F. TULP
R. K. Spaarbank - Amersfoort
Reparatie en Onderhoud
Bel dan op No. 42
Kantoor en Drukkerij Langegracht 28, Amersfoor'
DE EEMBODE verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag
middag. De abonnementsprijs bedraagt één gulden
per drie maanden; buiten Amersfoort f 1.10, franco per
post. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan.
Uitgave van de Katholieke Stichting De Eembode,
gevestigd te Amersfoort
De Gem bode
Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Dinsdag 22 Aug. 1933
ADVEKTENTIÊN 25 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel en nijverheid bij geregeld adverteeren
Advertentlën moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur
in den morgen zijn bezorgd. Telefoon 314
Zeven en Veertigste Jaargang - No. 41
Vrienden, ja, zij gelijken soms maar
al Ie vaak op bijen, die om de planten
zwermen zoolang ze bloemen dragen
en zoolang deze bloemen honing be
vatten, die zij puren kunnen. Als even
wel de herfststormen opsteken, worden
de bloemen geknakt en haar vrienden,
de bijen men ziet ze niet meer.
De Kuituurkamp.
I.
De moderne geschiedenis vertoont
„een opgewonden buitensporigheid
waaraan heel de blanke wereld thans lij
dende is. Zoo typeert Hilaire Belloc het
nationalisme, dat hij vergelijkt met een
godsdienst. Niet met een volledige gods
dienst in de zin van eens geloofsbe
lijdenis met ritueel en een ontwikkelde
zedenleer, maar van een religie in de
aesthetische beteekenis; in de belee-
kenis van iets. dat de gevoelens gaande
maakt, offers doet brengen en de geest
drift voedt; het draagt hel kenmerk van
een religie in de beteekenis van toe
wijding van een of ander voorwerp van
verccring, een vercering in die mate
hartstochtelijk, dat ze de menschen er
toe brengt alles wat ze hebben en lief
hebben, ja het leven zelfs onvoorwaar
delijk op te offeren aan de zaak. die
ze aanbidden."
Een typisch voorbeeld, is Duitschland
sinds 1870 dermate door nationalisme
geïnfecteerd, dat de daardoor hccr-
schende mentaliteit, ten eerste grootcn-
deels verantwoordelijk kan gesteld wor
den voor den geschapen wereldchaos,
ten tweede een belemmering vormt tot
den terugkeer naar gezonden verhou
dingen.
Niemand heelt krachtiger dit natio
nalisme bevorderd dan Bismarck, de
man' van de beruchte kHtuurstrijd.
Want Bismarck was niet van nature
onverdraagzaam, wat Isij legen de Ka
tholieken misdreef kwam alleen v <orl
uit zijn extreme en on gezond nath na-
lisme. Dat voerde Item tol een politiek
van vervolging, een machiavalliMt
terwille van zijn vaderland. Eén Itorizi
kende hij slechtsde grootheid v;
Pruisen cn Duitschland.
Tegenover de Katholieken deelde
Bismarck alle vooroordcelen zijner p
lestantschc gelonfs- t n landgenoot
De vorming der Centrum's partij bleek
Item een doorn in hel oog Reeds in
de jaren -18 en 49 hadden de katho
lieken om algemecnc geloofsvrijheid
gevraagd, in 1871 was hier nog niet
aan voldaan cn terecht begonnen de
katholieken te cischen. Doelt Bismarck,
volbloed autocraat, dacht er niet aan
om iets anders te doen dan wat hij
zelf goed vond en de groei der katho
lieken vond hij zoo verkeerd, dal hij
liet durfde voorstellen als een nationaal
gevaar. En eenmaal in deze dwaling
verankerd, ging het van kwaad lot
erger, want Bismarck's nationalisme
kende geen pardon voor wie of wal
ook. De Katholieken met hun eigen
parochiale en episcopale organisaties,
met hun centraal wcreldbcstralcnd Rome
met hun hooge vereering voor den Paus
onverschillig ol dit een pruisischc land
jonker of een Italiaanschc bedeljongen
was geweest, dat was niets voor Bis
marck. dat leek Item, de Germanopliiel,
anti-duitsch.
