Katholiek Nieuws- en Advertentieblad voor Amersfoort en Omstreken.
Kantoor: Langegracht 28, Amersfoort
Telefoon No. 314.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Prijs per drie maanden zestig
cent; voor buiten Amersfoort verhoogd met vijf cent voor incassokosten.
Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar. Abonnementen kunnen elke
week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden vóór den aan
vang van een nieuw kwartaal.
Vrijdag 20 Juli 1917.
No. 32.
31»te Jaargang.
AdvertentiënPrijs per regel 127a ct., met bewijsnummer. Voor incasso wordt
vijf cent per maand-nota in rekening gebracht. Billijke tarieven bij geregeld adverteeren.
Advertentiën moeten Dinsdag- of vrijdagmorgen vóór elf uur ten kantore van De Ecmbode
worden bezorgd. Mededeelingen, Ingezonden stukken en advertentiün te zenden aan de
Directie van De Eembode, Langegracht 13, Amersfoort.
Bij dit
behoort een bijvoegsel.
J, B. SCHEUER
AMERSFOORT.
Langegracht 32 - Telefoon 254.
Administratie- en
Effectenkantoor.
Aankoop en verkoop ven
Effecten. Verzilveren van
Coupons. Slulton van pro
longatie.
Kantoor geopend van 93 uur.
Stormvloed 1916.
TAijkgiaaf en Hoogheemraden van
L' „de Bunschoter Veen- en Vclden-
dijk" hebben eervol ontslag gevraagd
en daaraan een uitvoerige memorie van
toelichting toegevoegd.
In het versing, d.d. 25 November
1916, omtrent den stormvloed van
13/14 Januari 1916, uitgebracht door
Gedep. Slatcn van Utrecht, wordt op
ongunstige wijze gesproken over de
herstellingswerken, uitgevoerd door Dijk
graaf en Hoogheemraden van het Hoog
heemraadschap de Bunschoter Vccn-
en Veldcndijk.
Ter weerlegging van die ongunstige
voorstellingen hebben Dijkgraaf en
Hoogheemraden een verweerschrift aan
de Staten ingezonden, naar aanleiding
waarvan een Commissie uit dc Slatcn
werd benoemd.
In het rapport d.zcr commissie van
2 Juni, worden dc herstellingswerken
in het kort besproken en geven der
Commissie geen aanleiding lot bizon-
dere opmerkingen. Alleen In t aanbren
gen van een nieuw werk te Spaken
burg, waar over ccn lengte 235 M.
een bctonmuur op den dijk is geplaatst,
zulks in overleg met en nadat het
plan daarvoor door Gcdep, Stalen wn<
goedgekeurd, acht dc Commissie eer
minder gelukkig w.tlr.
De werken lol dichting van c!.: talrijke
doorbraken in de herstelling van d«
stormschade worden dus door de Com
missie niet afgekeurd n op bladz. 15
van haar rapport meent de Commissi!
zelfs een woord van hulde le moetei
brengen aan het Dijksbestuur voor hel
geen het gedaan heeft tot herstel var
den zeer omvangrijke ontredder
den toestand, waarin het tijdig is ge
slaagd,
In het slot van hare beschouwingen
komt de Commissie tot een bespreking
van den toestand van het Hoogheem
raadschap uit een Waterstaatkundig
oogpunt, waaruit blijkt, dat het gebied
van het Hoogheem-nadschap niet \v~
tervrij is afgesloten.
De Veon- en Veldcndijk, strekkende
van de Geldersche grens tot de grens
van de gemeente Baarn met een hoogte
van gemiddeld 3 M. N.A.P., sluit
zich aan aan den Eemlandschen dijk
onder dc gemeente Baarn «langs den
rechter Eemoever, strekkende tot
den Slaagschen dijk met een gemid
delde hoogte van 2.50 M. -j- N.A.P.
Vervolgens sluit de Slaagsche dijk zich
aan met een hoogte'van 2 M.-|-N.A.P.
tot aan de Grebbelinie, waar het gebied
ian liet Hoogheemraadschap eindigt.
De Veendijk en de Vcldendijk onder
Bunschoten vormden oorspronkelijk
alleen de dijken sedert den aanvang
van het bestaan van het Hoogheem
raadschap in onderhoud en beheer bij
het Dijkbestuur geweest.
