Wat
een genot!
Dortmunder Victoria
en Munchener Bieren
J. VAN HAMERSVELO Jr.
Lunchroom „Princesse".
DE EEMBODE
KATHOLIEK NIEUWSBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN
KANTOOR LANGEGRACHT 28. AMERSFOORT
VRIJDAG 19 DEC. 1919 33* JAARGANG No. 78
DB EBMBODE verschijnt Dinsdags- en
Vrijti.'iemiddag.
ABONNEMENTEN kunnen elke week in
gaan, doch opzegging van abonnement moet
geschieden voor den aanvang van een nieuw
Stenografisch Rhadsverslag der gemeente
Amersfoort één gulden per jaar.
ADVERTENTIEN 25 cent per regel. Billijke
tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld
adverteeren.
Advertentie» moeten des Dinsdags cn des
Vrijdags vóór 10 uur worden bezorgd.
Origineel Duitsch Bier.
Per FUST. FLESCH en GLAS
Bil
neutrale misleiding.
Het mag als bekend worden geacht,
dat de neutrale vakorgamsatieén derelf
de allures aannemen als dc socialisti
sche dito's. Vermogen de socialistische
vakverzenigirgen minder dan ooit als
aannemelijk naar voren Ie kunnen
brergtn dat geloof cn zeden geen ge
vaar te duchten hebben bij het lidmaat
schap eener sccialnt'sche organise,tie,
de neutrale vcreeiiigiogen gebruiken
deze drogredenen nog zooveel moge
lijk, en trachten de voor de Ktlholiekr
zaak niet warm te maken Koomsche
mannen, met alle mogelijke en mislei
dende redeneeruigvn >n hunne met
socialistische tendcozcn bezonken kiel
zog, mede te sleuren.
Deze meegesleurde Koomsche
mannen vergoelijken de gedragingen
dier neutrale organisaties en laten zich
door het incnschelijk opzicht, en be
vreesd voer de neutrale terreur, weer
houden protest aan te teekenen tegen
den smaad welke hun H. Moederkcik
en hare bedienaren en de confessioneel
georganiseerde broedeis, bij tijd en wijie
wordt aangedaan, integendeel, zij blijven
met hun persoon eu hun geld dit lieil-
looze gedoe steunen.
Een neutrale organisatie, die het
zoo nauw niet neemt, wanneer het al
wat Christelijk is geldt, is ontegenzeg
gelijk de z.g.n. neutrale onderofficieren
vereeniging »Ons Belang*. Vroeger, en
in den loop van dit jaar hebben anderen
en wij dit meermalen middels de
Roomsche Pets, aangetoond en
wij vertrouwen zullen de lezers zich die
teekeningeu nog wel kunnen herinneren
Met dc steeds toenemende verster
king van den Roomschen oud.off. Bond
«Sint Martinus* is «Ons Belang*, zoo
als begrijpelijk is, niet erg in haar schik.
Zij acht het gevaar voor haar grooter
»St. Martinus* zich uitbreidt,
valt het te verklaren dat de
leider van O. B. met dubbele woede
valt op al wat confessioneel geor
ganiseerd is of voor de principiecle
organisatie ijvert.
De president van O. B., de heer W.
Wijk, kamerlid voor het «Verbond tot
Democratiseering der Weermacht*,
heeft zich berucht willen maken met
het volgende te zeggen als hij spreekt
over R. K. en Chr. georganiseerde
onderofficieren«lichlgcloovigcn, zwak
kelingen, kruipers, ijdeltuiten, gebiolo
geerd, n, begoochelden, belagers van
hun broeders, zij vallen ons in den rug
aan sluipmoordenaars, opgehitsten,
bevreesd gemaakten zij beschouwen
ons als hunne doodsvijanden. Liegen
en lasteren. Zij liggen onder den knie
en zijn afkeerig van ons en laten zich
door wereldlijke of geestelijke overheden
tegen ons opstooken. Geen middel is
hun gemeen genoeg. Zij. leden van St.
