Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken 3taliano Min litti op hot o'iaovo adres! ÏIJESSL55. (nut n UiHmdm I Gesprongen Handen Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 8 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10 De €embode Advertentiën 25 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adver teer en. Advertentiën moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur den morgen zijn bezorgd. Kantoor en Drukkerij Langegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 314 Drie en veertigste Jaargang VtrschIJnt «Ik.n Dinsdag- an Vrijdagmiddag Post-giro no. 44234 Vrijdag 8 Nov. 1929 - No. 64 Zorg voor een inwendig zonnetje dan hebt ge de hulp van anderen niet noodig om tevreden te zijn. Epistel en Evangelie. VIJF EN TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTEREN. Les uit den brief van den H. Apostel Paulus aan de Kolossensen; lil, 12-17. Broeders! Doet aan, als uitverkore nen Gods, heiligen en welbeminden, hartelijk mededoogen, goedertierenheid, nederigheid, bescheidenheid, lankmoe digheid, elkander verdragend en elkan der vergevend, zoo iemand eenige klacht heeft tegen een ander; gelijk de Heer u vergeven heeft, aldus ook gij! Boven dit alles echter hebt de liefde, die de band der volmaaktheid is. En in uwe harten zegeviere de vrede van Christus, tot welken gij ook geroepen zijt in één lichaam; en weest dank baar! Het woord van Christus wone in u overvloedigiijk, in alle wijsheid, elkander leerend en vermanend met psalmen, lofzangen en geestelijke lie deren, Gode door de genade zingend in uwe harten. Al wat gij ook doet met woord of werk, doet alles inden naam des Heeren Jesus Christus, God en den Vader dankzeggend door Jesus Christus onzen Heer. EVANGELIE volgens den H. Mattheus; XIII, 24— 30. In dien tijd sprak Jesus tot de scharen deze gelijkenis: het Rijk der hemelen is gelijk aan een man, die goed zaad op zijnen akker gezaaid had. Doch terwijl de menschen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid midden tusschen de tarwe en ging heen. Toen nu de halmen opgeschoten waren en vrucht droegen, vertoonde zich ook het on kruid. En da dienaran das huisvaders kwamen en zeiden tot hem: Heer! hebt gij geen goed zaad op uwen akker gezaaid? Vanwaar heeft hij dan onkruid? Hij nu zeide tot hen: Een vijandig mensch heeft dit gedaan. En de dienaars zeiden hemWilt gij, dat wij gaan en het verzamelen? Doch hij zeide: Neen; opdat gij misschien niet, het onkruid verzamelend, tegelijk daar- meê ook de tarwe uitrukt. Laat beiden groeien tot den oogsten ten tijde van den oogst zal ik aan de maaiers zeg gen: Verzamelt eerst het onkruid en bindt het zamen tot bundels om te verbranden; maar vergadert de tarwe in mijne schuur. en zijn kwaad zaad uitstrooien; hij zelf zal het onkruid in de harten der men schen zaaien, door ingeving van kwade en slechte gedachten, opwekking tot booze lusten, door voorstelling van tijdelijke winsten, ijdele vermaken en bedriegelijke eer; en met behulp van andere menschen, zijne dienaars en aanhangers, zal hij zijn kwaad zaad verspreiden, door hunne valsche en verderfelijke leer, verleidende gesprek en slechte voorbeelden. Zijn uit gestrooid zaad zal ook opgaan en onder de menschen veel schadelijk onkruid voortbrengen, als ongeloof, ongehoorzaamheid tegen God en de menschen, vijandschap, haat, nijd, on liturgische Kalender. Week van 10-16 Nov. Zondag 10 Nov. 25e Zondag na Pinkst. (5e na Driekon.) Mis Dicit. 2e geb. H. Andreas Avelinus, 3e geb. H. Willibrord Nederl., 4e H.H. Tryphon enz. Pref. H. Driev. Maandag II. H. Martinus (St. Maar ten), 2e geb. H. Willibr., 3e geb. H. Mennas. Dinsdag 12. H. Lebuinus, 2e geb. H. Martinus I, paus 3e geb, H. Willibr. Credo. Woensdag 13. H. Didacus, 2e geb. H. Willibr., 3e geb. Concede. Credo. Donderdag 14. Octaafdag H. Willibr., Mis als 7 Nov., 2e geb. H. Josaphat. Credo. Vrijdag 15. H. Gertrudis. Zaterdag 16. H. Willehadus, Nederl. Bij verkoudheid:^ STEEDS DE GROOTSTE SORTEERINO VULPENHOUDERS KANTOORBOEKHANDEL I F. A. TULP m UnjMtnat «5 to. Krommutrut TEL 324 tot oprechte bekeering. Mochten de zondaren door de over denking van de oneindige barmhartig heid en lankmoedigheid Gods opge wekt worden, om tot God hunne toe vlucht te nemen, verlichting en genade van Hem af te smeeken. Evantfelievcrkiarlng. 