Amsterdamsche Bank
i. K. Spaarbank - Amersfoort
DE EEMBODE
R. K. Nieuwsblad voor Amersfoort
en Omstreken
Dinsdag 13 Jan. 1925 No. 82
Acht en Dertigste Jaargang
ABONNBMENTBN kunnen elke week In gaan, doch oplegging van
abonnemenl moei geachlcden voor den aanvang van een nieuw kwartaal.
Prijs per drie maanden f 1.00. Bullen de gemeenle Amersfoort f 1.10.
Afaonderllke nummers 10 ct.
KANTOOR; LANÖEGRACHT 28, AMERSPOORT, TELEFOON 3U
DE EEMBODE VERSCHIJNT DINSDAO- EN VRIJDAOMIDDAO
AUVHRTHNTlfiN 25 cent priegel. Blll|ke isrleven voor handel cn
n|verheld b| geregeld adverleeren - Advertentlfn nioeten Dinsdag
en Vr|dag vóór uur worden beaotgd. Een bepaalde plaals kan
ulet worden gegarandeerd.
Alles, wat goed en schoon is, is hel
alleen door God, den oorsprong van
nl het goede en sclioone.
Tnttrnaiionaie Bidweek.
Bij onzen clagelijkschen omgang
met andersdenkenden komt dikwijls
in ons hoofd de gedachte en in ons
hart het verlangen wat zou het toch
heerlijk zijn als alles één was; als
éen gcloovcn ons en onze buren,
en de menschen van ons dorp en
de burgers van ons vaderland en
onze broeders over de heele wereld
bezielde I
Maar verder dan tot een on-
vruchtbaren wensch komt 't vaak
niet en toch is dat verlangen
't verlangen van den Paus en de
Kerk, 't verlangen van Christus
zelf; ut omncs unum sint, dat allen
één zijn. Onze regeerende Paus
Pius XI openbaarde in de Kerst
encycliek van 1922 en in de en
cycliek ter gelegenheid van het
eeuwfeest van den H. Josaphat,
den liefdcvollen wensch tot her-
eeniging der Christenkerken.
Itn juist dit wil de Internationale
Bidweek van God afsmccken. Im
mers het doel van deze bidweek
is de hereeniging van alle afge
scheidenen Christenen en alle niet-
christenen in de éene ware Kerk.
In 1908 werd het nobele werk
gesticht door Fr. Paul Francis, een
Anglikaansch geestelijke. In 1910
werd hij de eerste vrucht van
zijn werk misschien in de Kath<
lieke Kerk opgenomen.
Reeds in 1909 had Paus Pius
X zijn goedkeuring en z.cgcn aan
het werk geschonken, maar vooral
na de bekeering van den stichter
vond 't werk een spoedige ver
spreiding over de geheele Katho
lieke wereld. In 1916 sprak Paus
Bencdictus XV den wensch uit dat
de Bidweek over geheel de wereld
zou worden gehouden cn verleende
aan alle deelnemenden een vollen
aflaat. En in 1924 beval het Door
luchtig Episcopaat van Nederland
dit werk ook voor zijn provincie
aan.
Ook de Anglikaansche kerk. die
't edele werk zag ontstaan, bied
de Internationale Bidweek samen
met ons houden en 't wereldcongres
in 1920 van de protestantsche
oostersche kerken nam de voorge
schreven gebeden voor hun ge-
loovigen over.
Sinds de Hervorming is dit de
eerste maal dat Katholiek en F
testant samenbidden voor de her
eeniging van de Kerken. Wij
moeten nu zeker niet achter
blijven, wij allen zullen mee doen
aan de Internationale Bidweek die
van j.X 25 Jan. wordt gehouden.
La'ten we dan ons verlangen in
een hartelijk gebed uitspreken
ou het toch heerlijk zijn als alles
één was.
Ut omnes unum sint.
W. v. B.
Uit d« Kecbtspraetilk.
Slavernij. Overmacht.
