M
Katholiek Niéuws-
en Advertentieblad
voor Amersfoort en Omstreken.
DE EEMBODE
Kantoor: Langegracht 28, Amersfoort
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
centvoor buiten Amersfoort verhoogd met
Afzonderlijke nummers vijf cent per exemplaar,
week ingaan, doch opzegging van abonnement
vang van een nieuw kwartaal.'
Telefoon No. 314.
Prijs per drie maanden zestig
vijf cent voor incassokosten.
Abonnementen kunnen elke
moet geschieden vóór den aan-
Dinsdag 30 Oct. 1917.
AdvertentiSnPrijs per regel 12'/i
No. 61. 31 jaargang.
ct., met bewijsnummer. Voor Incasso wordt
vijf cent per maand-nota In rekening gebracht. Billijke tariëvn bij geregeld adverteeren. -
AdvertcntiGn moeten Dinsdag- of Vrijdagmorgen vóór rif uur ten kantore van De Eembode
worden bezorgd. Mededeellngon, ingezonden stukken en advertentlün te zenden aan de
Directie van Dc Eembode, Langeg-arht 28, Amersfoort.
VOOR ALLERHEILIGEN.
In de stemming, welke ons dc liturgie
der laatste jaarweken bijbrengt, pas
sen voortreffelijk de gedachtcnisdagen,
welke wij Donderdag en Vrijdag vieren
gaan.
Immers, zoo die stemming ons nader
voert tot dc voltooiing van onze aardsclic
loopbaan 'en tegelijk levendig herinnert
aan de grootc tragedie, welke de vnen-
schen-geschicdeniszal besluiten, ligt het
voor de hand, dat onze gedachten van
zelf uitgaan lot de dingen aan gene
zijde van het graf; dat de strijdende
Kerk zich nauwer dan ooit in contact
stelt met de lijdende en de zegepralende,
om jZich in een practisehe belijdenis
van dc gemeenschap der heiligen met
beide één te voelen,
Allerheiligen 1 Wat lichtend visioen
wenkt ons geestesoog, nu wij door de
liturgie worden genood, een blik te
werpen in de heilige stad Gods, het
hemclsch Jeruzalem, het laatste doel van
ons bestaan, werwaaits reeds zoo velen
op het voetspoor van den Christus-
Overwinnaar ons zijn voorgegaan.
Vóór alles ontlokt de gedachte aan
hen, die daar ,,in vrede, zijn", aan 'de
strijdende Kerk een juichtoon.
Immers het waren eens Hare kinde
ren, die, aan Hare moederhand geleid,
den weg vonden, welke van het aard-
sche tranendal voert naar de woningen
der eeuwige vreugde. In hun geluk ver
heugt Zij zich en plcchtig-fcestelijk klinkt
dan ook de aanhef der Mis-liturgic:
Verheugen wij ons allen in den Heer.
nu wij dezen feestdag viert.: ter eere
van ai de heiligen, over wier plechtig
heid de Engelen juichen en te zamen
Gods Zoon loven".
Dit is ook de eerste en voornaamste
reden, welke de H. Kerk leidt bij Hare
hciligcn-verecring God lof te brengen,
die in zoo talloos velen de wonderen
Zijner genade wrochtte.
Er is geen sprake van dat wij, Ka
tholieken, aan de heiligen goddelijke eer
zouden bewijzen. Wie dat meent, heeft
van onze hciligcn-verecring een geheel
avercchtsclie voorstelling. In de zaligen
zien wij louter schepselen, maar die door
God zelf zijn groot gemaakt en
neer wij hen daarrm prijzen en
lof zingen, geldt die lof den Schepper
Gelijk wij in een beeldhouwwerk dert
kunstenaar «eren, zoo vallen de eerbe
wijzen, welke wij den heiligen brengen,
op God terugwant alle deugden,
waarop wij in hen roem dragen, zijn
niets dan een afglans van het godde
lijk Wezen Zelve; de glorie-schittering,
waarmede ze omgeven zijn, is slechts
een afstraling van de luistervolle zon
der Godheidhun geluk enkel als een
zich eindeloos dompelen in de bron
van alle geneugten.
