Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
li
ll
NORA RADIO
Koopt uw Schrijfniachine
Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch
oplegging van abonnement moei geschieden
voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prys
per 3 maanden f 1.00. Buiten Amers/oort f 1.10
De €embode
Adverlentiën 26 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel en nijverheid bij geregeld adver-
teeren. Advertentièn moeten Dinsdag en Vrijdag
vóór 8 uur in den morgen zijn bezorgd.
Kantoor en Drakkeri] Langegracht 28 te Amersfoort - Telefoon 3t4
Vier en veertigste Jaargang
Verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagmiddag Post-giro no. 44234
Vrijdag 25 April 1930 - No. 8
Er is maar één geluk: de plicht;
maar één troost de arbeid-, maar één
genot: het schoone
KANTOORBOEKHANDEL
i f. a tulp m
istrMt 66 t.o. KrommMtrut TEL. 326
Epistel en Evangelie.
Eerste Zondag na Paschen.
Les uit den eersten brief van den
H. Joannes; V, 4—10.
Zeer geliefdenAl wat uit God ge
boren is overwint de wereld; en dit
is de overwinning, welke de wereld
overwintons geloof. Wie is er die
de wereld overwint, tenzij hij, die ge
looft dat Jesus de Zoon Gods is? Deze
is het, die gekomen is door water en
bloed, Jesus de Christus; niet door
het water alleen, maar door het water
en het bloed; en de Geest is het,die
getuigt dat Christus de waarheid is.
Want drie zijn er, die getuigenis geven
in den hemel: de Vader, het Woord
en de II. Geest; en deze drie zijn één.
En drie zijn er, die getuigenis geven
op de aarde: de Geest en het water
en het bloed; en deze drie zijn één.
Indien wij de getuigenis der menschen
aannemen, de getuigenis van God is
meerder; dit toch is de getuigenis van
God, welke meerder is, dat Hij aan
gaande Zijnen Zoon getuigd heeft. Wie
gelooft in den Zoon Gods, heeft de
getuigenis Gods in zich.
EVANGELIE,
volgens den H. Joannes; XX, 19—31.
In dien tijd, toen het avond was,
op dien dag, den eersten dag der week,
en de deuren, waar de leerlingen ver
gaderd waren, uit vrees voor de Joden
waren gesloten, kwam Jesus en stond
in het midden en sprak tot henVrede
zij u! En na dit gezegd te hebben,
toonde Hij hun zijne handen en zijne
zijde. De leerlingen dan waren verblijd,
dat zij den Heer zagen. Wederom dan
sprak Hij tot hen Vrede zij u! Gelijk
de Vader Mij gezonden heeft, zend
ook lk u. Als Hij dit gezegd had,
blies Hij over hen en zeide hunOnt
vangt den Heiligen Geest! wier zon
den gij zult vergeven, die worden zij
vergeven, en wier zonden gij zult hou
den, die zijn gehouden.
Thomas nu, die Didymus genoemd
wordt, een van de twaalf, was niet
met hen, toen Jesus kwam. De andere
leerlingen zeiden dan tot hem: Wij
hebben den Heer gezien! Doch hij
hij sprak tot henAls ik in zijne han
den het indruksel der nagelen niet zie
en mijnen vinger in de plaats der
nagelen niet steke en mijne hand niet
legge in zijne zijde, zal ik het niet
gelooven.
En acht dagen later waren zijne
leerlingen weder binnen en Thomas
met hen. Jesus kwam met gesloten
deuren en stond in het midden en
sprak: Vrede zij u! Vervolgens zeide
Hij tot Thomas: Steek uwen vinger
hierin en bezie mijne handen, en breng
uwe hand vooruit en leg ze in mijne
zijde, en wees niet ongeloovig, maar
geloovigThomas antwoordde en zeide
tot Hem: Mijn Heer en mijn God!
Jesus sprak tot hem: Omdat gij Mij
gezien hebt, Thomas! hebt gij geloofd;
zalig zij, die niet gezien en geloofd
hebben.
Wel heeft Jesus in tegenwoordigheid
zijner leerlingen nog vele en andere
teekenen gedaan, die in dit boek niet
beschreven zijn; doch deze zijn be
schreven, opdat gij gelooven moogt,
dat Jesus is de Christus, dc Zoon van
God, en opdat gij, geloovend, het leven
moogt hebben in zijnen naam.
Liturgische Kalender.
Week van 27 April—3 Mei.