Dc Eetnlandsclic dijk onder Baarn
werd door de Vcrhocfslaagde Aange
landen onderhouden cn de Slaagsche
dijk was in onderhoud bij het water-
ichap „de Slaag."
Uit het rapport der Commissie blijkt,
dat Dijkgraaf cn Hoogheemraden her
haaldelijk op dezen verkeerden en on
voldoenden toestand gewezen hebben,
waarna in 1888 ten slotte alle dijken
het Hoogheemraadschap beschermende,
bij hen in beheer en onderhoud zijn
gekomen.
Tot 1888 hebben Dijkgraaf cn Hoog
heemraden nooit iets kunnen verrichten
verbetering van den Eemlandschen
dijk, noch van den Slaagschen dijk.
Als men nu dc gcvolgon van den
stormvloed van Januari 1916 nagaat
teil opzichte van het Hoogheemraad
schap, dan blijkt
le, dat de oorspronkelijke dijken
van het Hoogheemraadschap, n.l. dc
Veendijk en de Vcldendijk, den ont-
zettenden vloed in aanmerking geno-
op schitterende wijze de kracht
liet vlocdwatcr hebben weerstaan.
Slechts een kleine doorbraak nabij het
Haventje ter plaatse waar cenig'; jaren
geleden ccn nieuwe woning werd ge
slicht.
2e. dat dc Eemlandschc en Slaag
sche dijken niet bestand zijn geweest
tegen de kracht van den stormvloed.
Vooral dn E uilandschc dijk, waar het
vloedwotcr met ongeveer 3/t M. over-
■tortte, is op vele plaatsen bezweken.
:c zanten over een lengte van ongeveer
800 M. Deze doorbraken wart
/lullend het gevolg van de oversti
lie anil den binnenwand galen
uitstaan eti afslag veroorzaakte,
door de minder goedz specie, waaruit
iid-ge van don dijk oorspron
kelijk is samengesteld cn de mindere
•tiicid i! ,van zoo snel toenam,
spoedig de doo braken volkomen
werden.
In den Slaagschen dijk viel een door
braak bij de Grebbelinie en nabij hel
stoomgemaal van liet waterschap „dc
Zciderdsche Wetering" had, tengevolge
der overslorting aan dc binncnzijdi
een afslagplaats tot op de helft va
den dijk, over een lengte van pint.
1-10 M.
Het komt ons niet twijfelachtig
ol de doorbraken zijn uitsluitend liet
gevolg geweest van den gebrekkigen
waterstaatkundigen toestand van
Hoogheemraadschap, met name he
lage peil voor dc Eemlandsche
Slaagsche dijken vastgesteld, waardoor
de overslorting van het vloedwater
zoo belangrijk was. Dit is dan ook
noclt door Gedeputeerde Stalen, noch
FEUILLETON.
Het vierde gebod.
Dezen avond zijn alhier aangekomen
Jasper van Kuilenburg oit een schild
knaap, hoogst waarschijnlijk gezonden
van den hertog om hier te
er gaande is."
„Zij moeten onmiddelijk in hechtenis
worden genomen I' riep vrouwe Catha-
„Dat is reeds geschied," was hel
antwooid „en met uw goedvinden zal
ik hem hier onmiddelijk hel eer
hoor doen ondergaan.
„Laat hen komen I" zeidc dc
Adolf stond op, opende de deur, gaf
cenige bevelen aan 'n dienaar, die daar
aanwezig was cn keerde daarna terug.
„De schildknaap is den dans
sprongen," zoide hij, „doch de me
is c
in hunne komst
„Wie gaf ti kennii
vroeg zijn moeder.
„Dirk Hackfort", was het antwoord.
Kort daarna werd de gevangene bin
nen geleid. Adolf gaf een tecken dat
soldeniers zich zouden verwijderen
zeide tot Jasper
„Nader, en zeg mij wie u hierheen
heeft gezonden
„Niemand, heer," antwoordde Jasper.
„Spreek de waarheid, knaap," hernam
Adolf, daarom zeg mij of het dc hertog
i, die u hierheen zond."
„Niemand zond mij hierheen," her
haalde Jasper.
„Gij tracht mij te bedriegen, Ik zal
t wel nader onderzoeken. Maar zeg
mij dan wat ge hier kwaamt doen."
„U spreken heer."
„Mij riep Adolf verbaasd.
„J«. u I"
„En wat hebt gij mij te zeggen
„Dat Vincent van Meurs een verrti
:r is en slechts op de gelegenheid
wacht om liet geslacht Egmoml
i tc stootcn, om dien ze
te nemen."
