Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken
en
Verstrekt uitgebreide inlichtingen
over alle fondsen.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 13, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Verschijnt Dinsdag;- en Vrijdagmiddag. Prijs per drie maanden zestig
cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten.
Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. - Abonnementen kunnen elke
week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aan
vang van een nieuw kwartaal.
Vrijdag 9 Febr. 1917.
No. 89.
Dertigste Jaargang.
AdvertentiünPrijs per regel 12'/* c!.,
vijf cent per maand-nota in rekening gebracht. - Billijke t;
met bewijsnummer. Voor Incasso wordt
ening gebracht. - Billijke tarieven bij geregeld adverteoren. -
AdvertentlGn moeten Dinsdag- of Vrijdagmorgen vóór elf uur ten Kantore van De l-cmb^de
worden bezoigd. - Mededeclingen, Ingezonden stukken cn advcrtentlïn te zeilden aan de
Directie van De Ecmbode, Langegracht 13, Amersfoort.
J. B. SCHEUER
AMERSFOORT.
I.i'ngegraclit 9 - Telefoon 254.
Administratie- en
Effectenkantoor.
Aankoop en verkoop van
hffectcn, Verzilveren van
Coupons. Sluiten van pro-
Kantoor geopend van 9—3 uur.
EPISTEL EN EVANGELIE.
ZONDAG GENOEMD
SEXAGESIMA.
LES uit den tweeden brief van den
II. .ipostcl Paulus aan de Korinthiürs
XI, 19—Xtt, 9.
BroedersGaarne verdraagt gij on-
wijzen, daar gij «elf wijs ziji I lnuncrs
verdraagt gij liet. als iemand u in sla
vernij brengt, nis iemand u verslindt,
ais iemand u aantast, als iemand zich
verheft, al-- iemand n ia h-t aangezicht
:.laat. Als oneer zeg ik liet. als waren
wij gwalr geweest onder dit opzicht
Waarop iemand durft roemen, (in on
wijsheid spreek ik) daarop durf ik hel
ook. Zijn zij Hebreen, ik ook; zijn zij
Israëlieten, ik ook; zijn zij Abraham's
geslacht, ik ook; zijn zij dienaars van
Christus, (als een onwijze spreek ik)
ik bun hei meer door zeer veel arbeid,
door gevangenissen overvloediger, door
slagen boven mate, door doodsgevaren
menigmaalVan de Joden hel» ik vijf
maal de veertig min één ontvangen;
driemaal ben ik met roeden gegeeseld
ééns ben ik gcslcenigddriemaal heb
ik schipbreuk geledeneen nacht cn
cm dag heb ik in tie diepte der zee
doorgebracht. Door menigvuldige
zen. door gevaren op rivieren, gevaren
van roovers. gevaren van mijn
volk, gevaren van de heidenen, geva
ren iti de stad. gevaren in de woestijn,
gevaren op zee, gevaren onder vulsclk
broedersdoor arbeid en kommer, door
veel nachtwaken, door honger en dorst,
door menigvuldig vasten, door koud.-
en naaktheid. Behalve hetgeen van
buiten komt, mijne dagclijkschc bekom
mernis, de bezorgdheid voor alle de
gemeenten. Wie wordt zwak. zonder
dal ik zwak worde? Wie wordt gcBr-
;erd, zonder dat ik brandt- Intlléii er
eroemd moot worden, dan zal ik op
mijne zwakheden roemen. God en de
.uier onzes Heeren Jcsus Christus,
die gezegend is in eeuwigheid, weet
ri.u ik niet lieg. Tc Damaskus bewank-
dc stadhouder van den Icwiing Arctas
d,- Stad drr Damascener» om mij ge
ncdnrgelaten Ca ontsnapte aldus uit
zijne handen. Indien er geroemd moet
worden (het heeft wel geen iiiitj. dan
ik komen Op gezichten en openba
ringen des Heeren. Ik ken ccnen tiienacli
in Christus, «tic. veertien jaren geludm,
ul' in het lichaam, tk weet liet niet;
óf buiten het lichaam, tk weet het niet;
FEUILLETON.
Van Heiden tot Christen.
IT et was tevens dc dag. dat Maren
1 A'.-inilms Lcpidus op zijn verzoek
tut den Caesar zou worden toegelaten
Behalve vete andere dingen deeld»
Tiberius niette, dat Gurmatiicus di
Praetoriaan gewaarschuwd had, ieder
oogenblik de vreemdelingen voor Rome
te verwachten.