Alir ea 2 van artikel 2 van het Burger
lijk Welbcek luidt: «Slavernij en alle
idere persoonlijke dienstbaarheden, van
cllcen aard o( onder welke benaming
,k bikend, worden in het Rijk niet
geduld.» Eenieder zal begrijpen, dat op
dit aitikel niet vaak een beroep wordt
gedaan door twistende partijen en dat
het evenmin dikwijls door den rechter
ambtshalve wordt toegepast. Het klinkt
wel wat erg antiek cn de toestanden
'aarop het doelt liggen wel heel ver
an ons af. Zelfs in het jaar 1838, op
den eersten October van welk jaar hel
W. werd ingevoerd, moet het artikel
1 ouderwetschen klank gehad hebben,
En toch, zes en tachtig jaren later, in
onzen modernen tijd zou dit artikel oor
zaak zijn, dat het beruchte woord sla
vernij nog eens door een onzer rechts
zalen zcu klinken. Wat was er namelijk
gebeurd Te Rotterdam kwam eene
moeder met een echtpaar overeen, dat
dit laatste haar kind geheel zou ver
zorgen en opvoeden. Het echtpaar hel
zich deze diensten betalen door middel
van het kind zelf. In plaats van kost
geld te betalen gaf de moeder het kind
in betaling. Er werd namelijk overeen
gekomen, dat als tegenpraestatie vooi
de verzorging en opvoeding het kind
onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan
de pleegouders zou worden afgestaan.
Het schijnt den contracteerenden par
tijen wel vagelijk bekend te z,Jn geweest,
dat een dergelijk betalingsobject niet
van de alledaagsche soort was. Immers
er werd uitdrukkelijk bij bepaald, dat
die afstand slechts zou geschieden tot
aan des kinds meerderjarigheid. Eenig
inzicht in het verschil tusschen mensch
zaak blijkt hier wel uit, want bij hel
in betaling geven van zaken in plaats
geld pleegt men dergelijke grenzen
te trekken. Dan zou het immers
geen in betaling geven meer zijn. De
ontvanger wordt in zoo'n geval eigenaar
der in betaling gegeven zaak en blijft
dit zoolang hij zelf wil. Maar men be
greep, dat dit hier toch wel niet zoo
iu gaan.
Dit inzicht schijnt zelfs tamelijk diep
te zijn geweest, wat niet te verwonde
ren is, daar slavernij iets is, wat tegen
de menschelijke natuur strijdt, zooals
zelfs reeds de oude Romeinen leerden,
hoewel bij hen dl» Instituut toch welig
getierd heeft. Ook hier gaf de
een wenk, welke partijen tot
zicht in het wezen van den mensch
bracht, dat hen dan ook nog al deed
twijfelen aan het onvoorwaardelijke en
onherroepelijke van dien afstand van
het kind door de moeder, En zeker
htidshalve werd daarom in het contract
opgenomen de bepaling, da', zoo de
mcedtr het kind teelt weer tot zich
zou nemen, zij als straf voor éie euvel
daad een boete aan de pleegoudera
zou moeten betalen.
En inderdaad: er brak een dag aan,
waarop de moeder haar kind weer bij
zich wilde hebben. Miaachien waren
betere dagen voer haaf aangebroken
zij was intusschen gehuwd. En tij nam
het kind terug. De «verontwaardigde»
pleegouders clschten nu de «boete» en
daagden de «snoode» moeder voor den
kantonrechter. Hier hadden zij niet veel
succes. Want de kantonrechter ver
klaarde de overeenkomst nietig en ont
zegde de vorderlrg. In zijne motiveering
dit vonniB was de Magistraat al
sober. Hij overwoog, dat in het
Koninkrijk de slavernij niet wordt ge
duld en dat de moeder van een minder-
g kind dus niet het recht herft haar
kind onvoorwaardelijk en onherroepelijk
deszelfs meerderjarigheid aan
een ander of aan anderen af te staar.
Echter het begrip slavernij is in ons
land zoo iets vreemds.
Den kantonrechter was misschien
geen gangbare definitie van slavernij
bekend om de eenvoudige reden dat
het begrip slavernij niet erg gangbaar
onder ons. Wellicht vreesde hij nu,
l men «pour Ie besoin de la cause»
n di finitie zou gaan maken, waar
onder het geval in easu niet zou vuiler.
