Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
R. K. Spaarbank - Amersfoort
H. ELZENAAR
Abonnementen hunnen elke week ingaan, doch
opzegging van abonnement moet geschieden
voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs
per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort f 1.10
De €embode
Adverlenliën 26 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel en nijverheid b\j geregeld udvér-
teeren. Advertentièn moeten Dinsdag en Vrijdag
vóór 8 uur in den morgen zijn bezorgd.
Kantoor en Drukkerij Langegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 314
Drie en veertigste Jaargang
Verschijnt eiken Dinsdag' en Vrijdagmiddag - Post-giro no. 44234
Dinsdag 7 Mei 1929 - No. 11
Wanneer iemand geregeerd wordt
door zijn zaken, verschilt hij in waar
heid weinig van hem, die geregeerd
wordt door zijn whiskeyflesch. Het is
alleen een andere openharing
menschelijke zwakheid.
Er is geen gewichtiger gebod op deze
wereld, geen gebod rnct een dieper lie-
teekenls, danIVVes trouw aan uzelf".
Het Witte Paradijs.
Pieter van der Meer de Walcheren,
de geestelijke vader onzer jongere
katholieke schrijvers, hun nobele raad
gever, hun sterke trooster binnen de
kamers van zijn gastvrij huis, is afge
reisd naar Frankrijk, waar hij eertijds
lè lang woonde om er niet ééns
wellicht voor goed terug te keeren.
Wat hij, bezijden het hautain misbaar
van zijn tegenstanders en de driftige
reactie daarop van zijn vrienden, achter
laat, is niet slechts de leegte van
unieke plaats, welke anderen nooit
de hém eigen wijze zullen innemen,
is ook het „testament", een boek, dat
hij als een hartelijk en beteekenisvol
afsclieidsgebaar op de tafel
Nederlandsche literatuur heeft gewor-!
pen, een karakteristieke groet v<Mr zijn
afscheid.
Dat boek heet „Het Witte Paradijs".
Wie van den scheidenden literator
en baanbreker (in het publiek en in
de harten) méér dan dit boek ten af
scheid hadden gewenscht, beseften de
diepe achtergrond van dit werk niet.
Want in dit boek beschrijft van der
Meer de Walcheren niet slechts zijn
tocht naar het Karlhuizer-klooster La
Valsainte in de verre stilte van de
Zwitsersche bergen, hij geeft veel méér.
En het klinkt wat paradoxaal als wij
zeggen dat deze man die de felle
beweging van het leven tot in het
diepst van zijn ziel heeft moeten ver
dragen en anderen heeft geleerd de
moderne, actueele stand er van te aan-
vaarden, voor zoover aanvaardbaar,
lot een wakkere en hevige energie
dal deze man in waarheid de apostel
van de stilte was. En deze stilte is
niet anders dan de stilte van het „witte
Paradijs", de verworven, bevochten, in
tranen en opoffering en gedurig zoeken
verkregen stilte van de ingekeerdheid
en rustige overgave aan Gods liefde.
Er is een hoofdstuk in dit boek, dat
opzettelijk daarheen wijst en de ge
dachte, daarin meer te kennen ge
geven dan volledig verwerkt, bevat
feitelijk de voornaamste beteekenis van
het werk, een beteekenis, die meer
waarde krijgt nu de schrijver, bij zijn
vertrek, al de uitingen van zijn open
lijk en onbemerkt leiderschap juist
daarin ten slotte heeft willen samen
vatten.
Het is niet de eerste maal ook dat
wij op deze plaats en nu wederom
naar aanleiding van een boek, waarin
het allerschoonste en meest doeltref-
ende in Itooger zwijgen nog onge-f
schreven bleef spreken over de
ontzaggelijke waarde van de stille,
juist in een tijd, die alle rust en medi
tatie wegrumoert in de angst van zijn
48 Uit droeve dagen.
De kolonel was bezig met schrijven
toen de deur zich opende om den
bezoeker binnen te laten, die, de armen
over de borst kruisende, langzaam
vroeg:
„Philippe de Sevan, herkent gij mij?"
De aangesprokene monsterde den
vreemdeling met een snellen blik en
riep toen met een bewogen stem uit:
„Groote God! zijt gij het Marcel?"
