BERICHT
L. A. A. van HAMERSVELD
voorh. fil. Firma GEBR. NEFKENS
Arnhemscheweg 6=8
COMMANDITAIRE BANKVEREENIGING
Giro en chequeverkeer met
alle plaatsen van ons land
DE EEMBODE
KATHOLIEK NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR AMERSFOORT ÊN OMSTREKEN
KANTOOR LANGEGRACHT 28, AMERSFOORT
VRIJDAG 4 JULI 1919 33E JAARGANG No. 28
Wcrschijnt Dinsdag- cn Vrijdagmiddag. Prijs
v per drie maanden 75 ct. Afzonderlijke nrs.
5 ct. Abonnementen kunnen elke week in
gaan, doch opzegging van abonnement moet
geschieden voor den aanvang van een nieuw
kwartaal.
Stenografisch Raadsverslag van Amersfoort
11.— per jaar.
Advertentiën 20 cent per regel. Billijke
tarieven voor handel cn industrie bij gere
geld adverteeren. Advertentiën moeten Dins
dags en Vrijdags vóór 10 uur worden bezorgd.
Dit nummer bestaat uit twee blad».
EERSTE BLAD.
Uoorlicbting bij de
beroepskeuze.
IJoor J. SCHULTE NORDHOLT.
III.
Genoeg evenwel mean ik voor ons
onderwerp getegd te hebben over bet
loopjong«ns-hetlossew«rkmanssys|eem,
door velen, niet geheel ten onrcyte,
een kankergezwel onzer maatschappe
lijke verhoudingen geacht. Hier vooral
is het dat de beroepskeuze-bureaux
door voorlichting en wijzen op de ge
varen, nuttig werk kunnen verrichten.
Maar dan geldt het tevens naast dit
betrekkelijk negatief advies, positieve
leiding te geven. Dan staat daar, we
zouden bijna zeggen, grijnst ons aan
dat zoo bj uitstek ingewikkelde rader
werk dat maatschappij heet. »Wat
weet*, zoo schrijft de heer Folmer,
Directeur van het Centraal Bureau voor
Arbeidsbemiddeling en Werkloosheids
verzekering in zijn bekend prae-advies
»de arbeidsbeurzen en het beroepskeuze
vraagstuks, >wat weet een arbeider en
niet alleen een arbeider, ntaar wat we
ten wij allen individueel van de voor
uitzichten welke de onderscheidene be-
raepen bieden Hoe zal de arbeider den
stand der arbeidsmarkt in de verschil
lende beroepen vermogen te kennen en
te beoordeelen waar die arbeidsmarkt
het geheele land of zelfs een aantal
landen omvat.
Wat weet hij en wat weten allen wij
allen individueel van de toekomst van
een bepaalden bedrijfstak? De opleiding
in een beroep in niet het einddoel doch
geschiedt met het oog op de toekomst
van den opgeleide. Het is daarom niet
voldoende, dat een beroep op het
oogenblik der keuze goed zij en vol
doende beloont; er moet ook een groote
waarschijnlijkheid beslaan, dat de gun
stige toestand nog gedurende langen
tijd zal blijven heerschcn. Eea beroep
dat op het oogenblik nog voldoende
schijnt te voldoen kan missohien tot
een spoedi', afsterven veroordeeld zijn,
en een ander, dat thans slecht schijnt,
beleeft wellicht dra betere dagen s.
Een ander, een Engelschman zegt
sin de hedendaagsche samengestelde
economische gemeenschap wordt de
taak om met juist inzicht «en be
roep voor een jongen of meisje te
kiezen meer en meer moeilijk.* Maar
bovendienBijna elke industrie is weer
geweldig gespecialiseerd, de industrie
toestanden bij vroeger vergeleken zijn
zéó ingewikkeld geworden en de be
drijfsvormen zoo vermenigvuldigd, dal
het zelfs vooi een insider bijna ondoen
lijk is elk oogcablik met voldoende
kennis van zaken te eordeelen of te
kunnen raden.
