Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken li ll NORA RADIO Koopt uw Schrijfniachine Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch oplegging van abonnement moei geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prys per 3 maanden f 1.00. Buiten Amers/oort f 1.10 De €embode Adverlentiën 26 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adver- teeren. Advertentièn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen zijn bezorgd. Kantoor en Drakkeri] Langegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 3t4 Vier en veertigste Jaargang Verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag Post-giro no. 44234 Vrijdag 25 April 1930 - No. 8 Er is maar één geluk: de plicht; maar één troost de arbeid-, maar één genot: het schoone KANTOORBOEKHANDEL i f. a tulp m istrMt 66 t.o. KrommMtrut TEL. 326 Epistel en Evangelie. Eerste Zondag na Paschen. Les uit den eersten brief van den H. Joannes; V, 4—10. Zeer geliefdenAl wat uit God ge boren is overwint de wereld; en dit is de overwinning, welke de wereld overwintons geloof. Wie is er die de wereld overwint, tenzij hij, die ge looft dat Jesus de Zoon Gods is? Deze is het, die gekomen is door water en bloed, Jesus de Christus; niet door het water alleen, maar door het water en het bloed; en de Geest is het,die getuigt dat Christus de waarheid is. Want drie zijn er, die getuigenis geven in den hemel: de Vader, het Woord en de II. Geest; en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigenis geven op de aarde: de Geest en het water en het bloed; en deze drie zijn één. Indien wij de getuigenis der menschen aannemen, de getuigenis van God is meerder; dit toch is de getuigenis van God, welke meerder is, dat Hij aan gaande Zijnen Zoon getuigd heeft. Wie gelooft in den Zoon Gods, heeft de getuigenis Gods in zich. EVANGELIE, volgens den H. Joannes; XX, 19—31. In dien tijd, toen het avond was, op dien dag, den eersten dag der week, en de deuren, waar de leerlingen ver gaderd waren, uit vrees voor de Joden waren gesloten, kwam Jesus en stond in het midden en sprak tot henVrede zij u! En na dit gezegd te hebben, toonde Hij hun zijne handen en zijne zijde. De leerlingen dan waren verblijd, dat zij den Heer zagen. Wederom dan sprak Hij tot hen Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend ook lk u. Als Hij dit gezegd had, blies Hij over hen en zeide hunOnt vangt den Heiligen Geest! wier zon den gij zult vergeven, die worden zij vergeven, en wier zonden gij zult hou den, die zijn gehouden. Thomas nu, die Didymus genoemd wordt, een van de twaalf, was niet met hen, toen Jesus kwam. De andere leerlingen zeiden dan tot hem: Wij hebben den Heer gezien! Doch hij hij sprak tot henAls ik in zijne han den het indruksel der nagelen niet zie en mijnen vinger in de plaats der nagelen niet steke en mijne hand niet legge in zijne zijde, zal ik het niet gelooven. En acht dagen later waren zijne leerlingen weder binnen en Thomas met hen. Jesus kwam met gesloten deuren en stond in het midden en sprak: Vrede zij u! Vervolgens zeide Hij tot Thomas: Steek uwen vinger hierin en bezie mijne handen, en breng uwe hand vooruit en leg ze in mijne zijde, en wees niet ongeloovig, maar geloovigThomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heer en mijn God! Jesus sprak tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas! hebt gij geloofd; zalig zij, die niet gezien en geloofd hebben. Wel heeft Jesus in tegenwoordigheid zijner leerlingen nog vele en andere teekenen gedaan, die in dit boek niet beschreven zijn; doch deze zijn be schreven, opdat gij gelooven moogt, dat Jesus is de Christus, dc Zoon van God, en opdat gij, geloovend, het leven moogt hebben in zijnen naam. Liturgische Kalender. Week van 27 April—3 Mei. Zondag 27. Beloken Paschen, Mis Quasi modo, Tijdeigen, 2e geb. H. Petrus Canisius, Pref v. Paschen. Maandag 28. H. Marcus 2e geb. H. Paulus, 3e geb. H. Vitalis, Credo, Prefatie van de Apostelen. Dinsdag 29. H. Petrus. Overal pref. van Paschen. Woensdag 30. H. Catharina v. Siëna. 