Van dio weelde der boven-aardsche
genietingen geelt ons St. Joannes een
zwakken indruk, wanneer hij ons in zijn
Openbaring mei de ontoereikende ver
ven der mcnschelijke taal het hemelsei:
Jeruzalem schildert. En het behoeft
daarom niet te verwonderen, dat de
cpistellcs van Allerheiligen uit dit boek
den visionairen evangelist getrok
ken werd.
Dat perspectief van volmaakt geluk,
aaraan nimmer een einde zal gesteld
worden, doet ops als van zelf dc harten
irheffen naar het verblijf der zaligen,
i in ons het verlangen groeien een
maal in hun hemclsch genieten te dcclen.
Zoo komen wij tot de tweedereden
in onze heiügen-vere ing; naast den
lof, dien wij den Schepper in Zijn ver
heerlijkte schepselen brengen, beoogen
wij immers ook ons eigen geestelijk
voordeel. En op tweeërlei wijze kunnen
wij dit bevorderendoor n.l. den levens
gang der heiligen ons tot voorbeeld te
stellen ter navolging en hun vermogende
voorbede te vragen bij God.
t is toch niet voldoende, dat in
een innige begeerte leeft om het
onuitsprekelijk geluk der zaligen deel
achtig te worden. Wij hebben het eeuwig
loon zelf te verdienen en daarom ons
leven zoo in te richten dal wij liet waar
dig worden.
en veiliger gids kunnen wij ons
hierbij kiezen dan de hciligen-lcvens.
Deze zijn alle een afschaduwing, zij het
verschillende nuanceering, van het
leven des Heiland», het toonbeeld van
de volmaaktste heiligheid. Maar zoo wij
terecht niet vermeten durven te
len, dat wij de perfectie van het
goddelijk model kunnen benaderen,
inders staat het met dc zaligen, die
ichepseicn zijn als wij en ten wier
zichte wij het woord van St. Augusti
et onze mogen maken zij hebben
het gekund, dus kunnen wij het ook.
HET LUTHER-FEEST.
Den 3len October wordt liet vierde
eeuwfeest gevierd van Luther.
Wat wordt eigenlijk gevierd?
Dat Luther den 31stcn October 1517,
iar aanleiding der aflaatpreckcn van
den Domuiikaun Tetzel, aan de slot
kerk te Wittenberg, vijf en negentig
itclhngen aansloeg, die den grondslag
noesten uitmaken van een dispuut
>vcr de kracht van den aflaat.
„Wie de toenmaals algemeen in
zwang zijnde gebruiken der Hooge-
scholen betreffende dc disputen kent-
iizoudcrlieid bij de godgeleerde ft
eitcu, vindt ni liet aanslaan van
mgen voor een dispuut noch iels ut
waardigs, noch iets moedigs," zegt de
Protestautsclle schrijver, Karl Pranli.
Die stellingen waren bovendien
allen on-katholielc. Zoo luid de 7lste
„Wie tegen den aflaat predikt, zij ge
vloekt," en de 72sle „Gezegend daar
entegen die tcgeu den moedwil der
Aflantpredikcrs te velde trekt". Stelling
69 luidt„llissclioppen en Zi.-lzorgcrs
zijn veiplicht de commissarissen van
den Apostolische:! alli.it met -alleu
eerbied toe te laten". Toen Luthc
95 stellingen aansloeg, dacht hij er nog
niet aan, zich van de ccnlKid der Katho
lieke Kerk af te scheiden. Nog in 1519,
toen Eek tijdens de disputatie te Leipzig
hem verweet, dat zijn opvatting
het primaat des Pausen niet veel
die der Hussieten af weck, ontkende
Luther elke gemeenschap met de Hus-
ieten. „Hij had," verzekerde hij, „nooit
en scheuring gebillijkt cn zou die in
euwighcid niet billijken".
