Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken VULPENHOUDERS N.V. Middenstands-Bank Fa. H. Elzenaar Bel dan op No. 42 Abonnementen kunnen elke week ingaan, doch opzegging van abonnement moet geschieden voor den aanvang van een nieuw kwartaal. Prijs per 3 maanden f 1.00. Buiten Amersfoort 1.10 De €embode Advertentiën 26 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adver- leer en. Advertentièn moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen tjjn bezorgd. Kantoor en Drakkerl| Lingegricht 28 te Amersfoort - Telefoon 314 Vijf en veertigste Jaargang Verschijnt alken Dinsdag- en Vrijdagmiddag Dinsdag 15 Sept. 1931 Post-giro no. 44234 No. 48 Leent gij et eenen vijand. Watervloeden In Eemland door T. PLUIM. Zooals bekend is, heeft Eembrugge voorheen óók een kerk gehadze stond eerst aan de overzijde der Eem, bij de brug, en na haar verwoesting in 1528 werd er aan deze zijde een nieuwe gebouwd, links in 't huidige weiland, iets vóór de brug. De Pastoors of hun kosters hadden de goede gewoonte om in het kerke boek allerlei voorname feiten op te teekenen. Daaronder bekleeden (helaas!) de watervloeden een groote plaats; immers de dijken waren toenmaals nog niet zoo sterk als thans, zoodat ze dikwijls bezweken. Zoo leest men in genoemd kerke- boek, in onze spelling overgebracht, o. a. .In 1514 op St.-Remigius-dag (1 Oct.) was er een watervloed zóó hoog, dat het een steenbreedte onder het hoog altaar stond. .In 1532 op Allerzielen (2 Nov.) is 's namiddags een hevige storm uit het noordwesten opgestoken, die drie tot vier aanhield, waardoor de zee zoo werd, als in geen 30 jaren het geval was geweest. Hier en elders werd aan zienlijke schade aangericht en een groot getal menschen en vee kwam om. „Anno Domini 1566, 's nachts na St.-Valentijnsdag 14 Febr.), is de water vloed eerst uit Gelderland gekomen (ik vermoed door een doorbraak van de zeedijk bij Nijkerk) en is in korte tijd zoo hoog gestegen, als de dwarsboom ligt voor onze torendeur (dat zal de bovenste deurpost wel zijn). „Nog in hetzelfde jaar, 's anderen daags na Paschen, te weten 15 April, is de watervloed één voet en één duim boven de genoemde dwarsboom ge weest (dus nog ruim 3 d.M. haoger dan op 14 Febr.)." Zooals bekend is, had men in 1570 de beruchte Allerheiligenvloed (1 Nov.). „'s Nachts na Allerheiligen zegt het kerkeboek is er zoo'n hooge water vloed geweest, dat er in Friesland en in Waterland veel menschen en bees ten verdronken; ook kwamen er veel menschen te Bunschoten en Eemnes om, en ook veel vee. Hier in de kerk (dus in Eembrugge) was het water een, duimbreed boven het Hoogaltaar, zoodat het in de preekstoel stond. Ook verdronken er in Eembrugge veel koeien." En een ander oud schrijver zegt van deze Allerheiligenvloed„Door de woede der baren werden vele huizen, schuren en dijken omvergeworpen, ja sleepten zij vele huisgezinnen mee, die door de nare en duistere nacht op hun bed in diepe slaap overvallen werden, zoodat de ouders, de kinderen en de zuigelingen in de wieg tegelijk met het huisraad en boerengereedschap door elkander dreven." „In 1577 (zoo vervolgt het kerke boek van Eembrugge) omtrent twee of drie dagen vóór Sint-Jan (24 Juni) was de watervloed zóó hoog in onze kerk, JOH. DE HEER VARKENSMARKT TEL., 1309 AMERSFOORT Piano's - Orgels - Radio dat het een voet hoog in het koor stond. „In het voorjaar van 1588 is er een vloed te Bunschoten geweest; de (dijk is op sommige