Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort - Tel. No. 314.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- cn Vrijdagmiddag en wordt uitgegeven
door de Vereeniging De Ecmbode te Amersfoort. Prijs per drie maanden
zestig cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor
incassokosten. Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar.
Abonnementen kunnen eiken dag ingaan, doch opzegging van abon
nement moet geschieden vóór den aanvang van een nieuw kwartaal.
EMBODE
Dinsdag 12 Dec. 1916. No. 73. Dertigste Jaargang.
Advertentieprijs: van één tot vijf regels vijftig cent. Elke regel meer
tien cent. Voor incasso wordt vijf cent in rekening gebracht.
Billijke tarieven bij geregld advertecren. Alle mededeelingen,
ingezonden stukken en advertentiCn gelieve men in te zenden ten
Kantore van de Directie van De Eembode, Langegracht 13,
Amersfoort, vóór twaalf uur op den dag van verschijnen.
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
De toestand.
Niet alleen dat we in liet economi
sche leven gedrukt en gebukt gaan,
zoudat kippenvoer en eieren, Amersl'.
gas cn cokes duurder zijn geworden,
we meer straatbelasting moeten betalen,
cn in de zaken minder ontvangen dan
anders, maar ook ons dagelijksclr ver
keersleven wordt er onprettig op.
Men is bezig ons, land- en stailgc-
nootcn, familieleden, vrienden cn ken
nissen, in tc dcetcn in pro- en anti-
Duitschcn, men zet ons een mek en
een keur op als waren we een kudde
schapen.
Zel men u het etiket pro-DuitsCli up,
dan geldt men minstens voor een be
taalden Duiischen spion.
Men kijkt u achterdochtig aan. en er
komt een trek om don mond van „lleb
ik me nu zoo in licrn vergist."
Hartelijkheid verdwijnt, hoffelijkheid
bekoelt.
Vrienden cn kennissen, die elk:
ontmoeten, inforinecrcn niet meer als
van ouds naar eikaars welvaren, i
naar de weder/ijdschc pro- en
Ouitsehe gezindheid.
En als men dan niet dadelijk li<
geen van gedachten is, dan krijgt de
een de verstarrende uitdrukking over
zich alsof de ander hem geld te leen
heeft gcviaagd.
Zelfs in gezelschapskringen xx
men geïntroduceerd met hel vriende
lijk of onvriendelijk praedicaat
pro- of antl-Duitsch.
Lu treft men het dat ni-r. met pro-
Duitschc aanbeveling in .viti-Duitsch
gezelschap komt, of omgekeerd met
unti-Duitschc introductie m pro-Duit-
sche.i kring, dan voelt men r. ro iets
appreciatie over zich komen
•ijk. dat zeker een menschenieeftijd in
ontwikkeling is achteruitgezet.
Haat is een slecht leidsman.
Laten wij trachten den vrede te
bevorderen door minstens in de kleine
maatschappij van ons verkeersleven
den vrede onderling tc bewaren.
In rle Stemmen des Tijds zegt onze
oud-minister Colijn over de krijgsbe
drijven het volgende
Ongetwijfeld hebben de geallieerden
voortdurend tactische overwinningen
te boeken gehad. Xu eens wat meer,
dan weer wat minder, maar steeds zijn
ze vooruit blijven komen. Er is een
deuk in de Duitsche linie gekomen; maar
dat is al. En van Duitsche zijde slaat
daar m.i. een gewichtig strategisch
.voordeel tegenover; dit tl.!., dat hel
groote offensief niet op het zooveel
gevaarlijker punt hij Verdun is losgc-
Maarnu licbbe men verder te
letten op hetgeen de Franschcn bij
Verdun zullen doenDe oude vesting
gordel is weer in hun bezit, doc'> het
op den 25cn Februari vóór dien gordel
gelegen verloren gegane terrein wordt
il ror de Duitschers nog bezet gehouden.