2e geb. H. Catharina van Siëna. Overal Pref. van Paschen, Donderdag 1 Mei. H.H. Philippus en Jacobus, Credo, Pref. van de Apostelen. Vrijdag 2. H. Athanasius, Credo, Pref. v. Paschen. Zaterdag 3. H. Kruisvinding. 2e geb. H.H. Aleyander enz., Credo, Pref, van het H. Kruis. KASTPAPIER Evangelie verklaring. Deze Zondag heet in 't latijn Do- ninica in albis (depositis) d.i. Zondag der afgelegde witte kleederen of witte Zondag, omdat de nieuw-gedoopten daags te voren hunne witte doopklee deren, welke ze acht dagen gedragen hadden, hadden afgelegd. In onze taal heet hij Beloken Paschen (beloken komt van luiken; luiken beteekent sluiten; beloken Paschen is dus hetzeltde als besloten Paschen) omdat het octaaf van Paschen geëindigd is. Door het vasten gelouterd, door het ontvangen der H. Sacramenten (bijzon der de nieuwbekeerden door het H. Doopsel) geestelijker wijze herboren, genieten we nu de vreugde van het nieuwe leven. De H. Kerk wek! ons nu in haar Mis-liturgie met moederlijke bewoordingen op, om het leven der genade te bewaren en te voeden. „Als pasgeboren kinderen moet gij naar de geestelijke, onvervalschte melk (der christelijke leering) begeerig zijn." Zij wijst ons op de H. Communie als het ware voedsel onzer zielen, waardoor onze verrijzenis in Christus duurzame vruchten van christelijk leven zal voort brengen. Het geloof nu is de grondslag van dit christelijk leven en daarom drukt de Kerk vandaag vooral op de nood zakelijkheid en het voordeel van het geloof in Christus: het'geloof in Chris tus maakt ons tot kinderen Gods, maakt ons deelachtig aan de overvloedige genaden der verlossing. Door dat ge loof zijn wij als ledematen innig ver- eenigd met ons Hoofd, Christus, en deelen wij in de overwinning van Hem, die gezegd heeft: „Ik heb de wereld overwonnen". Dit geloof nu staat onwrikbaar vast want het berust op de verklaring van God zeiven, die getuigenis heeft afge legd van zijnen Zoon Jezus, gelijk de H. Johannes in het Epistel zegt. Boven dien heeft Jezus zijn verrijzenis, die de heerlijkste bevestiging is van zijne goddelijke zending, ten duidelijkste aan zijn apostelen bewezen. Het ongeloof van den H. Thomas in Jezus' Verrijzenis is niet alleen voor hem zelf maar ook voor ons allen een aanleiding geweest dat Jezus zich toonde. Thomas, die bij de eerste verschijning des Heeren op den dag van de Verrijzenis niet tegenwoordig geweest was, wilde het verhaal van zijn mede-apostelen aangaande Jezus' verschijning niet gelooven. Het was maar een inbeelding van hen geweest, een soort hallucinatie. Hij, Thomas, zou zich niet door den schijn laten bedriegen. „Indien ik mijn vingeren niet gestoken heb in Zijne handen (door nagelen doorboord) en mijn hand gelegd heb in Zijne zijde (door de lans geopend) zal ik het niet gelooven." Deze woorden van twijfel en ongeloof oor Thomas en zijn mede-apostelen alsook voor ons allen een aanleiding geweest, dat Jezus acht dagen daarna nogmaals aan Zijn apostelen verscheen om Thomas op de minzaamste wijze van zijn ongeloof te genezen. „Ver volgens sprak Hij tot Thomas: Kom hier met uw vinger en zie Mijne han den, en kom met uw hand en steek ze in mijne zijde, en wees niet onge loovig maar geloovig." Toen Thomas zulks gedaan had wierp hij zich op de