Martinus, zijn arme dwazen, bedelende
om een gunst, een brokje of een ge
nadig knikje. Zij beweren dat er een
geestelijken kant zit aan de dubbeltjes
"e wij niet ontvangen, aan de slechte
•rdappeleo cn den te hoogen prijs van
de levensmiddelen.*
Zoo gaat deze neutrale voorzitter nog
een half uur voort. En dan aan 't slot
zijn >rede«, nadat bij allen heeft
opgeto;pcn om zorg te dragen dat alle
onderofficieren lid zullen worden van
O. B., zegt hij nog: «Laat echter uwe
middelen nobel zijn. Vrienden, houdt
uw organisatie krachtig en haar blazoen
onbesmeurd.*
Deze woorden werden gebruikt bij
de opening van de Alg. Verg. van O.
B. te Utrecht. Doch wil nu opletten I
Den volgenden dag werd die verga
dering voortgezet (18 Juli'19). Volgen^
het Algemeen Milt. Weekblad, orgaan
van O. B. werd den tweeden dag de
vergadering door denzelfden heer ge
opend, waarbij hij o.m. dit zegde 'dan
iicb ik hier een telegram van een ons
goed gezind R. K. geestelijke, dxe ons
n eensgezinde vergadering totwcnscht.
Natuurlijk volgde er applaus.
Wij vroegen ons af hoeveel R. K.
onderuff., daar aanwezig, zich zand in
■gen lieten sti ooien en dapper
raeejuichten. Wat den eersten dag werd
gesmaad, trachtte men nu naar voren
te brengen als te sympathiseeren met
de neutrale beweging.
Daar het hoofdbestuur van O. B.
geen naam wenschle te noenieu (nogal
natuurlijk en verdacht) werd hie; een
smaad op de geheele R. K. Geestelijk
heid geworpen, willens en wetens, want
t was d.'tt H. B., dat zelf katholieken
ziju college beweerd te hebb-n, na
tuurlijk zeer goed bekend dat liet Ker
kelijk Gezag van zijn onderhoorige ge-
loovigen verlangt, dat zij zich princi
pieel organiseeren, dal voor de ond.otf.
hiervoor geen uitzondering is gemaakt,
en dat dc R. K. Geestelijken tot taak
hebben de geloovigen voor te houden
Koomsch georganiseerd
En toch werd daar den Katholiek
gesuggereerd dat dit verlangen der
Kerk. Overheid niet zoo streng opgevat
behoeft te worden, integendeel ^at een
R. K. Geestelijke (dus er kunnen er meer
zijn) de beste wenschen tot een neu
trale organisatie zendt.
Het was óns daarom van veel belang
om deze misleiding aan een nauwgezeti
en c.q. uitgebreid onderzoek te onder
werpen. Het mocht ons niet onverschil
lig zijn te weten, wie de afzender(s)
van dit telegram wel kon(deo) zijn.
Eerstens wilden wij den smaad op de
R. K. Geestelijkheid geworpen afwen
telen, en tweedens wenschten wij dan
nogmaals aan te toonen met welke
middelen de z.g.n. neutrale organisaties
de christelijke mannen in hunne bewe
ging trachten te houden.
Wij zeiden reeds vroeger dat de
neutraliteit tot «wanhoopsdaden* hare
toevlucht neemt om den groei van St.
Marlinus tegen te gaan. Ook dit gedoe
lijkt er cp. want na nauwgezet en uit
gebreid onderzoek aangaande deze teie-
gramkwestie ter vergadering van O. B.
is ons gebleken, dat de aldaar bedoelde
R. K. Geestelijke géén geestelijke is,
maar een gewone teekebroeder, keu
kenbroeder in een klooster van ons
Vaderland, en bovendien nog -wel
iemand, die volgens zijn overheid niet
geheel normaal is, en daarom door eeD
dikwijls met hem verkeerend lid van
O. B. gemakkelijk tot een dergelijke
daad kon worden overgehaald.