De roomsclte macht breken werd zijn
parool. AI gedurende den oorlog met
de Franschen had hij op Pius den IXe
pressie uitgeoefend, teneinde deze Ie
Schoolboeken
alle inrichtingen van onderwijs
Teeken- en Schrljfbenoodigdheden
KANTOORBOEK HANDEL
Langestr. 65 to. Krommestr. - TEL 376
bewegen de Franschen lot het neer
leggen der wapenen te adviseeren. Dat
werd al direct een mislukking. Hierbij
kwam, dat de katholieke Beieren niet
heel veel sympathie voor de slich
ting van een Duitsch keizerrijk voelden,
vooral niet onder de uitgesproken sig
natuur van het protestantsche huis
Hohenzollcrn. Ook op hen wilde de Paus
echter geen invloed uitoefenen, evenmin
als hij de vorming van het Centrum
wiluc afkeuren. In een woord, Paus
Pius de IXe liet zich niet voorde po
litieke wagen van Bismarck spannen,
dusBismarck rekende hem onder
zijn besliste tegenstanders.
Den 29cii Juni 1871 kan als den
aanvang worden beschouwd van den
strijd liet Duitsche caesarepapisme en
de katholieke kerk.
Een godsdienstleeraar aan het gym
nasium te Braunsbcrg, die als priester
de onfeilbaarheid van den paus, ver
wierp, werd door zijn kerkelijke over
heid in den ban gedaan en ontzet, wat
al heel redelijk was. Ifij beriep zich
op de regeering, het zekerste middel
om gelijk te krijgen, omdat in die jaren
iedereen tegenover Rome in Duitschland
het gelijk aan zijn zij had. De rcgcering
handhaafde den leeraar. Nu volgden
in snel tempo de anti-clcricaie wetten
elkaar op. De bekendste zijn de
Jezuietenwet 1872 en de Mei-wetten
(1873). Door de eerste raakli
eeuwig vervol ;de helden van Loyola
heel Duitschland op een geestelijke
nonactivitcit. welk lot ook spoedig
deelden de Redemptoristen, Lazaristen,
Priesters van den II. Geest en de
„Dames du Sacre Coeur", die als een
groole familie werden beschouwd. Zij
mochten geen huizen itt liet Duitscln
rijk bezitten, konden ook als particu
lieren uit bepaalde plaatsen worden
geweerd. De Meiwetten beoogden een
directe subordinatie der Kerk aan den
Slaat. (Wordt vervolgd.)
Binnenland
Katholieke Staatspartij.
Hel Bestuur der Katholieke Staats
partij heeft besloten, tot het v<
van een practische actie om de Partij
meer bekend te maken in haar werken
en streven.
liet algemeene doel, dat de Partij
leiding hierbij vooropstelt, is:
De Partij moet sterk leven en ook
tot de massa spreken, tenminste op
een groot aantal voorname punten in
hel land.
Het algemeene middel moet zijn
tweeledig: Ie, Verdieping van staat
kundig inzicht in het algemeen cn ken
nis van feilen en verhoudingen, kennis
van den concreten inhoud van 't werk.
2e. Moer levendige werkzaamheid,
een grootere beweeglijkheid van de
Parlij, waardoor de massa nicer zal
worden bereikt, ook buiten verkiezings
tijden.
Hierdoor zal belangstelling en liefde
jor het werk groeien en sterker wor
den. In dezen algemeencn opzei heeft
de Partijleiding een aantal bijzondere
middelen gesteld.
Voor één dier middelen roept zij
aller krachtdadige medewerking in en
el voor de plaatselijke kernvorming.
Het is thans, meer dan ooit, zaak
over te gaan tot het vormen van ker
nen van actieve partijleden in onze
parlij-afdeelingen. Want die hebben we
noodig: actieve, vurig medelevende
partijleden, niel alleen in verkiezings
lijden, maar steeds.
De eerste stap om dat te bereiken,
en dat móét, het koste wat het
koste, bereikt worden is de vorming
van plaatselijke kernen.
Deze kernvorming is het hoofdpunt
van het werkplan, dat onmiddellijk,
overal waar dat mogelijk is, en in elk
geval in de door de Partijleiding aan
gewezen plaatsen, moet worden aan
gepakt en uitgevoerd.
De Partijleiding is ervan overtuigd,
overal krachtige medewerking te vinden
in de vele goedwillende leden in onze
verschillende plaatselijke afdeelingen.