„Ja, mijn vriend, gij bedriegt u niet,
het is uw voormalige kameraad van
de lichte dragonders."
En de beide mannen omhelsden el
kander met warmte.
„Gij zijt dus in Frankrijk terugge
keerd?" vroeg de kolonel.
„Ja, sinds zes jaren, en sinds twee
woon ik op eenige minuten van Bar-
sur-Aube met mijn dochter en mijn
schoonzoon, wiens vader uit deze
streek geboortig was. Maar onze oogen-
blikken zijn voor beiden te kostbaar,
dan dat ik u over mij zeiven zou onder
houden. Wij zullen later wel eens
praten over het leven, dat wij beiden
geleid hebben sedert onze scheiding.
Een kwartier uurs geleden ben ik van
Luxemburg gekomen, waar ik eenige
maanden bij een bloedverwant heb
afdalende hart. Het is echter moeilijk
om daarover te schrijven, want allen,
bijna zonder uitzondering, gaan wij
eerder, en zelfs liever, op in het boeiend
spektakel van eiken nieuwen dag (ver
geet niet: ook de onrust en de onvol
daanheid boeien), dan de ijzige, maai
in wezen ontzettend levende stilte eener
allernoodzakelijkste contemplatie te ver
werven.
Contemplatieliet woord is voor
ons een stijle, dorre muur, het schrikt
ons af, we denken aan stuk geslagen,
voor tijd en eeuwigheid begraven en
iergeten(?) liefde voor de tijdelijke,
naar daarom o zoo directe en natuurlijke
dingen des levenswij geven liet
woord alleen al liever meteen door
aan de uitzonderlijke minnaars van het
beschouwende levenen het is dus
niet voor ons.
En toch is het wél voor ons. Zeer
zeker niet voor allen op dezelfde wijze
gestegen tot dezelfde hoogte maar
allen, allen moeten wij komen tot het
bezit van het witte paradijs in ons,
dat paradijs van stilte, waarin de vrede
n de rust (o, niet de gezapige, pro-
inciale. ver-achter-de-horretjes-uit-
glurende rust), veilig en blij ommuurd
ligt buiten het bedrog van de groote
parade.
Maar wie zal zeggen dal het geen
itrijd kost, dat er velen er niet toe
geraken dan na de ervaring dat er
geen paradijs op aarde meer te vinden
is (sinds Adam's val) moeilijker te be
nken maar ook vreugdevoller te bc-
■onen dan dit paradijs van ons eigen
hart, waarin wij, wit en licht, dc Oor
sprong en liet Einde van ons leven,
ja liet Leven Zelf, zullen wedervinden.
Moge deze gedachte U leiden bij
de lezing van Pieter van der Meer's
bock, waarvan de eerste regels beschre-
werden tusschen de besneeuwde
bergtoppen aan weerszijden van de
Javroz.
En ginds, in de onstuimige werve
ling van Parijs, leeft nu de apostel
de stilte als het levend bewijs
de mogelijkheid om trouw en
veilig te bewaren
„la flamme blanche du paradis"
„dans 1c coeur rongede la ville"
N. de P.
„Het Witte Paradijs" is uitgegeven
bij „De Gemeenschap" te Utrecht en,]
naar ik hoor, ook opgenomen in de
boekerij van de R. K. Leeszaal te
Amersfoort.
Lezen.
Gelegenheid tot ontwikkeling en
ontspanning door middel van lectuur
is er tegenwoordig te over, hierin ver
schilt het heden heel wat mei den
toestand een halve eeuw geleden.
Toen waren er vereen igingen en
andere besloten kringen, waar men,
mits lid zijnde, gebruik kon maken
van een vaak zeer beperkte en meestal
schromelijk verouderde bibliotheek.
I Hierin is tegenwoordig veel ten;
goede veranderd.
In elke stad van eenigen omvang
vindt men, meestal gesubsidieerde,
openbare leeszalen, waar men tegen
een zeer lage jaarlijksche bijdrage naar
hartelust lezen en lectuur verkrijgen
kan.
Aangezien echter met de gelegen
heid ook de lust tot lezen grooter ge
worden is, kwam liet tot het stichten!
van particuliere leesbibliotheken.
Hiermede is evenwel tevens een
groot gevaar voor het lezend publiek,
inzonderheid voor de. lezende jeugd,
ingeslopen.