Gelukt hel aan dc Fransen.- troepen
om den toestand van vóór 25 Februari
weer tc herstellen, dan opent zich de
mogelijkheid om in 1917 te doen, waarin
men in 1916 vethinderd werd.
1 )e schepping van Polen brengt, meent
de auteur, niet alleen verlenging van
den oorlog mee, maar kan ook een
gevaar opleveren voor den vrede in
de toekomst.
li de Hojmeensche gebeurtenissen
liet artikel werilgeschrevcnv00rd.it
Mackensen een leger over de Donau
had geworpen
als i
nil. die
geraakt.
Men telt niet meer mee. men vindt
u een onsympathiek inensch.
Dc beste capaciteiten, je k tapstc
talenten, je aangenaamste in.mieren
worden niet meer geteld, je gebit al
leen als pro- of anti-Duitsch.
Het heette vroeger een noot van
beschaving om eikaars overtuiging te
respectcercn. nu wordt ge tegenwoor
dig in twee tellen gevormisd en ver
oordeeld naar gelang van het anti- of
pro-Duitsche merk, dat u is opgedrukt.
Wat heeft de oorlog ons klein cn
eenzijdig gemaakt.
Waarom kunnen wij Duitsche ener
gie cn gemeenschapszin niet bewon
deren. cn tegelijk weiischen, dat l'arijs
niet door de „dikke Benin" zal worden
in puin gescholen
Waarom zouden wij niet treuren om
dc oude kunst cn de nieuwe schoon
heid welke in België zijn verwoest door
den gruwel van den oorlogwaarom
zouden wij ons niet verheugen als de
Notre Dame van P.uijs ongerept blijft,
maar waarom zou ook niet tegelijk
onze deernis uitgaan naar dc jonge
Duitsche levens die te vroeg in hl
bloei zijn gestuit, naar het krachti;
FEUILLETON.
Van Heiden tot Christen.
ij begrijpt dus, dat ecnigfl dir.gui
J kracht hebben, en dm er grootcn
i kleinere krachten zijn'
Dio
nysius.
•Zonder twijfel-, zeidc Labio.
«Wat is voortreffelijker, hernam Dio
nysius, een kracht, die zich ze'
bewegen, of cene kracht, die
bestaan, door cene andere moet bcw. -
gen worden
«Deze laatste is slechts het ver
van de eerste, zerde Labio, zij is
een voorzetting, een uitwerksel.
-Maar is een uitwerksel (ctfeetus)
niet minder dan datgene, wat geen oor
zaak noodig heeft vervolgde de Griek.
«Voorzeker, hernam Labio, ik ben
zoo dwaas niet om dit tegen te spieken.»
«Welnu, verleen mij d.vn eenoogen-
blik uwe oplettendheid, hernam de Atlir-
ncr. Ik stel u voor het volgende twee
ledig besluit (dilemma)of ieder ding.
dat kracht bezit, heeft die kracht v:n,
iets anders ontvangen óf daar bestaat
iets. wat kracht bezit ui nimmer dr
krachl van een ander ding heeft om
vanger, cn ze van alle eeuwigheid g<
had heeft. Wat van die twee kiert gij
Labio zweeg een wijle; geheel het
gezelschap, dat met belangstelling ge
iler laatste vijftigmillioen voorde voor
bereiding te buig heeft uitgesteld
Een militaire beslissing, die tot vrede
dwingt is in 1916 niet gekomen en zal
naar mijn mccning ook in 1917 niet
komen. Ik neem aan, dat de geallieer
den in den zomer van 1917 er in zul
len stagen om hier cn daar de Duit
schers in Noord-Frankrijk nog verder
terug te dringen dat zij hen echter uit
NooiJ-Fiankrijk cn België weg krijgen
geloof ik niet. Dat zulks in een vierde
mogelijk is, valt misschien
en, tenzij inmiddels op het
Oostfront een beslissing ten voordccle
Diiitschland werd verkregen, wat
r ook niet waarschijnlijk is. Maar
gesteld nu, dat de geallieerden in 1918
er in slaagden om Frankrijk cn België
geheel van den vijand te zuiveren, wat
dan verder Men zou zich vergissen,
indien nic.n meende dan aan Duitsch-
land elke voorwaarde, die men gaarne
vervuld zou zien, te kunnen opleggen.
