.
leider der oud-liberalen, is plotse
ling^ op den leeftijd van 62 jaar over
Binnentandsche Berichten.
Holland in oorlogstijd.
In „Onze Eeuw" herinnert Smissaert
aan de rr.atelooze crilick en den laster,
waaraan minister Poslhuma bloot
gesteld, om dan te wijzen op de scha
duwzijden der diep-ingrijpende over-
hcids-bcmoeiing. In dat verband wordt
herinnerd aan onze sterke neiging hetj
gezag van hoogcren niet te erkennen,
die mede oorzaak werd, dat gemeen
tebesturen, waaraan onze staatsorgani-
atie groote bewegingsvrijheid liet, vaak
.maling" hadden aan papieren doere
en var. het centraal gezag.
Door de mazen heen sluipen, den
wetgever beetnemen, diens regel ont
duiken. knoeien, smokkelen, ziedaar een
ilerlardschc „sport," welks beoefe-
ren tot het naarstig in praktijk bren
gen daarvan thans meer dan ooit wer
den jen worden) gedreven door het
aangenaam vooruitzicht op ongehoopte,
„zoete" en vaak reusachtige wii
Men klaagt over de onvoldoenJc
arin de hatelijke Rcgeerings-zorg er
slaagt ons een eenigszins ..gewoon"
leven in deze gansch ongewone tijden
tc verzekeren. Maar klaag dan ook
i vooral over allen, die er hu
erk van maken, de juiste toepassing
in het stelsel zooveel mogelijk
irijdelen.
„Ontstellend en verbijsterend is oolc
de oppervlakkige critick (geweest) die
op dc daden en besluiten der regeering
wordt (en werd) uitgeoefend. Hebben
wij een nationalen trek te zien in die;
ontzettende betweterij, welke met on
gelooflijke vrijmoedigheid cn met al dc
i'vileit der domheid zich uitte
Mr. Tydeman.
Mr. M. Tydeman Jr., lid van de
Tweede Kamer der Statcn-Gencraal,
Amersfoortsche
Nieuwsberichten.
Een onredelijke rede.
Een bevriende hand zond ons een
;emplaar van 't Amerfoortsche Dag
blad, waarin het relaas van eene Gods
lasterlijke rede (misschien zijn er nog
wel, die het een predikatie noemen i
Dr. G. A. van den Bergh van
Eysinga uit Santpoort, die meende den
399cn jaardag van dc Kerkhervorming
door Maarten Luther feestelijk te moe
ten herdenken door eenige lage scheld
woorden te lancecren tegen de Katho
lieke Kerk, en Jaaibovcn zalvend te
schrik niet„Het tweede
Wij denken er niet aan in deze cou
nt eene weerlegging te geven van
den vermakelijken onzin, b.v. van dien
kardinaal aan prof. Oort, waarop dr.
Eysinga zijne hoordcis in dc Oude
H. Geest-Kapel, nu Luthersche Keik
m de Langestraat, heeft getractcerd.
Jammer is 't, en ook geen tecken van
kracht, wanneer men, zooals dr. van
Eysinga, zijn heil zoekt in de negatie
en in een scheldpartij. Maar 't was
dan ook bij „de Oude Vischmarkt".
AD die Dr. G. A. van den
Bergh van Eysinga uit Santpoort de
zelfde is, die zijn naam achtereenvol
gens gaf aan Tolsloianisine, Theoso-
pliisme, aan spiritisme, aan een soort
Christianisme en nu weer aan Lulhera-
dan is de vrije gedachte, door
verdedigd, wel zeer onbetrouw
baar en heeft zij dc schuld te dragen
bewust of onbewust, van een massa
zwabberighcid onder het menschdom,
dat vandaag leugen noemt, wat gis
teren nog als hoogste waarheid werd
gehuldigd.
