Wat een genot! Dortmunder Victoria en Munchener Bieren J. VAN HAMERSVELO Jr. Lunchroom „Princesse". DE EEMBODE KATHOLIEK NIEUWSBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN KANTOOR LANGEGRACHT 28. AMERSFOORT VRIJDAG 19 DEC. 1919 33* JAARGANG No. 78 DB EBMBODE verschijnt Dinsdags- en Vrijti.'iemiddag. ABONNEMENTEN kunnen elke week in gaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw Stenografisch Rhadsverslag der gemeente Amersfoort één gulden per jaar. ADVERTENTIEN 25 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adverteeren. Advertentie» moeten des Dinsdags cn des Vrijdags vóór 10 uur worden bezorgd. Origineel Duitsch Bier. Per FUST. FLESCH en GLAS Bil neutrale misleiding. Het mag als bekend worden geacht, dat de neutrale vakorgamsatieén derelf de allures aannemen als dc socialisti sche dito's. Vermogen de socialistische vakverzenigirgen minder dan ooit als aannemelijk naar voren Ie kunnen brergtn dat geloof cn zeden geen ge vaar te duchten hebben bij het lidmaat schap eener sccialnt'sche organise,tie, de neutrale vcreeiiigiogen gebruiken deze drogredenen nog zooveel moge lijk, en trachten de voor de Ktlholiekr zaak niet warm te maken Koomsche mannen, met alle mogelijke en mislei dende redeneeruigvn >n hunne met socialistische tendcozcn bezonken kiel zog, mede te sleuren. Deze meegesleurde Koomsche mannen vergoelijken de gedragingen dier neutrale organisaties en laten zich door het incnschelijk opzicht, en be vreesd voer de neutrale terreur, weer houden protest aan te teekenen tegen den smaad welke hun H. Moederkcik en hare bedienaren en de confessioneel georganiseerde broedeis, bij tijd en wijie wordt aangedaan, integendeel, zij blijven met hun persoon eu hun geld dit lieil- looze gedoe steunen. Een neutrale organisatie, die het zoo nauw niet neemt, wanneer het al wat Christelijk is geldt, is ontegenzeg gelijk de z.g.n. neutrale onderofficieren vereeniging »Ons Belang*. Vroeger, en in den loop van dit jaar hebben anderen en wij dit meermalen middels de Roomsche Pets, aangetoond en wij vertrouwen zullen de lezers zich die teekeningeu nog wel kunnen herinneren Met dc steeds toenemende verster king van den Roomschen oud.off. Bond «Sint Martinus* is «Ons Belang*, zoo als begrijpelijk is, niet erg in haar schik. Zij acht het gevaar voor haar grooter »St. Martinus* zich uitbreidt, valt het te verklaren dat de leider van O. B. met dubbele woede valt op al wat confessioneel geor ganiseerd is of voor de principiecle organisatie ijvert. De president van O. B., de heer W. Wijk, kamerlid voor het «Verbond tot Democratiseering der Weermacht*, heeft zich berucht willen maken met het volgende te zeggen als hij spreekt over R. K. en Chr. georganiseerde onderofficieren«lichlgcloovigcn, zwak kelingen, kruipers, ijdeltuiten, gebiolo geerd, n, begoochelden, belagers van hun broeders, zij vallen ons in den rug aan sluipmoordenaars, opgehitsten, bevreesd gemaakten zij beschouwen ons als hunne doodsvijanden. Liegen en lasteren. Zij liggen onder den knie en zijn afkeerig van ons en laten zich door wereldlijke of geestelijke overheden tegen ons opstooken. Geen middel is hun gemeen genoeg. Zij. leden van St. Martinus, zijn arme dwazen, bedelende om een gunst, een brokje of een ge nadig knikje. Zij beweren dat er een geestelijken kant zit aan de dubbeltjes "e wij niet ontvangen, aan de slechte •rdappeleo cn den te hoogen prijs van de levensmiddelen.* Zoo gaat deze neutrale voorzitter nog een half uur voort. En dan aan 't slot zijn >rede«, nadat bij allen heeft opgeto;pcn om zorg te dragen dat alle onderofficieren lid zullen worden van O. B., zegt hij nog: «Laat echter uwe middelen nobel zijn. Vrienden, houdt uw organisatie krachtig en haar blazoen onbesmeurd.