Zondag 27. Beloken Paschen, Mis
Quasi modo, Tijdeigen, 2e geb. H.
Petrus Canisius, Pref v. Paschen.
Maandag 28. H. Marcus 2e geb. H.
Paulus, 3e geb. H. Vitalis, Credo,
Prefatie van de Apostelen.
Dinsdag 29. H. Petrus. Overal pref.
van Paschen.
Woensdag 30. H. Catharina v. Siëna.
2e geb. H. Catharina van Siëna. Overal
Pref. van Paschen,
Donderdag 1 Mei. H.H. Philippus
en Jacobus, Credo, Pref. van de
Apostelen.
Vrijdag 2. H. Athanasius, Credo,
Pref. v. Paschen.
Zaterdag 3. H. Kruisvinding. 2e geb.
H.H. Aleyander enz., Credo, Pref, van
het H. Kruis.
KASTPAPIER
Evangelie verklaring.
Deze Zondag heet in 't latijn Do-
ninica in albis (depositis) d.i. Zondag
der afgelegde witte kleederen of witte
Zondag, omdat de nieuw-gedoopten
daags te voren hunne witte doopklee
deren, welke ze acht dagen gedragen
hadden, hadden afgelegd. In onze taal
heet hij Beloken Paschen (beloken komt
van luiken; luiken beteekent sluiten;
beloken Paschen is dus hetzeltde als
besloten Paschen) omdat het octaaf
van Paschen geëindigd is.
Door het vasten gelouterd, door het
ontvangen der H. Sacramenten (bijzon
der de nieuwbekeerden door het H.
Doopsel) geestelijker wijze herboren,
genieten we nu de vreugde van het
nieuwe leven. De H. Kerk wek! ons nu
in haar Mis-liturgie met moederlijke
bewoordingen op, om het leven der
genade te bewaren en te voeden. „Als
pasgeboren kinderen moet gij naar de
geestelijke, onvervalschte melk (der
christelijke leering) begeerig zijn." Zij
wijst ons op de H. Communie als het
ware voedsel onzer zielen, waardoor
onze verrijzenis in Christus duurzame
vruchten van christelijk leven zal voort
brengen.
Het geloof nu is de grondslag van
dit christelijk leven en daarom drukt
de Kerk vandaag vooral op de nood
zakelijkheid en het voordeel van het
geloof in Christus: het'geloof in Chris
tus maakt ons tot kinderen Gods, maakt
ons deelachtig aan de overvloedige
genaden der verlossing. Door dat ge
loof zijn wij als ledematen innig ver-
eenigd met ons Hoofd, Christus, en
deelen wij in de overwinning van Hem,
die gezegd heeft: „Ik heb de wereld
overwonnen".
Dit geloof nu staat onwrikbaar vast
want het berust op de verklaring van
God zeiven, die getuigenis heeft afge
legd van zijnen Zoon Jezus, gelijk de
H. Johannes in het Epistel zegt. Boven
dien heeft Jezus zijn verrijzenis, die
de heerlijkste bevestiging is van zijne
goddelijke zending, ten duidelijkste aan
zijn apostelen bewezen.
Het ongeloof van den H. Thomas
in Jezus' Verrijzenis is niet alleen
voor hem zelf maar ook voor ons
allen een aanleiding geweest dat Jezus
zich toonde. Thomas, die bij de eerste
verschijning des Heeren op den dag
van de Verrijzenis niet tegenwoordig
geweest was, wilde het verhaal van
zijn mede-apostelen aangaande Jezus'
verschijning niet gelooven. Het was
maar een inbeelding van hen geweest,
een soort hallucinatie. Hij, Thomas,
zou zich niet door den schijn laten
bedriegen. „Indien ik mijn vingeren
niet gestoken heb in Zijne handen
(door nagelen doorboord) en mijn hand
gelegd heb in Zijne zijde (door de lans
geopend) zal ik het niet gelooven."
Deze woorden van twijfel en ongeloof
oor Thomas en zijn mede-apostelen
alsook voor ons allen een aanleiding
geweest, dat Jezus acht dagen daarna
nogmaals aan Zijn apostelen verscheen
om Thomas op de minzaamste wijze
van zijn ongeloof te genezen. „Ver
volgens sprak Hij tot Thomas: Kom
hier met uw vinger en zie Mijne han
den, en kom met uw hand en steek
ze in mijne zijde, en wees niet onge
loovig maar geloovig." Toen Thomas
zulks gedaan had wierp hij zich op
de knieën en riep uit: „Mijn Heer en
mijn God." De bekeerde Thomas heeft
daarna in Oost-Indië, waar hij den
Verlosser predikte, talrijke scharen ge
bracht tot het geloof in Jezus Christus.