25ste Zondag na Pinksteren. Op verzoek van Zijne leerlingen, en ook, opdat wij geene verkeerde uit legging van deze parabel zouden opvatten, heeft de Zaligmaker daarvan de volgende verklaring gegeven. Die goed zaad op zijnen akker zaaide, is de Zoon des menschen. De akker beteekent de wereld. Het goed zaad zijn de kinderen des rijks: het onkruid zijn de kwade kinderen. De vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel, Alsof Hij wilde zeggende Zoon Gods is op de wereld gekomen, om het zaad van Zijn Goddelijk Woord en Zijne Heilige Leer, zoowel door Zich Zeiven, ais door Zijne Leerlingen uit te zaaien. Dit edele zaad zal wel in onderschei dene landen der wereld opgaan en in de harten veler menschen goede uit werking doen en heilzame vruchten voortbrengendoordat zij aan Hem gelooven, Hem als hunnen Heer en God aanhangen, Hem naarstig dienen, en deugdelijke werken zullen uitoefe nen. Maar de duivel zal ook komen De Satan zou zooveel verderfelijk zaad in de harten van ons menschen niet kunnen uitstrooien, als wij behOOr- Ujlt Vlinnllln». ow onu ln.ode neigin gen te onderdrukken en gestadig op onze hoede waren, opdat wij door de verderfelijke reden en slechte voor beelden van anderen niet tot zonden vervoerd werdendaarom waarschuwt ons de Zaligmaker, om niet in eene geestelijke slaperigheid te vervallen, en in zorgelooze gerustheid te leven: want alsdan zoekt de duivel de men schen het meest te misleiden. „Terwijl de menschen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid tusschen de tarwe." De menschen slapen, wanneer zij over zichzelven niet waken; hunne gedachten, begeerten, hun doen en laten niet onderzoeken, of niets kwaads of zondigs daaronder schuilt, waardoor hunne ziel benadeeld wordt. Zij slapen, als zij traag zijn in het goede, en bij de vermaken dezer wereld, bij de gezelschappen en hunne bezighe den niet op hunne hoede zijn en zich uit dien hoofde onachtzaam omtrent Gods geboden gedragen. De men schen slapen, wanneer zij hunne kin deren of onderhoorigen niet over hunne zonden berispen en hen van alle ge vaarlijke verkeeringen of gezelschap pen niet met ernst af houden. Hoe- velen echter zijn er onder ons Christe nen, die zich in die geestelijke slaap bevinden? Hoe vele ouders en oversten leven in zorgeloosheid ten opzichte hunner kinderen waarover hun toch het strengste toezicht is aanbevolen Hoe vele Christenen sluimeren, ten opzichte van hun eigen gedrag en hunnen wan del, die nauwelijks letten, hoe velen zij een slecht voorbeeld geven, door eene ontstichtende wijze van leven? Dit is wel de voornaamste oorzaak, waarom het verderf in de wereld zoo zeer hand aan hand toeneemt. Daarom vermaant ons ook de Zaligmaker menigmaalWaakt en bidt, opdat gij niet in bekoring valt. Bewerkt uwe zaligheid met angst en vreeze. Zijt waakzaam en zorgt met ernst vooi uwe zaligheid. Weest wakkeren waakt; want uw vijand, de duivel, gaat rond, als een brieschende leeuw, zoekende wien hij kan verslinden. Hoe groot is de lankmoedigheid en barmhartigheid Gods in het verdragen der zondaren. Wilt gij, spraken de dienaars tot den huisvader, dat wij het onkruid verzamelen Neen, antwoordde Hij, en dit geeft ons te kennen, hoe| lankmoedig God is. Hij gedoogt, dat het beide opwasse tot den oogst; Hij wacht nog en geeft den zondaren tijd om zich te bekeeren. Zoo is God nog heden lankmoedig. God kan van de grootste zondaren groote boetplegers en heiligen maken. Daarom bidt God dikwijls, dat Hij genade verleene Werk voor God. De levensarbeid, hoezeer verheven, Valt wel eens zwaar; :orgen brengt hij, en toch voldoening Zoo weinig maar; En dank'bre erkenning of lof der men schen,] Verwacht ze niet; Wees maar tevreden, dat God uw werken Uw pogen ziet. Daar komen dagen, dat heel onz' arbeid, Ons tegenstaat rist die tijden, .'och noed te baat; Dan moedig voorwaarts, met blijde liefde. De taak volbracht; Waarvoor hierboven (wie weet hoe spoedig) Het loon ons wacht. De daaglijksche offers, den goeden Meester,) Met vreugd' geboön; Zij worden eeuwig