Dit is de zaak.
Wij wenschen O.B. geluk met dezen
Geestelijken* adviseur.
Met zulke middelen tracht men R. K.
onderofficieren dan wijs te maken dat
de geestelijkheid in haar verlangen en
uitdrukkelijken wensch om Roomsch
vereenigd te zijn verdeeld zou wezen.
Wij vragen ten slotte de R. K. on
derofficieren of zij nog langer wenschen
te ondersteunen de middelen die tegen
de Roomsche zaak in 't algemeen en
St. Martinus in 't bijsonder worden ge
bruikt. Het wordt nu toch zoo langza
merhand lijd, dat de Roomsche onder
officier die nog als R. K. wil worden
aangemeikt zulk',een gedoe verafschuwd
en zich plaatst aan de zijde van zijn
Roomsche collega's, in Sint Martinus.
Het Dag. Best, van St. Martinus,
J. M. v. 't Walderveen, Voorz.
G. J. Zwart, Secretaris.
Amersfoort, December '19.
dagen uit het oog te veiliezeo. Zij
brengen de schatten en benoodigde
materialen aan voor den reuzenarbeid,
leggen de fundamenten van het tem
pelgebouw, maar vergaten niet, tege
lijkertijd de middelen aan te wenden,
die den intellectueelen vooruitgang van
het tegenwoordig geslacht en een voor
treffelijke universitaire opvoeding van
katholieke studenten ook aan de be
staande openbare Hoogescbolen waar-
Immers het onmiddelijke doel der
»St. Radboudstichting* isvoor zoo
ver de rijkswetten of gemeentelijke
vereveningen dit zullen toelaten, bij
zondere leerstoelen tc vestigen aan de
Nederlandsche Rijks-Universiteiten er.
de Amsterdamsche gemeentelijke Uni-
De Katholieke Boogcscbool-
Wie de studiiio van Denifle over
middelecuwsche Univeisiteiten heeft
gelezen en dus weet, welke groote
offers van tijd en geld schier alle
maatschappelijke standen zich voorheen
der wetenschap wille getroostten,
ir ook welke brandpunten van op
gewekt katholiek leven de Universi-
n waien, zal het Nederlandsche
Episcopaat dankbaar zijn, dat het de
begeerte van ons roomsche volk naar
een ideale instelling krachtig heeft
gewekt en wakker houdt.
Niet minder dankbaarheid verdienen
de Bisschoppen om de wijsheid, waar
mee zij het streven van het thans
levend en het komend geslacht naar
dit hooge doel hebben geregeld op
eenjj| wijze, die de vruchten der «Sint
Radboudstichting* niet uitsluitend voor
de toekomst bewaart, Naar het evan
gelische woord hoe facere et
illud non omittere, wilden zij
een katholieke Universiteit voorberei
den zonder de wetenschappelijke be
hoeften der Katholieken van onze
Het is een bekeod feit, dat in ons
vaderland bij de aanstelling van pro
fessoren door de eikand* opvolgende
liberale Regeeringen steeds overmatig
aan anti-katholieke neigingen werd toe
gegeven. Wij behoeven er maar aan
te herinneren, dat aan onze noord-Ne-
derlandscbe Universiteiten, met een
perse neel van meer dan honderd hoog-
ieeraren, in een eeuw tijds slechts en
kele malen een Katholiek tot de
professorale waardigheid verheven werd.
Zelfs als men in een buitengewoon
groote mate van welwillendheid zou
veronderstellen, dat onder de Neder
landsche Katholieken gedurende een
geheele eeuw geen geschikte personen
voor het vervullen van professoraten
waren te vinden, dan zou het toch nog
hoogst bedenkelijk wezen, dat ondci
de talrijke geleerden, die uit het bui
tenland beroepen werden om leerstoe
len aan onze hoogcscholen in te nemen,
nooit ook maar één Katholiek werd
aangetroffen.