Moge zijn geloof ook het onze zijn, en
dit geloof de grondslag voor een chris
telijk leven en bidden we heden vooi
de bekeering der ongeloovigen.
maar door zich tot de zonde te neigen
verbleekt het.
Om 't te herstellen komt Hij, die
't eerst gevormd had:
Omdat immers door 't Woord alles
gemaakt is, is ook door 't Woord dit
beeld ingeprent.
Dat Woord kwam dan opdat we
van den Apostel zouden hooren
„Herstelt U en vernieuwt uw geest
(Rom. XII, 2) Enarr. in Ps. 32, 16.
St. Augustlnus.
28 Augustus is het 1500 jaar geleden,
dat de grootste der Kerkvaders,
Augustinus, te Hippo overleed.
Met den feestdag van zijn bekeering
ving officieel het St. Augustinus' jubel
jaar aan.
Uit zijn werken
In uw ziel is 't beeld van Ged.
De menschel ij ke geest ontvangt 't,
WISSELSTROOM-TOESTEL Dize
MET LUIDSPREKER 103."
PIANOHAND EL, S. DUIJKÊR
Koffor-Gramaphoon vanaf F15.- A HAVIK 29 - TEL. 773
Geluk.
indien het waar was, dat de dom-
men het geluk bezaten, dan moest hij,
die dit spreekwoord bedacht heeft, wel
de gelukkigste zijn.
Verre vandaar echter! De domme
kan volstrekt niet gelukkig zijn. Het
geluk kan hein als in de hand ge
geven worden, maar hij is niet in staat
het vast te houden, veel minder het
te gebruiken.
Hoe staat het met de uitdrukking
„Daar wordt het geluk in huis ge
gooid!" Voor een oogenblik moge
zoodanig toevallig geluk misleiden en
in ondergeschikte dingen inderdaad
aan den domme de kaart in handen
spelen, in hoofdzaak zal Moltke wel
gelijk hebben, als hij zegt: Op den
duur heeft de bekwaamste ,'t meeste
geluk laten wij nog juister zeggen,
hij, die zijne plichten jegens God en
den naaste het ernstigst opneemt, die
in vlijt, omzichtigheid en zelfbeheer-
sching uitmunt.
Om onze nalatigheid te verontschul
digen, spreken wij van het blinde ge
luk, van het spel des lots, van nood
lot, of als wij godsdienstig gestemd
zijn van de toelating Gods. En zeer
zeker hangen wij vaak af van Gods
beschikkingen. Maar even zeker lijden
wij ook vaak door de gevolgen van
onze eigen schuld. Want over het
algemeen mag men zeggen, dat God
helpt, wie zichzelf helpt.
Even oud als algemeen verspreid
het gezegde, dat het hier den boozen
altijd goed, den goeden altijd slecht
gaat. Reeds het Oude Testament houdt
zich herhaaldelijk met deze bewering
bezig en toont aan hoe licht zij jegens
Gods voorzienigheid totjdwaling voert
en braven moedeloos maken kan.
Voor ons is het genoeg, drie vragen
te stellen. Ten eerste: Wat is het zoo
genaamd geluk der boozen? Hoe is
het gelegen met zijn eigenlijk wezen,
met zijne zekerheid, met zijne duur
zaamheid? Ten tweede Kan de booze
waarlijk gelukkig zijn? Is tweespalt
des gemoeds, is uiterlijke en innerlijke
bedwelming in staat iemand gelukkig
te maken? Ten derde, en dit is de
gewichtigste vraag: Wie is eigenlijk
goed, en wie is boos? Wien komt het
oordeel daarover toe? Kan iemand
rechter zijn in zijne eigen zaak?
iemand zóó verdorven, dat aan hem
niets te beloonen, of iemand zóó goed,
dat hem niets te boeten over blijft?
Vatten wij datgene, wat wij geluk
noemen wat minder materialistisch op,
hoedden wij ons wat meer voor over
drijving, voor wangunst en engevoe-
ligheid, legden we ons wat meer toe
op geduld en onderwerping aan Gods
wijsheid cn goedheid, dachten we
meer aan onze schuld en aan
verplichting tot boetvaardigheid, dan
zouden we waatschijnlijk ons om deze
raag wat minder bekommeren.