„Hoe grooter de angst bij den strijkt,
mompelde S> janus, des tc grootcr de
imigde bij de overwinning."
„lij d-ingt ei op aan. vervolgde Ti-
tintin», dat wij hem rijkelijk van geld
zullen voorzien. Maar gij kent de toe-
•land van de iiehatkisl. Zond hij niet
den jonge'.i' l'.tultis naar Roni" om
geld voor het leger?"
Als niemand antwoordde, vervolg
de hij
„Lucius Piso, ik keur al de maat-
rci.etcii goed, die gij ten gunste van
Rome nemen zult. Ga nu reeds henen
wij allen zullen nog dazen nacht U
Volgen naar Rome."
Zoodra Lucius Piso met zijti broeder
Ciicjus en de verschillende legeraail-
vonders, behalve Si-Janus en Paterculus.
vcrlrokkeq waren, gaf Tiberius het
teckcn, dat de jeugdige Marcus moest
worden binnengelaten. Zijn geopend oog
God weet liet; weggevoerd is ge
worden tot in den derden hemelcn
ik weet dat die mcnscli -- óf in liet
lichaam óf buiten liet lichaam, ik weet
niet; God weet liet; wegge*
il is geworden in het Paradijs en
geheimvolle woorden gehoord licclT,
die hei geel» inuiseli geoorloofd is to
preken. Wegens den zoodanige zal ik
'Ocmeiimaar wegens mij zclvcti zal
k niet roemen, tenzij op mijne zwak
heden. Want ook indien ik zoude wil
len roemen, ik zou geen dwaas zijn,
daar ik de waarheid zou zeggenmaar
ik laai het, opdat niemand mij schatte
boven hetgeen hij in mij ziet of van
mij hoort. En opdat dc verhevenheid
iler openbaringen mij niet trotsch make,
is mij een prikkel mijns viccschcs ge
geven, een engel van Satan om mij
in het aangezicht te slaan. Weshalve
ik den Heer driemaal heb gebeden,
dat die van mij wijken mochtmaar
Hij zeide tot mijMijne genade is u
voldoende, want dc kracht wordt ie.
zwakheid volkomen. Gaarne zal ik dus
op mijne zwakheden roemen, opdat
de kracht van Christus in mij wone.
EVANGELIE
ilgcns den H. Lucas; VIII, 4-15.
In dien tijd. toen cenc gronte me
nigte samenkwam en uit de steden tot
Jcsus toesnelde, sprak Hij in cenc ge
lijkenis Een zaaier ging uit om zijn
zaad te zaaien. En terwijl hij zaaide,
een gedeelte langs den wegen
liet werd vertreden, en de vogelen des
hemels aten het op. En ceil ander
gedeelte vlet op de rots; en opgescho
ten zijnde, verdorde het. omdat het
geen vochtigheid had. En een ander
gedeelte viel tnsschen de doornen; cn
do doornen, die tegelijk opkwamen,
verstikten het. En een audet gedeelte
viel in de goede aarde, en liet -clioot
bracht honderdvoudige vrucht
Dit zeggende, riep HijDie
heeft om te hooren, dat hij
hnorcZijne leerlingen nu vrocgi
Hem. wat dit voor i ene gelijkenis w.
En Hij zeide hun Aan u i> liet grg
ven de verborgenheid van het Rijk
Gods te kennen, aan dc overigen echter
m gelijkenissen, opdat zij ziende niet
n hooiende niet vei staan. Dit
dc gelijkenisHet zaad i« het
woord Gods. En die langs den weg:
het zijn degenen, die hooren daarna
de duivel en neemt het woord
weg uit hun ll.art. opdat zij niet. ge
loovend, zalig wordtin. En die op dc
rots: zij, die, na gehoord te hebben,
het woord nvt vreugde natincu-cn
zij hebben gccnc wortelszij
lijd.
Iets goeds te doen.
Is de mcnsch b i machte, om, alleen
met zijn natuurlijke vermogens, iels
doen
Me dunkt, dat menigeen vrij vreemd
zul opkijken bij 'liezen van d.izr: vraag.
Wat bcteekont dat nu Is dc
mensc!)moeten wc liter ook weer
':e gedachten op den voorgrond
icnscli hebben staan, die buiten
allen bepaalden godsdienst is opgevoed
thans nog zonder eenige „belijdenis"
tc Itimgen, door liet leven gaat
Juist!