Deze traditioneele uitsluiting-met
voorbedachten-rade van onze geleer
den, heeft hoogst verslappend op het
katholiek wetenschappelijk leven in
Nederland gewerkt en werd een der
grootste oorzaken van ons tekort. Het
was daarom reeds dadelijk van onbe-
rekeobareo zegen, dat de »Sl. Rad-
boulstichling* naar behoefte leerstoelen
in de katholieke wijsbegeerte en andere
vakken vestigde en hoogleeraren be
noemde die, gelijke plaats innemende,
als professor De Groot aan de Amster
damsche Universiteit, ongcloovige
leenngen zullen neutraliseeren, een
heilzamen invloed op de studenten
uitoefenen en het aanzien onzer weten
schap aanzienlijk veihoogden.
Uit den Omtrek
fioogland
De collecte, uitgeschreven daor het
Sub-comité ter ondersteuning en huis
vesting van noodlijddnde Oostcnrijksche
kinderen, heeft hier f 1350 opgebracht,
terwijl bovendien 68 kindereu in de
verschillende gezinnes plaatsing zullen
vinden.
Een voorbeeld ter navolging I
Utrecht
Dezer dagen schreef de Utrechtsche
correspondent van de N. R. Ct., mel
ding makend van de verhooging der
plaatselijke inkomstenbelasting, welke
vann 2.6 millioen gulden hel volgend
jihr zal worden gebracht op 4.3 mil
lioen, het volgende
«Het zijn dure tijden, die wij beleven.
Crisis-maatregelen kosten veel geld. En
de burgerij heeft een breeden rug. Maar
N.V. Centrale Crediet-
en Landbouwbank
AMERSFOORT, Kortegr. 19. Tel. Int. 363
UTRECHT, Tel. Interc. 460.
SOEST, Van Weedeatr. 206, Tel. Int. 6
SCHERPENZEEL, Tel. Interc. 6.
Telegramadres „Credo".
Sptiili toniiliu «ui din Liiibtn.
Safe Deposit.
zullen wij met dezen duurte-
wedloop nu eens aan het einde arri-
veerenWant een wedloop is het. een
opbieden tegen elkaar. Een concurren-
tie-strijd zooals het kapitalisme in zijn
opgang zelfs niet zóó heeft gekend.
Uit vrees de klandizie hunner leden te
verliezen, eischen de diverse vak- en
politieke organisaties in den wilde tegen
elkaar oploonsverhooging, verkorting
van arbeidsduur en gratuite versnape
ringen uit de gemeentekas. De gemeente
locomotief trekt gemakkelijk en het
particuliere bedrijf wordt gedwongen
op sleeptouw genomen. Hoogere loo-
nen hoogere prijzenhoogere loonen
plus verkorten arbeidstijddubbel-hooge
prijzen. Waarbij oog komt, dat het
hooger levenspeil, waarop de ruime
loonen en salarissen de menschheid
betten te brengen, ook hoogere gees
telijke en ethische eischen stelt, die op
hun beurt weer geld kosten. Door het
net het andere worden de tijden,
ve beieven, héél duur. Met wat
verdient kan men niet rondkomen.
Eztra-toelagen van een paar honderd
gulden in ééns zijn noodig om schoenen
en winterkteeren aan te schaffen. Zon
der verhooging en zonder toelagen zou
er kou geleden worden en honger
Wij nemen dit alles gaarne aan. Maar
wij hebben kort geleden St. Nicolaas
te gast gehad. En vraagt men nu den
Utrechtschen winkeliers of zij goede
zaken gedaan hebben dit jaar, dan
knikten zij gelukkig van ja. En
vraagt men verder wie hun beste klan
ten waren dit jaar, wie, zelfs voor be
langrijke bedragen aan prullaria en
snoeperijen gekocht hebben, dan kan
:n hooren, dat het dit jaar opvallend
geweest, hoe koopkrachtig en koop
lustig zich juist loonde: al degenen,
die in den drup der extra duurte-toe-
slagen hebben gestaan. En wanneer
men de Utrechtsche openbare verma
kelijkheden nagaat en men ziet boe
avond aan avond de bioscopen gevuld
:ijo, hoe bij elke schouwburgvoorstel-
liog de rangen vol zitten, hoe het aan
tal toegangsbewijzen voor bioscoop
voorstellingen in één verrelsjaar bijna
20.000 bedroeg dit jaar, tegenover
16 000 gedurende het eerste kwartaal
1918hoe het aantal entréebiljetten
voor danspartijeo en café-chantants
steeg van 14.000 in 1918 (le kwart!)