De bor.dgcnooten zagen alkaar veel
betcckenend aan.
„Kunt gij uwe woorden bewijzen
vroeg Adolf.
„Tot eergisteren was ik de gev.mg>
n den graaf van Meurs. En hij zelf
deelde mij mede, dat Gelderland het
twisten tusscheu vader en zoon moede,
hem had gekozen tot ruwaard van het
rijk, waatbij hij mij tevens zijne plannen
voor dc toekomst blootlegde."
„Goed, doch gij die een aanhanger,
van den hertog zijt, waarom komt gij
eerst hier om mij deze tijding mede
te doelen?
„Ik koin heden van Grave heer,
heb onzen heer hertog dezelfde open
baringen gedaan."
„En gij hebt gedacht dat
door de Provinciale dienst bestreden.
Ook de commissie komt tot deze con
clusie, waar zij op bladzijde 17 neer
ichrijft„vooral echter is noodig de
dijken te brengen onder een doorloo-
pend profil" cn verder uitvoerig betoogt,
dat de toestand van het waterschap
waterstaatkundig oogpunt ern-
i verbetering vraagt, terwijl zij
indigt met de verwachting uit te spre
ken, dat het gebeurde voor Ged. Sta
ten ccn aansporing zal zijn om ten
spoedigste plannen te beramen, die tol
verbetering kunnen leiden.
Dijkgraaf en Hoogheemraden hebben
j herhaling op dezen verkeerden toe
stand gewezen cn alle wettige pogin-
aangewend om daarin verzwaring
tc brengen.
Slecht is het hun gelukt, nadat
1891 door een bekend in
genieur een onderzoek naar dc ge
volgen van de verhooging van den
Slaagschen dijk hadden doen instel-
ntct veel tegenkanting, vergun
ning tc verkrijgen tot verhooging van
dezen dijk van 1.60 tot 2 M.-f N.A.P.
Overigens was het hun niet toegestaan
verandering aan tc brengen noch aan
den Slaagschen dijk, noch aan den
Eemlandschen dijk.
Vóór de invoering van het reglement,
■astgesteld door de Staten den len
December 1888, hadden Dijkgraaf er.
Hoogheemraden zelfs geen zeggings
kracht in het beheer cn het onderhoud
den Eemlandschen en Slaagscht
dijk, terwijl toch zonder die dijken hun
gebied slechts aan een zijde WB9 af
gesloten.
Dc Staten hebben van 1603 tot 1888
(bijna 3 eeuwen) noodig geacht om tot
de overtuiging te komen, dit liet beheer
dc zorg voor het onderhoud van
dijken in eene hand, n.l, bij het
Dijksbestuur van het Hoogheemraad-
ip beli jordc lu zijn, cn sedert is
Dijksbestuur nog niet bij machte
geweest om verhooging of verzwaring
.li te brengen,
De vraag dringt Zicll nu op, bij wie
rust do verantwoordelijkheid voor
al gebrekkigen toestand cn dunr
c toestand tevens de aanl-'idcnde
ozask tot de do-jib'.ake.i in den Eem
landschen dijk bij den stormvloed van
januari 1916 is geweest bijgevolg
deze doorbraken.
.af cn Hoogheemraden waren
machteloos om den toestand te ver
inderen Gedeputeerde Slatcn zijn na-
ig gebleven, tijdig voorstellen tot ver
betering bij de Staten in tc dienen,
hetgeen duidelijk in het rapport vnn
de Commissie lol uiting komt.
Door dit rapport hoewel daarin
gepaste critiek niet achterwege is ge
laten kunnen Dijkgraaf cn Hoog
heemraden zich gerehabiliteerd achten
van den minder gunsligcn indruk om
trent hun handelingen in het verslag
aan de Staten gevestigd en zij hadden
daarop verwacht, dat Gedep. Staten
hun houding in overeenstemming hier-
icdc zouden bepalen.
Uit bun antwoord op liet rapport
nder dagteekening van 25 Juni 1917
an de Staten ingezonden, blijkt echter
het tegendeel en nemen HEdGr. Achtb.
eene houding aan, die dc noodige
samenwerking met het Dijksbestuur
voor liet vervolg vrijwel onmogelijk
maakt.