...om, alleen met zijn naiuurlijkc
miogcnswilt g-: hier wederom
alles uitsluiten, wat wii bijzondere hulp
God, onverdiende wilsversterking,
genade noemen? Juist!
iets goeds tc doenku
goeds? Wat is nu al niet iets goeds
Bedoelt ge dc goede Winst, die es
winkelier weet tc beluien? De keurige
landcLcorrespondcntie, gevoerd door
■en klerk? Dc mooie japon, die een
indiste vervaardigt Een go-d ge-
lukte guitenstreek
Neen erg gelukkig geko ten zijn dc.:
voorbeelden nu niet. Als we spreken
over „iets goeds tc doen", d«u denken
we bij voorkeur aan andere daden, die
toch ook door godsdicnstlooze men-:
schen kunnen verricht worden, bijvoor
beeld een aalmoes geven, niet uit teer
hartigheid, of om geprezen tc worden,
maar uit pure naastenliefde rechtvaar
dig tc werk gaan bij koop en verkoop,
niet uitsluitend om zich dc klandizie
te verzekeren, noch uitsluitend uit
van betrapt te worden, maar hoofd
zakelijk uit plichtbesefeen opwellen
den hartstocht onderdrukken, omdat
't geweten zegt, dat zulks plicht
oogefibükk- it van nood van harte bid
den God li.lp mij!
Zulk soort v in zoogenaamde zedc-
'ijkc handelingen hebben wij vooroogen
wanneer wc dc vraag stellenis d
mcnsch bij machte, om. alleen met ij.
natuurlijke vermogens, iets goeds n
doen
Iets van liet vreemde zal nu el vat
onze vraag zijn ftfgcwischt. maaralle*
Welnu, laat ik cr dan du bijvoegen
ile vraag zou misschien niet gcatck
genen, die gehoord hebben, maar
bekommeringen cn rijkdom cn vc
ken des levens worden zij guatldr weg
verstikt, cn brengen geene vrucht voort.
En wat in de goede aardehet zijn
degenen die, het woord gclluu d heb
bende, liet in een goed en best lui'
bewaren en vrucht voortbrengen In
lijdzaamheid.
loonde moed en vastberadenheid i
dat gevreesde oogenblik.
„Het voor U belangrijke nieuws. ?.o
begon hij. is medegedeeld door ven dl
slaven van Crispus herberg cn bi-vei
tigd door de uitdrukkingen van een ii.il
beschonken zeeman. De twee vrouwe!
die gij naar Spanje mernt tc hcblie
overgevoerd, zijn nog bitr: zij zijn
Monk- Ctrcello. Twee jongens nl
vrouwen gekleed heeft men in liet do<
U ge/o.idcit schip opgenomen. Vellejus
Paterculus heeft «lat bedrog gepleegd."
Veil ejus werd bliek v.ei sein ik en
Tib.-nus geen twee verrader* kunnende
dulden in zijne tegenwoordigheid, gaf
aanstonds aan Marcus een te.ikts
vertrokken.
Merodes Agrlppa en eonig-- andere
zijner vrienden, die hem hadden afg<
wacht om litt eerst uit zijn mond ovi
do ongenade van den hooggeplaatste
Paterculus te vernemen, verwonderden
zich ten zeerste over het korte onder
houd. dat hem was t'-ii deel gevallen.
Als Marcus voltrokken was, zag Ti
bcrius met peinzend oog van Sejniui-
naar Paterculus cn wederom van den
verrader naar Scjiiiius cn op liet punt
van te spreken, nam Vcllejus P
cuius liet woord
„Sta mij toe, mijn Caesar, U mode
te doelen, dat Ik een divpe genegenheid
cn oprechte hoogachting koester voor
den edelen jongeling, die Zich zelvcn
dor
denkenden „neen" opgeantwoord
Wordt, terwijl wij cr ,.j op zegge-
'k Denk bijv ïorbecld ann „tic om
bisschoppelijke Ch i-ezij". die in Nuclei
land nog eon 10.000 leden tri'. en g:
bascerd is op leerstellingen in Miclud
Bun. re Ju scnlU».
Michat'l Baius. een Leuvrnseh ge
lee* dc in de 16e eeuw, hield, onder
meer, dat, zonder den steun der gcn.v"
G ids, dc vrij wil d'- i mvti'Chvit niet'
TsVlMvcrlh- van M vric - Luthi
onder meer stellingen -k «leze vc
oordeelt! een goed werk. np dc be.-i
wijze venichl. is nog dagelijksclic zondi
vrije wil is na le zonde nlkvn ma:
een naam, en terwijl ecu ritmisch
nut' duet naai' best vermug ze- (ligt
hij grootclijks nog".