tot 24.000 gedurende hetzelfde tijdperk
1919de totale opbrengst der verma
kelijkheidsbelasting in drie maanden
tijds van f 15.000 in 1918 steeg tot
meer dan f20.000 in 1919 ja, dan
vragen wij ons toch af, of die sterke
locomotief, die nu al sinds jaar en dag
de lange salarissen- en loonentrcinen
steeds hooger optrekt, wel uitsluitend
gestookt wordt met noodkolen en of
onder dat stookmateriaal niet een vrij
belangrijk percentage luze-brikettea it?<
Amersfoort
Broodkaarten.
121e tijdvak rood 27 Dec.—4 jan. '20
122e groen 5 Jan.13 Jan.
123e paars 14 Jan.—22 Jan.
124e zwart 23 Jan.31 Jan.
Suikerkaarten.
an no. 13 v. 28 Dec. '19—4 Jan. '20 i
1 v. 5 Jan.-11 Jan.
2 v. 12 Jan.18 Jan.
3 v. 19 Jan.25 Jan. -
4 v. 26 Jan.—1 Febr.
De jongens-geheeloothoudersvert
niging «de Jonge Wacht*, vergaderde I
Dinsdagavond 7 uur in het gebouw I
der R. K. Werkl. Ver. De voorzitter 4
opende de druk bezochte vergadering 1
met christelijken groet, waarna de
tulen werden voorgelezen, die om
anderd werden goedgekeurd. De t
gadering betuigde haar instemming 1
met het plan van den voorzitter om T
de contributie van 3 op 5 Ct te
brengen. De gebruikelijke verloting
bracht weer eeu aangename afwisse- 1
ling Alsdan werd een nieuw lid ge- 1
ïnstalleerd terwijl tevens besloten werd I
tot het laten drukken van prikkaarten. f
De gloedvolle rede van den Eerw. J
Adviseur, waarin het doel der get
onthouding werd geschetst, werd w
toegejuicht. Tenslotte sprak de v
zitter den w*nsch uit, dat ook de vot I
gende vergaderingen zoo goed zulle*
mogen slagen en spoorde den leden 1
tevens tot voortdurende krachtig
propaganda aan.
Te 9 uur werd deze geanimeerde I
bijeenkomst op gebruikelijke wijze 1
gesloten.
De leden en belangstellenden
de Mariavereeniging en den Meisjes- 9
bond worden eraan herinnerd, dat J
Dinsdagavond 23 Dec. a.s. de Meisjes-
bond vergadert om 6 uur in de be- lil
nedenzaai der R. K. Militairenvereeni- fl
ging en de Mariavereeniging dienselfden D
avond om half 8 in het Patronaatsgeb. I
aan het Zand.
De agenda vermeldtBespreking Jj
der Jaarvergadering en voortzetting der Jj
Liturgische Cursus.
Toegankelijk ook
In de Maandag te houden rai
vergadering komt ook aan de orde
benoeming van een Wethouder in
plaats van Corn. Ruitenberg die v
dat ambt bedankte.
belangstel-
EEN LEVENSLOOP.