De beroepstelling van 1909 geeft
daarvan sprekende staaltjesbuitenge
woon talrijk waren de splitsingen va
verschillende vakken: zoo b.v. ht
kleermakersbedrijf met zijn splitsing i
maat en confectiewerken, broekenma
kers, vestenmakers, grootwerkers, da
meskleermakcrs en damesmantelmakers,
coupeurs, bijsnijders en persers. Van
buitengewone lengte is ook de rij van
verschillende beroepen in het zich steeds
verder specialisecreiide metaai- en
chinebedrijf. Met deze feiten voor oogen
mogen wij dus niet alleen denken aan
domheid, gebrek aan inzicht, lichtzin
nigheid, armoede, enz. maar kunnen
we zeker aannemen dat velen als ze
beter wisten, wel een andere richting
zouden uitsturen en zelfs de verleiding
weerstand bieden direct een aardige
verdienste-van hun kinderen te kunnen
trekken. Zonder aarzeling willen
onderschrijven wat ik vond irt een
likel over ons onderwerp, overwogen
lit een Xngelsch onderwijsrapport»Er
:ijn anderen, en het Comité gelooft, dat
dat zij groote meerderheid vormen, die
zoowel in staat als bereid zouden zijn,
hun kinderen in den aanvang lievei
lagere verdiensten te aanvaarden, wan
neer zij daarmede hunne toekomstige
positie konden verbeteren, doch die
niet voldoende op de hoogte zijn met
de vooruitzichten van de verschillende
beroepen en bedrijven om in stai
zijn, een goede keuze daaruit te doen*.
Het overwegen van de specialiseering
der bedrijven, tengevolge waarvan het
overzien van de arbeidsmarkt bijna
illusoir schijnt te worden, brengt ons
vanzelf op het terrein der vakopleiding,
waarmede de beroepskeuze uiteraard in
v verband staat. Velen wenschen
ers dal alle jongens in elk geval
vak zullen leeren en meenen daar
door het euvel der werkloosheid kracht
dadig te kunnen bestrijden, doch
geten te veel dat de specialiseering der
bedrijven niet die behoefte geeft
vakmenschen zooals vroeger in
kleinbedrijf en het handwerk het geval
was en nog is. Naast een niet
groote groep van vakmenschen,
geschoolden, zijn cr cn zullen er ook
wel altijd noodig blijken, zeer zeer
ongeschoolden en getrainden. Daaruit
vloeit dus m.i. voort dat de taak die
hier de maatschappij zelve voor de be
roepskeuze-bureaux aanwijst deze is, dat
zij eene betere verdeeling van de jonge
krachten over de bedtijven trachten te
bevorderen, dat zij die jonge menschen
die daarvoor geestelijk en lichamelijk
het meest aangewezen schijnen, bren
gen op die plaatsen, waar zij krachtens
hun aanleg en karakter het meeste kans
van slagen hebben en dat zoowel in
hun eigen als, en daarom, in het maat
schappelijk belang. Met bun kennis van
verschillende vaktoestanden hebben ze
deze jongelieden te helpen.
Want we dienen niet te vergeten,
dat er altijd menschen zonder speciale
vakkennis noodig blijven en steeds zul-
er jonge menschen zijn die, zoo
geleid en geraden, dien weg zullen
gaan.
Onmiddelijk meen ik, moeten we
hieraan evenwel toevoegen, dat de be
roepskeuze-bureaus, erkennend en we
tend dat er veel menschen zullen noodig
blijven ter vervulling van een werkkring
die geen of weinig speciale kennis
Hiermede berichten wij, dat de Autosaak.
Luxe Auto Verhuurinrichting;
Firma L. A. A. v. Hamersveld
teneinde abuizen te voorkomen, voortaan
uitsluitend gedreven zal worden onder de
De zaak en garage blijven gevestigd
en ons eenigst telephoonnummer is
vraagt, niettemin het als hun taak zul
len gevoelen, zooveel mogelijk te be
vorderen dat het kind vakonderwijs
geniet. Wel is het nog een open vraag
of verbetering van vakopleiding, in
verband met de builengemeen fijnge-
iede specialiseering der bedrijven, in
vloed zal hebben op werkloosheid als
maatschappelijk verschijnsel. Maar vrij
wel eenstemmig zijn allen het er over
eens, ik denk hier vooral ook aan di
belangrijke rapporten die de staats
commissie voor de werkloosheid ir
1909 door onze regeeriug ingesteld, ii
1913 uitbracht, dat wat het individu
aangaat, de arbeider meer
kans heeft weer aan het werk te komen
dan de «unskilled*, de ongeschoolde.