Daarom voegde hij er nog een andere
motivecring aan toe. Hij overwoog dan
der, dat, al meet dan mistchien wor
den aangenomer, dat deze ovcrcec-
komst het kind niet onder de slavernij
der eischers brengt, deze overeenkomst
toch nietig is, daar zij dan een andere
ongeoorloofde oerzaak heeft. Het
zoowel met de goede zeden als
de openbare orde strijdig, dat de
der niet het recht zou hebben haar
kind aan de hoede van pleegouders te
onttrekken, indien zou blijken, dat deze
iet goed voor het kind kunnen of
lillen zorgen, of indien zij zeil in staat
1 die zorg weder op zich te ne
Dit laatste was hier het geval. De
eenkomst waB dus, hoe men dan ook
slavernij mocht denken, steeds
nietig, hetzij omdat zij inderdaad sla-
ij veroorzaakte, wat de wet uit
drukkelijk verbiedt, hetzij omdat zij in
strijd is met de goede zeden
openbare orde. In ieder geval i
oorzaak der overeenkomst ongeoorloofd
en de overeenkomst dus nietig. Welnu,
op de overtreding van een nietige over-
.komst kunnen partijen ook geen
boete vaststellen. De kantonrechter
ontzegde dus de vordering, die ten
doel had deze boete op te eischen.
Degenen, die voor hunne liefdadig
heid den afstand van de hoogste rech
ten der moeder eischten, moesten hier
geducht zelf den wrangen bijsmaak van
zulk eene liefdadigheid proeven.
Dat het zoo geliefde beroep op over
macht niet onder alle omstandigheden
ipgaat, moest een hersteller
mobielen te Tilburg tot zijn schade en
schande ondervinden. Eischeresse had
gedaagde haar Ford-wagen gegeven
daaraan te repareeren een as, welke
krom was geworden cn waaidoor
Kortegracht 16
Reserve f42.500.000
fe Amersfoort
Kapitaal f55.000.000
Alle Bank-, Kassiers- en Effectenzaken, Deposito'-
Verhuring van SAFE-LOKETTEN
onder controle Centrale Accountantsdienst Ncd. Boerenbond
De zittingen voor het inleggen en terugbetalen van gelden
worden gehouden in het R. K. Spaarbankgebouw
BREEDESTRAAT bij de LANGEGRACHT
des ZONDAGS van 12 tot I uur; WOENSDAGAVONDS van 7
tot 8 uur en VRIJDAGS van 10 tot II uur
Dadelijk Ingaande rente 36/io pCt.
Spaarbusjes gratis verkrijgbaar.
Zalen 'tegen zeer billijk tarief te huur. Inlichtingen bij den concierge
J
wiel slingerde. Ook moesten gerepareerd
worden de zelfstarter en de electnsche
verlichting. N» het verrichten van de
reparaties achtte de reparateur het noo-
op zich] zelf niet ten onrechte,
i nu te controleeren of alle* in orde
s. Dit moest hij doen door een
proefrit te maken. Maar, gezellig van
aard zijnde, wilde hij wel het nuttige met
het aangename verecnigen en noodigde
bij een kennis uit om mee te rijden en
nam ook nog eenige zijner kinderen
mede. Zoo kwam hel, dat men al 20
K.M. ver van huis was gereden, alvorens
terugkeeren werd gedacht. En op
de terugtocht geschiedde de ramp. Een
auto uit Amsterdam, waarin de eigenaar
en een chauffeur, reden de Ford aan.
De aanrijding werd veroorzaakt zonder
eenige schuld van den auto-hersteller.
Groot was de vernieling. Door eische
resse gesommeerd en ten slotte gedag
vaard om de hem ter reparatie gegeven
auto aan haar terug te geven, en, zoo hij
daarin nalatig bleef, haar de daardoor gc.
leden en nog te lijden schade te vergoe
den, antwoordde gedaagde, na een ander
verweer, dat ongegrond werd geacht,
dat hij overeenkomstig art. 1427 B.W.
anders verplicht was dan tot
teruggave van de auto In den staat,
raarin deze zich op dat oogenblik, dus
!i de aanrijding, bevond. In art. 1427
i, W. staat n.l. te lezen dat de
schuldenaar van een zekere en bepaalde
zaak is bevrijd door de afgifte der zaak,
in den staat waarin dezelve zich ten tijde
der levering bevond, mits de verminde
ringen, welke die taak mocht ondergaan
hebben, nut door syn toedoen of
veroortaakt syn, Welnu, zei
hersteller, niet ik, maar degene, die mij
aanreed, heeft de verminderingen, welke
de zaak heeft ondergaan, veroorzaakt.
En die aanrijding geschiedde geheel
buiten mijne schuld. Niet op mij der-
ist de plicht'de schade, door
lindcringen ontslaan, te vergoe
den. Dit klinkt zeer logisch. Evenwel,
logica alleen komt men er niet.
Want gedangde's beroep op de afwezig
heid van alle schuld zijnerzijds en van alle
omstandigheden, waarvoor hi] had In te
staan, dus op overmacht, ging niet op.