De hoofdoorzaak van de doorbraken
ml. de onvoldoende regeling van
den Waterstaatkundigen toestand dezer
streek voorbijgaande wordt dc be
voegdheid van de Staten betwist om
in een onderzoek te treden naar de
uitgevoerde werken en wordt in Staats
rechterlijke beschouwingen dc aandacht
afgeleid van de zaak, die aanleiding
gaf tot de instelling van de Commissie
van onderzoek. Vcider wordt te kennen
gegeven,- omtrent de waardeering der
uitgevoerde werken, dat Ged. Staten
daarover zelf wenschen te oordeelen,
zij geen reden vinden om wijziging In
hunne appreciatie tc brengen en dat j
kan worden afgewacht of de bestaande
wettelijke bepalingen voldoende gele
genheid zullen blijken te geven, een
deugdelijke uitvoering van de in voor
bereiding zijnde plannen tot dijksver-
hooging en vernieuwing te verzekeren,
terwijl daaraan de bedreiging voor het
Dijksbestuur wordt toegevoegd, dat.'
mocht zulks blijken niet 't geval te zijn,
dat een van de voorstellen, die de
Commissie verklaart met belangstelling
tegemoet te zien, zal kunnen strekken,
om hierin voor zooveel noodig te
Op deze wijze trachten Gedeputeerde
Staten de ware ooizaak van de ramp
ter zijde te stellen.
Dc daarop in de Statenvergadering
gevolgde behandeling van het rapport,
gaf tengevolge van dit antwoord aan
leiding tot verwarde discussion, waarbij
de he.'ocgdhcidskwestic op den voor
grond trad cn noch dc door ons uit
gevoerde werken, noch de oorzaak v.an
de doorbraken in bespreking kwamen.
AUe;n werd dc indruk gevestigd en
door Gedeputeerde Staten gretig aan
vaard en bevestigd, dat Dijkgraaf cn
Hoogheemraden nalatig zijn geweest
in de behartiging van de hun toever
trouwde belangen.
Dijkgraaf en Hoogheemraden zijn
zich deze nalatigheid niet bewust en
staan hier lijnrecht tegenover Gedep.
Staten, wetende, dat als van nalatig
heid sprake kan zijn deze moet
gezocht worden bij het gezag, dat in
gebreke gebleven is, tijdig voor ver
betering van dcu zeer gebrekkigen
waterstaatkundigen toestand tc zorgen,
terwijl zij in deze wetenschap ten volle
worden bevestigd door het rapport der
Commissie uit de Staten.
De houding door Gedeputeerde Sta-
n, in deze aangelegenheid aangeno-
en, is naar dc meening vnn het Dijk
bestuur niet geschikt om eene goede
samenwerking tusscheu beide College's
bij dc komende plannen lot dijksver-
hooging, waarvan de noodzakelijkheid
thans ook bij Gedep. Sti :cn schijnt
vast te staan, te bevorderen,
In het belang van het Hooghect
raadschap achten Dijkgraaf en Hoog
heemraden het dan ooit wcnschelljk
hoe ongaarne ook hun mandaat
neder Ie leggen en Hare Majesteit het
mij nuttig zouden zijn
Jasper zweeg.
Adolf nam stilzwijgen als eene toe
stemming op, en vervolgde
„Gij zult mij morgen het
ander nader verklaren. Nog een enkele
vraag Waar is uw schildknaap geble-
iii
„Dat is mij onbekend, heer."
Adoll' fonste dc wenkbrauwen. „Jas
per," zeidc hij, „uwe oprechtheid is mij
bekend, doch dut verdwijnen komt mij
er verdacht voor. Wie was die knaap?"
,.lk weet het niet, heer."
Adolf glimlachte. „Geloof mij, Jasper,
dat ik niet zoo eenvoudig ben om dit
voor goede munt op tc nemen. Ook
hierover morgen nader. Zeg mij nu
nog welke partij gij in Gelderland zijt
toegedaan
Jasper zweeg.
„Spreek," vervolgde Adolf kalm.
,Zcg gerust uwe meening, ik zal er u
liet lastig ont vallen."
Jasper schudde het hoofd.
„Gij weigert I" riep Adolf. „Gij durft
hts nietuit te konten voor uw gevoclcnl"
„Heer," antwoordde Jasper vastbe
raden, „ik erken gcene partij in Gel
derland. Mijn vaderland heeft maar een
heer en dat is uw vader, hertog Arnout.
dien God nog lang het leven spare."