Holaantwoorden wij. Neen, dat gast
i wat al te ver. Afgezien van dc
•sag, of feitelijk niet elke goede daad
geschraagd ia door een bijzondere liulpc
God», van welken aard dun ook, be
weren toch dc Katholieken, dat de
mensch wel degelijk bij machte is,
lécn met zijn natuurlijke vermogens
tn goede daad te verrichten.
En hoe staven wc deze bewering
1) Wel,een weinig nadenken doet wel-
a inzien, dat, als 't incnschelijk ver-
and uit eigen vermogen God kan kan
nen, de menschelijke vrije wil uil eigen
i mogcn toch ook wel. zij liet dnn
iet voortdurend Gods wet zal kuil-
- n vei vullen. Wat blijft ci ander:
au 'r menschen vrijen wil.
Men vcrgctc nochtans niet, dat het.
en iets goeds te doen, niet eens noodlg
daarbij aan God le denken, Maar,
wie dc natuurwet onderhoudt uit gevoel
van plicht, eert hij niet den Wetgever?
Wie ccn op zich zelf onverschillige
handeling verricht met een goed doel,
bijvoorbeeld, om een armen mcnsch
gelukkig te maken, waarom zou hij dit
'acinic zondigen. God heleedignn Mn-
'gcndeci, die dnnd, niet zulk een doel'
verricht, strekt mede tol het groolc
einddoel van alk- daden de veilicer-
Iijking Gods.
Al is iemand nog zoo slecht, dan
volgt daar niet uit, dat hij altijd cn
zonder cenigc tusschcnpoozc tot het
kwaad wordt aangt zet. Wie durft nu
toch te beweren, dat elke daad vat
zulk een mcnsch bezoedeld moet wczci
door een of andere booze begeerte
2) Wat wij bij eenig nadenken reed»
aanstonds begrijpelijk vinden, drukt
Sint Augustinus volgcndcrwijze uit
„Niet zóózeer, zegt hij, is in de men
schelijke ziel liet beeld van God door
dc zondige neigingen bevlekt, dat cr
gen eiilcelu trclc meer vim zichtb;
zou zijn Daarom, zoo gaal hij vor
kan man -terecht zeggen, dat ook zulk
oen ziel, zelfs te midden van dc
'digheid haars leven", nog zedelijk'
goede dingen kan doen",
3) Voor ons. Katholieken, is
•wé» genoeg, dut P.iua Plus V, it'
jaar 1567, stellingen gelijk deze; „alle'
dadei van ongaloovigen zijn zonden,1
cn de d :u ;den der htfldensche wijs-
gecren ondeugden" en ..al wat ccn
toni]-r of slaaf der zonde dot
I ronde", gebrandmerkt heeft als v;
en bod.-iegelijlr, ergerlijk en verderfelijk.
4) Bi llijken wil aandachtig Slot Pau
lu» woorden in zijn brief aan dc Ru-
mcincn, wa r hij de heidenen befccliul-
digi cn eveneens w «r bij du Joden
berispt, dan zien wij. dat ook hij van
dc veronderstelling uitg»*t, dat een
mcnsch w-.-l degelijk, met rijn natuur
lijke vermogens alleen, In stmt ia iets
g..-:nl* tc doen,
„Ze .rij;: niet te verontschuldigen",
zegt hij. de heidenen, „-laar zij, of-
schoon ze God kenden. Hein niet sl«
God hebben ver ld cn g- d uikt" u
ei-u Weinig verder „ze li.-bben het
schcps. l getierd en g di.-nd boven d«'
Schepper", Dc ongeloovigeii, deong
jdooptcir. worden bcsclutldigd, God niet
I geprezen en gedinkr, nl*t
Bankvereeniging H. L. A. Oullaert Co.