De taak der kernen is allereerst, om
voor zich zeil tot eigen bezit te maken
de gezonde gedachten op algemeen
staalkundig gebied (studie), en het
juiste inzicht omtrent concrete politieke
maatregelen en vraagstukken (docu-
entatie).
Dit materiaal hebben zij naar plaat
selijke behoeften te bewerken en door
te geven, ook in dezen zin. dat zij de
gezonde gedachten en het juiste inzicht
bij de massa ingang doen vinden. Hier
ligt haar taak van gestadige politieke
propaganda, die wel Ie onderscheiden
is van de propaganda bij gelegenheid
cener verkiezing.
Vóór 1 October 1933 moet van elke
kern de oprichtingsvergadering hebben
plaats gehad.
Vóór I November 1933 moet een
plan worden opgesteld voor regeling
der eigen werkzaamheid, naar behoefte
gedifferentieerd voor leden, die zich
meer speciaal met het bewerken van
studie- en voorlichtingsmateriaal zullen
bezig houden, en die zich meer in het
bijzonder aan de politieke propaganda
zullen wijden. Het :s echter niet de
bedoeling, dat de kern daartoe wordt
gesplitst. De kern moet in samenwer
king van allen, naar talenten en aan
leg, als één geheel blijven werken. Zij
moet vooral niet zijn een vergaderend
en pratend college, maar eer. keurtroep
van actieve werkers.
Behalve tot versterking van het eigen
werk van de kern, zat de arbeid der
eerste maanden tenslotte moeten leiden
tot goed voorbereide openbare verga
deringen, door de plaatselijke afdee
lingen der Partij te beleggen na Kerst
mis in de maand Januari 1934, op alle
plaatsen waar kernen bestaan.
Het werk van de R. K. Staatspartij
in zijn grondslagen en in de concrete
toepassing zal daar moeten worden
belicht.
De kringbesturen moeten de vorming
der kernen zelf rechtstreeks bevorderen.
Allereerst zorge men voor een ge-
schikten kcrnleider. De leiding kan,
overal waar dat nuttig en noodig is,
in handen worden gelegd ook van
personen, die tot dusverre geen deel
uitmaakten van het bestuur een t plaat
selijke partijafdeeling. Hoofdzaak is, dat
men ten volle verzekerd zij van de
toewijding, de bekwaamheid, de werk-
TYPE- EN COPIEERINRICHTINQ
VITESSE
KON. W1LHELMINASTR. 10
het beste adres voor het Copieeren van
Uw Bestekken, Circulaires, Agenda's
Billijk en vlug
E. VAN HAMERSVELD
W-acht en den werklust van den kern-
leider.
het algemeen moet men vooral
ook nieuwe werkers in de kernen be
trekken. Natuurlijk zijn de huidige
leiders niet achter te stellen, nog veel
minder uit te sluiten, maar het wel
slagen der kernvorming eischt de aan
trekking van nieuwe, trissche krachten.
De plaatselijkealdeelingsleidingmoet
in de kern vertegenwoordigd zijn.
Het aantal leden van de kernen hangt
al van de plaatselijke omstandigheden.
Ook een kern van drie ol vijf actieve
partijleden kan een krachtig steunpunt
en. Men zoige echter, dat de
grootte van de kern dusdanig worde
gehouden, dat de werkzaamheid als
:rn mogelijk blijkt.
Wij wijzen met nadruk er op, dat
het plan der plaatselijke kernvorming
geen doel in zich zelf is, doch een
bijzonder, maar een zeer belangrijk
middel, om het algemeene doel te be-
ieiken.
In den Kath. Rijkskieskring Utrecht
moeten kernen worden gesticht in de
E .meenten Amersfoort, Baarn, Zeist,
riebergen, Wijk bij Duurstede en
Utrecht.
onder controle Centrale accountantsdienst Ned. Boerenbond
□oedgekeurd bi) Koninklijk Besluit d.d. 14 Maart 1913, no. 68
De zittingen voor het inleggen en terugbetalen van gelden
worden gehouden in het R. K. Spaarbankgebouw
BREEDESTRAAT bij de LANGEGRACHT
des ZONDAGS van 12 tot 1 uurWOENSDAGAVONDS van 7
tot 8 uur en VRIJDAGS van 10 tot 11 uur.
Dadelijk ingaande rente 3%, pCt.
Spaarbusjes gratis verkrijgbaar.
KaulerAmsterdamsche Bank.