Hel houden van een leesbibliotheek
is voor menig houder een handelszaak.
Hij verhuurt boeken, zooals een ander
wagens verhuurt, om er geld mee te
verdienen en daarmee uit.
Iemand, die wagens, schuiten of
maskeradepakken verhuurt, staat niet
'elijk met iemand die boeken verhuurt.
)e laatste heeft veel grooter verant
woording, omdat het verhuren van;
verkeerde boeken, of van boeken aan
verkeerde personen een zeer nadeeligenj
invloed op de lezers kan hebben.
Zoolang particuliere leesbibliotheken
gehouden werden door boekhandelaren,
die over voldoende vakkennis, belezen
heid en bronnen ter oriënteering be
schikten, was het gevaar, hierboven
genoemd, niet zoo groot. Nu echter
meer en meer onbevoegden zich op
dezen, blijkbaar lucratieven handel gaan
toeleggen, als bijv. een kruidenier of
handelaar in huishoudelijke artikelen
(dit is geen fantasie, maar helaas,
werkelijkheid}, als een welkome bijver
dienste, een leesbibliotheek inricht,
beschouwen wij dit als een gevaar
inr het lezend publiek.
Wij achten een kruidenier, wat be
treft het uitwegen en waardebepalen
van krenten volkomen bevoegd, maar
wij ontzeggen hem die bevoegdheid,
als het er om gaat de litteraire, cul-
tureele en moreele waarde van het
boek te bepalen.
Kort geleden troffen wij in een
christelijke leesbibliotheek, d.w.z. in
een leesbibliotheek, die uitsluitend
christelijke menschen als cliënten telt,
menschen die er niet aan zouden den
ken boeken uit een openbare leeszaal
te betrekken, twee boeken aan, die de
pornografie bedenkelijk naderden en
waarover men zelfs aan de bittertafel
met eenigen schroom zou spreken.
Toen wij den houder dier leesbiblio
theek hierover onze verwondering te
kennen gaven, toonde hij zich even
verwonderd over onze verwondering.
„Hebt ii die boeken gelezen?" vroe
gen wij.
„Denkt u, dat ik tijd heb, om alle
boeken te lezen, die ik aanschaf!"
de wedervraag. „Ik heb waarcmpel
wel wat anders te doen!"
.,Maar hoe komt u er toe, dergelijke
boeken aan te schaffen?" vroegen wij
weer.
doorgebracht cn ik verneem een tij
ding, die de maat volmeet van al de
beproevingen die ik sedert twintig j.
geleden heb. Mijne dochter, mijn eenig
kind, is stervende omdat tiaar echtge
noot heden ter dood veroordeeld werd."
Hoe is Paul du Maine uw schoon
zoon?"
Ja, mijn vriend, en hetgeen ik ver-
nen heb, heeft mij te dieper ge
troffen, omdat mijn geheele leven, het
welk hij kent, daar is, om hem te
leeren, dat men zich naar de omstan
digheden moet weten te schikken. Zoo
dra ik vernam, dat gij den krijgsraad
voorgezeten liadt heb ik niet geaarzeld
om tot u te snellen ten einde nai
keurige inlichtingen te ontvangen
„Mijn beste vriend, het smart mij
dubbel, dat ik het doodvonnis heb
moeten uitsprekenten eerste omdat
hij u zoo na in den bloede bestaat en
ten tweede omdat ik persoonlijk'
van overtuigd ben van zijn misdadig
opzet. Ik ben van gevoelen dat hij
hoogst onvoorzichtig is geweest, zie
daar alles, maar dit gevoelen heb ik
in den raad niet kunnen doordiijven."
,Ach! Philippe, Philippe! welkeen
vreugde verooi zaken mij uwe woorden!
Maar wat moet er nu gedaan worden
om den ongelukkige te redden?"
..Wel, zij hadden zoo'n aardigen titel
en er stonden zulke leuke plaatjes op
den omslag. Ik dacht, dat het Jeugd
lectuur was!"
Tableau
Wij hebben hem den raad gegeven,
ter wille van zijn klanten en zijn ge
weten, met deze boeken de kachel aan
te maken: zij zouden waarschijnlijk,
dank zij het erotisch vuur er in, goed
branden en nog van eenig nut zijn.