Waar het einde door volkomen mi
litaire uitputting nog zoo verre licht
en in verband niet de sterktcvcrhou-
dingen een beslissende militaire over-
-.inning uitgesloten schijnt, blijft dus
als cenige hoop voor den vrede nog
over een zeker vertrouwen dat het ge
zond verstand der verken wat eerder
is op de begrooting van Landbouw
ecu som gebracht vas f80.000.000,
zijnde e/,0 van het geheelc bedrag voor
dit doel bcnoodigd,
Harstollingaoord voor vrouwelijke
drankzuchtigen.
In een commissie van advies tol
voorbcrcidirg der stichting van het
herstellingsoord voor vrouwelijke drank
zuchtigen, zijn benoemd :"mcj. H. vun
Blarkom, tc Nijmegen; mej. S. van
Embdcn, te Arnhemdr, Evkel, inspec
teur der volksgezondheid te Nijmegen
de welecrw. heer L. Sinionis, sc-
I ..Dr.
kom'
'Met i
l dat
atng
i Roei
ligt. dat daardoor niet alleen de
oorlog op den Balkan piaclisch in zijn
ilidstadiuni zal worden gebracht, innar
uk de^ algemecne positie der Ontralen
Ook hier is weer de oorlogsvoorbe
reiding evenals in andere kleine lauden
ivohiocnde gebleken.
Waarin is dat nu toe tc schrijven?
Men geloofde niet in een oorlog en
daarom brrcidde men er zich niet xvc-
tenlijk op voor. Zelfs aan tiet departe
ment van Oorlog hier heb ik die geestes
gesteldheid ge vonden. Men kan c-r zich
blijkbaar liet allerergste nog niet goed
indenken en daarom is he: gevaar niet
denkbeeldig, dat het ons. ondanks ruim
-jarige voorbereiding, precies een
der zou. gaan als het alle anderen klei
nen gegaan is.
Ik vraag niet naar onze uitrusting,
wetend hoe een nagenoeg volkomen
vcrwaarloozing van een eeuw niet kan
worden goedgemaakt in een paar jaar
en vooral niet in dezen tijd. Er is bo
vendien zooveel noodig, waataan men
.oil tc voren gedacht had.
Onze gering in aantal zijnd.: n-cli-
nische troepen mogen wel vervijfvou
digd worden, lezen wij voorts.
Wal baten de honderden reeds uit
geven miliioen als men het bestcdi
regccringi
iler Entente. Want practise!)
zaak in. i. zoo. dat regeering
in Duitscliland weten dat zij den oorlog
niet op beslissende wijze kunnen win
net), terwijl zij intusschen evenzeer cr
vatl verzekerd zijn dat de militaire
positie zich niet belangrijk te hunnen
:lc wijzigen zal. Deze overtuiging,
;-gd bij den overlast op liet gebied
de voeding, maakt Duitschl.u.d
bereidwillig ovc; den vrede te onder
handelen. Ik z-.lf. zegt oud-niiristrr
Colijn ton slotte, kan In t voider ver
loop van den oorlog ..iel ander* zien
men hem in Duitschland ziet: niet
in, niet verliezen
Mr. H,
lid
C. Dresselhuys (lib.) is tot
de Tweede Kamer gekozen.
:rd had, verbeidde met insp.ilining
zijn antwoord.
«Ik zie, waar gij heen wilt, hor am
Labio, maar ik geloof niel aan dien a!-br-
hcerschcr, dat oorspronkelijk verstand,'
die eerste kracht, wat gij denkt te be
wijzen. Allo dingen loepen in kringen.