* Deze woorden werden gebruikt bij de opening van de Alg. Verg. van O. B. te Utrecht. Doch wil nu opletten I Den volgenden dag werd die verga dering voortgezet (18 Juli'19). Volgen^ het Algemeen Milt. Weekblad, orgaan van O. B. werd den tweeden dag de vergadering door denzelfden heer ge opend, waarbij hij o.m. dit zegde 'dan iicb ik hier een telegram van een ons goed gezind R. K. geestelijke, dxe ons n eensgezinde vergadering totwcnscht. Natuurlijk volgde er applaus. Wij vroegen ons af hoeveel R. K. onderuff., daar aanwezig, zich zand in ■gen lieten sti ooien en dapper raeejuichten. Wat den eersten dag werd gesmaad, trachtte men nu naar voren te brengen als te sympathiseeren met de neutrale beweging. Daar het hoofdbestuur van O. B. geen naam wenschle te noenieu (nogal natuurlijk en verdacht) werd hie; een smaad op de geheele R. K. Geestelijk heid geworpen, willens en wetens, want t was d.'tt H. B., dat zelf katholieken ziju college beweerd te hebb-n, na tuurlijk zeer goed bekend dat liet Ker kelijk Gezag van zijn onderhoorige ge- loovigen verlangt, dat zij zich princi pieel organiseeren, dal voor de ond.otf. hiervoor geen uitzondering is gemaakt, en dat dc R. K. Geestelijken tot taak hebben de geloovigen voor te houden Koomsch georganiseerd En toch werd daar den Katholiek gesuggereerd dat dit verlangen der Kerk. Overheid niet zoo streng opgevat behoeft te worden, integendeel ^at een R. K. Geestelijke (dus er kunnen er meer zijn) de beste wenschen tot een neu trale organisatie zendt. Het was óns daarom van veel belang om deze misleiding aan een nauwgezeti en c.q. uitgebreid onderzoek te onder werpen. Het mocht ons niet onverschil lig zijn te weten, wie de afzender(s) van dit telegram wel kon(deo) zijn. Eerstens wilden wij den smaad op de R. K. Geestelijkheid geworpen afwen telen, en tweedens wenschten wij dan nogmaals aan te toonen met welke middelen de z.g.n. neutrale organisaties de christelijke mannen in hunne bewe ging trachten te houden. Wij zeiden reeds vroeger dat de neutraliteit tot «wanhoopsdaden* hare toevlucht neemt om den groei van St. Marlinus tegen te gaan. Ook dit gedoe lijkt er cp. want na nauwgezet en uit gebreid onderzoek aangaande deze teie- gramkwestie ter vergadering van O. B. is ons gebleken, dat de aldaar bedoelde R. K. Geestelijke géén geestelijke is, maar een gewone teekebroeder, keu kenbroeder in een klooster van ons Vaderland, en bovendien nog -wel iemand, die volgens zijn overheid niet geheel normaal is, en daarom door eeD dikwijls met hem verkeerend lid van O. B. gemakkelijk tot een dergelijke daad kon worden overgehaald. Dit is de zaak. Wij wenschen O.B. geluk met dezen Geestelijken* adviseur. Met zulke middelen tracht men R. K. onderofficieren dan wijs te maken dat de geestelijkheid in haar verlangen en uitdrukkelijken wensch om Roomsch vereenigd te zijn verdeeld zou wezen. Wij vragen ten slotte de R. K. on derofficieren of zij nog langer wenschen te ondersteunen de middelen die tegen de Roomsche zaak in 't algemeen en St. Martinus in 't bijsonder worden ge bruikt. Het wordt nu toch zoo langza merhand lijd, dat de Roomsche onder officier die nog als R. K. wil worden aangemeikt zulk',een gedoe verafschuwd en zich plaatst aan de zijde van zijn Roomsche collega's, in Sint Martinus. Het Dag. Best, van St. Martinus, J. M. v. 