Ouders, die angstvallig trachten te
verhoeden, dat hun kroost door het
lezen van voor de jeugd verkeerde
boeken, moreel nadeel zouden onder
vinden, zenden hun kinderen naar een
particuliere leesbibliotheek in de mee
ning da' daar zorgvuldig selectie
wordt gepleegd, terwijl er evenzeer
het gevaar om den hoek gluurt,
Wij waarschuwen dat niet het etiket,
aar de vakkundigheid van een biblio-
4heekhouder de waardemeter moet zijn.
Pen man, van wien wij hierboven
'spraken, kennen wij als een consciën
tieus cn godsdienstig man, maar deze
eigenschappen zijn niet voldoende,
om ook een goed bibliotheekhouder
te zijn. Ook daarvoor is, behalve liefde
voor het vak, kennis en opleiding
noodig.
Het aan den man brengen van be
dorven levensmiddelen is overal straf
baar gesteld. Hier gaat het om iets
'eel belangrijkcrs, onsgeestelijk voedsel.
Groote zorg is dus niet overdreven,
maar plicht.
,Den keizer een verzoekschrift om
gratie overhandigen. Ik zal liet onder
steunen als gij wilt. Begeef u onmid-
delijk tot Zijne Majesteit. Uw zoo eer
vol duel te Warschau heeft zijn aan
dacht moeten trekken Hij zal u ont
vangen, daar ben ik zeker vanO
ik begrijp, dat het u veel kost om
dezen stap te doen, maar er valt niet
te aarzelen."
,Goed! ik zal den keizer gaan
spreken."
„Uitmuntend: er is juist een officier
n mijn regiment hier, die aan het
personeel des keizers verbonden is en
u vergezellen zal. Ik machtig u alles
aan den keizer te herhalen, wat ik tot
u gezegd heb."
Eenige minuten later begaf zich de
graaf Marcel de Tavanes, in gezelschap
van een kapitein, naar het hotel van
de onderprefectuur, waar Napoleon
zijn intrek genomen had.
Onder het voortgaan werd de ex-
kolonel der lichte dragonders van
Lodewijk XVI getrofien door het jeug
dige voorkomen van zijn metgezel,
hetwelk in strijd scheen met zijn rang
en het kruis van het legioen van eer,
dat op zijne borst prijkte.
Hij gaf hem er dan ook zijne ver
KANTOORBOEKH/INDEL
Ofl F. TULP
LangestriJt 65 t.o. Krommestraat - TEL. 326
KANTOORBOEKEN In alle lioiaturen
SCHRIJFMACHINES
VULPENHOUDERS
onder controle Centrale accountantsdienst Ned. Boerenbond
Goedgekeurd bij Koninklijk Besluit dut. 14 Maart 1913, no. 68
De zittingen voor het inleggen en terugbetalen van gelden
worden gehouden iri het R. K. Spaarbankgebouw
BREEDESTRAAT bij de LANGEGRACHT
des ZONDAGS van 12 tot 1 uurWOENSDAGAVONDS van 7
o 8 uur en VRIJDAGS van 10 tot 11 uur.
Dadelijk ingaande rente 3®/io pCt.
Spaarbusjes gratis verkrijgbaar.
KassierAmsterdamsche Bank.
R. K. Middenstand.
Namens het Hoofdbestuur van „De
Hanze" in het Aartsbisdom Utrecht
deelt de heer J. P. de Brabander, di-
cteur van het Centraal Hanze-Bureau
Utrecht, ons mede:
Van de in de latere jaren versche-
:n bekende praktische boekwerkjes,
uitgegeven door „De Hanze" in het
Aartsbisdom Utrecht in een bundeltje
verzameld, mocht het Hoofdbestuur
twee exemplaren aan Zijne Eminentie
Kardinaal van Rossum aanbieden, on
der verzekering van zijne aanhanke
lijkheid, gehoorzaamheid en eerbie
digen trouw.
Van Zijne Eminentie mocht het Hoofd
bestuur thans het navolgend waardevol
en vereerend antwooord ontvangen:
Mijne Heeren,
Uw belangwekkend schrijven, als
mede de door U verzorgde uitgave'
hebben Wij met dank en ware vol
doening ontvangen. Het verheugt Ons
:ien, dat U zooveel zorg besteed,
den Middenstand onder elk on-
zicht te verheffen. Wij beschouwen dit
werk als eene daad van zéér ver strek
kende en zéér gelukkige gevolgen.