knieën en riep uit: „Mijn Heer en mijn God." De bekeerde Thomas heeft daarna in Oost-Indië, waar hij den Verlosser predikte, talrijke scharen ge bracht tot het geloof in Jezus Christus. Moge zijn geloof ook het onze zijn, en dit geloof de grondslag voor een chris telijk leven en bidden we heden vooi de bekeering der ongeloovigen. maar door zich tot de zonde te neigen verbleekt het. Om 't te herstellen komt Hij, die 't eerst gevormd had: Omdat immers door 't Woord alles gemaakt is, is ook door 't Woord dit beeld ingeprent. Dat Woord kwam dan opdat we van den Apostel zouden hooren „Herstelt U en vernieuwt uw geest (Rom. XII, 2) Enarr. in Ps. 32, 16. St. Augustlnus. 28 Augustus is het 1500 jaar geleden, dat de grootste der Kerkvaders, Augustinus, te Hippo overleed. Met den feestdag van zijn bekeering ving officieel het St. Augustinus' jubel jaar aan. Uit zijn werken In uw ziel is 't beeld van Ged. De menschel ij ke geest ontvangt 't, WISSELSTROOM-TOESTEL Dize MET LUIDSPREKER 103." PIANOHAND EL, S. DUIJKÊR Koffor-Gramaphoon vanaf F15.- A HAVIK 29 - TEL. 773 Geluk. indien het waar was, dat de dom- men het geluk bezaten, dan moest hij, die dit spreekwoord bedacht heeft, wel de gelukkigste zijn. Verre vandaar echter! De domme kan volstrekt niet gelukkig zijn. Het geluk kan hein als in de hand ge geven worden, maar hij is niet in staat het vast te houden, veel minder het te gebruiken. Hoe staat het met de uitdrukking „Daar wordt het geluk in huis ge gooid!" Voor een oogenblik moge zoodanig toevallig geluk misleiden en in ondergeschikte dingen inderdaad aan den domme de kaart in handen spelen, in hoofdzaak zal Moltke wel gelijk hebben, als hij zegt: Op den duur heeft de bekwaamste ,'t meeste geluk laten wij nog juister zeggen, hij, die zijne plichten jegens God en den naaste het ernstigst opneemt, die in vlijt, omzichtigheid en zelfbeheer- sching uitmunt. Om onze nalatigheid te verontschul digen, spreken wij van het blinde ge luk, van het spel des lots, van nood lot, of als wij godsdienstig gestemd zijn van de toelating Gods. En zeer zeker hangen wij vaak af van Gods beschikkingen. Maar even zeker lijden wij ook vaak door de gevolgen van onze eigen schuld. Want over het algemeen mag men zeggen, dat God helpt, wie zichzelf helpt. Even oud als algemeen verspreid het gezegde, dat het hier den boozen altijd goed, den goeden altijd slecht gaat. Reeds het Oude Testament houdt zich herhaaldelijk met deze bewering bezig en toont aan hoe licht zij jegens Gods voorzienigheid totjdwaling voert en braven moedeloos maken kan. Voor ons is het genoeg, drie vragen te stellen. Ten eerste: Wat is het zoo genaamd geluk der boozen? Hoe is het gelegen met zijn eigenlijk wezen, met zijne zekerheid, met zijne duur zaamheid? Ten tweede Kan de booze waarlijk gelukkig zijn? Is tweespalt des gemoeds, is uiterlijke en innerlijke bedwelming in staat iemand gelukkig te maken? Ten derde, en dit is de gewichtigste vraag: Wie is eigenlijk goed, en wie is boos? Wien komt het oordeel daarover toe? Kan iemand rechter zijn in zijne eigen zaak? iemand zóó verdorven, dat aan hem niets te beloonen, of iemand zóó goed, dat hem niets te boeten over blijft? Vatten wij datgene, wat wij geluk noemen wat minder materialistisch op, hoedden wij ons wat meer voor over drijving, voor wangunst en engevoe- ligheid, legden we ons wat meer toe op geduld en onderwerping aan Gods wijsheid cn goedheid, dachten we meer aan onze schuld en aan verplichting tot boetvaardigheid, dan zouden we waatschijnlijk ons om deze raag wat minder bekommeren. Waarom Het ergste aller vooroordeelen zoo niet de grootste aller onrechtvaardig heden ligt