't Walderveen, Voorz. G. J. Zwart, Secretaris. Amersfoort, December '19. dagen uit het oog te veiliezeo. Zij brengen de schatten en benoodigde materialen aan voor den reuzenarbeid, leggen de fundamenten van het tem pelgebouw, maar vergaten niet, tege lijkertijd de middelen aan te wenden, die den intellectueelen vooruitgang van het tegenwoordig geslacht en een voor treffelijke universitaire opvoeding van katholieke studenten ook aan de be staande openbare Hoogescbolen waar- Immers het onmiddelijke doel der »St. Radboudstichting* isvoor zoo ver de rijkswetten of gemeentelijke vereveningen dit zullen toelaten, bij zondere leerstoelen tc vestigen aan de Nederlandsche Rijks-Universiteiten er. de Amsterdamsche gemeentelijke Uni- De Katholieke Boogcscbool- Wie de studiiio van Denifle over middelecuwsche Univeisiteiten heeft gelezen en dus weet, welke groote offers van tijd en geld schier alle maatschappelijke standen zich voorheen der wetenschap wille getroostten, ir ook welke brandpunten van op gewekt katholiek leven de Universi- n waien, zal het Nederlandsche Episcopaat dankbaar zijn, dat het de begeerte van ons roomsche volk naar een ideale instelling krachtig heeft gewekt en wakker houdt. Niet minder dankbaarheid verdienen de Bisschoppen om de wijsheid, waar mee zij het streven van het thans levend en het komend geslacht naar dit hooge doel hebben geregeld op eenjj| wijze, die de vruchten der «Sint Radboudstichting* niet uitsluitend voor de toekomst bewaart, Naar het evan gelische woord hoe facere et illud non omittere, wilden zij een katholieke Universiteit voorberei den zonder de wetenschappelijke be hoeften der Katholieken van onze Het is een bekeod feit, dat in ons vaderland bij de aanstelling van pro fessoren door de eikand* opvolgende liberale Regeeringen steeds overmatig aan anti-katholieke neigingen werd toe gegeven. Wij behoeven er maar aan te herinneren, dat aan onze noord-Ne- derlandscbe Universiteiten, met een perse neel van meer dan honderd hoog- ieeraren, in een eeuw tijds slechts en kele malen een Katholiek tot de professorale waardigheid verheven werd. Zelfs als men in een buitengewoon groote mate van welwillendheid zou veronderstellen, dat onder de Neder landsche Katholieken gedurende een geheele eeuw geen geschikte personen voor het vervullen van professoraten waren te vinden, dan zou het toch nog hoogst bedenkelijk wezen, dat ondci de talrijke geleerden, die uit het bui tenland beroepen werden om leerstoe len aan onze hoogcscholen in te nemen, nooit ook maar één Katholiek werd aangetroffen. Deze traditioneele uitsluiting-met voorbedachten-rade van onze geleer den, heeft hoogst verslappend op het katholiek wetenschappelijk leven in Nederland gewerkt en werd een der grootste oorzaken van ons tekort. Het was daarom reeds dadelijk van onbe- rekeobareo zegen, dat de »Sl. Rad- boulstichling* naar behoefte leerstoelen in de katholieke wijsbegeerte en andere vakken vestigde en hoogleeraren be noemde die, gelijke plaats innemende, als professor De Groot aan de Amster damsche Universiteit, ongcloovige leenngen zullen neutraliseeren, een heilzamen invloed op de studenten uitoefenen en het aanzien onzer weten schap aanzienlijk veihoogden. Uit den Omtrek fioogland De collecte, uitgeschreven daor het Sub-comité ter ondersteuning en huis vesting van noodlijddnde Oostcnrijksche kinderen, heeft hier f 1350 opgebracht, terwijl bovendien 68 kindereu in de verschillende gezinnes plaatsing zullen vinden. Een voorbeeld ter navolging I Utrecht Dezer dagen schreef de Utrechtsche correspondent van de N. R. Ct., mel ding makend van de verhooging der plaatselijke inkomstenbelasting, welke vann 2.6 millioen gulden hel volgend jihr zal worden gebracht op 4.3 mil lioen, het volgende «Het zijn dure tijden, die wij beleven. Crisis-maatregelen kosten veel geld. En de burgerij heeft een breeden rug. Maar N.V. Centrale Crediet- en Landbouwbank AMERSFOORT, Kortegr. 19. Tel. Int. 363 UTRECHT, Tel. Interc. 460. SOEST, Van Weedeatr. 206, Tel. Int. 6 SCHERPENZEEL, Tel. Interc. 