verborgen hielden, zelfs hare geheim* dachten niet. Ook heden opende Aleyde geheel hm. aan de teeder beminde gezellin. „Maria!" was ze begonnen, „erdruk iets op de ziel, dat ik u moet mededei om mij van dien ondrageljjken last te ontdoi |,Ge zjjt toch niet verschrikt vriendin: hervatte de ander glimlachende, „door 1 wefir, waarvan wij de donderslagen hoi in de liefelijke stem van gindscben lijj dan ook heeten moge Schout of B gemeester? Foei. Aleyde! ik bad u m zoo lafhartig gekend, en u altjjd aange/ als eene, die voor de eer van Ons L' Vrouwe en St. Agatha, onze heilige Pat- veel, zeer veel verdragen kondt. En nil op eens door een enkel sterk woord van Heer Jan van West' neerslachtig geworden - - zóó i „Beware mjj, >St. Joris", zeiih „dat de dreigende taal van i ter mjj eenigo ontstelling zoi Neen, Maria, 't is eene gehe' die mij droefgeestig maakt die uitwerking op het gehr hebben, wanneer zij bekei daarom, wat ik u zegger zusters mededeelen, Mar „Voorzeker niet", zei „Zoo hoor dan. Dr reeds laat in den na' eensklaps uit den sk mjj, als werd uiijne Ik zag het venstenr zoo staarde, woelden menigte schaduwen dc deljjk eene vaste gedaai zag met de grootste nachtgezicht, als ware Onzes Hoeren, zoo als d wordt voorgesteld lio. gen, ja zooals wij bei onze aanname in dit kloo er van aanschouwd held. heerlijke schilderingen gingt den, in het gewelf der pa het Graf stonden de heilige gelaat zoo diep in de wijde slid dat ik hare trekken niet kon c Van Jozef echter en Nikodemt. duidelijk met de diepste droefhei ik ken niemand, wiens gelaat i van den eerste, zooals 't mij getoi^®b kan vergeljjken, maar Nikodemus l

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1917 | | pagina 9