„Ik jammeide en weende over het
trouwe dier, en ik wist dat die tranen
gcene zonden warenmijn scheenbeen
veroorzaakte mij veel pijn, doch wat
wogen die smarten tegen het verlies
van mijnen hond op? Dc maan ging
op, mijne schapen kw.amen van hunne
vlucht terug, eu verzamelden zich, op
weinige na, bij mijzij vreesden den
wolf. ofschoun zij zagen en zeer goed
bemerkten dal hij dood was. zij likten
dikwijls mijnen getrouwen Vos, even
alsof zij hem om zijn heldenmoed wilden
belooucn cn in het leven terugroepen,
ach! hoe dikwijls kroop ik naar het
trouwe dier en onderzocht of er nog
een vonkje leven in hem was,mijn
Vos was dood.
„De boer koesterde meer vrees
zijne kudde, dan voor mij, hij zond zijne
knechts uil, zij vonden mij en droegen
mij naai huis, van de kudde werden
twee stuks vermisteen ander mensch
dan mijn boer, zou onder deze om
digheden medelijden met mij gehad
hebben, hij echter schold, en eischle
van mij schadeloosstelling voor den
hond en de beide schapen. Mijn geduld
was uit. „Zoo ik slechts loopen kon,"
riep ik pijnlijk uit, „dan zoudt gij mij
nooit terugzien.
„Na verloop van drie dagen was ik
eenigzins hersteld, ik kon, ofschoon zeer
langzaam gaan ik giog naar het bosch,
mijn getrouwe Vos zijn leven voor
:n de kudde had opgeofferd, nog
lag hij raast den wolf, ik begroef hem
wecnende en ging bedroefd naar huis,
vervolgens zeide ik tot den boer dat ik
vertrekken wilde en hem voor de scha
pen, die hij niet met recht van mij kon
vorderen, mijn verdiend loon zoude
afstaan. De boer beantwoordde mij met
scheldwoorden, ik moest vertrekken
waarheen ik wilde. Ik ging naar den
stal en nam met tranen afscheid,
van mijne lammeren en schapen, ik
kuste en liefkoosde hen beurtelings, zij
deden een klagend geluid hooren alsot
zij wisten, dat ik hen verlaten moest.
DERDE HOOFDSTUK.
Het Vreemdelingschap.
„Ik vertrok, maar wist niet waar
heen, ik had reeds een uur geloopen,
toen het mij inviel dat er nog een in
mij belangstellend persoon bestond,
Christine, en ik keerde terug en sloeg
den weg in uaar haar dorp. Tegen den
middag ontmoette ik een voerman met
een hond, die op mijn Vos geleekde
hond zag mij aan, ik lokte hem met
vriendelijke woorden en gaf hem mijn
middageten een stuk zwart brood.
Hierdoor geraakte ik in kennis met den
voerman, hij vroeg mij wie ik was en
waarheen ik ging: fk verhaalde hem
openhartig alles cn verzocht hem, daar
het gaan mij door het gewonde been
moeielijk viel, te mogen mede tijden
hij stemde volgaarne toe, en zoo wer
den wij meer met elkander bekend
toen wij aan eene herberg kwamen,
noodigde bij mij uit het middagmaal
met hem te gebruiken en deed mij den
voorslag hem op zijne reis te vergezel
len, hij zou mij viij houden, en ik had
niets te doen, dan hem bij de voeding
der paarden en bij het vervoeren te
helpen. In mijne omstandigheid was
dit aanbod mij zeer aangenaam, sedert
lang koesterde ik den wensch, om bij
de paarden, bij die schoone edele die
ren te komen, voor welke ik eene bij
zondere genegenheid ja zelfs eene soort
vaD eerbied gevoelde. Met vreugde nam
ik den voorslag aan, en nam in mijne
gedachten afscheid van Christine.