6. Telegramadres „Credo". Sptiili toniiliu «ui din Liiibtn. Safe Deposit. zullen wij met dezen duurte- wedloop nu eens aan het einde arri- veerenWant een wedloop is het. een opbieden tegen elkaar. Een concurren- tie-strijd zooals het kapitalisme in zijn opgang zelfs niet zóó heeft gekend. Uit vrees de klandizie hunner leden te verliezen, eischen de diverse vak- en politieke organisaties in den wilde tegen elkaar oploonsverhooging, verkorting van arbeidsduur en gratuite versnape ringen uit de gemeentekas. De gemeente locomotief trekt gemakkelijk en het particuliere bedrijf wordt gedwongen op sleeptouw genomen. Hoogere loo- nen hoogere prijzenhoogere loonen plus verkorten arbeidstijddubbel-hooge prijzen. Waarbij oog komt, dat het hooger levenspeil, waarop de ruime loonen en salarissen de menschheid betten te brengen, ook hoogere gees telijke en ethische eischen stelt, die op hun beurt weer geld kosten. Door het net het andere worden de tijden, ve beieven, héél duur. Met wat verdient kan men niet rondkomen. Eztra-toelagen van een paar honderd gulden in ééns zijn noodig om schoenen en winterkteeren aan te schaffen. Zon der verhooging en zonder toelagen zou er kou geleden worden en honger Wij nemen dit alles gaarne aan. Maar wij hebben kort geleden St. Nicolaas te gast gehad. En vraagt men nu den Utrechtschen winkeliers of zij goede zaken gedaan hebben dit jaar, dan knikten zij gelukkig van ja. En vraagt men verder wie hun beste klan ten waren dit jaar, wie, zelfs voor be langrijke bedragen aan prullaria en snoeperijen gekocht hebben, dan kan :n hooren, dat het dit jaar opvallend geweest, hoe koopkrachtig en koop lustig zich juist loonde: al degenen, die in den drup der extra duurte-toe- slagen hebben gestaan. En wanneer men de Utrechtsche openbare verma kelijkheden nagaat en men ziet boe avond aan avond de bioscopen gevuld :ijo, hoe bij elke schouwburgvoorstel- liog de rangen vol zitten, hoe het aan tal toegangsbewijzen voor bioscoop voorstellingen in één verrelsjaar bijna 20.000 bedroeg dit jaar, tegenover 16 000 gedurende het eerste kwartaal 1918hoe het aantal entréebiljetten voor danspartijeo en café-chantants steeg van 14.000 in 1918 (le kwart!) tot 24.000 gedurende hetzelfde tijdperk 1919de totale opbrengst der verma kelijkheidsbelasting in drie maanden tijds van f 15.000 in 1918 steeg tot meer dan f20.000 in 1919 ja, dan vragen wij ons toch af, of die sterke locomotief, die nu al sinds jaar en dag de lange salarissen- en loonentrcinen steeds hooger optrekt, wel uitsluitend gestookt wordt met noodkolen en of onder dat stookmateriaal niet een vrij belangrijk percentage luze-brikettea it?< Amersfoort Broodkaarten. 121e tijdvak rood 27 Dec.—4 jan. '20 122e groen 5 Jan.13 Jan. 123e paars 14 Jan.—22 Jan. 124e zwart 23 Jan.31 Jan. Suikerkaarten. an no. 13 v. 28 Dec. '19—4 Jan. '20 i 1 v. 5 Jan.-11 Jan. 2 v. 12 Jan.18 Jan. 3 v. 19 Jan.25 Jan. - 4 v. 26 Jan.—1 Febr. De jongens-geheeloothoudersvert niging «de Jonge Wacht*, vergaderde I Dinsdagavond 7 uur in het gebouw I der R. K. Werkl. Ver. De voorzitter 4 opende de druk bezochte vergadering 1 met christelijken groet, waarna de tulen werden voorgelezen, die om anderd werden goedgekeurd. De t gadering betuigde haar instemming 1 met het plan van den voorzitter om T de contributie van 3 op 5 Ct te brengen. De gebruikelijke verloting bracht weer eeu aangename afwisse- 1 ling Alsdan werd een nieuw lid ge- 1 ïnstalleerd terwijl tevens besloten werd I tot het laten drukken van prikkaarten. f De gloedvolle rede van den Eerw. J Adviseur, waarin het doel der get onthouding werd geschetst, werd w toegejuicht. Tenslotte sprak de v zitter den w*nsch uit, dat ook de vot I gende vergaderingen zoo goed zulle* mogen slagen en spoorde den leden 1 tevens tot voortdurende krachtig propaganda aan. Te 9 uur werd deze geanimeerde I bijeenkomst op gebruikelijke wijze 