Enkele maanden te voren, in Februari
1519, had hij nog geschreven „geen
reden kan zoo groot zijn of zoo groot
worden, dat men zich van de Room-
sclle Kerk losrukken of afscheiden
mocht, ja, om geenerlei zonde of ramp,
welke men denken of noemen kan,
mocht men de liefde verdeden cn de
geestelijke eenheid verbreken".
En te Leipzig, dus in Juni 1519,
zeide hij nog„Dc Hussieten hebben
kwalijk gehandeld, oindat zij zich van
de Roomschc Kerk hebben afgescheurd".
Ja zclis heeft Luther den 9 December
1518 in tegenwoordigheid van een no
taris cn vier Keizerlijke raadshceren en
andere voorname getuigen, voor Kar
dinaal Cajetanus een formeele herroe
ping gedaan, zij luidtIk, Frater Mar-
Luther, Augustijn, betuig, dat ik
n volg de H. Roomsche Kerk in
al mijne woorden cn daden, tegenwoor
dige, vcrledene en toekomstige. Indien
ik nochtans daartegen iets gezegd heb,
zoo wil ik, dat dit voor niet gezegd
worde gehouden".
Dit vermeldt Luther zelf in de La-
lijnsche uitgave zijner werken te Jena,
Waarom maakt men dan zooveel
ophef van die daad van Luthcr op 31
October 1517 Omdat deze daad de
aanleiding was tot zijn open
lijken afval van de Katholieke kerk.
Want bepaaldelijk in dien aanval ligt
de reden van Luther's verheerlijking.
Wie echter zijn het, die Luther ver
heerlijken
Voor het meerendcel zijn het onge-
loovigen, die van de H. Schrift als
bron eener bovennatuurlijke openbaring
Gods niets willen weten. De lijden, dut
Luther voornamelijk verheerlijkt werd
als heraut van het „zuivere woord
Gods," als de man „die de H. Schrift
eer beeft te voorschijn gebracht en
eerc hersteld," zijn reeds lang voorbij.
De meesten zijner verhecrlijkers ge-
loovcn niet meer in den Bijbel, van
velen is het zelfs de vraag, of zij nog
in God gcloovcn. Voor hen is Luther
alleen groot, omdat hij tegen de Ka
tholieke Kerk io opstand is gekomen,
omdat hij, gelijk nog onlangs een vrij
zinnig Dominee schrecl, is opgekomen
„tegen de aanmatiging van Rome".
Met die ongcioovigen nochtans ver-
eemgen zich tal van vrome, van ge-
loovigc Protestanten en ze huldigen
Luthcr als de man Gods, de gezant
des Allerhoogstcn, de verkondiger van
zuiver Evangelie, de strijder voor
lijhcid van geweten en voor de
waarheid.
M-irkwaardig feit: Tégen Luthcr uit
sluitend Katholieken, allen overtuigde
belijders van God en diens bovenna
tuurlijke openbaring. Vóór Luther alle
mogelijke, vaak elkander totaal weer
sprekende richtingen, mcerendeels ech
ter ongeloovigcn, bestrijders van Gods
woord en Gods openbaring I Onbegrij
pelijk, dat niet reeds dit ééne nuchtere
feit aan dc geloovigc Protestanten de
oogen opent.
Uit het Buitenland.
k. Van den Oorlog.
Daar kwam 'n oogenblik van ver
ademing en blijde hope, toen de Paus
Zijn vredes-nota verzond, Die nota, vol
vaderlijke goedheid cn wijsheid gesteld,
door gezaghebbende personen een di
plomatiek meesterstuk genoemd, zou
misschien het begin inluiden van een
voor alle partijen eervotlen en duurza-
men vrede We hadderf zoo mogen
verwachten. Het hoogste gezag op aarde,
uitstaande boven alle strijdende partijen,
iet een onpartijdigheid door iedereen
rkend, mocht toch geacht worden het
juiste woord te spreken opdenjuisten
tijd. De Paus begon met te verklaren,
dat hij vanaf 3 September 1914 tot
heden zich „drie dingen voorgenomen"
heeft en wel
„Een volstrekte onpartijdigheid te
bewaren ten opzichte van alle oorlog-
wenden."