Deze woorden deden vrouwe Calha-
rina opspringen, terwijl dc overige hee-
ren een gemompel van alkcuring lieten
hooren.
Adolf wenkte met de hand om kalm
te blijven cn vroeg zijn gevangene nii
zonder zekere ironie
„Ik eerbiedig uwe denkwijze. Maar ver
klaar mij dun eens waarom gij zooveel
ijver aan don dag legt om mij te waar
schuwen voor een vijand, die zonni
ge zegt, het er op toelegt ont mij te
bnroovcn van den t-oon r"
Jasper zag den vorst met e
digen blik aan cn zcide
„Heer, gij zijt een Egmont
toekomstige hertog,"
Adolf zag zijne gevangene lang spra
keloos aan. Eindelijk sprak hij
,Gij blijft hier, morgen spreken wir
nader en het zal aan u zclven liggen
gc niet onmiddelijk de vrijheid
krijgt, waarvan ik verplicht ben u
«lelijk tc beroovcn. Gij kunt gaan."
hij gaf Otto van Bijlanl een tcckcu zijl
voormalige schildknaap weg te leiden,
„Jasper bevalt mij," sprak hij
is een van die gouden harten, die
nature trouw zijn. Ik zal hem voor mijne
zaak zien te winnen en dit zal mij ge
lukken zoodra slechts dc oude hertog
van het toonecl is verwijderd,"
„Doe zulks, mijn zoon, ik beken
mij in dien knaap vergist tc hebben.
Maak er Intusschen onmiddelijk werk
van Vincent van Meurs onschadelijk te
maken. Hij zou u een spaak in het
wiel kunnen steken."
COMMANDITAIRE BANKVEREENIGING
H. L. A. DULLAERT Co.
AMERSFOORTLangegracht 8 Tel. 363.
SOESTVan WcedestraAt 206 - Telefoonnummer 6.
SCHERPENZEEL: Rijksstraatweg Telefoonnummer 2.
Beheeren en administrecren
Particuliere Vermogens.
Dijkgraaf en Hoogheemraden van
den Bunschoter Veen- cn Veldendijk
JOHs. KNOPPERS,
Dijkgraaf.
R. NAGEL Mzn.
K. VAN AMERONGEN.
W. VAN DE KOLK Wzn.
Mr. A. J. DE BEAUFORT.
H. C. A. DE JONG.
A. KU1JEK. Azn.,
Hoogheemraden.
Levenskracht"; gij werkt er toe mede.
dat menschen kunnen worden verpleegd
cn aan hun huisgezin kunnen worden
teruggegeven, wien anders dc dood
besluipt.
Geeft met blijmoedige offervaar
digheid I
Bloemendag „Herwonnen
Levenskracht".
Alweer een bloemendag, zult ge zeg
gen, geachte lezers en lezeressen. Ja,
al weer.
Gc weet misschien al, waar het
m gnat.
„Gedenkt den tuberculoselijder", Een
iffcrtje wordt a.s. Zondag van U ge
vraagd voor den armen tuberculoselijder,
voor Item, die niet-uit eigen middelen
een verpleging in een sanatorium kan
bestrijden.
Een heerlijk werk vnn naastenliefde
lts het dan ook, waartoe de Bestuur-
:rs van het R. K. Vakbureau het
initiatie! nami-n, n.l. tot stichting
n fonds „Herwonnen Levenskracht".
Wat beoogt „Herwonnen Levens
krocht" Dc bestrijding der tuberculose
op hut terrein der Vakbeweging door
o.iti. gelden te verzamelen, t
hen, die zelf ecu opname in 41
torium niet kunnen bekostigen, te helpen.
Alle leden der Vakbonden, aange
sloten bij het Bureau der K. K. Vak
organisatie, worden, in geval opname
gewanscltt is, in een sanatorium, koste
loos verpleegd.
Ook de gezinsleden, echtgcnoote en
kinderen, hebben recht, voor zoover de
middelen van „H. L." zulks toelaten,
op kostelooze verpleging.
Wnnneer U dan Zondag een bloempje
wordt aangeboden door de bloemcn-
verkoopsters. weiger dan een offertje
niet. Kunt ge iets meer missen dan een
dubbeltje, wat men u voor het bloempje
zal vragen, geeft dan wat meer. God
zal het u duizendvoudig belooncn.
Gij helpt door uw gave „Herwonnen
Uit het Buitenland.
Van den Oorlog.