plaatsen doorgebroken tot aan de voet toede schade wordt op een ton gouds geschat," (wat tegen woordig wel met een half millioen gelijk staat). In 1595 brak in 't voorjaar de Grebbe- dijk (Rijndijk) bij Rhenen door, zoodat de Geldersche Vallei onderliep en daar door ook Amersfoort. Het water sloeg met zulk een kracht tegen de Slijk- poort en het Wachthuis aldaar, dat beide bezweken; de golven stortten de stad in en eenige dagen lang kon men in Amersfoort met schuiten door dé straten roeien. Ook Eemland liep toen groot gevaar, daar de Eem, die het Rijnwater moest afvoeren, te vol zou worden en dus zou overloopen. Maar gelukkig kwam het niet zoover; de Pastoor van Eem brugge schrijft: „Ende Godt versacht (voorzag of verhoedde het), dallet niet en quam over den Dijck te loopen." Door de dijk op de bedreigde punten nog spoedig te versterken, kon het gevaar nog gekeerd worden. „In 1607 is er vloed geweest en zijn Bunschoten, Duist (een buurtje onder Hoogland) enz. geteisterd, zoodat de ossen uit het land moesten. De dijk van Bunschoten is niet doorgebroken, maar wel de Geldersche dijk (bij Nij kerk), waardoor het Sticht door het binnenstroomende water groote schade leed." Verder gaat het kerkeboek van Eem brugge niet. In 1657 brak opnieuw de Grebbedijk door, 's nachts tusschen 25 en 26 Jan., waarbij ook Eemland onderliep. Er verdronken hier veel menschen cn vee. „De huisluiden moesten zich bergen op de zolders en er wierden veel haazen in de boomen gevangen." In April 1702 bezweek dooreen aan houdende storm uit het noorden de Spakenburger zeedijk en liep Eemland onder, waarbij veel menschen en een groot getal dieren verdronken, terwijl er vele huizen wegspoelden. Ook de kerk van Eembrugge werd verwoest en is later niet meer opgebouwd. In 1825 op 25 Febr. brak de Eem- dijk op 19 plaatsen doorhet grootste gat sloeg in de dijk even over de Baarnsche grens, dus in de gemeente Bunschoten. Daar werd met zulk een kracht een diepte (waai) uitgemalen, dat het gat niet gedicht kon worden en er een nieuwe dijk omheen gelegd moest worden. De schade beliep 30 duizend gld. In 1855 bezweek de Grebbedijk op nieuw (tot heden toe gelukkig voor de laatste maal)ook thans zocht het Rijn- MET EEUWIGDURENOE GARANTIE (GBATI8 REPARATIES) VAN f 10.50 AF ALLEENVERKOOP: KANTOORBOEKHANDEL 41 F. .TULP i vergezeld van een paar andere wakkere mannen, hem en zijn gezin uit zijn hachelijke toestand redden. De jongste doorbraak, de geweldig ste, die er misschien hier is geweest, n.l. van 14 op 15 Jan. 1916, heb ik nog onlangs behandeld, zoodat ik hier kanfelndlgen. ngestr, 6 o. Krommestr TEL 326 water weer door de Geldersche Vallei een weg naar de zee. Bijna heel Vee- nendaal liep onder, de kerk van Rens- woude was vol vluchtelingen, en] vele dorpen langs (de Eem stonden blank. Van ouds had men in de rechter Eemdijk tegenover de Melm (Soest) opzettelijk een laagte in die dijk aan bracht, een dusgenaamde „overlaat", iteeg het water der Eem zeer hoog, zoodat Soest en Baarn gevaar liepen, dan stroomde over die overlaat het water een daarachter gelegen polder onder Hoogland binnen. Deze polder was met dijken omringd, zoodat het zeewater verder geen kwaad kon; hij diende dus als veiligheidsklep om de Eemdijk te sparen. Maar omstreeks 1895 rekende een waterbouwkundige uit, dat die overlaat niet meer noodig was. Immers de Eem- dijken waren pas opgehoogd en kon den dus nu meer water bergen. Daar om werd genoemde