2. „Ons voortdurend te beijveren, om
aan allen liet meest mogelijke goed te
doen en dit zonder uitzondering van
persoon, zonder onderscheid van natio
naliteit of godsdienst.
3. „Niets na tc laten, voor zoover
:t in Onze macht was, van datgene,
at zou kunnen bijdragen, om het einde
ui deze ramp tc verhaasten, door tc
pogen dc volkeren en hun hoofden tc
brengen tot meer gematigde besluiten
bij de beraadslagingen over den vrede,
n rechtvaardigen enduurzamen vrede."
Dan gaf de Paus „de punten, welke
de grondslagen schijnfcn te moeten vor
men voor een rechtvaardigen en duur
zamen vrede" aan, terwijl hij aan de
oorlogvoerende mogendheden de zorg
overlaat, oin „die punten te precisecren
1 aan te vullen."
Ten slotte stelde de Paus vast, dat de
oorlog „meer en meer een nuttclooze
slachting schijnt" en „aan beide zijden
de wapeneer onaangetast is."
De verademing cn blijde hope wer
den nog grooter, toen dc Centrale Mo
gendheden zulk een hoogst-gunalig
antwoord gaven aan den Paus en rui
terlijk instemden met de voorstellen
door Zijne Heiligheid gedaan, om zoo
op dc spoedigste en meest bcvrcdi-
digende wijze te komen tot ecu recht
vaardigen en duurzamen vrede..
Helaas, het antwoord van den Pre
sident der Verecnigde Staten dat
het antwooid der Centrale Mogendheden
voorafging, cn zoo goed als afwijzend
beschikte, deed reeds vermoeden, dat
de zijde der Geallieerden met veel
te verwachten viel. Zoo is het dan ook
geschied.
De oorlogswoede en wraakzucht schij-
in in die regecringskringen zóó gfoot,
de eischcn zóó ver gespannen, dat men
liet pauselijk siuk naast zich neerlegt.
En zoo bromt dan met nieuwe kmclil
a alle fronten het vrccsclijk kano:
dc wecncndc wereld nog dieper te
dompelen in bloed en tranen.
Waar gaat het toch heen
Welk mensch, die nog maar 'n grein
tje medelijden heeft met den nood, het
lijden en de tranen van milllocnen, voelt
zich niet innerlijk verscheurd van droef
heid over deze ontzettende ramp.
Een ramp, zóó universeel, dat zij
neergekomen is over dc hoofden van
meest oii8chuldigen.
Men wil doorvechten tot het bittere:
einde I Dot wil dus zeggen, dat men
eerst liet bloed wil laten stroomen van
honderdduizenden, dat men eerst de
/an weduwen en weezen zoo
veel mogelijk wil vergrooten, dat mei»
eerst de wereld brengen wil aan den
rand van den ondergang en bijkans de
geheele menschhcid wil prijs geven aan
hongersnood en al de ellende, welke
hieruit voorkomt, om te zien of mis
schien langs dezen misdadigen weg de
eigen zin kan worden bevredigd.
Heel de wereld haakt naar vrede I
Terwijl het bloed der zonen iederen dag
nutteloos wegstroomt, stijgt de nood
van het volk tot onberekenbare hoogte,
Rusland ligt verzonken in anarchie. Het
Bngelschc volk moet vol moed gehou
den door grootc woorden en beloften
i behendige politieke redevoeringen.
Zal Amerika uitkomst brengen Wij
kunnen bet niet gelooven.
Zal het zijn kracht en zijn moed zen-
;n naar liet land over de zee, om
zich zelve op gevaarlijke wijze te ver
zwakken tegenover de loerende vijanden
Onderwijl dondert het kanon'en ren
in dc razende massa's tegen elkander
onder hemelbedckkendc wolken van
kruitdamp en in ovens van vuur, met
de zekerheid: wij komen er toch niet
door.