De rechtbank te Breda was n.i, van
oordeel, dat, al mocht het waar zijn,
dat de verminderingen aan de zaak
waren veroorzaakt door omstandigheden
welke op zich «elf als overmacht te
qualificeeren zouden zijn, wat zij Intus
schen in het midden liet, dat dan nog
dit geval een beroep op overmacht
den gedaagde niet zou mogen baten,
daar hij van de automobiel een gebruik
had gemaakt, waartoe hij niet gerech
tigd was. Tot een proejnt zou gedaagde
volgens de rechtbank na de door hem
verrichte herstellingen volkomen ge
rechtigd zijn geweest. Maar de rit, welke
hij had ondernomen, had veeleer hel
karakter ven een p/eitierril nu dese
geschied was met zijn kinderen cn een
kennis en bovendien veertig K.M. lang
was. De rechtbank was op grond vso
eigen wetenschap van oordeel, dat voor
de waarneming, of gebreken als ge
noemde al dan niet hersteld zijn, een
rit van veertig kilometer ten eenemnale
onnoodig was. Dat was geen uit den
aard der opgedragen reparatie geboden
proefrit, maar veeleer een plelzlerrlt.
En tot bet maken van een pleizierrit
met een anderi auto is een reparateur
na verrichte reparatie niet gerechtigd.
Bij dezen stand van zaken ging de
schoone logische redeneering van den
gedaagde niet op. In engcren zin had
hij wel geen schuld aan de toegebrachte
schade en in dien zin zou hij inderdaad
wellicht een beroep op overmacht
hebben kunnen doen. Maar die nood
lottige overmacht overviel hem by een
gebruik van de auto, waartoe hij niet
gerechtigd Win. En in dit laatste lag
'zijn schuld verscholen. Hij werd ver
oordeeld tot schadevergoeding.
Zoo weet de wijze gerechtigheid het
listig spel der pure dialectiek te ont
maskeren.
Amersfoort.
Mr. ALF. TEULINGS.
2 Urnen nn Pilir Vu Iliimiti.
Hoeveel te meer treft liet, wanneer
inen ziet, hoe goed O- L. Heer voor
die armen is, zoó goed, dat een weinig
goede wil voor hen voldoende Is, om
hun de genade van een goeden dood
te doen verkrijgen, en de dood hun
zelfs nog zoet wordt door de verwach
ting van een eeuwig geluk. Kindrau is
een van die gelukkigen, die hun geluk
zelf niet verdiend hebben, ten minste
voor 't grootste deel niet, doch door
het gebed van verborgen zieltjes aan
de Barmhartigheid van O. L. Heer zijn
aanbevolen. De Missionaris oogst hier
slechts; haalt Winnen't zware werk;
't ploegen, 't begieten, is door anderen
gedaan. Door wie? Dat zullen we in
den hemel eerst te weten komen. Maar
men behoeft nog niet lang In de missie
te zijn, om te weten, dat er behalve
Gods genade nog een andere factor is,
die meewerkt aan de redding van een
zieln.l. het lijden en gebed, waardoor
de Genade der bekeering verkregen
wordt.
Van die zielen als Kindrau zijn er
hier nog honderden en honderden. Voor
ons zijn ze niet te bereikend. w. z.
we hebben door ons woord geen in
vloed op hen. En menschelijker wijze
gesproken zullen ze dan ook zeker
verloren gaan, als er geen andere zielen
gevonden worden die voor hen 't werk
doen. Dan zullen als in eens alle hinder
palen voor ons weg zijn. cn we zullen
die reeds verloren gewaande zielen op
't laatste oogenblik nog den hemel kun
nen openen. Helpt u allen een handje
a. u. b.
Dus die Kindrau bezorgde mij een
goeden dag. Al is het maar een beetje,
dat ik meewerkte om hem op de rechte
baan te helpen, liet stemde me toch
gelukkig, temeer daar ik dezen morgen
weinig vertrouwen had op een goeden
uitslag.
Na de toediening der II.H. Sacra
menten, gingen we eerst eens wat uit
rusten van onze klauterparlij. Midden
in het dorp hebben de üahekkers een
prachtig groot mannenhuis gebouwd.