Het Is vooral op het Westelijk front,
waar Franschen en Duitschcrs tegen
over elkaar staan, dat de strijd met
buitengewoon verbittering gevoerd
wordt. Dc aanvallen en tegenaanvallen
„zijn er niet van dc lucht". Nu weder
hebben dc Duitschcrs een succes te
boeken. Een Fransche hoogtestelling
ging met gevangenen en machinege-
wcien In Duitschc handen over. Dit
het een wankel bezit zal zijn voor de
Duitschcrs, die hoogtestelling, kan men
wel voor zeker houden tegenwoordig
wisselen daar de loopgraven in een
week eenige malen van bezitter.
In het tijdvak van 1 tot 14 Juli
maakten dc Russen 834 officieren en
35,809 minderen krijgsgevangen, de
buit was o.m. 93 zware en lichte ka-
nonnen, 28 loopgraafmortieron, 403
mitrailleurs.
De groote rede van den nieuwen
Rijkskanselier in den Rijksdag vat men
in een telegram aldus samen
De kanselier legde zich vast op de
vredesmotie, minder direct waren zijn
uitlatingen over de invoering van het
parlementaire stelsel.
De socialisten-conferentie te Stock
holm ter voorbereiding van den vrede
is vastgesteld op 15 Augustus. Tot nu
toe is dc conferentie met baar voor
bereidend werk veel langzamer gevor
derd dan men zich had voorgesteld.
Men zal moeten afwachten of het met
het snel einde van den oorlog dentelf-
den weg gaat.
.,Gecnnood,"antwoordde Adolf. „Reeds
morgen wordt zijn gebied door Nijme
gen afgezet, opdat hem geenc bcrichen
toekomen vóór ona plan is uitgevoerd
dan kan ik verder met Item afrekenen.'
„Bravo I" Zeide zijne moeder.
3e teerling vat geworpen voor den
ouden hertog ging een tijd van diepe
nedering aanbreken.
XIV.
Alvorens de aanslag tegen hertog
Arnout werd ondernomen, beleefde
deze cenige kalme en genoeglijke dagen.
Het onverwachte vertrek zjjncr echtge
noot had hij opgenomen als eene nieu
we vredebreuk, doch zooveel te meer
deed het hein genoegen haar spoedig
te zien wederkeeren, en wel In eene
gesteltenis, die oogcnschijnlijk geen twij
fel overliet aan hare goede bedoelin
gen. Zij sprak van het naderend kerst
feest als ccn feest van verzoening t
alle mensehen, die van goede wille
en dat zij van goeden wille was,
bezwoer zij met de duurste ecden. Zij
smeekte genade en vergiffenis af voor
haar zclvcn en tiaar zoon, die haar
weldra zou volgen en deed dc schoon
ste beloften voor de toekomst.
De oude hertog liet het beroep op
zijn hart niet onbeantwoord. Zoo hij
nog twijfel had kunnen koesteren was
deze thans geheel verdeven door de
wijze, waarop zijne echtgenoote haar
beweerd berouw inkleedde, want het
was steeds zijne vaste overtuiging ge
weest, dat een terugkeer tot het goede
alleen mogelijk was door een terugkeer
tot dc godsdienstige denkbeelden, welke
hij linar steeds had voorgehouden en
geleerd.
Vrouwe Catharina kende haar «lacht
offer te goed om niet te weten wat zij
te doen had, wilde zij eiken argwaan
verdrijven, terwijl hnrc verdorvenheid
groot genoeg was om de godsdienst
tot dekmantel te kiezen van hare mie-
daden, ja, erger nog, dezen tc ruisbru-
ken, om een gruwelstuk mogelijk |te
maken dat tot dan eenlg in de geschie
denis was,
Willem van Egmond, die zich met
lijn zoon Fredcrik tc Grave had ge
vestigd, vertrouwde echter die schijn
heilige betuigingen niet en maakte vsn
"t wantrouwen geen geheim.
I loe inschrikkelijk Amout ook tegen
over zijne echtgcnoote was, toch ver
mocht zij hem niet uit het hoofd te
praten, dat Adolf waarlijk zoo schuldig
was, als men hem in zijne oogea ge
maakt had. In deze zaak leende de
hertog meer het oor aan zijn broeder,
die Item bezwoer, alvorens van eene
toenadering blijkt tc geven, een bewij',
een zichtbaar bewijs te doen leveren,
dat het berouw goed gemeend was.
Wordt voortgezet