overlaat gedicht, al waarschuwden ook sommige boeren er tegen. De bedoelde polder zou dus voortaan droog kunnen blijven. Maar wat gebeurt er in 't begin van December 1896? Opnieuw komt het zeewater de Eem binnen en zet 2eer hoog op, daar het thans geen uitweg over de vroegere overlaat meer vindt. Onrustbarend begon het te stijgenhet bereikte in de nacht van 4 op 5 Dec. reeds het erf van Paridon tegenover het Tolhuisje; de Kerkstraat in Baarn stond dus daar blank 1 Doch in de vroege morgen begint het water plotseling te dalen ergens moest dus aan de overzijde de Eemdijk bezweken zijn. Het bleek dan ook spoedig, dat dit het geval was en wel op de plaats van de vroegere overlaat (daar de nieuwe dijk zeker nog niet hard genoeg was geworden). Het scheen dus, of het water zich over zijn boeien wilde wreken en met al de mooie cijfers van de waterbouwkunde de spot dreef. Zóó sterk was de kracht van de stroom, dat het stoomgemaal werd meegesleurd, de zware ketel zelfs over een afstand van 50 M„ terwijl het huis van den molenaar (machinist) instortte en grootendeeels werd vernield. Ter nauwernood had de man zich nog in nachtgewaad met zijn gezin kunnen redden. Een paar dagen tevoren had hij juist een erfenisje van f800 ont vangen, die bij de doorbraak in de woedende golven voor altijd verloren gingen. Nu wachtte hij op de dijk, ter weerszijden door schuimende wateren bedreigd, zijn redding af. Gelukkig kwam bij het krieken van delate dag de Burgemeester, Jhr. Mr. de Beaufort, Wat Is te wachten Het begint, en teekenen wijzen er op, dat het er nu en dan wel eens spannen zal. Want ieder is van mee ning, dat we den moeilijksten winter tegemoet gaan, die we sedert men- schenheugenis kenden. Als we de welvaart moeten afmeten naaf het aantal werkloozen, dan staan we er voorzeker heel slecht voor, maar als we de welvaart afmeten naar den tegenwoordigen toestand van het Ne- derlandsche volk in vergelijking met 30 i 40 jaren terug, dan staan we er ongetwijfeld goed voor. En als we den toestand van het Nederlandsche Volk moeten afmeten naai de inkomens nu en toen, ook de betrekkelijke waardedaling van het geld in aanmerking genomen, dan staan we er nog ongetwijfeld zeer goed voor. Het 'is dan ook niet zoozeer tegen woordig een vraag hoe we er thans voorstaan, als wel hoe zal het er over een jaar, over tien jaar uitzien. Enkele jaren van minder goede za ken komen we met gemak te boven; maar als deze crisisperiode een begin zou zijn van een tijdperk, dat op blij- venden achteruitgang wijzen zou, dan zouden er ernstige redenen tot onge rustheid aanwezig zijn. En wat is er feitelijk aan de hand? Niets anders, dan dat de menschen die ^arbeiden, en de aarde die schonk, en God die zegen gaf over dat alles, métr goederen voortbrachten, dan de wereld kan verteeren. En wat zien we verder? Om ons tot Nederland te bepalen, kunnen we uit de 'statistieken leeren, dat ons land een goede 30.000 perso- len telt met een hooger inkomen dan 10000 per jaar, waaronder er 873 zijn met een inkomen boven de f 100.000. En hoeveel werkloozen en hoeveel armen en bedeelden? We weten het niet. Er is dus voldoende inkomen voor wat het geheel aangaat; maar wel is het zeker, dat de inkomens ongelijk, te ongelijk verdeeld zijn, en meestal zij die het 't hardste noodig hebben en het zwaarste werk moeten leveren, het minste verdienen. De leiders van den R. K. Werklie- denbond in Nederland staan midden in de zorgen