Bidden wij toch lederen dagHeer,
geef ons vrede.
De onder leiding van Keizer Karei
persoonlijk voorbereide krijgsverrichtin
gen tegen de houfdmaclit van het li
haansche leger, niet medewerking v
Duitschc trut pen, gaan voor den lta-
tan slecht afloopen.
Het tweede Iuliaa-i»chc leger ii
slagen. Door goed weer bcgutisligd,
rukten over bergen cn door dalen, meer-
na:cn den taai.n tcgmtaid va.» den
<i|and brekend, de Duilsche en Oosten-
ijkseli-Honganrvclie divisies onweer*
stannb.'iar vooruit. Dc 1641 meter hooge,
krachtig versterkte top van d.-n Monte
M.iUjur werd reeds Donderdagmorgen,
a het begin van den aanval.
Het annt.il gevangenen is tot 100.000
gestegen, dat der buitgemaakte kanon
nen tot 750. De onafzienbare voorraad
oorlogsmateriaal uit de veroverde Itali-
uansche stellingen mo:t nog geborgen
worden. 62 vijandelijke vliegtuigen iijr
de beide laatste dagen neergeschoten.
Zulke klappen zullen den lialiasi
heugen.
De Fratischen en EugcLchcn hebben
ip liet slagveld in het midden van het
Vlaamschc Iront opnieuw een grootc
troepenmacht in het vuur gebracht om
te trachten den slag te beslissen. Het
gevechtsterrein lag onder sterk artille
rievuur vóór de vijand tot den aanval
overging. Achter, de vuurgolven brak
dc stormaanval los. Ten noorden van
het den Franscben
tot Bultehoek vooruit te komea. Bij dan
spoorweg Roeiielaere—Yperen droo- 1
gen de Èngelschen la herhaalde storm
aanvallen vooruit. Na been en weer
golvende gevechten bereikten de Èngel
schen ecnig succes.
Op enkele punten aan het Oise-Aisoc-
kanaal wa* de artilleriestrijd hevig. De
vijandelijke Infanterie trachtte tegen den
avond tevergeefs op verscheidene plaat
sen op den noordelijken oever van het
kanaal vasten voet te krijgen.
In Champagne en aan de Maas nam
het vuurgevecht toe.
Binnenlandsche Berichten.
Dr. A. Kuypar.
Maandag werd dr. A. Kuyper tachtig
jaar.
Bij de hulde, welke hem op dien dag
door zijn partjjgenooten en gcestvcr-
anten gebracht zal worden, sluiten wij
is gaarne aan.
Als schrijver, als redenaar, als Kamer
lid, als Minister, als journalist behoort
hij lot dc besten, welke ons vaderland
in de laatste halve eeuw en langer nog
heeft gekend. En wat meer zegtin al
zijn schitterende hoedanigheden was hij
de strijdende Christen, de geniale poli
tieke leider, de man, aan wien met dr.
Sch.icpmun en jhr. de Savomin Lobman,
dc Rechterzijde haar beteekenla tc dan-
ken heeft.
Een adres dat eteun verdient.
Door Burgemeester en Weihouder»
van Soest is namens den Gemeente
raad aan den Minister van Landbouw,
een schrijven gericht waarvan aan alle
gemeentebesturen in Nederland een
exemplaar verzonden is, met verzoek
om een adres van adhaesiebetuiging
aan den Minister te willen inzenden.
Het schrijven is van den volgenden
inhoud
Excellentie,
Met gepastcn eerbied zij het ona ge
oorloofd met allen aaodrang het vol
gende onder de aandacht van Uwe
Excellentie te brengen.