Iedere bestaande kracht is afkomstig
van ecu andere, en zet in haar kring
loop die beweging voort, en deelt ze
a3ti een ander mede.»
«Juist uitgedrukt nioikte Vcllcjus
Paterculus op.
«Ik vraag Augustus, zeidc dc A the-
ner, ziel) Lsbio's woorden tc herinneren.
It der ding, dat kracht bezit, heeft die
kracht van ietsjinders ontvangen. Ieder
ding zonder uitzondering, niet waai
Labio r»
«Ja, ieder ding. antwoordde Labio,
ik vat do schakel als oneindig op.-
«Maar «niet hebben», mijn beste
Labio, gaat aan .ontvangen» vooraf.
Noch ik. noch gij, kunnen iets on
gen, wat wij teeds hebben. Om t«
gen, dat wij iets ontvangen, m-
wij liet noodzakelijk rferst gemist hebben,
niet waarDe toestand van het
hebben-, ik herhaal het, gaat aa
handeling van het «ontvangen vooraf.
Ontkend dat iemand Labio som
Niemand antwoordde.
Dan, zeidc dc Alhener. vasthou
dende aan de waarheid, dat ieder ding,
wat kracht bezit, die kracht van iets
De v
-ring x
i Kun)
de Centrale mogendheden
zeer groot gewicht. Enorme voorraden
graan ei oi'-e worden nu DuiUchlund
cn Oostenrijk binnengevoerd, En dr
Engelschc illusie van een verhongerd
Duitsehland zal niet xverkclijklieid wor-
ivcndien komen er machtige troe
pen los. die elders op de gerechts-
fronten weer benut kunnen xx-orden.
Zoo blijkt dan. dat ook de Knm.-eii-
ichc inmenging niel in staat bleek den
doorslag te geven.
in 't front in Frankrijk gebeurden
geen feiten van beteekx-nis. tcrxvijl de
Italianen nog atox-ds vruchteloos pogen
de Oostenrijkers terug te drij'
het ht rgland van Tirol.
Binnenlandschs Berichten.
Het "watorsnoodrapport.
Door Gcd. Staten is ?ati de Provin
ciale Staten van Utrecht een rapport
uitgebracht omtrent den stormvloed
vrm 13 op 14 Januari 1916 cn de
schade, d .urdoor in Utrecht geleden.
Hoewel de provincie door een groote
ramp is getroffen, moet met dankbaar
heid worden erkend, dal verschillende
omstandigheden tot beperking van den
omvang daarvan hebben medegewerkt.
Mcnsclienlcvens behoeven niet te xvor-
di-ii betreurd alleen materieelc schade
is geleden. Weliswaar was deze schade
vooral in de gemeenten Bunschoten cn
Hoogland en in Baam lang* den Eem-
dijk aanzienlijk, doch zij werd eenigs-
zins verzacht, doordat tengevolge van
de openstelling der grenzen de gelegen
heid ontstond hel vee, waarvoor geen
'oldocr.dc hoeveelheid hooi was over
gebleven. tegen zeer Imogen prijs van
!-■ hand ie doen, terwijl daarenboven
neenc Commissie tot leniging
lijke bijdragen voor vergoeding
geleden verliezen heeft beschikbaar
Meld tut een totaal van plm. f227,000.
Het rapport gaat na. wat de beide bij
rair.p getroffen waterschappen ge
daan hebben en verklaart, «lat liet bc-
1 het waterschap Kennies de
noodzakelijke hcrstellings- en verdere
voorkomingswerkeo behoorlijk lol
heeft doen brengen en voor r.i
die nog niet gereed zijn. deugdelijk
heeft doen voorbereiden.