die het kapitalisme den arbeider heeft gebracht. Zij weten meest bij ondervinding hoezeer de arbeider eenmaal rechte loos was overgeleverd aan willekeur i hoe 't was volgens de woorden in |het nieuwe lied, voor 40 jaren Zwarte nacht was om ons heen Kind'rcn vroegen brood. Iedereen liet ons alleen Tot dzn droeven dood. Zij weten wel, dat er enorm veel is veranderd, maar zij weten evenzeer, dat de zwaarte van deze crisisjaren op de en slapte in zaken terstond beteekent:! op de keien met den werknemer en dat .NTf|f||An/\A|/An voor een blijvende en afdoende verbe- |L/IUUICUUCACII tering van den arbeidersstand nog U0odra de boekenlijst In Uw bezit Is ontzaglijk veel zal moeten gedaan Bestelt ze bij ons! voor Amersfoort en Omstreken AMERSFOORT. Lange Gracht no. 4 - Telefoon no. 304 en 697 Deskundige voorlichting bg den aan- en verkoop van Effecten Verhuring van Lips Safe-loketten Verzilveren van coupons Handelacredieten Tncaaseeringen Spaar-deposito's rente 8'/i pet. Beotelt Uw BERICHTEN UIT AMERSFOORT Langestraat 84 Het nieuw gekozen raadslid der S.D.A.P., de heer Butselaar Is hersteld teruggekeerd uit het Ziekenhuis te Utrecht en zal nu in de op 29 Sept. a.s. te houden raadsvergadering wor den geïnstalleerd. Dinsdag 6 Oct. zal het Dresdener Kreuzchor een uitvoering van oude en nieuwe kerkmuziek geven in de St. Joriskerk. Het beroemde koor, staat onder leiding van Rudolf Mauersberger, de opvolger van prof. Richter in zijn functie van Kantor van het 700-jarig koor der Kruiskerk te Dresden. Door het bestuur van de Sociëteit Amicitia is voor de verbouwing van het bestaande gebouw een leening uit geschreven van f 25.000.in obligatiën van f250.-. Het al of niet doorgaan van de ver bouwing hangt ten nauwste samen met het slagen der leening. In het komend seizoen zal de bios coop Amicitia in exploitatie worden genomen door de Atlasfilm uit Am sterdam. De voorstellingen zullen plaatsvinden op Zaterdag, Zondag en Maandag. Op 24 September zal op het terrein waar onlangs het Circus Gleich heeft gestaan een kermis beginnen. Deze kermis wordt ondernomen door Gebr. Hommerson en Vermolen, onder den naam „Vereenigde Altractiebedrijven". De onderneming heeft|!5 inrichtingen in exploitatie, deels op Lunaparken, deels op de groote kermissen in België eu ons land. Op de kermis aan den Hoogland- scheweg zullen de volgende attracties komen Wembly Attractie,een inrichting welke plaats biedt aan 3000 bezoekers. Een rupsbaan, een autodrome, de inrichting met de miniatuur auto's, een Ameri- kaansche sensatie-inrichting, een Hebt U een Taxi of auto noodig Amersfoort lijk rad, een fietscaroussel, een draai molen, een zwtefcaroussel, ponnybaan, champignon palace, luchtschommel. poffertjeskraam, verschillende oefe- ningsspelen, gebakkraam, consumptie tent, enz. - Burgerlijke stand. Geboren: Bertus, z. v. B. de Vries en G. Muis Gerardus lohannes, z. v. E. J. v. Deuveren C. O. Haarsma Johannes Jacobus, z. v. H. L. Rekers en E. Romunde. GehuwdA. Hen schel en Q. G. K. Agenant. 9 Sept. GeborenJohanna Maria, d. v. A. C. v. Minnen en H. Jans Jo hanna, d. v. W. Koetse en E. Buijs Elsje, d. v. F. Kropff en B. Meester. GehuwdJ. G. Epskamp en C. de Win ter C. A. Tondeur en H. M. v. d. Berg O. Kronenburg en V. Zwart J. J. G. de Groot en D. A. Pijpers A. Kievit en J. Koene W. Hen- driksen bijgenaamd Oostereng en H. Bertz. Overleden: Geertruida Pot, 3 w. Jetje Lever, 28 j., echtg. van Hilversum. 