Eysinga Ga vóór dat ge
Katholieke zaken en instel
lingen spreekt, eens duchtig op infor
matie bij menschen, die van dc Room
sche kerk en hare zegenrijke instellin-
Kosteloos kuilt U terecht bij hel In
formatie-bureau der Apologetische ver
eeniging Petrus Canisius, Seminarie
Rijsenburg, of, zoo gc dat vreest, leest
dan eens Janssen's Geschichtc des
Deutschen Volkes, vooral waar hij han
delt over Luther und das Lutheilhum,
en vergeet dan ook vooral niet aan
dachtig te bes.udeeren „An meine
Kritiker", van dcnzelfdcn schrijver.
Overigens zal ieder katholiek handboek
u degelijk kunnen inlichten, b.v. liet
boek van pastoor Potters „over dc
Roomsche theologie", Dcvivier enz.
Ze zijn evenals Janssens' Geschichtc
el te vinden in de K. K. Openbare
Leeszaal hier ter stede. Misschien, dat
U daardoor meer overeenkomstig de
waarheid leert spreken.
Nog iets Geeft het Amersfoortsche
Dagblad voortdurend ellenlang uitgc-
FEUILLETON.
Van Heiden tot Christen.
Tbellus stond met de armen over
elkander, als eenvoudig toeschou
wer bij dc groep. Het kind had zijn
speelgoed laten vallen, en weende
bitter omdat een hond daarmede was
weggeloopen. Be hond was nu in de
sterke handen van een sl3af.
„Het arme Hier wist niet, wal het
deed," zeidc de Numidiër.
„Dat hindert niet, riep de jongen,
blpek van kwaadheidwurg hem
Lygdus."
En overeenkomstig het bevel, om
knelde Lygdus de keel van den hond,
totdat hij dood was.
„Is hij dood vroeg de knaap.
„En goed ooki zie maar," antwoord
de Lygdus, den dooden hond een eind
ver de straat inwerpend.
„Ah, goed zoo, riep de kleine jon
gen, laten wij nu verder gaanwat
een genot moet het zijn, menschen te
zien wurgen I"
„Wie is dat monsterkind, Thcllus
vroeg I'aulus.
„Het is de zoon van Germanicus
Agrippimi. Hij heet Gajus. Hij draagt
reeds het schoeisel der gewone solda
ten, onder wie hij zich meestal ophoudt.
Zij geven hem den bijnaam van
Caligula. Weet gij wel, dat hij kan.'
heeft eens het purper te dragen ca
Augustus of tenminste Augustus' naas
ten erfgenaam op te volgen als keizer
der wereld."
„Dat zal eene gciukkigc wereld zijn
onder zijne heerschappij," merkte
Paulus op.
Eensklaps hoorde men den uitroep
„Op zij I Maak plaats I"
Bijldragers maakten voor Sejamts,
als praetor gekleed, den doortocht
vrij. Paulus en zijn vriend Thellus
werden met de menigte als bladeren
met den stroom, naar de achterzijde
gedrongen van Mainurra's paleis. In
de groote kamer op de eerste verdie
ping bespeurden zij den man van om
streeks vijftig jaar, met zjjn langen
rossigen baard, van wicn zij in Crispus'
herberg gehoord hadden. Hij stond
daar te recht. Op een sierlijk gestoelte
zal Augustus door een stoet van bc
roemde mannen omgeven als Liviu«
Lucius Varius, Haterius, Domitius Afei
Germanicus cn Tiberius Caesar. Dani
achter bevonden zich Cnejus Piso e
Pontius Pilatus.
„Dus, sprak Augustus, gij zegt on
dc zoon tc zijn van Herodes den
Grooten, zooals hij genoemd wordt
met andere woorden Herodes den
Idumcërzijn zoon Alexander
„Wij hebben zooeven, zeidc Paulus
fluisterend tot Thellu9, gezien, wat het
ras van een hond nu zullen wij
is maken met het lot van een
koning of van iemand, die op deze
waardigheid neemt recht tc hebben."
„Verheven eigeëerbiedigde keizer,
dat ben ik," antwoordde dc terechtge
stelde.