1 gesloten. De leden en belangstellenden de Mariavereeniging en den Meisjes- 9 bond worden eraan herinnerd, dat J Dinsdagavond 23 Dec. a.s. de Meisjes- bond vergadert om 6 uur in de be- lil nedenzaai der R. K. Militairenvereeni- fl ging en de Mariavereeniging dienselfden D avond om half 8 in het Patronaatsgeb. I aan het Zand. De agenda vermeldtBespreking Jj der Jaarvergadering en voortzetting der Jj Liturgische Cursus. Toegankelijk ook In de Maandag te houden rai vergadering komt ook aan de orde benoeming van een Wethouder in plaats van Corn. Ruitenberg die v dat ambt bedankte. belangstel- EEN LEVENSLOOP. „Ik jammeide en weende over het trouwe dier, en ik wist dat die tranen gcene zonden warenmijn scheenbeen veroorzaakte mij veel pijn, doch wat wogen die smarten tegen het verlies van mijnen hond op? Dc maan ging op, mijne schapen kw.amen van hunne vlucht terug, eu verzamelden zich, op weinige na, bij mijzij vreesden den wolf. ofschoun zij zagen en zeer goed bemerkten dal hij dood was. zij likten dikwijls mijnen getrouwen Vos, even alsof zij hem om zijn heldenmoed wilden belooucn cn in het leven terugroepen, ach! hoe dikwijls kroop ik naar het trouwe dier en onderzocht of er nog een vonkje leven in hem was,mijn Vos was dood. „De boer koesterde meer vrees zijne kudde, dan voor mij, hij zond zijne knechts uil, zij vonden mij en droegen mij naai huis, van de kudde werden twee stuks vermisteen ander mensch dan mijn boer, zou onder deze om digheden medelijden met mij gehad hebben, hij echter schold, en eischle van mij schadeloosstelling voor den hond en de beide schapen. Mijn geduld was uit. „Zoo ik slechts loopen kon," riep ik pijnlijk uit, „dan zoudt gij mij nooit terugzien. „Na verloop van drie dagen was ik eenigzins hersteld, ik kon, ofschoon zeer langzaam gaan ik giog naar het bosch, mijn getrouwe Vos zijn leven voor :n de kudde had opgeofferd, nog lag hij raast den wolf, ik begroef hem wecnende en ging bedroefd naar huis, vervolgens zeide ik tot den boer dat ik vertrekken wilde en hem voor de scha pen, die hij niet met recht van mij kon vorderen, mijn verdiend loon zoude afstaan. De boer beantwoordde mij met scheldwoorden, ik moest vertrekken waarheen ik wilde. Ik ging naar den stal en nam met tranen afscheid, van mijne lammeren en schapen, ik kuste en liefkoosde hen beurtelings, zij deden een klagend geluid hooren alsot zij wisten, dat ik hen verlaten moest. DERDE HOOFDSTUK. Het Vreemdelingschap. „Ik vertrok, maar wist niet waar heen, ik had reeds een uur geloopen, toen het mij inviel dat er nog een in mij belangstellend persoon bestond, Christine, en ik keerde terug en sloeg den weg in uaar haar dorp. Tegen den middag ontmoette ik een voerman met een hond, die op mijn Vos geleekde hond zag mij aan, ik lokte hem met vriendelijke woorden en gaf hem mijn middageten een stuk zwart brood. Hierdoor geraakte ik in kennis met den voerman, hij vroeg mij wie ik was en waarheen ik ging: fk verhaalde hem openhartig alles cn verzocht hem, daar het gaan mij door het gewonde been moeielijk viel, te mogen mede tijden hij stemde volgaarne toe, en zoo wer den wij meer met elkander bekend toen wij aan eene herberg kwamen, noodigde bij mij uit het middagmaal met hem te gebruiken en deed mij den voorslag hem op zijne reis te vergezel len, hij zou mij viij houden, en ik had niets te doen, dan hem bij de voeding der paarden en bij het vervoeren te helpen. In mijne omstandigheid was dit aanbod mij zeer aangenaam, sedert lang koesterde ik den wensch, om bij de paarden, bij die schoone edele die ren te komen, voor welke ik eene bij zondere genegenheid ja zelfs eene soort vaD eerbied gevoelde. Met vreugde nam ik den voorslag aan, en nam in mijne gedachten afscheid van Christine. „Mijn