in het woordWaarom toch juist mij het ongeluk vervolgt? Alle anderen zijn gunstelingen van het ge luk; waarom moet ik het stiefkind zijn Deze vragen mogen noch in de weegschaal van het verstand, noch in die van het geloof gelegd worden, want in beide gevallen zijn zij zwaar te veroordeelen. Klaarblijkelijk gaan ze ook niet van het nadenkende verstand, maar van het morrende, lichtgeraakte, ongeduldige hart uit. Het verstand beseft maar al te goed, dat niemand boven het gewone men- schenlot verheven is, dat zij, wien men hun kruis niet aanziet, daaronder meestal des te zwaarder lijden, wijl zij niemand hebben, die hun deelneming schenkt, soms zelfs niemand, wien zij hun leed mogen klagen. En het geloof weet evengoed dat niet het zoogenaamd geluk zich troetel kinderen kiest, maar dat de rechtvaar dige, barmhartige God in Zijne voor zienigheid den menschen toebedeeld wat hun toekomt, t arme hart echter vergeet dit alles onder den druk der smarten, en laat zich meeslepen tot uitingen, die het een oogenblik later, als het weer tor bezinning gekomen is, liever inge houden zou hebben. Daarom is het ook beter op het gejammer van ongeduld niet te ant woorden en met Vondel te zeggen Iets anders heeft de mond, iets anders l't hart gesproken. En God zal dat ook wel vergeven, want Hij weet dat iedereen slechts het kruis gevoelt dat op zijn eigen schou ders drukt en dat het gevoel steeds meer invloed heeft op de uitingen der menschen, dan verstand en overleg. Ook de klachten over de verganke lijkheid en de wankelmoedigheid van het geluk spruiten voort uit onverstand. Hoe toch zou er bestendigheid te vinden zijn in de dingen: Die ijdele dingen, waar de menschen- [kind'ren De gansche zaligheid des levens van [verwachten, Op niets bedacht dan op gewin en bijval! (Milton.) Als men ziet, met hoeveel slordig heid de meesten zich tot hun beroep voorbereiden, met welke onverschillig heid zij hunne bezigheden waarnemen wanneer men ziet, hoe ieder welslagen hanne lichtzinnigheid versterkt, hunne zelfoverschatting vergroot; wanneer men ziet, hoe zij eenieder die hen tot meerder ernst, tot degelijkheid, tot nauwgezetheid aanspoort als een dwaas bespotten of als een lastig en aan matigend zedepreeker verachten, als een ontmoedigenden pessimist vluch ten; wanneer men ziet, hoe vaak het oogenschijnlijk geluk door bedrog, list en ongerechtigheden verkregen is, moet men dan niet erkennen dat het blinde geluk meer consequent, meer logisch is dan de ziende menschen? Inderdaad is de zoogenaamde logica der feiten vaak nog het eenige middel, om de menschen tot nadenken te brengen. Zegt men hun, dat geen welslagen duurzaam kan zijn zonder zedelijke grondslagen, dan spotten zij over den eenvoudige, die meent de dingen der wereld volgens de beginselen der zedenleer te kunnen beoordeelen. Waarschuwt men hen voor den geest der wereldsgezindheid en der opper vlakkigheid, dien het te doen is spoe dig tot rijkdom, aanzien en macht te geraken, dan schreeuwen zij moord en brand over die onuitstaanbare fijnen, die de energie door jeremiaden willen verlammen. Komt het volgens hun zeggen, dan klagen zij over de trouwe loosheid van het geluk Doch neen, laat ons beter van hen verwachten Wij hopen dat zij zeggen zullen, dat de moralist nu toch gelijk heeft gehad, dat zij zich voortaan zijne raad gevingen ten nutte zullen maken. ledige cyclus van de menscheid van ezus Christus; de blijde mysteries van iet begin; de droevige van het smar telijk einde en de glorierijke van de verheerlijking na de opstanding. Het rozenkransgebed is het gebed voor iedereen. Groote geleerden bid den het niet minder vurig dan de een- voudigen en