Waarom
Het ergste aller vooroordeelen zoo
niet de grootste aller onrechtvaardig
heden ligt in het woordWaarom toch
juist mij het ongeluk vervolgt? Alle
anderen zijn gunstelingen van het ge
luk; waarom moet ik het stiefkind zijn
Deze vragen mogen noch in de
weegschaal van het verstand, noch in
die van het geloof gelegd worden,
want in beide gevallen zijn zij zwaar
te veroordeelen.
Klaarblijkelijk gaan ze ook niet van
het nadenkende verstand, maar van het
morrende, lichtgeraakte, ongeduldige
hart uit.
Het verstand beseft maar al te goed,
dat niemand boven het gewone men-
schenlot verheven is, dat zij, wien men
hun kruis niet aanziet, daaronder
meestal des te zwaarder lijden, wijl zij
niemand hebben, die hun deelneming
schenkt, soms zelfs niemand, wien zij
hun leed mogen klagen.
En het geloof weet evengoed dat
niet het zoogenaamd geluk zich troetel
kinderen kiest, maar dat de rechtvaar
dige, barmhartige God in Zijne voor
zienigheid den menschen toebedeeld
wat hun toekomt,
t arme hart echter vergeet dit
alles onder den druk der smarten, en
laat zich meeslepen tot uitingen, die
het een oogenblik later, als het weer
tor bezinning gekomen is, liever inge
houden zou hebben.
Daarom is het ook beter op het
gejammer van ongeduld niet te ant
woorden en met Vondel te zeggen
Iets anders heeft de mond, iets anders
l't hart gesproken.
En God zal dat ook wel vergeven,
want Hij weet dat iedereen slechts het
kruis gevoelt dat op zijn eigen schou
ders drukt en dat het gevoel steeds
meer invloed heeft op de uitingen der
menschen, dan verstand en overleg.
Ook de klachten over de verganke
lijkheid en de wankelmoedigheid van
het geluk spruiten voort uit onverstand.
Hoe toch zou er bestendigheid te
vinden zijn in de dingen:
Die ijdele dingen, waar de menschen-
[kind'ren
De gansche zaligheid des levens van
[verwachten,
Op niets bedacht dan op gewin en bijval!
(Milton.)
Als men ziet, met hoeveel slordig
heid de meesten zich tot hun beroep
voorbereiden, met welke onverschillig
heid zij hunne bezigheden waarnemen
wanneer men ziet, hoe ieder welslagen
hanne lichtzinnigheid versterkt, hunne
zelfoverschatting vergroot; wanneer
men ziet, hoe zij eenieder die hen tot
meerder ernst, tot degelijkheid, tot
nauwgezetheid aanspoort als een dwaas
bespotten of als een lastig en aan
matigend zedepreeker verachten, als
een ontmoedigenden pessimist vluch
ten; wanneer men ziet, hoe vaak het
oogenschijnlijk geluk door bedrog, list
en ongerechtigheden verkregen is,
moet men dan niet erkennen dat het
blinde geluk meer consequent, meer
logisch is dan de ziende menschen?
Inderdaad is de zoogenaamde logica
der feiten vaak nog het eenige middel,
om de menschen tot nadenken te
brengen.
Zegt men hun, dat geen welslagen
duurzaam kan zijn zonder zedelijke
grondslagen, dan spotten zij over den
eenvoudige, die meent de dingen der
wereld volgens de beginselen der
zedenleer te kunnen beoordeelen.
Waarschuwt men hen voor den geest
der wereldsgezindheid en der opper
vlakkigheid, dien het te doen is spoe
dig tot rijkdom, aanzien en macht te
geraken, dan schreeuwen zij moord en
brand over die onuitstaanbare fijnen,
die de energie door jeremiaden willen
verlammen. Komt het volgens hun
zeggen, dan klagen zij over de trouwe
loosheid van het geluk
Doch neen, laat ons beter van hen
verwachten
Wij hopen dat zij zeggen zullen, dat
de moralist nu toch gelijk heeft gehad,
dat zij zich voortaan zijne raad
gevingen ten nutte zullen maken.
ledige cyclus van de menscheid van
ezus Christus; de blijde mysteries van
iet begin; de droevige van het smar
telijk einde en de glorierijke van de
verheerlijking na de opstanding.