Een krachtige Middestand is voor
onze hedendaagsche Maatschappij
méér dan gewenscht, volstrekt nood-
wondering over te kennen hem zoo
jong reeds gedecoreerd te zien en zulk
rang te bekleeden, en hij onder-
g hem naar zijn militaire leven.
Aijn loopbaan," antwoordde de
jonge officier met eenvoudigheid, „is
die van zoo vele anderen. Bij gemis
van ouders door brave boerenlieden
opgevoed, die mij als hun zoon be
handeld hebben, heb ik het geluk
gehad bij de loting een laag nummer
te trekken; ik zeg het geluk, want ik
verlangde slechts soldaat te worden,
het eenige middel, dat mij aangebo
den werd om van stand te verwisselen
het jonge meiste, dat ik beminde,
harer waardig lot te bereiden, ik
werd eerst naar Spanje gezondendaar
ben ik offieier geworden. Later heb ik
de veldslagen van Luizen, Bautzen en
Dresden bijgewoond. In deze laatste
heb ik de epauletten ontvangen en het
kruis, dat de keizer mij eigenhandig
op den horst heeft bevestigd."
„En mag ik uw naam weten?" vroeg
de graaf.
„Ik heet AlbertAlbert zonder
meer," voegde de jonge officier
glimlachende bij.
Marcel Tavanes ontroerde onwille
keurig en zijn gelaat nam een treurige
uitdrukking aan.
zakelijk. En hoe krachtiger die Mid
denstand is, ook onder stoffelijk op
zicht, des te meer zal het evenwicht
worden bewaard en des te zekerder
kan heel het maatschappelijk leven
naar waren vooruitgang streven.
Maar ook de belangen, welke Ons
meer ter harte gaan, worden door de
uitbreiding van kennis, van zorg, van
werkzaamheid, van liefde, van onder-
lingen steun en van krachtiger leven
ten zeerste gediend. Deze belangen
beoogen op de eerste plaats het blij
vende en eeuwige geluk van den mensch
maar omdat er tusschen dit blijvende
en eeuwige en het tijdelijke een nood
zakelijk verband bestaat, zijn Uwe
werkzaamheden voor Ons van groot
gewicht. Zij brengen vruchten voort,
waarvan men zich op het eerste gezicht
geen rekenschap geeft en die men alleen
leert waardeeren, wanneer men geheel
het maatschappelijk leven overziet en
tot in onderdeelen leert kennen. Men
kan gerust zeggen, dat een Katholieke
Middenstand, die onder alle opzichten
gezond is, voor het leven en welzijn
der Katholieke Kerk in Nederland een
bron is van voorspoed en een verze
kering voor de toekomst.
Wij zegenen dan het aangeboden
werk, Wij zegenen Uwe verdere werk
zaamheden en al degenen die met U
medewerken of U steunen.
Volgaarne zullen Wij bij onze eerst
volgende audiëntie het tweede exem
plaar aan den H. Vader aanbieden.
W. M. Kard. VAN ROSSUM.
Naast de aansporingen van het door
luchtig Nederlandsch Episcopaat, zoo
bij herhaling tot den Katholieken Mid
denstand van Nederland gericht om
zich toch eindelijk allen te scharen
onder het vaan den Nederlandschen
Middenstandsbond, zal zoo vertrouwt
het Hoofdbestuur thans toch zeker
wel het gezaghebbend woord van den
eenigsten Nederlandschen Kardinaal
den doorslag geven om de katholieke
Middenstanders die niet, of niet goed
georganiseerd zijn te bewegen in de
rijen der Katholieke Middenstandsor
ganisatie plaats te nemen.
Kantoorboekhandel
Kantoormeubelen
Schrijfmachines
Langestraat 84 - Telef- 528
Speciaal adres voor Uw Kantoor-
School-, Schrijf- en Teekenbenoo-
digdheden. - Advertentie-Bureau
MIJHHARDT'S
werken zonder
kramp of pijn.
Doos 60i
Als ik die naam hoor, ontroer ik
altijd," sprak hij, „want hij was die
van een zoon, dien ik het ongeluk ge
had heb te verliezen
Hier werd bet onderhoud gestaakt,
daar zij de deur van de onderprefec
tuur bereikt haddden.