AMERSFOORT - Schorpenxeel Soest
LANGEGRACHT 30 - TELEFOON INTERC. 363
opofferde voor zjjnc moeder e i - j.ic
zuster, die thans hulpeloos rijn achter
gelaten. Deze familie heb ik g-trnoli:
ie begunstigen en te behagen ui ,41e-
Mijn gemoed van nature geneigd om
verl ionen en ongclukkigvn bij te sta.v.
werd meer nog daartoe iang«et, toen
liet vernam uit den blief, d-cn ven uwer
dienaren mij heeft overhandigd, wrik
ccn v.-lsch spel gij legen ik.:--1 weduwe
niet hars dochter in hel geheim hebt
afgespeeld. Want thans ben ik zeker,
dat gij cn niemand ander» het ongeluk
braven gexocli^h-bt. Ka ..1
niJ"
ltd, I
blijft hc
u.v ongenade onvoltooid, openlijk dun
ik eikennin geen spjjttc gevoelen over
li i gelukken van mjjit pogen, opreohie
l'dc ii
zelfs n
dood."
Een langdurige xt.lte volgde op de
edele ze'.fverdedigiug van den man
diën Tiberim hoogachtte om nj e gav. n
en liet gesehir.d vork omzijaent-vilonder
nomen. Toch had Sejnnu»' oog veel
meer tol den Caesar gesproken dan gc-
hccle volzinnen kunnen bevatten, «lies
verzekerde Tiberius Cncs-.r ann Veile-
ju» Paterculus maar met wrok in liet
harte, de vrijheid zijner beschermelingen.
Sej.mus werd uitgenoodigd tot een nf-
zondcrlijk gesprek,
Veliejus Paterculus ging IninHtighenen,
met vreugde en vreeze in liet hart,
VII.
I): sirijdkiachten van hctgrootcKo-
iiieiinche rijk waren te I-'enara bjjc, n,
Reeds bi} het onnbreken van don dag
was Germ ulcus in een booije met de
regeling dor verschillende galeien bc-
gouncn. Het waren d. zelfde galeien,
d.e tot den- roenivollen zeeslag van
Aclium zooveel luidden bijgedragen.
Als zij bemand en niet de noodigc
levensbehoeften voorzien waren, d -chic
Germanicus mede, li) welke oimtimdig-
heden zij aan den strijd moesten deel-
nemen. Dan voer hij terug nnar hei
strand cn botccg zijn rv» om de knzl;r<
manschappen te monsteren. Een v.h
gloed tintelende toe»pr.nk besloot de
moeiten van den morgen. Juist eindigde
zijn korte rede, toen hij m de v
op den weg van Bolugn i een ri
met slAf overdekt sij-i leger zag nath
Gcrmaiueus erkende weldra zijn nu
l.tigs Oenoemden hundcrdinan Pauhi"
Aeinlllus Lcpidus, en blijde riep hij .-.ij'
soldaten toe, dat binnen zeer kortoi
lijd eenieder hunner een loon van veer
tien dagen ter gedachtenis aan P.ndu"
aankuinst oatvAng.-ii zou.
Luide jabelkroten gaven antwoord op
die veirassing, en te midden der alg.
mecne vreugde kwam Paulus met dei
hoed in de hand liet legerkamp binnen
rijden.
„Welkom I Welkom I riep Genua-
deren waren geschied, die in u zijn
geschied, zij zouden voorlang ut zak
en asch boete hebben gedaan. Maar
Ik zeg avoor Tyrsi- - i S ,n zal
het dragelijker zijn <ip den oordeel «dog
voor ul" J. ZEIJ. S. J.
gediend tc hebben, Dat hadden zc dus
kunnen tlocn, en waren dat geen go»-Ie
handelingen
i waar hij in 't tweede hoofdstuk
dienxclfdvn bricl dc gcloovigc Jo
den berispt, schrijft hij„God handelt
ronder aai-zien vsn personen. Al wie,
zonder de Mozaïsche WVt (denk bij dit
-ird aon de Tien Geboden'; te ken-
1, in zonde sterft, zal verloren gaan,
al wie met de Motaische Wet in
zonde sterft, zal verloren gaan". Maar
zullen dan ongcloovlgcn verloren gaan
Neen, zegt Paulus, „want wanneer de
heidenen, die het ware geluof niet heb-
ben, van nature doen wat de Mozaïsche
Wet ons voorschrijftdan tooncn
zij, dat wat de wet loert, In hunne han
den is geschreven".