De zorgen, welke aan de gemeente-
besturen in den laatstcn tijd tengevolge
der tijdsomstandigheden worden opge
legd. nemen zoodanig toe, dat bij vele
krach u tc korl schieten om aan die
zorgi op dun duur het hoofd tc bic-
d- H perkten zich die zorgen in
lie fdzaik to. administratieven arbeid
dan v irea die nog te overwinnen door
krach ge sefflei verkiog, doch de finan-
.eelt zijde van de crisismaatregelen
eemt icn zood..rlg*n omvang, dat
iet i den ,c. noodtoestand mag
woidvu gesproken. De in den laatstcn
tijd bih'-dddè gemeentcbegrootingen
.uigetoond, boe de steeds
ndc kosten, aan de distributie
ichillende levensbehoeften ver
bonden, slechts door aanmerkelijke
~~ihoogingcn der plaatselijke belas-
Dt Martelaiesse van llpislul.
r historicbockeii, dit
1573, na nog cenige wisselende kansen,
werd Sonoy meester van den Dijk,
wierp zes schansen op, en behield de
positie tot het beleg van Haarlem af-
geloopen wa». Om en nabij de buurt
schap ljpcsloot, lag hel leger van
Sonoy, 800 man sterk, cn het'was op
deze plek, dat de marteling plaats had
van de godvruchtige vrouw, die voor
het geloof in Jezus Christus den mar-
tclpalm verwierf.
:t was op Zaterdag den 26sten
Juni 1573. De figuur, dien Wabben
het boogje van Heeroom Cornelis z
geheimzinnig had toegeschenen, w;
den vergcefschco stoot naar het
van den torenwachter, in wilden
it den St. Anthonisdijk opgehold.
Ofschoon de schemer was overgegaan
n een vrij dikke duisternis, zagen zijne
icherpe blikken maar al tc goed, dat
:en schildwacht van de voorposten
der Amsterdammers heen en
drentelde op den dijkweg. Om
ontmoeting tc ontwijken, liet hij zich
langs dc dijkhelling glijden, dook in
het water van een vrij breeden sloot
en zwom naar dc overzijde. Hij nam
nu zijn weg zooveel mogelijk landwaarts,
sprong over sloten en greppels
kwam ten laatste aan den uiter:
der zes schansen die door het volk
van Sonoy bezet waren. In der haast
spoedde Hij zich, na cenige inlichtin
gen ingewonnen te hebben, na
i hopman, en bleef daar
geruimen tijd binnen. Tegen het val-
van der. nacht, sloop hij uit de
t, maakte een roeijacht los, aan de
irplecht voorzien van een vrij groot
ren bord, „datsc voor een musquet
vrij inogten sitten" cn stapte daarin
met achttien man, gevolgd door
kleiner roeijacht, bemand met
koppen. Dc jachten verdwenen
noord-westelijke richting, in alle moge
lijke stilte.
De nacht ging kalm voorbij, en toen
dc morgenstralen der rijzende
reeds hoog en rechtstandig v
hemel schenen, begaven twee vi
zich op weg, naar dc zuidwestelijke
grens van hunne geboorteplaats, het
vriendelijke Woriner in Noord-Holland.
Zij zetten zich insgelijks in een roei
jacht, maar van bescheidener afmeting,
dan dat, waarin de geheimzinnige had
plaats genomen. Ook had het aan dc
rplecht geen pantserplaat, en was
slechts ingericht, om koopmans
goederen te vervoeren. Toch had het
jacht ccne kleine lading in, die
het oog op de bestemming, welke
deze lading had, een dubbele reden
:s opleverde voor de beide
l, die in de schuit zaten,
den schipper, Ghert van Lammer-
schagen, die dc riemen voerde, Die
lading bestond uit vier „uitgeleezen
kaazen," en twee vaatjes boter, elk
van twintig pond. Eerstens
gevaarlijk voor eiken schipper,, die
geen zeeschuimer was, met levens-
middqjen op het IJ te varen. Er scho
ten onmiddclijk kapers van de kust,
die die lading tuofden, en dan ten
slotte zooveel moedwil aan de schippers
pleegden, als hunne luimen dat go
dacht. Men zocht een voorwendsel,
meestal deed men het maar zonder
voorwendsel, om den schippe
vaartuig te beschuldigen v
waaraan de man wellicht nooit gedacht
had, knoopte hem op of verdronk hem,
i de schuit werd dan buitgemaakt.