en rijk vergolden, In 'sHemels woon! Een verderfelijk sofisme. Weet gij, wat een sofisme is? Sofisme noemt men een redeneering, die schijnbaar goed, maar in werkelijk heid valsch is. lij 't eerste hooren is men geneigd zeggen, ge hebt gelijk! Maar als men even nadenkt, zegt men: neen 't is mis! Daaruit volgt, dat sofismen zeer ver derfelijke dingen zijn voor menschen, die niet of zeer weinig nadenken. Domme menschen kan men door middel van sofisme van alles wijs maken. Daar nu vele boeken, couranten en tijdschriften van sofismen krioelen, is het hoog noodig, dat de menschen meer gaan nadenken. Nu zijn er sofismen, waarbij 't maar zeer weinig nadenken kost, om de valschheid er van te doorschouwen. Zegt men: wanneer Piet loopt, is hij in beweging; welnu Piet is in bewe ging; dus loopt hij, dan voelt men de verkeerde omzetting:'t is waar Piet kan niet loopen, zonder in beweging te zijn, maar hij kan wel in beweging zijn zonder te loopenhij kan bijvoor beeld wippen! Zegt men: een getal kan even en oneven zijn; welnu, vijf is een getal; dus vijf kan even en oneven zijn! Misl 't is wel waar dat het eene getal even, en het andere oneven is, maar geen enkel getal kan tegelijk even of oneven zijn. Doch er zijn andere sofismen, die veel opgang maken onder de menschen, en dus blijkbaar meer nadenken kosten, om de valschheid er van te ontdekken. Zoo bijvoorbeeld dit sofisme: „de godsdienst is voor 't welzijn der ziel de politiek is voor 't stoffelijk welzijn dus de godsdienst heeft niets met de politiek te maken, en de politiek niets met den godsdienst." Er worden helaas! overvloed van menschen gevonden, die deze rede neering slikken met een gerustheid als ware het gepasteuriseerde melk. Nu er de godsdienst mee gemoeid is, moeten wij vooral katholieken, ons toch nooit door dit sofisme laten ver schalken, en met de onnadenkende menigte jaknikken en getuigen: dat vind ik toch eigenlijk ook! Vooral tegenwoordig niet, nu het gezegde„de godsdienst heeft met de politiek niets te maken", hier en daar zelfs een leuze dreigt te worden. Die leuze vermomt een sofisme, is dubbelzinnig en valsch. Godsdienst heeft, in zekeren zin, niet alleen met politiek, maar met alles iets te maken. gij, de Godsdienst heeft niets te maken met mode, sport en alcohol, dan kan ik niet nalaten u terecht te wijzen en te zeggen: met uw wel nemen wanneer mode en sport en alcohol voeren tot verwaarloozing van plichten, heeft de katholieke Kerl leidsvrouw der zielen ten eeuwigen leven, het volle recht hare kinderen te waarschuwen. Zegt gij, de Godsdienst heeft niets met—rekenkunde en grammaire's maken, don protesteer <1c teK«„ verleidelijk sofisme en zeg: wanneer een bepaalde school de kinderen zwakt in het geloof, dan heeft de katholieke Kerk als door God aange stelde bewaarster des Geloofs, hel recht, het bezoeken dier school te verbieden. Zoowel God als godsdienst hebben beide met alles iets te maken. Het Opperwezen, van Wien alles voorkomt, leidt alles tot zijn glorie, en bestemt alles tot eeuwig geluk zijner redelijke schepselen. Doch dan moet ook de mensch, met vrijen wil bedeeld, alles, bijgevolg ook het maatschappelijk leven, het stoffelijke, de politiek, zóó aanwenden, dat daarmee de glorie van God en het eeuwige geluk der menschen be vorderd wordt. Men zegt: „de politiek is stoffelijk welzijn." Jawel, maar 't stoffe lijk welzijn moet ondergeschikt wezen aan 't geestelijk welzijn, want 't lichaam is de dienaar van den geest, en wat baat het den mensch zoo hij de ge- heele wereld wint, maar schade lijdt in zijne ziel? Men zegt „de godsdienst is voor 't welzijn der ziel." Jawel, maar de ziel heeft de plicht al 't stoffelijke te vergeestelijken en dienstbaar te maken aan de glorie van God! Sofistisch concludeert men: „de gods dienst heeft met de politiek niets te maken." Met onderscheid: zeker, het naaste doel van den godsdienst is de zaligheid der ziel, en het naaste doel van het stoffelijke, van de politiek is de welvaart van het lichaam; maar eerste is voornamer dan 't tweede, en beider laatste doel is de glorie van God! Terecht schreef dan ook Kardinaal Manning: „Te spreken van een schei ding tusschen godsdienst