ongeletterden. Voor hoe- velen, die nooit lezen geleerd of b.v. door blindheid, ouderdom, ziekte enz. niet of niet goed meer uit een boek kunnen bidden, is het rozenkransge bed een uitkomst en een dagelijksche troost. Het rozenkransgebed is machtig om door de voorspraak van Maria gunsten te verkrijgen vanJGod, vooral wanneer dit geschiedt in vereeniging. Mei. De schoonste maand des jaars, die volgende week weer begint is toege wijd aan de H. Maagd en Moeder Gods Maria. Terwijl alles in de natuur ons ver haalt van de onuitputtelijke scheppings kracht van haar Zoon, die God zijnde, dezelfde als de Vader en de H. Geest, ons elke nieuwe Lente bewijs geeft van Zijn heerlijkheid, majesteit en goedheid. Ofschoon niet voorgeschreven, zoo als voor de maand October, is reeds lang deze maand de maand van het rozenkransgebed. Het is waar, dat dit gebed door vele katholieken niet genoegzaam wordt gekend en gewaardeerd. Waarom niet? Men vindt het dor, eentonig en geraakt er zoo licht verstrooid onder, vooral als men het alleen bidt. Toch behoeft dit niet. De drie rozenhoedjes elk van 5 tien tjes vormen te samen den volledigen rozenkrans. Bij elk worden 5 geheimen herdacht. Te samen zijn deze de vol- of neemt een abonnement voor onder houd van uw schrijfmachine bij h. ELZEDAAR KANTOORBOEKHANDEL Q LflNGESTRflflT 84 TEL. 528 Binnenland WENSCHEN VAN SPOORWEGMANNEN. „Spoor- en Tramwegen" schrijft: Steeds komen in de dagbladen klach ten voor van het publiek ten opzichte van de spoorwegen. Maar ook de spoorwegmenschen zouden wel eens hun wemchen betreffende het publiek uit willen spreken. Misschien dat het uiten van deze wenschen ten goede zou kunnen wer ken op de meening van het publiek over de spoorwegen. Voor een zeer klein onderdeeltje van het groote spoorwegbedrijf, n.l. den plaatskaartenverkoop, zijn zonder moeite een vijftal wenschen bijeen te brengen. 1. Betaal niet steeds en vooral niet in de eerste uren van den dag, met briefjes van 10 en 25 gulden. 2. Spreek duidelijk en neem vooraf sigaar, pijp of sigaret uit den mond. De dames zouden ons zeer ge- i, indien zij, bij het terug ont vangen van geld, haar handschoenen uit zouden willen trekken. Vermijd alle onnoodige vragen omtrent overstappen enz. aan den commies aan het loket, daar dit op onthoud veroorzaakt en niet in hel belang is van de „achterstaanders". 5. Wacht uw beurt af en] schreeuw niet over den schouder van uw voor man uw verlangens naar het loket. Indien het publiek deze raadgevingen eens ter harte zou willen nemen, dar dit bijdragen tot het veraangena- tot beider genoegen van het ver keer tusschen spoorwegpersoneel en publiek. PROVINCIAAL BESTUUR. Gedeputeerde Staten van Utrecht stellen Provinciale Staten van dat ge west voor de provinciale rekening 1928 vast te stellen op de volgende eind cijfers gew. ontvangsten f 3.162.486.30s buitengew. ontvangsten f 1.862.035.67, in totaal derhalve f 5.024.522.03s gewone uitgaven f2.765.126.17 er buitengewone uitgaven f2.300.422.21. in totaal derhalve f 5.065.548.38, zoodat er wat den gewonen dienst betreft een voordeelig saldo is van f 397.360.19s en wat den buitengewonen dienst be treft een nadeelig saldo van f438.386.54 in totaal derhalve een nadeelig saldo van f 41.026.34s. UITVOERINGEN EN KINDEREN. Het Plaatselijk Comité van Samen werking „Katholiek Maastricht" heeft aan de verschillende vereenigingen een circulaire gezonden naar aanleiding van de klacht, dat bijeenkomsten van uitvoeringen door en of voor kinderen eindigen op 'n uur, niet passend voor den leeftijd van de aanwezigen. De ouders, zelf, helaas, geven maar al te dikwijls uit onmacht, onwetend heid, onverschilligheid