Het rozenkransgebed is het gebed
voor iedereen. Groote geleerden bid
den het niet minder vurig dan de een-
voudigen en ongeletterden. Voor hoe-
velen, die nooit lezen geleerd of b.v.
door blindheid, ouderdom, ziekte enz.
niet of niet goed meer uit een boek
kunnen bidden, is het rozenkransge
bed een uitkomst en een dagelijksche
troost.
Het rozenkransgebed is machtig om
door de voorspraak van Maria gunsten
te verkrijgen vanJGod, vooral wanneer
dit geschiedt in vereeniging.
Mei.
De schoonste maand des jaars, die
volgende week weer begint is toege
wijd aan de H. Maagd en Moeder
Gods Maria.
Terwijl alles in de natuur ons ver
haalt van de onuitputtelijke scheppings
kracht van haar Zoon, die God zijnde,
dezelfde als de Vader en de H. Geest,
ons elke nieuwe Lente bewijs geeft
van Zijn heerlijkheid, majesteit en
goedheid.
Ofschoon niet voorgeschreven, zoo
als voor de maand October, is reeds
lang deze maand de maand
van het rozenkransgebed. Het is waar,
dat dit gebed door vele katholieken
niet genoegzaam wordt gekend en
gewaardeerd. Waarom niet? Men vindt
het dor, eentonig en geraakt er zoo
licht verstrooid onder, vooral als men
het alleen bidt. Toch behoeft dit niet.
De drie rozenhoedjes elk van 5 tien
tjes vormen te samen den volledigen
rozenkrans. Bij elk worden 5 geheimen
herdacht. Te samen zijn deze de vol-
of neemt een abonnement voor onder
houd van uw schrijfmachine bij
h. ELZEDAAR
KANTOORBOEKHANDEL Q
LflNGESTRflflT 84 TEL. 528
Binnenland
WENSCHEN VAN
SPOORWEGMANNEN.
„Spoor- en Tramwegen" schrijft:
Steeds komen in de dagbladen klach
ten voor van het publiek ten opzichte
van de spoorwegen. Maar ook de
spoorwegmenschen zouden wel eens
hun wemchen betreffende het publiek
uit willen spreken.
Misschien dat het uiten van deze
wenschen ten goede zou kunnen wer
ken op de meening van het publiek
over de spoorwegen.
Voor een zeer klein onderdeeltje
van het groote spoorwegbedrijf, n.l. den
plaatskaartenverkoop, zijn zonder moeite
een vijftal wenschen bijeen te brengen.
1. Betaal niet steeds en vooral niet
in de eerste uren van den dag, met
briefjes van 10 en 25 gulden.
2. Spreek duidelijk en neem vooraf
sigaar, pijp of sigaret uit den mond.
De dames zouden ons zeer ge-
i, indien zij, bij het terug ont
vangen van geld, haar handschoenen
uit zouden willen trekken.
Vermijd alle onnoodige vragen
omtrent overstappen enz. aan den
commies aan het loket, daar dit op
onthoud veroorzaakt en niet in hel
belang is van de „achterstaanders".
5. Wacht uw beurt af en] schreeuw
niet over den schouder van uw voor
man uw verlangens naar het loket.
Indien het publiek deze raadgevingen
eens ter harte zou willen nemen, dar
dit bijdragen tot het veraangena-
tot beider genoegen van het ver
keer tusschen spoorwegpersoneel en
publiek.
PROVINCIAAL BESTUUR.
Gedeputeerde Staten van Utrecht
stellen Provinciale Staten van dat ge
west voor de provinciale rekening 1928
vast te stellen op de volgende eind
cijfers gew. ontvangsten f 3.162.486.30s
buitengew. ontvangsten f 1.862.035.67,
in totaal derhalve f 5.024.522.03s
gewone uitgaven f2.765.126.17 er
buitengewone uitgaven f2.300.422.21.
in totaal derhalve f 5.065.548.38, zoodat
er wat den gewonen dienst betreft een
voordeelig saldo is van f 397.360.19s
en wat den buitengewonen dienst be
treft een nadeelig saldo van f438.386.54
in totaal derhalve een nadeelig saldo
van f 41.026.34s.
UITVOERINGEN EN KINDEREN.
Het Plaatselijk Comité van Samen
werking „Katholiek Maastricht" heeft
aan de verschillende vereenigingen een
circulaire gezonden naar aanleiding
van de klacht, dat bijeenkomsten van
uitvoeringen door en of voor kinderen
eindigen op 'n uur, niet passend voor
den leeftijd van de aanwezigen.