Tot hoofd der Openbare School te
Kolhorn is benoemd de heer G. L. M.
de Mol, onderwijzer aan de openbare
school Lange Beekstraat.
Bloemen v
i Hawaii.
BERICHTEN
UIT
AMERSFOORT
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van
Utrecht heeft benoemd tot Rector van
dc Stichting O. L. Vrouw ter Eem der
Congregatie van de Zusters van O. L.
Vrouw, aan de Daam Fockemalaan te
Amersfoort, den Weleerw. Heer W. J.
Tempelman. Kapelaan der parochie van
den H. Franciscus Xaverius aan het
Zand.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van
Utrecht heeft benoemd tot Kapelaan
der parochie Ankeveen, onze stadge
noot den Weleerw. heer Tillemans,
priester van het Seminarie.
Mej. M. B. Eijkelboom, onderwij
zeres ain de Openbare Lager School,
Beekstraat, heeft om gezondheidsreden
eervol ontslag gevraagd.
Als onderwijzer aan de nieuwe St.
Aloysius-jongeiisschool aan het Du-
pontplein is benoemd de heer A.J. A.
Schoonbrood, tijdelijk onderwijzer te
Amsterdam. De nieuwe functionaris is
in hst bezit van de Hoofdacte, acte
Fransch en Engelsch en behaalde 8
Augustus 1.1. de acte Duitsch. De in
wijding van de nieuwe school zal
vermoedelijk geschieden Vrijdag 1 Sept.
de ingebruikneming Maandag 4Sept.
Paardenmarkt op Maandag 21 Aug.
Aangevoerd 5 Luxe paarden f 250—
f400, 45 werkpaarden f 175-f300,52
hitten f60—f150, 2 veulens f0.50—
Ponny f80-f95.
Voor iemand, die niet van reizen en
lezen houdt, is de operette een won-
derschoone gelegenheid om kennis op
te doen omtrent vele zaken, waarom
trent hij anders onkundig zou blijven.
Zoo leerden onze ouders en groot
ouders in den tijd dat de operette nog
in de kinderschoenen stond, dat het
leven in Parijs uitsluitend bestaat uit
een mengsel van pret, weelde en los
zinnigheid dat koningen, generaals en
eerste ministers zonder uitzondering
hersenlooze sullen zijn en dat de
Olympische Goden eigenlijk toch maar
allerzonderlingste piassen waren.
In een later tijdperk vermeerderden
wij onze kennis met de wetenschap
dat Zigeuners ijselijk veel Tokayer
drinken en daardoor bewondering,
liefde opwekken bij beeldschoone
adelijke slotbewoonsters, die op bal-
cons in extase luisteren naar de wild-
smachtende viool-soli, waarmede de
hartstochtelijke, glimmende bruin-ge-
zichten midden in den nacht hun leed
in het sombere woud uitkrijten.
Nog later leerden wij dat men zich
te Weenen alleen walsende voorlbe-
van alle soorten
Schrijfmachines
KANTOORBOEKHANDEL
Fa. H. ELZEF1AAR
LAN6E5TRHAT 84 TEL. 528
Hebt U een
Taxi of auto noodig
Amersfoort.
want op feesten van den gouverneur
metamorfoseeren ze zich in Europee-
sche dames en tevens doen ze dienst
als officieren op een Amerikaansch
oorlogsschip. Blijkbaar schminken ze,
ter wiüe van deze functies hun bruine
huidskleur weg en blijven er dus ook
Europeesch uitzien als ze weer als
Hawaiiaanschen (of is het Hawaiiinen
met drie i's?) in hun raffia-pakjes
rondhuppelen.
- - Zonder ophouden wiebelen ze met
weegt; dat de dochters van rijke hun handen> die ze dan tegelijk over
Amerikanen de dolzinnigste dingen het h00fd zwaaien en langs hun lichaam
omlaag strijken, terwijl ze daarbij hun
doen om een Europeesche hertog aan
den haak te slaan en dat het in de
upper-ten gewoonte is de gesprekken
telkens af te breken om een coupletje
te zingen en bij het refrein te gaan
dansen, waarbij dan vaak zich plot
seling een paar dozijn eender ge-
kleede mooie meisjes (die men in de
huizen der rijken daarvoor blijkbaar
steeds bij de hand houdt) aansluiten.