„Maar, zeide Augustus, het gerucht
gaat rond, dat Herodes zijn twee
ncn, Arislobulus en Alexander
dood heeft veroordeeld. En zelfs
ik, behalve de oflïciecle berichten, mij
destijds door den Stadhouder
Syrië toegezonden, brieven door
rodus den Idumeër in eigen persoon
geschreven."
.Herodes veroordeelde hen ter dood,
maar de beul deed anderen in
plaats sterven," antwoordde dc Jood.
„Zij ontsnapten naar Sidon."
„Hen cn zij, merkte Augustus op,
gij bedoelt dat anderen werden ter
dood gebracht in plaats van hen
„Ja, mijn gebieder."
„Waarom zegt gij niet, in plaatf
„Ik begrijp u niet, gaf de Jood ter
antwoord.
„Zijl gij dan niet, vroeg Augustus
a hen f'
„Ik ben de zoon van Herodes."
„Gij spreekt van u zelf en van uv
broeder, cn nu zegt gij. zij cn niet wij.'
„Dat is dc manier van spreken ii
het Oosten, mijn keizer."
Iet uw welnemen, zeidc Augustus,
ik ben inct dc Ooslcrschc wijze van
■préken volkomen bekend. Los mij
ïog een andere moeilijkheid op. He
rodes den Idumeër ken ik heel goed;
vele toch der rechtsgedingen, waarin
hij betrokken was, werden voor mij
bepleit en door mij beslist. Welnu, ik
heb nog nooit iemand gezien, die na
eenc ter dood vcroordeeling met zoo
veel zorg te werk ging, dat zijn be
sluit werd ten uitvoer gebracht als
Herodes. Met eigen oogen aanschouw
de hij hoe zijne vonnissen volvoerd
lij nrij was dat niet liet geval,
ziide de Jood. Eenparig gelach barstte
los. „Al de Joden van Sidon weten,
dat ik Alexander ben, dc zoon van
Herodes. Ook de Crctenscrs en de
ncis van Melas weten het. Toen
ik te Diccarchia aan \v d stapte, ont-
ingen alle Joden mij als hun koning.
Gij wiet zeer goed. machtige keizer,
dal duizenden mijner landgcnootcn te
Rome mij des anderen daags in een
koninklijken draagstoel door de straten
droegen, koningskleederen cn schoone
sieraden aandeden en overal, waar ik
ging, luide welkom heetten als den
zoon van Herodes, den Grooten."
„Hebt gij dan. hernam Augustus
eenige oogcnblikkcn, in het Oosten
een opvoeding genoten als van
koningskind
„Zeker," antwoordde de Jood.
„Ik ken, hernam Augustus, Alexan
der zijn zoön even goed, als Hcrodes
zelve-i, cn ofschoon gij op zijn zoon
gelijkt, toch hebt gij laat mij uw
De Jood toonde zijne handen.
„Gij hebt van uw jeugd af met die
handen gewerkt. Ontbloot uw hals en
schouders.
Ook dit deed hij.
Augustus beval hem onmiddellijk te
:rtrekken, en naderhand hoorde men,
dat hij zijn bedrog erkend had, cn
levenslang veroordeeld was om op de
„Augustus Is nog helder van geest."
ompclde Tiberius tegen Cnejus Piso.
Den jongeling met zijn Oostrrsch
gelaat, die den jeugdigen Cajus Cali
gula bij de hand hield en gevolgd
werd door Pontius Pilatus, wachtte
Augustus op ter plaatse, waar hij
voorbij inocst komen. Paulus cn Thcl
lus werkten zich door het volk Iteen,
verder de straat in.
Als de keizer voorbij kwam en
meikte dat dc jongeling wilde spreken,
stond hij stil en zeidc
„Wat verlangt gij, Herodes Agrippa?"
„Keizez, ik heb u gezegd, dat die
man mijn oom niet is."
Wordt voortgezet.