Maar nu had schipper Ghert v
Lammerschagcn nog een veel gewich
tiger reden om bevreesd le zijn, Dc
had waarlijk, hoewel dan voor
aanzienlijke som als vergoeding
gevaarlijke zending op zich ge
nomen.
De eerste der twee vrov
een kloeke gestalte, in de volle kracht
van haar leven, met die eigenaardige
gelaatsuitdrukking, welke ons onmid-
delijk doet denken aan ecu hooge wils
kracht, die weinig hinderpalen onover
komelijk rekent.
Deze vrouw nu wasGccrtruydt
Adriaanszdogter van Wormer, een
leerlinge van Pastoor Martinus Dun.
canus, uit de school, die hij tc War
mer gesticht had, cn waaruit tal van
godvruchtige en geleerde mannen zijn
voortgekomenecne vrouw, door hare
tijd- cn buuttgenooten gesteld boven
deze mannen, om dc diepe godsvrucht
van hare kloekmoedige, standvastige
en graole ziel. Haar broeder, dc Eerw.
Cornelius bracht in koinmcivolle bal
lingschap zijne oagen in Amsterdam
door. De lezer licet't reeds kennis niet
hem gemankt. Van de vrouw, die
naast haar zat in het jacht heeft dc
geschiedenis alleen a itigeteekend, dat
zij haar „Swagerinne" was, wier broe
der Jacobi Bartholdi, insgelijks
voortvluchtig priester, ook door de
gastvrijheid der Amsterdammers een
schuilplaats had gevonden. Beide vrome
vrouwen hadden 'dezen gevaarlijken
tocht ondernomen, om hunne broeders,
l leniging van hunne ellende, kazen
i do boter te brengen.
Schoon de schipper in alle moge
lijke stilte door net Brandeg.it was
geroeid cn zonder cenigen overlast in
de rivier de Zane gekomen, kwam hel
hem toch ietwat vreemd voor, dat de
ichter op den hoogen toren
estzane, welke door de geuzen ge.
bruikt werd voor c-cn uitkijk, een paar
en op een hoorn liet galmen. Al
spoedig bleek het hem, waartoe
dit sein diende en tot wicn het ge
richt was.
Want onmiddclijk verschenen de
twee r icijachten, die wij te nacht van
den Diemerdijk zagen steken de ge
heimzinnige man voerde over deze
kleine vloot het.bevel. Met i
werd de schuit aangeklampt, Ghert
Lanimerscltagen gebondcu, en de
beide vrouwen betcekcnd, dat zij ge
vangenen waren,
„Nevc I" borst Geertruydt los en
zag den gelicimzinnigen man strak cn
verbaasd aan.
„Geertruydt Adriacnsdochtcr van
Wormer I"
„Neve, wat heb ik misdaan?"
„Geertruydt, gij hebt victualy aan
boord om er de moorddammen mee
te spijzen."
„Neve gij kent mijn broeder I"
„Geertruydt, gisterwasik bij hem..."
„Welnu, voor hem en heeroom
Bartoldl, hebben wij twee
„Zwijg, Geertruydt I"
„Neve, luister I Heb ik tn uw
oog .nisdaan dezen zijn onschuldig I"
„Die," hier wees hij op den
schipper en maakte met de rechterhand
cone beweging die vertolken moest,
dat de schipper zou worden opgehan
gen. „Die," herhaalde hij en maakte
..glimlachend cene andere beweging,
en„Gij, Geertruydt, als gij de geu
zen niet geeft wat zij vragen, zullen
wij uw,man lichten, cn met den strop
om den nek hier brengen om u toe
gevend tc maken."
„En God?
Een ruwe schaterlach was het
antwoord dat de geheimzinnige man
iiooren liet.
Wordt vervolgd.