Positieve arbeid ook zal het bureau
kunnen verrichten in het oprichten van
een fonds ter ondersteuning van be
hoeftige gezinnen, meer in het bijzonder
in verband met de vakopleiding. Dit is
b.v. gedaan door het bureau voor be
roepskeuze en vakopleiding te 's-Gra-
vtnhage.
Trouwens eenmaal geinstalleerd en
volledig met zijn werkkring vertrouwd,
zal het bureau ongetwijfeld op velerlei
gebied dat in meer of minder nauw
verband staat met de beroepskeuze,
nuttige arbeid kunnen verrichten. We
denken b.v. aan het geven van advies
onderwijsautoriteiten inzake bijzon
der voortgezet onderwijs of vakonder-
ijs, aan meer uitgebreide jeugdzorg,
an meer wetenschappelijk beroepskeuze
i de toekomst waarvoor het bureau
zeker bouwmateriaal zal kunnen ver
zamelen, e.d. meer. Beschikkend over
een gedetailleerd overzicht van de
arbeidsmarkt en haar vooruitzichten en
kennis van de maatschappelijke toe
standen zal bet bureau aangewezen zijn
in elk geval mee van zijn kennis te
doen profiteeren.
Eindelijk, niet het minst, dient nog
de aandacht gevestigd op een taak voor
de voorlichting bij de beroepskeuze van
buitengewoon groote beteekenis, een
taak ook waarbij onmiddelijk, zoowel
in negatieve als positieve zin, practische
arbeid kan worden verricht. Ik denk
aan de voorlichting bier en daar reed-
aangestipt, in verband met de lichame
lijke en geestelijke gesteldheid van het
kind. Wel stellen zekere weiten in zake
de lichamelijke gesteldheid der kinderen
enkele eischen, zooals de arbeidswet
1911 en de steenhouwerswet, maar in
het algemeen wordt aan deze belang
rijke taak nog te weinig aandacht ge
schonken en bestaat er bij vele ouders
hieromtrent vaak nog verbijsterende
onkunde. Dr. Leda schoolarts te Am
sterdam, die omtrent dit speciale on
derdeel der beroepskeus prae-advies
uitbracht in Mei 1913 voor de Ned.
Arbeidsbeurzen, deelt over de opvat
tingen en meeningen welke bij vele
ouders heerschen merkwaardige dingen
«Zoo meenen* zegt hij, «velen,
voor hun zwakke kinderen beroe
pen als kleermaker of sigarenmaker bij
uitstek geschikt zijn, terwijl juist deze
beroepen de algemeene gezondheids
toestand in nog slechtere conditie
brengen.
Naar ik meen behoef ik op dit spe
ciale onderdeel, ilat trouwens door zijn
bijzondere geaardheid althans technisch
:n mijn gezichtskring ligt, niet verder
gaan, doch het ligt voor de hand
en geen van allen zullen we het zeker
tegenspreken, dat wil het toekomstig
geluk van individu en maatschappij
juist gediend zijn, scherpe aandacht dient
geschonken te worden aan de lichame
lijke en geestelijke gesteldheid van den
jongen mensch. Een schoone roeping
hebben de beroepskeuze-bureaus daarin
ze kunnen daarbij, trouwens zijn zij
op aangewezen, samen werken met
den schoolarts en voortbouwen op diens
ervaringendoor den bijzonderen aard
van zijn werkkring is de schoolarts,
door de voortdurende controle en het
stelselmatig onderzoek der kinderen in
staat, zeker wel zoo goed als alle ge
gevens te verschaffen welke noodzakelijk
zijn bij de beoordeeling van de beroeps
keuze en zulleu zijn adviezen van on
schatbare waarde zijn.
Wordt vervolgd.
Bet Buis Cer Gem.
door T. PLUIM.
Geheel Holland geraakte in angstige
spanning, doch Frederik Hendrik liet
ich door niets van zijn besluit afbren
gen hij was en Dleef voor Den Bosch.
Zoo moeSt Holland zich in staal van
tegenweer brengen en zette bij Naarden
de sluizen open, om het laud langs
Gouda tot bij Gorkum toe te inundeeren.