Ik was bij hel „dekken" tegenwoordig
geweest, niet om te zien, hoe ze de
sago bladeren bevestigen, maar om eens
getuige te zijn, van een trommelconcert,
dat altijd bij 't dekken van groote huizen
gegeven wordt. Zoo iets is de moeite
waardlater hoop ik daar nog wel een
beschrijving van te geven; nu zou het
me te ver voeren. „Af" had ik het huis
echter nog niet gezien, en ik verwon
derde mij nu niet weinig over het resul
taat, dat de Gnhekkcrs bereikt hebben.
Menige heorbocr in Holland zou den
koning te rijk af zijn, indien hij zoo'n
groot Knnakkcnpnleis met z'n hoog,
gewelfd dak, zijn dikke stevige wanden,
en overvloedige plaatsruimte het zijne
kon noemen. Maar ziilkc groote mannen
huizen zijn hier dan ook zeldzaam: en
nég zeldzamer vindt men, dat ze zoo
uiterst rein gehouden worden als dat
.n Gahck.
Ik maakte de Knnakken mijn com
pliment over hun werk cn het rein-
houden van hun huls; ze lachten be
scheiden doch stiekem glorieerdon
Daarmee was een goed begin gemaakt
met de conversatie, en een vol uur
bleven de tongen nu in beweging. Ook
werden er jonge kokosnoten te drinken
aangeboden, welke vriendelijkheid sinds
lang niet meer bewezen was. ofschoon
dit een eerste regel is van Knnakkische
wellevendheid.
U merkt hieruit tevens, dat onze brave
Gahekkcn nog lang niet van zin zijn,
om me op te peuzelen. Anders zouden
ze toch wel iets hartigers aangeboden
hebben, dat aanzet. Bij m'n eerste be
zoek aan Gahek dacht ik er anders
over. Mijn bezoek scheen hen alles
behalve vriendelijk te stemmen. Een
man die ik aansprak draait! mee lot
eenig antwoord den rug toe. en begon
zachtjes een mij verdacht voorkomend
wijsje te tokkelen op den groolcn trom.
M'n had juist een groot varken ge
bonden om Ie slachten; doch toen men
inplaats van met 't mes naar 't varken
te gaan op mij afkwam cn zoo dicht
naast me kwam staan dat ik den Kanak-
kischcn slager wel een arm kon geven,
zei ik stilletjes tot me zelf„geen twijfel
er aan, Nardus; ze willen je als toe
spijs bij 't varken hebben", cn ik hield
de hccren geducht In dc gaten, terwijl
m'n bergstok slagparaat stond. Stelt u
daar dien held van een Missionaris
voor, die z'n eigen parochianen met
den stok wil evangellsccrcnOf dc
slager van vet en mager m'n wantrou
wen bemerkt heeft, ik weet het niet.
In ieder geval wierp hij zijn mes van
zich af; en zéo verslonden wc elkaar
beter.
Sinds dien heb ik echter al wat
vertrouwen In onze Gchckkcrs gekre
gen, terwijl ook in Gehek zelf de stem
ming wat beter geworden is, daar een
paar oude heeren gestorven zijn, cn
verschillenden, die sinds lang besluite
loos stonden, niet wetend naar welken
kant over te zwenken, juist door een
rede tegen de „lotu" van zoo'n ouden
heidenschen raddraaier, tot 't geloof
zijn overgegaan.
Na voldoende uitgerust te zijn, aan
vaardden we den terugweg. De jongens
waren bijzonder goed gemutst, wat zich
uitte in hun druk gebabbel en gelach,
dat zelfs bij een malsch regenbuitje
een frissche afwisseling op zoo'n hcctcn
dag niet verstomde. Het is een genot
die mannetjes te hooren redcnccren,
Over het algemeen heeft men weldra
genoeg van het gepraat der Kanakkcn,
en wanneer men het wat lang aan-
hooren moet wat meestal 't geval
is, want ze weten van geen Jwcggaan
dan zou men hen 'I liefst de deur
wijzen; doch die kleine kerels kunnen,
wanneer ze op dreef zijn, zeer Interes
sant redcnccren. Hun levendige ver
beelding maakt de moest komische
sprongende een windt den ander op.
en ze praten zoo druk en begeesterd,
alsof ze zoo pas een nestje met gouden
duiveneieren gevonden hadden.
Dus dat was een goeden dag. van
daag. Neen, ik moet zeggenhet is
een goede dag. vandaag. Dc dag blijft
goed tot het einde toe. Want we zijn
nog niet goed thuis, of daar komen
eenige boy's twee krokodillen toonen.
die ze zooeven In de beek onderaan
den heuvel gevangen hebben.
(Wordt vervolgd.)