en politiek beteekent in 't honderd redeneeren bij hen. die niet beter weten; beteekent echter goddeloos redeneeren of zijn geloof verloochenen €fj hen. die de kwestie begrijpen. „Immers, wat is de politiek anders, dan de zedekunde der maatschappij, de zedekunde der menschen, in zoo verre zij onder de openbare wet ver- eenigd zijn en samenleven? „Dezelfde wet, die regel en leiddraad is voor iederen mensch afzonderlijk, is regel en leiddraad voor het huisgezin en de wet, die regel en leiddraad is voor het huisgezin, is regel en leid draad van den staat. „De wetgevende macht is evengoed gehouden, de wet van het Evangelie in acht te nemen als ieder mensch af zonderlijk. Zie one nieuwe adree hieronder 1 ons lieten lelden uui, wasHéél bescheiden n vooruit, en telkens weer wat grooterl Maar eerstens en veorai nooit knoeien mét de boter II DE ROOIJ - BOTER Stationeatraat 55 - Telef. 988 - Amersfoort zfj e „De politiek is niets anders dan zedeleer, toegepast op de openbare werkzaamheden der volken, op de wet geving der regeeringen en op de uit voerende macht der vorsten. .,Om deze reden is de poging, den godsdienst te scheiden van de politiek, '--j j— vereld, die het juk zich zoekt af te wentelen." Wacht u dus voor het verderfelijke sofisme: „de godsdienst heeft niets met de politiek te maken". J. j. ZEIJ, S.J. houd van uw schrijfmachine bij h. ELZETÏAAR KANTOORBOEKHANDEL LrtNGESTRflAT 84 TEL. 528 Te veel gevraagd. In de Fransche Kamer zette de af gevaardigde Duval-Arnould eens in welsprekende taal uiteen de noodza kelijkheid voor de Kamer, sociale be ginselen te volgen. „Patroon en arbeider", zoo zeide hij, „mogen al overeenkomen, zooals het hun behaagt, zij mogen het al eens zijn over de loonen: boven hun vrijen wil is er eene wet van natuurlijke rechtvaardigheid, die verhevener en ouder is, n.l.dat het loon niet ontoe reikend zij om den arbeider, die matig en volgens zijn stand leeft, te onder houden: en mocht de arbeider, door den nood of door vrees voor erger kwaad gedrongen, zich onderwerpen aan harde voorwaarden, waaraan hij zich niet kan onttrekkendan wordt hem geweld aangedaan, waartegen de rechtvaardigheid protesteert." Er volgden luide toej alle banken, waarop hervatte „U hebt alle reden om te applaudi- seeren, mijne heeren, want wat ik daar voorlas, is een der schoonste bladzij den uit de encycliek van Leo XIII over den toestand der arbeiders. U allen weet, welk een invloed deze encycliek heeft uitgeoefend." Hernieuwde toejuichingen volgden, maar de linkerzijde onthield zichditmaal. Leo XIII toejuichen! Dat was te veel gevraagd. toejuichingen Duval-Arnould Het oude R. K. bldhuls op Santvoort. Nadat ik de eerste bijdrage reeds verzonden had, vond ik een week later 't Rijksarchief te Utrecht nóg een paar aanteekeningen, waarin de lezer wellicht belang stelt. Op 5 Mei 1762 verkoopt Pieter Frank van Erkelens aan Lambertus Schimmel het „Roode huis" in Sant- voort U weet wel, de oude schuil kerk voor f 1200. Nu is dit voor dien tijd een buitengewoon hoog be drag voor een boerenhuizinge; in dien- zelfden tijd ongeveer vind ikeen huis aan den Brink voor 70 gld. 7 stuiver; een huis „achter de kerk" (Stations weg) f80; de herberg „de Vier Heems kinderen" (thans hotel Groeneveld) voor f 550, en de heele Zandvoortsche Molen, met molenhuis en tuin voor 1102 gld. 10 st. Uit de koopsom van 't „Roode huis" blijkt dus wel, dat de oude schuilkerk niet zoo heel klein moet geweest zijn. Jammer, dat niet alle koopbrieven bewaard zijn geble ven, anders had ik U ook kunnen zeg gen, wanneer Geertje Cornelisdochter (zie 1 Apr. 1705) het huis verkocht had en aan wien. Op 22 Nov. 1757 kochtJacobSchoon- derbeek voor de Roomsch Catholieke Kerk in Santvoort van de Erven van Herbert Houwert een half morgen kreupelhout voor 183 gld.; en op 15 April 1767 kocht de ZeerEerw. heer Pastoor Gerard Keukeny, Roomsch Priester in Santvoort, vier dammaten weij- en hooijland, geheeten vanouds „Bethlehem", voor 795 gld. (Misschien voor de kerk.) Baarn. T. PLUIM. Ruwe Huid Schrale Lippen Winterhanden Wintervoeten ■60f 90tt-T„b«30ct. BgApotL»»

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1929 | | pagina 1