Het Huis ter Eent was destijds door
een aarden wal omgeven, met een
gracht, die ondiep en op vele plaatsen
dichtgegroeid was. Deze aarden ver
H. L. A. DULLERT Co.
Amirsfoort - Soest - Utrecht - Steenbergen - Noordbroek
sterking was voor Amersfoort van groot
belang, daar zij den mond der Eem
bekeerschte. Met weiDig moeite had zij
in goeden staat kunnen gebracht wor
den dan was zij zeer sterk geweest,
daar het omliggende land onder water
kon gezet worden.
De Staten zagen het belang er eerst
in in, toen het al vrijwel te laat was.
In het eind van Juli zonden de Gede
puteerde Staten van Utrecht 200 pond
kruit, 400 pond lont en 100 pond lood,
terwijl de regeering van Amsterdam,
die 't Huis ter Eem gaarne versterkt
zag, er een officier met 55 soldaten
heenzond. Doch deze bezetting werd
bij het dreigen van 't gevaar weldra
uaar elders geioepen toen zond kapi-
De Vries, bevelhebber van 'c gar
nizoen te Amersfoort, er zijn sergeant
Jan Woutersz. Cloeck heen met 20 A
25 manschappen. De Staten-Generaal
zagen zelf in, dat dit handjevol solda
ten niet voldoende was m het gewich
tig punt te verdedigen. Zij besloten
daarom het Huis ter Eem te versterken
en vaardigden den Amsleidamschen
burgemeester Oetgens naar Naarden
af, om aan kolonel Morgan aldaar te
gelasten 50 man van het garnizoen
onder een ervarea bevelhebber naar
het Huis ter Eem te sturen en het land
daar rondom onder water te zetten.
Bovendien besloot Amsterdam een
schip met 13 man en oorlogsbehoeften
over de Zuiderzee naar het Huis ter
Eem te zenden (15 Aug.). Doch al die
hulp baatte niet meerhet was reeds
te iaat. Immers toen sergeant Cloeck
op het kasteel hoorde, dat Amersfoort
zich zoo goed als zonder eenigen tegen
stand aan den Spanjaard had overge-
Q n, sloeg hem de schrik om het
hart. Nog in denzelfden nacht (15 Aug.)
verliet hij dan ook met zijn bezetting
het kasteel. Slechts één man bleef ach-
.er, die de bruggen achter de vluch
tende manschappen optrok. Het wa
een dappere boer uit de buurt, die met
zijn gezin en knechts (samen acht per
sonen) besloot het kasteel zoo mogelijk
te behouden.
Tot zijn geluk kwamen den volgenden
dag, 16 Aug., de bovengenoemde 13
Amsterdamsche soldaten met hun schip
en oorlogsbehoeften op het Huis ter
Eem aan. Terstond nam de heldhaftige
boer alle maatregelen van tegenweer.
Hij plantte eenige kanonnen op de wal
len en liet verscheidene mutsen en
hoeden, die de weggetrokken of weg
gevluchte soldaten achtergelaten hadden,
op stokken plaatsen en die aan de bin
nenzijde der wallen zetten, zoodat de
uls of hoed nog even te zien was.
Zoo voorbereid wachtte hij den vijand
al. Hij behoefde niet lang zijn geduld
op de proef te stellen, want Montecu
culi, de bevelhebber der Spaansche
troepen, begreep terstond, dal hij het
Huis ter Eem moest bemachtigen, wilde
hij verder op Amsterdam kunnen aan
rukken, immers vanuit het kasteel kon
en hem zoo licht in den rug aanval-
n, of langs de Eem een leger zenden
n hem den pas af te snijd n.
Op denzelfden 16eu Augustus nog,
juist toen de bovengenoemde 13 Am
sterdamsche mannen cp het kasteel
goed en wel waren aangekomen, ver
schenen eenige Spaansche soldaten voor
de poort, die het Huis in naam van
Moatecuculi opeischten. Maar onze boer,
wiens naam helaas I niet bewaard is
gebleven, antwoordde met het losbran-
';n van zijn geschut en zijn haakbussen
iwijl hij tevens de stokkea met de
soldalenmutscn heen en weer liet be
wegen, zoodal het den schijn had, of er
:n groote bezetting in het kasteel lag.
De kastelein gaf zóó vreeselijk vuur,
zegt de kroniekschrijver, dat de bevel
hebber van de Spanjaarden het slot
durfde aanvallen. Hij trok naar
Amersfoort terug om versterking te
halen met het vaste voornemen den
volgenden dag het Huis aan te tasten.