Van de door dc Hunsch
:n Veldendijk ondernomen
;en kunnen Gedeputeerde Staten
iet zelfde zeggen. Door gebrek
foUloer.de technische leiding en
licht, zijn «leze voorzieningen in het
lijzond'-r xvat de bexverking van de
grondspecic betreft, niet op deugdelijke
•r richt.
icstunr loonde aanvankelijk nei
ging om de te verrichten werkzaam-
heden aan liet toezicht, dat Gedepu-
i'itcn daarop krachtens de wet
hebben uit te Oefenen, tc onttrekken.
zijn dc plannen alsnog ter goed
keuring opgezonden. Ofschoon daar-
n bij Gedeputeerde enkele beden-
i.i, bcRtondeu. hebben zij, nadat
was gebleken, dat liet bestuur niet
bereid was, gewenschte wijzigingen aau
tc brengen, ten slotte gemeend, hierin
geen aanleiding te mogen vinden, hun"
goedkeuring daaraan te. onthouden.
Daarbij gold in hoofdzaak dc overwe
ging, dat gezien de besliste weigering
van het bestuur, om mede te werken
lot cene wijziging in die plannen, eene
onthouding van de goedkeuring het
tijdig gereed komen van de werken in
gevaar zou brengen.
Omtrent de dijken, in beheer cn
onderhoud bij het Departement van
Oorlog, kunnen Ged. Staten mededee-
len, dat de in de Grebbclinie voorge
komen doorbraak bij de Drie Sluizen
xveder gedicht is. Op den duur zal dc
thans tot steun van den dijk aanwezige
kistdam moeten vervallen en door een
behoorlijk grondtaiud moeten worden
vervangen. De bij deze doorbraak be
schadigde duikersluis van het water
schap de Drie Sluizen werd geheel
afgebroken. Op 25 M. ten Zuiden daar
van werd eene nieuxve duikersluis in
gexvapend beton op kosten van het
Waterschap daargesteld. De beschadi
ging nabij Coelhorst werd ook door
liet Departement van Oorlog hersteld.
anders heeft out'. :.i:g«- -, me t
ook noodzakelijk aannemen, «lat
«ling, wat kracht btzit. z. «-«-ist
heeft. Daar moet dus een lijd gt
zijn, dat geen enkel ding kracht
dan ook bezat. Het eerste ding, dat
ze bezat, heeft ze ontvangen, maar'
waar? Want crwa= niets, dat het j;-:
kon. Wat zegt Labio Is lici l'anitt
tot zwijgen gebracht
«Ik verlang meer nog over die zaak
te liooran. zeidc Labio, eerst «lan zi
ik u antwoorden.-
Een vluchtige Uch.ccn voorbijgaand
flikkering gelijk. \xm» zichtbaar opïedci
gelaat, ais dc Athct -■ Domitius Afi
uimuodigdc zijn gevoelen aan liet g>
zclschap voor te dr-'-gen betreffende tic
twee gewichtige pur.icn, door Augut'
ter beantwoording voorgesteld.
- Ik heb niet gelijl. Labio cctl Griek
woord noodig om mijn systeem te
schrijven, zeidc Aferik ben materia
Ik neem slechts aan, wat mijne
En die I
cr-, Vee
Amorsfoartsche
Nieuwsberichten.
De Burgemeester maakt bekend
dat de volgende maximumprijzen zijn
vastgesteld tot 1 April 1917: karnemelk
5 ct. en ondcrmelk 5 et. per Liter.
De gemeente is veroordeeld tot
ichadevergoeding aan de Utrcchtsche
Waterleiding-Maatschappij, nader op te
maken bij slaatlot wegruiming van
de door haar aangelegde xvatcrlciding
:t de daarop aangebrachte aanslui
tingen in de gemeente.
Voor de Utrechtschc Waterlciding-
Maatschappij waren opgetreden mrs.
Van Heyst en Holsteyn, te Utrecht
voor de gemeente Amersfoort mr. De
Brauxv, te 's Gravenhagc.
De uitbreiding der Kazerne voor
de bereden troepen xvordt voortgezet.
Dc kosten der nieuwe plannen worden
op ruim f 27.000 geraamd.