10 Sept. Geboren: lohanna Paulina, d. v. B. v. d. Berg en A. J. de Kruiff Abraham, z. v. O. Hoogeveen en C. Eist. OndertrouwdA. G. v. Kra nenburg en G. v. d. Glas - J. Kruijs- wijk en W. P. A. Bos H. Ruiten berg en S. Kuijt M. Dijkhuizen en B. v. Rouendal E. v. Westerlaak en H. v. Daatselaar E. Poort en J. Klomp J. v. Ewijk en W. v. Assen O. H. W. op 't Broek en J. M. A. v. Daal H. G. Hasken en L. Niessink. 0 De Spoorwegdiefstal. Slade voegde niets bij de verklaring, die zijn kameraad had afgelegd, doch knikte mei zijn hoofd len leeken van instemming. Mr. Pinkerton luisterde aandachtig en zei toen: „Wc zullen hier later op terugkomen," gaf hen daarop een nauwkeurige beschrijving van Cum- mings en zond hiermede Chip en Slade naar de verschillende verlakkingen van deze firma te St. Louis en van daar naar alle afdeelingen en onderafdee- lingen van dit uitgebreide spinneweb. Na hen nog verder eenige bevelen in deze zaak gegeven te hebben, ging hij, door zijn beide ondergeschikten gevolgd, naar het bureau van het hotel. Na het overweldigend tafereel, dat er in de wagon had plaats gegrepen en geëindigd was, doordien Cummings den wagen verlaten had, reed de trein weder verder en bleef hij achter in het bezit van nagenoeg 100.000 dollars. Het spel was wanhopend geweest, maar goed gespeeld, doch hoe koel bloedig en sterk van zenuwen hij ook was, zoo was hij toch genoodzaakt om tegen een paal aan den weg te gaan zitten om bij te komen, hij beefde over al zijn leden en rilde alsof hij de koorts had. Ten laatste richtte hij zich op, pakte zijn valies met al de schat ten er in en liep naar de rivier toe. Af cn toe stond hij stil om in hel duister den weg te onderscheiden, leder zintuig moest hij inspannen en goed uitkijken om hier of daar een grenspaal te bespeuren. Hij had wat een mijl afgelegd, toen van een hoop takkebossen, die aan den weg lag, een man te voorschijn sprong. De haan van een pistool hoorde hij over halen, terwijl de onbekende hem toe riep: „Halt! Hou je handen boven je hoofd, dan heb ik beter oog op je." Al was Cummings ook verschrikt door die plotselinge verschijning en nog ter nauwernood bekomen van zijn gevecht met de beambte, zoo was hij toch te dapper om zich tijdelijk over te geven. Hij smeet zijn valies neer, sprong op den vermeteien vreemdeling toe cn pakte hem door overrompeling bcel. De scherpe knal van een pistool schot werd in de stilte van den nacht gehoord, en de twee mannen, Cum mings boven op, vielen op den grond. Ze waren zoo wat van gelijke sterkte, zoodat de kans van den twist nu eens in het voordeel van den een, en dan weder naar den ander overhelde. Het schorre ademhalen, de onderdrukte vloeken cn de hevige slagen, die cr werden uitgedeeld, waren het bewijs dat er wanhopig tusschen hen ge vochten werd. Elkander hevig omkneld houdende lagen ze naast elkander, niet in staat om elkander meester te wor den. In de verte hoorde men het ge rommel van een naderenden goederen trein, die hoe langer hoe dichter bij kwam, en steeds vochten de twee menschen. Met een ijzeren greep drukte Cummings den vreemdelidg met zijn keel op de rails, terwijl deze weder met een stalen arm Cummings op den grond drukte. Door een toeval scheen het licht van den naderenden trein eensklaps in hun oogen, waardoor hun houvast verloren en beiden v den grond sprongen. Ze werden door het volle licht overstroomd en in dat zelfde oogenblik herkenden zij elkander. „Wittrock!" „Moriarity De