Ziet gij. hoe Paulus aanneemt, dat
ook dc ongetoovigen iet- althans van
al het goede kunnen doen, wat wil,
gedoopten, vermogen tc doen, gesterkt
en verlicht als wij zijn door de genade
en het geloof om dc onderhouding d
et tot de hoogste volmaaktheid o
Eerbied du» voor al het werkeüj
goede, dat wij moderne heidenen zio
doenDit pn«t ann een Katholiek, die
niet zulk cm schelding maakt tutsehen
het natuurlijke en liet bovennatuurlijke,
dat hij, gelijk Dr. Bavitick verkeerdelijk
schrijft, op nl het natuurlijke den iHmi-
pel van liet prof. tu\ liet ongewijde,
liet daemonirene drukt, ook nl z:gc-
irn wij gaarne nl onze handeling n
net het teeken de» kruisvs, om ze nog
i iiigenamer te maken aan God
naar integendeel nut blijdschap bolij-
I-u. dot onze mrr.sehcljju natuur nh-t
i» „bedotvcn". of z., is toch tvg
vl tot Iets goed» m "taal.
Behalve die.i 'eerbied voor de recht-
ichapenheid van die onRcloovigen. gc-
voclen we som» over on-, zelvcn o
ichaomto, wanneer we aanschouwen
hoe er Katholieken zijn, die, met zoo
veel méér hulpmiddelen om goed t«
>oveel minder dan menig on
geloovige. kuisch en matig, rvchlvnnrdu
liefdevol weten te leven
En dsn sidderen we voor 'tlot v»r
•te Katholieken nog meer dsn voo
die ongcloovigen. want jui»t tot het
zou de Zaligmaker kunnen herhalen
,Wce Corozsln. wee u. Bethsnida
Binnanlandsche Berichten.
Holland in last.
Wat niemand ooit had kunnen den-
den, i» werkelijkheid geworden.
Nederland op broodrantsoen
iedereen had nog wel gedacht, dat
onze regeering zooveel graan had In-
getlageti cn bleef inslaan, dst wij ten
minste een behoorlijke boterham zouden
Kunnen blijven eten. Maar nu loopt
dat mis.
Er i» ccn tekort aan broodkoren en
dat tekort zsl, nu dc oorlog nog scher
per wordt gevoerd, spoedig zeer nijpend
worden. Oazc «hepen vvn niet meer
uit, roodst wij den voorraad opeten,
zonder hem te kunnen aanvullen. Maar
.ook zonder de jongvtc vcnchcrping
de broodmisére. alle n komt deze
„zeeoorlog zonder genade" het gevaar
nu ernstig vergroot-.-n.
Had «t« ellende - en nu staan
we pas aan 't begin on» g -paard
kunnen worden? vrn >gt dc volbouw-
vverden wc nu niet op
gesteld.
In Den Haag heeft n
[dat de allereerste plicht
Hen. dan
ihantsocn
i; de schat komt spoedig niet
waar? Nog voor den nacht?"
„Het spijt mij tc zeggen, aanvoer
derbegon Paulus.
„Wat! onderbrak hem Germanicus
met dreigend geb i tr. hebt gij den schat
nirt medegebracht! I» het geld niet
cr
„Neen aanvoerder, hernam Paulus,
n u luister naar hetgeen heeft plaat*
gehad."
„Heelt do Jood zijn woord niet ge-
uitten onderbrak hem wederom
Germanicus.
„Hij heeft zijn woord gehouden en
den scliat nfgutevun!.tl uwe bevelen,
behouden.» een, heb ik volbracht."
„Welk dan niet?" vroeg de Caesar
met tgornlg gelaat.
„Ik heb het geld niet In een jjxeren
kist meegebracht."
„Ga door! Ga doorVertel mij allo-.''
„Onze gehccle gelelde, ving PaiUu»
ian, bstond slecht» tlU ti-"> soldalen,
beneven* Thellu». Chaoriss enLmiginu».
Het gerucht deed in dc *l.»d 'Ie ronde,
dat een grootc schat uri Eleazar.» hin«
naar het leger zou word m overgebr io'it.
Vele bewoner» van -I-- S-ibnrra besloten
ons te overvallen. Wij werden «ver
vallen door zeventig m ui aan gindrehc
zijde van het meer frnsymenc".
Germanicus kort niet langer zijn toorn
bedwingen en riep
„En zjj roofden den schat, cn gij
lomt ronder een en
ontmoeting verhalen
„Dat zou ik nooit
hernam Paulus, maar
schat Is behouden."
den
hunne
de
int. Slecht* hierin durfde i
uwe bevelen afwijken."
Al* Paulu» dc geschiedenis
breedc verhaalde, luisterde G.-nr
met de <clicrp*'c opl«ttendh<
Paulus' bescheidenheid met in
«va» ook maar het geringste g-