Doch onze 13 Amsterdamsche sol
daten wachtten de Spanjaarden niet af
zij verlieten nog 's nachts ijlings h
kasteel cn trokken naar Naarden. Hier
Binnenland
De gemeenteraad van Enschede be
sloot de instelling van een gemeente
lijke studiefonds, tengevolge waarvan
jongelieden met uitstekenden aanleg,
ouders niet in staat zijn hen te
laten studeeren, daartoe in de gelegen
heid worden gesteld aan een der in
richtingen voor voortgezet onderwijs
in die gemeente,
Zaterdag is op dr N larder Hoogte
een personentram van de Gooische
tram met een goedeiei trein in b-King
gekomen. De botsing wis róó hevig,
dat verscheidene wagens weiden r ge.
drukt. Een oppasser van c- r h utwagen
werd vrij ernstig v.r- win d E n der
goederenwagens reed na botsng van
hoogte af cn kwam zonder loco-
oticf nabij het stalnin int stilstand,
tot groote verbszing van het publiek,
dat van de botsing niets afwist.
Te Scheveningen had ec-i zwemmer
zich te ver io zee gewaagd. Een boot
werd uitgezet met een drietal man<chap-
oin den in levensgevaar verkcercn-
zwemmer te redden. In dc branding
sloeg de boot om en allen geraakte te
r. Km hunner gehikte het zich aan
h't vaartuig vast te klampen, waaroor
hij <iji leven redde; de b-ide dtre
rdroukco, eveneens de zwemmer.
kwamen zij morgens juist aan toen
de 50 man, die Kolonel Morgan inge-
'olge de opdracht van burgemeester
Oetgens naar Ter Eem zou zenden,
zich inscheepten. Daar men nu van de
vluchtelingen hoorde, dat de Spanjaar
den het kasteel zouden belegeren, be
greep Morgan, dat zijn hulp te laat
kwam, zoodat de 50 man het schip
weer verlieten.
Inderdaad verschenen de Spanjaarden
den 17e Aug. opnieuw voor het kasteel
ditmaal in grooter getale. Zij telden
1500 man met 3 compagnieën paar-
devolk, benevens vier groote kanonnen.
En dat voor één boer met zijn gezin 1
Toen onze kastelein dan ook die
troepenmacht zag naderen, begreep hij,
dat alle tegenstand nutteloos zou zijn.
Hij gaf dus te kennen, dat hij wilde
capituleeren, en verzocht daarom een
onderhoud. De Spanjaarden, nog steeds
in de meening, dat er een sterke be
zetting achter de wallen ligt, zijn daar
voor natuurlijk gaarne te vinden. Nu
treedt de Kastelein zelf naar buiten
(een ander ondeihardelaar had hij na
tuurlijk niet) en het valt hem gemak
kelijk eervolle voorwaarden te bedingen
hij mag met zijn manschappen in alle
krijgsmanseer wegtrekken, en ieder mag
zooveel van zijn »pak en zak* meene
men, als zij verlangen. Bovendien zal
men hem ter meerdere veiligheid naar
Utrecht begeleiden.
»De Spaansche overste (zegt de kro
niekschrijver) stelt zijn volk in oidre
d.i. in twee rijen, om des dapperen
kastelein, burger of boer, de eere te
doen van daar tusschen door te trek
ken, De kastelein gaat voorop, gevolgd
door zijn huisgezin, een zoon of twee,
en boerenknechts, tezamen omtrent acht
of negen personen*. De stoet wordt
besloten met een paar wagens vol huis
raad, enz, getooid met een Orarjevlag.
«De overste dat ziende en geen volk
meer vernemende, werd zoo gemelijk,
dat hij den kastelein wilde doe» op
hangen, omdat deze ge: n krijgsman was
en toch zooveel volk bad op de been
gebracht. Doch andere officieren prezen
den boer of kastelein, dat er krijgsmans-
hart in stak.* En zoo mocht hij onge
moeid vertrekken.
De dappere en slimme boer van
Eernbrugge bereikte zonder ongevallen
Utrecht, waar zijn daad spoedig bekend
werd. De Staten van Utrecht schonken
hem zijn leven lang een pensioen, wat
hem nog jaren lang door den ontvan
ger werd uitbetaald.
Wordt vervolgd.
i.