trein liep langs hen heen en de twee strijders staarden weder in de duisternis. Cummings was de eerste, die vroeg: „Hoe kom je voor den duivel hier, Dan?" „Ik wou je juist diezelfde vraag doen, Fred." „Heb je dan mijn brief niet ont vangen?" Wat voor brief?" Ik heb je uit Chicago geschreven om vanavond bij de hand te zijn." „Heb je dien naar Leavenworth ge zonden?" „Ja." „Ik ben op weg er naar toe, te St. Louis werd ik teleurgesteld, daar kon ik mijn slag niet slaan en wilde naar Leavenworth gaan." „En zag mij voor een meerkol aan. die je tegen wildet houden, maar het is goed dat ik je tegenkom, want ik heh je noodig." „Zit er geld in?" „Een beetje." „Wat krijg ik er van?" Cummings aarzelde eerst met te antwoorden, en zeide toen: „Dan, je hebt me eens laten zitten, ik weet dus niet of ik je wel vertrouwen kan, je bent te..." „Vertrouw me maar! Geef Dan Moriarity de kans om eenige feilen te bedekken, dan is hij je met lijf en ziel toegedaan." „Wat vraag je om mij te helpen en je mond te houden?" „2000 dollars." "Aangenomen!" zei Cummings en stak hem zijne hand toe. Nu het verdrag alzoo was aange gaan. stak Cummings een lucifer aan, om zijn valies op te zoeken. Het was gelukkig aan deze zijde van de rails gevallen, hij raapte het op en liep door, gevolgd door Moriarity, die ver wonderd en nieuwsgierig was. Op dit punt van de Missouri-rivier is de oever zeer steil en schijnt de spoorlijn, die er langs loopt, daar uit de rots te zijn gehouwen. Diepe geu len en ravijnen, die tot het water toe loopen en de landstreek doorsnijden, verleenen een veilige schuilplaats aan hen, die het gerecht ontvluchten, roovers en misdadigers. Op een plaats gekomen waar een dezer geulen van den spoorweg afloopt, ging Cummings er in en daalde met een vasten stap, door Moriarity gevolgd, langs den af grond neer; h.ilfweg van den moeie- lijken tocht bleef hij staan, bracht zijn vingers in zijn mond en floot drie maal, twee keer kort en een lange stoot. Dit signaal werd onmiddellijk be antwoord en even werd daar boven een brandende toorts zichtbaar, die echter terstond weder werd uitgedoofd. Nog een weinig klimmen, waarna Cummings scherp rechts omsloeg, andermaal stil stond en het signaal nu zacht herhaalde, waarop de vraag: „Wie is daar?" het antwoord was. Waarop Cummings zeide: „Vrees niet, ik ben het!" en Moriarity een stoot in zijn ribben gevend, fluisterde hij hem toe: „Zie je wel, dat ik mijn wachtwoord nog niet vergeten ben." Aan de eene zijde werd een deken opgelicht en zag men den ingang van een natuurlijken kelder, tegen den muur er van brandde een houtvuur. Binnen gekomen, werd de deken er weder voor dichtgeschoven en voorafgegaan door een man, wiens trekken men door het helle toortslicht niet onderscheiden kon, werden ze naar het lager gedeelte in het hol gebracht. De koperen ketel in den hoek, en de whisky-lucht deden ons dadelijk begrijpen, dat ze bij een onwettigen distilleerder waren. Een groot vuur verspreidde een ros- n gloed over den kelder waar dekens en keukengereedschappen verspreid lagen. Toen de gids bij dit vuur stil bleef staan, viel zijn oog op de goed gevulde valies en toen hij daarop het gelaat van Cummings zag waar een goeden uilslag en voldoening op te lezen stonden, strekte hij zijne hand uit, - riep uit: „Bij den geest van Jesse James, ik geloof dat je hel volbracht (Wordt vervolgd.) hebt!"

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1931 | | pagina 1