nieuwe meester, heette Martin, was goed, maar driftig, hij verzorgde zijne paarden en zijnen hond uitmun tend; spoedig had ik met hen en met den hond, een vriendschapsbond ge sloten, en Phylax bekleedde weldra de plaats van mijnen onvergetelijke Vos; Martin zag met groot genoegen boe ik zijne dieren behandelde, van hem leer de ik alles wat tot de oppassing en verzorging der paarden noodzakelijk was, eten en drinken had ik in O' vloed en zeer goed, in het kort, ik mij over niets te beklagen hebben ge had, ware Martin niet eety slaaf van het spel en van de drank geweest, eiken avond was hij beschonken, dan speel de hij gewoonlijk hoogverloor hij, dan vloekte hij verschrikkelijk, en dik wijls kwam het tot eene vechtpartij, daar door had ik veel te lijdenin zijnen roes en in zijne woede kende hij geene palen en mishandelde dikwijls zijne die ren op eene verschrikkelijke wijze. „Ik had een half jaar met hem rond gereisd en had op dien tocht in ber bergen en in slechte gezelschappen van mannen en vrouwen veel kweads maar weinig goeds gezienik geloof naar ziel cn lichaam ontaard te zijn ge worden, ware ik langer bij Martin ge bleven. doch de hemel had het anders en beter met mij voor. „Toen wij op zekeren avond in eene stad overnachten, gaf zich Martin als naar gewoonte aan onmatigheid over, hij was spoedig beschonken en ver volgens ging hij aan het spelen. Mar tin verloor veel, hij vermoedde bedrog en was ook misschien niet in zeer eer lijke handen gevallen woedend wierp hij eensklaps den spelers de kaarten in het aangezicht en schold hen voor schel men en bedriegers uit. Deze wilden dergelijke beleediging niet verdragen en het kwam tot eene vechtpartij. Mar tin, beschonken ea toornig, stak met een der spelers overhoop en bracht eenen anderen een gevaarlijke wonde toe; toen werd het een verschrikkelijk geweld, gerechtsdienaars kwamen en namen Martin, die zich met alle kracht verdedigde, gevangen. Toen dal alles in de herbergkamer voorviel, was ik in den stal bezig de paarden te ver zorgen, Phylax, de hond, was bij mij. Verwonderd over het gedruisch en het geschreeuw wilde ik naar de herberg kamer gaan, toen zag ik, hoe men de mannen, die met Martin gespeeld had den, bebloed en levenloos, wegdroeg, daarna kwam Martin, gebonden en werd door gerechtsdienaren weggebracht. Be droefd sloeg ik de handen te zamec, doodsangst, als moest ook ik, even als Martin gevangen genomen worden, overmeesterde mijbesluiteloos spoed de ik mij naar den stal, ik wist dat daat eene deur was, die op de straat uitkwam, daarheen liep ik; Phylax, dien ik bij de deur daarvan bad gelaten I liep mij na. „In mijn angst en vrees liep ik den 1 geheelen nacht door, toen het morgen j was bevond ik mij in een vreemd oord; j in de vette zag ik eene boerenwoning J en ging er naar toe, hongerig en ve zökht ik te mogen binnenkomen e om een stuk brood; na laug vrage deed de boer open, gaf mij brood e ook eenig voedsel aan den goed ik wt zoo afgemat, dat ik Da bei ontbijt mij op Ue bank nederlag en insliep. Toen ik ontwaakte stond de zon hoog aar den hemel, ik bedankte d;n boer ei riep mijnen Pbylax, doch bg liet zich j zien noch hoorenik zocht overal, e" vroeg ook den boer of hij niets va mijnen honn wistdeze voegde mij op j beleegdtgcnde wijze toe, of ik dacht dal J hij mijn hond zou houden I het was 1 mijne schuld, daar ik niet beter zorg I voor hem had gedragen. Het scheen 1 mij echter toe dat de boer hem ge stolen had. Wat zou ik in mijne om standigheid doen. toen ik nog eenmaal den tuin wilde doorloopen om mijnen I Phylax op te zoeken, joeg mij de boer j toornig de deur uit en dreigde mij met I slagen, als ik niet oogenblikkriijk vertrok- Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1919 | | pagina 1