Dc bazar ten bate van de Ver
eeniging tot bestrijding der tuberculose
in „Amicilia" gehouden, heeft opge
leverd f1800.
Pe tram wordt geliquideerd. Hei
voorstel daartoe werd met algemecne
stemmen aangenomen, nadat van bc-
stuursxvege was aangetoond dat 't finan
cieel onmogelijk is niet het ding voort
te gaan.
Misschien beleven we in deze zich
snel uitbreidende gemeente nog eens
dc stichting van een gemeentelijk tram
bedrijf!
Met ingang van 1 Januari wordt
prijs van de ticnritlcnboekjcs in
bitmenverkeer tijdetijk met 20 ver
hoogd.
Mej. Th. M. Bruens verwierf de
Lagere akte Wiskunde.
wiste overtuiging gegeven Kunt
aar zien, smaken, ruiken,
of aanraken En toch zegt gi
ijn. Indien dat waar is, tl
kunt gij geh
t onderworpen is ge-
het eeitige tccken, dat gij
•Zou.lt ge welzoo vast besloten zijn,
roeg Dionysius, want ik wil zoo gaarne
we overtuiging aan het wankelen bron
Dat zul u niet gelukken,- zeidc
>fcr lachend.
Welke van uwe zintuigen heeft U
.Eene overtuiging is geen di
zeidc Afer haastig," niet zonder z
bare verwarring.
«Was Julius Caesar een ding, ging
Dionysius verder, wanneer gij gelooft,
«lat Julius Caesar bestond, omdat gij
van hem gehoord of gelezen hebt
Immers uw gehoor en gezicht beves
tigen in dit geval nitt het bcstjan van
Julius Caesar, maar alleen dc beves
tigingen van anderen. Mijn gehoor over
tuigt mij, dat Strstbo zegt in Spanja
geweest te zijn, cn dit alleen zou voot
mij voldoende zijn om aan tc nemen
dat Spanje bestaal. En toch, het is
Strabo dien ik iioor. Ik hoor Spanje
niet,»
Augustus schaterlachte. Domitius Afer
«iep met zichtbaren wrevel
Ik bedoel, dat ik niets aanneem
zonder bewijs. Bewijs, dat dc ziel
sterfelijk is, bewijs dat cr een God be
staat. leder ding wat een redelijk mensch
gelooft, moet bewezen worden..
Ik hoop, zeïde Dionysius, die twee
waarheden naar uw genoegen te bewij
zen. Maar als gij zegt, dat alles xvat wij
gclooven, ook bexvezen mout worden,
zal ik u eerst een bewijs voorleggen,
dat liet onmogelijk is alles tc bewijzen,
n een stelling te besvijzen, hebt gij
tweede noodig, cn om de tweede
bewijzen hebt gij ecu derde noodig,
op deze derde rust, zoodat gij wel
,t aannemen, de bewijsvoering van
de eerste. Indien gij nu vijftig stellingen
of hoeveel dan ook, achter elkander
verbonden hebt waardoor wordt dan dc
laatste bewezen?»
Weer door een andere, antwoordde
Afer.»
■.Maar, zeide de Griek, gij komt tot
dc laatste of niet. Komt gij nooit tot
dc laatste stelling, dan eindigt gij nooit
uxv bewijs. Dan blijft het onvoltooid,
want het laatste besvijs wordt niet ge
leverd, en gij volbrengt niet, wat gij
op u genomen hebt. En komt gij tot
een eindebcwij*. dat niet xiit een ander
is afgeleid, xvaardoor wordt dat bewijs
dati gedragen
Vreugde teekendc het gezelschap bij
de vlugge en heldere gevolgtrekkingen,
waartoe de Alhener alles terugbracht,
xvat tot lange uitweidingen had moeten
leiden. «Het was mijn taak,achtenswaar
dige Caesar, zeidc Dionysius, aan te too-
nen, dal wij gedwongen zijn veel meer te
[gclooven dan wij kuunen bewijzen.
Wordt vervolgd.