of gemakzucht te veel toe, waar 't betreft 't lang en laat uitblijven van hun kinderen. De weldenkende en goedwillende ouders trachten hun kinderen, zooveel als ge past mogelijk is, ook toe te staan, 'n Welkome gelegenheid daartoe heb ben ze, wanneer de medewerking van hun kinderen gevraagd wordt voor lief dadige, kultureele, sociale e. a. doel einden, waarvoor de betreffende ouders beginsel met liefde hun toestemming geven. Maar 'I is begrijpelijk, dat met buiten gewone omzichtigheid hiervan gebruik moet gemaakt worden. En wel o.a. om de volgende overwegingen. 1. Die kinderen, die toch al veelte vrij zijn in hun doen en laten, mogen daarvoor geen enkele verontschuldiging vinden in de handelingen van welke katholieke organisatie dan ook. Daar door zou 't eigen prestige, en dat van de katholieke zaak in 't algemeen, om laag gehaald worden. 2. De kinderen, die door hun ouders een al te groote vrijheid niet krijgen toegestaan, mogen nooit in de ge noemdehandelingen ook maar 'n schijn- motief kunnen vinden, om hun ouders tot uitzonderings-toestemming te be- •■•egen. 3. De kinderen van degelijke ouders mogen niet blootgesteld worden aan de verleiding door al te vrij opge voede kinderen. 4. De ouders zal men zooveel mo gelijk in staat moeten stellen zelf toe zicht te houden op hun kinderen, hun zoo volledig mogelijk in kennis stellen met de tijden gedurende welke ze aan hun toezicht onttrokken zijn; en men zal zelf moeten aanvullen, wat door de ouders niet gedaan wordt, of niet gedaan kan worden. 5. Wanneer men geen voldoende zekerheid stelt voor wat betreft de geestelijke veiligheid der kinderen (want daar gaat 't hier in hoofdzaak om), zullen de gevaren aan bovenbedoelde uitvoeringen verbonden onverantwoor delijk groot worden; en zullen wel denkende ouders zich verplicht gaan achten geen toestemming tot bezoek of medewerking meer te geventegen hun eigen wensch, 't verlangen der kinderen, en 't welzijn van de zaak die men voorstaat in. Uit den Omtrek Soest tegenwoordigheid van den Bur gemeester, den Wethouder van Onder wijs en van de hoofden der R.K., Geref. en Openb. school had door de leerlingen van de hoogste klasse dezer scholen, zoowel jongens als meisjes, een boom-plantdag plaats. Te ruim twee uur werd de eerste boom geplant, in tegenwoordigheid van 90 leerlingen, door den Burge meester en den Wethouder. Achtereenvolgens werd door alle leerlingen een boom geplant. De hoo rnen waren voorzien van een volg nummer. Iedere leerling krijgt een kaart waarop het nummer voorkomt van den boom, door hem geplant, opdat zij later ook nog kunnen zien welke boom door hen geplant is. De molen „De Windhond", het sieraad van de Soester Eng is nauw- lijks verdwenen of de eigenaar van den laatsten Soester molen „De Vlijt" loopt rond met plannen om den om loop en de wieken te sloopen en slechts den romp als pakhuis te be houden. Soesterlberg Het hotel „Huis ter Halve" is in andere handen overgegaan. De heer N. Waltmann uit Rotterdam zal als directeur optreden. Woensdag is brand uitgebroken op de heide, gelegen achter het kamp van Zeist. Onmiddellijk na het ont dekken werd de brandweer gewaar schuwd, terwijl het garnizoen van Amersfoort werd gealarmeerd. Ook de genie uit Utrecht arriveerde in vracht auto's op de plaats des onheils die zich reeds van verre door zware rook wolken afteekende. Na drie uur hard werken kon men zeggen, het vuur meester te zijn. Als vermoedelijke oorzaak gaf men ons op: het vuurtje, dat door kaïn- peerende padvinders was gestookt. In totaal is ongeveer 12 H.A. heide in de vlammen opgegaan.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1930 | | pagina 1