De kapitein Albert verzocht de gr-at
in de voorzaal te wachten tot hij de
noodige stappen gedaan had on
verlangde audiëntie te verkrijgen.
Een kwartier uurs later keerde hij
terug en verzocht den graaf de Tavanes
Item te volgen.
Weldra stond de voormalige uttge-
wekene voor den man, die den troon
der Bourbons bezette.
XXI.
Den graaf ziende ging de keizer hem
tegemoet en drukte hem met warmte
de hand.
„Graaf V reel de Tavanes," sprak
hij, „ik ken al de familiën. al de man
nen, die Frankrijk, in alle tijdperken,
edel en dapper gediend hebben, ik
ken derhalve de geschiedenis uwer
familie, ik ken de uweDikwijls
heb ik het betreurd uw dapper zwaard
in de schede te zien blijven rusten^
ik zou er een beroep op gedaan heb
ben, had ik niet het gevoelen geëer
BBRICHTEN
LTIT
AMERSFOORT
UITSPRAKEN KANTONGERECHT.
Verwekken van nachtelijk burenge
rucht: A. F., Barneveld f5 of 2 d.
Dronkenschap: J. A., Amersfoort f 10
of 5 d.; J. M„ id.; W. W., Nijkerk
id.; W. j„ Baarn f 15 of 10 d.
Op verboden grond loopen: G. K.,
Hilversum f 15 of 10 d.; D. v. V., id.;
H. A. v. d. L., id.; M. v. d. B., id.
Leerplichtwet: A. H. M. W., Amers
foort f3 of 2 d.P. K., Bunschoten
id.; G. V-, Eemnes f5 of 2 d.; G. V.,
id.; G. T., Amersfoort f2 of I d.
Arbeidswet: H. W. v. D., Soest 2
maal f 10 of 2 maal 5 d.; H. C. K„
Amersfoort f5 of 2 d.; M. v, d. L.,
Leusden f3 of 2 d.; L. v. Z., Baarn
f20 of 10 d.
Autorijden links van den weg: A. F.
B., Amersfoort f 5 of 2 d.J. K„ Baarn
f 5 of 3 d. en f 13.35 schavergoeding.
Autorijdend op kruispunt den door
gang niet vrijlaten: J. A. G. J., Utrecht
f 10 of 5 d.
Autorijden zonder voorgeschreven
remmen: E. N. B., Barneveld 15 of
2 d.; C. v. H„ Epe id.; H. B., Gro
ningen id; A. L.t Harskamp id.
Met auto te snel rijden in Soest:
J. B„ Amsterdam f20 of 10 d.; H. Th.
v. M., Baarn id.; A. J. C. J. T. R.,
Velp f10 of 5 d.; D. de B., Amster
dam f 15 of 10 d.; A. J. W„ Amers
foort f 7.50Jof 5 d.; H. M„ Utrecht
f 40 of 20 d.
Idem in BaarnL. A. C. L., Amster
dam flO of 5 d.; G. M, J. B„ Baarn
d.; M. B. id.
Idem in Hoevelaken: W. F., Lonne-
ker f10 of 5 d.
biedigd, dat u van mij verwijderd hield.
Graaf, wees welkom. Kapitein Albert
heeft mij al van het doel van uw be
zoek verwittigd, en zie, ik heb de gratie
van uw schoonzoon, ridder Paul dit
Maine reeds onderteekend, Ik zal het
bevels-hrift terstond afzenden."
Napoleon schelde en de kapitein
Albert verscheen.
„Weet graaf," ging de keizer met
een weiwillenden glimlach voort
„dat uw schoonzoon een weisprekenden
advocaat gevonden had in den kapi
tein Albert, in wien ik zeer veel be
lang stel. Hij heeft mij vetslag gedaan
van de indrukken van den dapperen
kolonel de Sévan, den voorzitter van
den krijgsraad. Beschouw derhalve de
gunst, welke ik u verleen, als een
daad van loutere gerechtigheid en niet
als een poging om u aan mij te ver
plichten."
„Sire," antwoordde de graaf, met
een takt, welke de keizer terstond
vatte, „een groot hart kan slechts
groote en edelaardige gevoelens bezit
ten. Heb dank, heb dank!"
(Wordt vervolgd.)