De ouders, zelf, helaas, geven maar
al te dikwijls uit onmacht, onwetend
heid, onverschilligheid of gemakzucht
te veel toe, waar 't betreft 't lang en
laat uitblijven van hun kinderen. De
weldenkende en goedwillende ouders
trachten hun kinderen, zooveel als ge
past mogelijk is, ook toe te staan,
'n Welkome gelegenheid daartoe heb
ben ze, wanneer de medewerking van
hun kinderen gevraagd wordt voor lief
dadige, kultureele, sociale e. a. doel
einden, waarvoor de betreffende ouders
beginsel met liefde hun toestemming
geven.
Maar 'I is begrijpelijk, dat met buiten
gewone omzichtigheid hiervan gebruik
moet gemaakt worden. En wel o.a. om
de volgende overwegingen.
1. Die kinderen, die toch al veelte
vrij zijn in hun doen en laten, mogen
daarvoor geen enkele verontschuldiging
vinden in de handelingen van welke
katholieke organisatie dan ook. Daar
door zou 't eigen prestige, en dat van
de katholieke zaak in 't algemeen, om
laag gehaald worden.
2. De kinderen, die door hun ouders
een al te groote vrijheid niet krijgen
toegestaan, mogen nooit in de ge
noemdehandelingen ook maar 'n schijn-
motief kunnen vinden, om hun ouders
tot uitzonderings-toestemming te be-
•■•egen.
3. De kinderen van degelijke ouders
mogen niet blootgesteld worden aan
de verleiding door al te vrij opge
voede kinderen.
4. De ouders zal men zooveel mo
gelijk in staat moeten stellen zelf toe
zicht te houden op hun kinderen, hun
zoo volledig mogelijk in kennis stellen
met de tijden gedurende welke ze aan
hun toezicht onttrokken zijn; en men
zal zelf moeten aanvullen, wat door
de ouders niet gedaan wordt, of niet
gedaan kan worden.
5. Wanneer men geen voldoende
zekerheid stelt voor wat betreft de
geestelijke veiligheid der kinderen (want
daar gaat 't hier in hoofdzaak om),
zullen de gevaren aan bovenbedoelde
uitvoeringen verbonden onverantwoor
delijk groot worden; en zullen wel
denkende ouders zich verplicht gaan
achten geen toestemming tot bezoek
of medewerking meer te geventegen
hun eigen wensch, 't verlangen der
kinderen, en 't welzijn van de zaak die
men voorstaat in.
Uit den Omtrek
Soest
tegenwoordigheid van den Bur
gemeester, den Wethouder van Onder
wijs en van de hoofden der R.K.,
Geref. en Openb. school had door de
leerlingen van de hoogste klasse dezer
scholen, zoowel jongens als meisjes,
een boom-plantdag plaats.
Te ruim twee uur werd de eerste
boom geplant, in tegenwoordigheid
van 90 leerlingen, door den Burge
meester en den Wethouder.
Achtereenvolgens werd door alle
leerlingen een boom geplant. De hoo
rnen waren voorzien van een volg
nummer. Iedere leerling krijgt een kaart
waarop het nummer voorkomt van den
boom, door hem geplant, opdat zij
later ook nog kunnen zien welke
boom door hen geplant is.
De molen „De Windhond", het
sieraad van de Soester Eng is nauw-
lijks verdwenen of de eigenaar van
den laatsten Soester molen „De Vlijt"
loopt rond met plannen om den om
loop en de wieken te sloopen en
slechts den romp als pakhuis te be
houden.
Soesterlberg
Het hotel „Huis ter Halve" is in
andere handen overgegaan. De heer
N. Waltmann uit Rotterdam zal als
directeur optreden.
Woensdag is brand uitgebroken op
de heide, gelegen achter het kamp
van Zeist. Onmiddellijk na het ont
dekken werd de brandweer gewaar
schuwd, terwijl het garnizoen van
Amersfoort werd gealarmeerd. Ook de
genie uit Utrecht arriveerde in vracht
auto's op de plaats des onheils die
zich reeds van verre door zware rook
wolken afteekende. Na drie uur hard
werken kon men zeggen, het vuur
meester te zijn.
Als vermoedelijke oorzaak gaf men
ons op: het vuurtje, dat door kaïn-
peerende padvinders was gestookt.
In totaal is ongeveer 12 H.A. heide
in de vlammen opgegaan.