„Mijn nieuwe meester, heette Martin,
was goed, maar driftig, hij verzorgde
zijne paarden en zijnen hond uitmun
tend; spoedig had ik met hen en met
den hond, een vriendschapsbond ge
sloten, en Phylax bekleedde weldra de
plaats van mijnen onvergetelijke Vos;
Martin zag met groot genoegen boe ik
zijne dieren behandelde, van hem leer
de ik alles wat tot de oppassing en
verzorging der paarden noodzakelijk
was, eten en drinken had ik in O'
vloed en zeer goed, in het kort, ik
mij over niets te beklagen hebben ge
had, ware Martin niet eety slaaf van
het spel en van de drank geweest, eiken
avond was hij beschonken, dan speel
de hij gewoonlijk hoogverloor hij,
dan vloekte hij verschrikkelijk, en dik
wijls kwam het tot eene vechtpartij, daar
door had ik veel te lijdenin zijnen
roes en in zijne woede kende hij geene
palen en mishandelde dikwijls zijne die
ren op eene verschrikkelijke wijze.
„Ik had een half jaar met hem rond
gereisd en had op dien tocht in ber
bergen en in slechte gezelschappen van
mannen en vrouwen veel kweads maar
weinig goeds gezienik geloof naar
ziel cn lichaam ontaard te zijn ge
worden, ware ik langer bij Martin ge
bleven. doch de hemel had het anders
en beter met mij voor.
„Toen wij op zekeren avond in eene
stad overnachten, gaf zich Martin als
naar gewoonte aan onmatigheid over,
hij was spoedig beschonken en ver
volgens ging hij aan het spelen. Mar
tin verloor veel, hij vermoedde bedrog
en was ook misschien niet in zeer eer
lijke handen gevallen woedend wierp hij
eensklaps den spelers de kaarten in
het aangezicht en schold hen voor schel
men en bedriegers uit. Deze wilden
dergelijke beleediging niet verdragen
en het kwam tot eene vechtpartij. Mar
tin, beschonken ea toornig, stak met
een der spelers overhoop en bracht
eenen anderen een gevaarlijke wonde
toe; toen werd het een verschrikkelijk
geweld, gerechtsdienaars kwamen en
namen Martin, die zich met alle kracht
verdedigde, gevangen. Toen dal alles
in de herbergkamer voorviel, was ik
in den stal bezig de paarden te ver
zorgen, Phylax, de hond, was bij mij.
Verwonderd over het gedruisch en het
geschreeuw wilde ik naar de herberg
kamer gaan, toen zag ik, hoe men de
mannen, die met Martin gespeeld had
den, bebloed en levenloos, wegdroeg,
daarna kwam Martin, gebonden en werd
door gerechtsdienaren weggebracht. Be
droefd sloeg ik de handen te zamec,
doodsangst, als moest ook ik, even als
Martin gevangen genomen worden,
overmeesterde mijbesluiteloos spoed
de ik mij naar den stal, ik wist dat
daat eene deur was, die op de straat
uitkwam, daarheen liep ik; Phylax,
dien ik bij de deur daarvan bad gelaten I
liep mij na.
„In mijn angst en vrees liep ik den 1
geheelen nacht door, toen het morgen j
was bevond ik mij in een vreemd oord; j
in de vette zag ik eene boerenwoning J
en ging er naar toe, hongerig en ve
zökht ik te mogen binnenkomen e
om een stuk brood; na laug vrage
deed de boer open, gaf mij brood e
ook eenig voedsel aan den goed ik wt
zoo afgemat, dat ik Da bei ontbijt mij
op Ue bank nederlag en insliep. Toen
ik ontwaakte stond de zon hoog aar
den hemel, ik bedankte d;n boer ei
riep mijnen Pbylax, doch bg liet zich j
zien noch hoorenik zocht overal, e"
vroeg ook den boer of hij niets va
mijnen honn wistdeze voegde mij op j
beleegdtgcnde wijze toe, of ik dacht dal J
hij mijn hond zou houden I het was 1
mijne schuld, daar ik niet beter zorg I
voor hem had gedragen. Het scheen 1
mij echter toe dat de boer hem ge
stolen had. Wat zou ik in mijne om
standigheid doen. toen ik nog eenmaal
den tuin wilde doorloopen om mijnen I
Phylax op te zoeken, joeg mij de boer j
toornig de deur uit en dreigde mij met I
slagen, als ik niet oogenblikkriijk vertrok-
Wordt vervolgd.