In den Iaatsten tijd is het mode ons
per film, gramophoonplaat en operette
in te lichten omtrent de zeden en ge
bruiken op Hawaii.
En zoo breidden wij ook Vrijdag,
tijdens de uitvoering van „Bloemen
van Hawaii" in de tent aan den Vlas-
akkerweg, onze kennis omtrent dit
blijkbaar ideale oord uit. We weten
nu, dat er een koffie-bruine prins, ge
secondeerd door een Europeesch-uit-
ziende eerste minister, de lakens uit
deelt en afwisselend in smoking en
een wit kolonistenpak gekleed is.
Uit een toespraak, die deze prins
tot het „volk van Hawaii" houdt, blijkt
dat dit volk beslaat uit zes meisjes.
Jonge mannen schijnen er op Hawaii
niet te zijn, hetgeen ons wel eenigszins
doet vreezen, dat het ras binnen af-
zienbaren tijd zal uitsterven. Dat volk
van zes meisjes heeft het erg druk,
heupen heen en weer bewegen. Het
lijkt ons voor den Prins tamelijk ver
velend en levens enerveerend om ver
oordeeld te zijn doorloopend naar dit
gewiebel te moeten kijken.
Er schijnen veel Engelschen en
Amerikaansche vreemdelingen op Ha
waii te komen, die echter voor een
groot deel onvervalscht Amsterdamsch
dialect spreken.
De Amerikaansche officieren, die
blijkens een door hen gezongen lied
echte „zjentelmen" zijn, brachten ter
gelegenheid van een garden-„partie"
drie „siers" op Hawaii uit. Neen, daar
mee kunnen we toch eigenlijk niet
instemmen I
Als een operette werkelijk goed
wordt opgevoerd, kunnen wij ons kos
telijk over den subliemen onzin amu
seeren. Bij een slechte opvoering wor
den wij critisch gestemd. Na lezing
van het bovenstaande weet de lezer
nu wel, hoe we de opvoering van
Bloemen van Hawaii" beoordeelen.
De grootste schuld aan de misluk
king ligt bij de regie, want het gezel
schap beschikt toch wel over bruik
bare, enkele zelfs zeer goeie krachten,
zooals Harry Boda en Mimi Lebret. S.
9 MOURIS DE SNIJER
Een tafereel uit 't Noord-Brabantschc
dorpsleven, uit „dc tachtiger jaren.
Het meisje bleef zwijgen. Ook de
jonge boer ging in gedachten verzon
ken en zonder verder een woord mei
het meisje te wisselen langs hel
zamc pad voort. Dat kon zoo cenige
minuten geduurd hebben, toen de jon
geling plotseling staan bleef en, het
'meisje met zijne heldere, blauwe oogen
aankijkende, sprak:
„Wil Ie wel. Manneke, wie die men
heer is, die mit me om de blom ge
schoten heet?"
Het meisje zag bij die onverwachte
vraag vreemd op, maar antwoordde
niettemin
„Joawcl, Helmus, één van voaders
kennissen uit de stadwé zou
anders kunnen zijn i"
„Wét ie anders kan zijn? D' za'koc
in twee woorden zeggen, Manneke: oc
voader wil dé gij mit 'cm zult goan
trouwen."
Het meisje stond als verstomd; dat
denkbeeld was nog niel hij haar opge
komen. maar nu liet haar zoo vlakweg
gezegd werd, cn zij zich tevens de
'raadselachtige cn voor mijnheer Jac
ques zoo vleiende woorden haars va
ders herinnerd, :iu zij zich te binnen
bracht, hoe onbegrijpelijk vriendelijk
en voorkomend de eerstgenoemde al
tijd was. wanneer hij tiaar vader kwam
bezoeken, nu werd haar veel duidelijk,
cn ging er plotseling een licht in haar
op. Zij zweeg daarom en zuchtte.
Voor den jongeling was die zucht
dat stilzwijgen welsprekend het be
wees hein, dat haar hart nog vrij was;
maar zou zij op den duur weerstand
kunnen bieden aan de aanzoeken .an
den stedeling? En zou zij den wenscb
haar vaders kunnen of durven afslaan?
En toch, hij, Helmus Koppers, hield
zoo innig veel van het meisje, en
zoo hij dan nog maar had kunnen
denken, dat zij met dien anderen ge
lukkig zou zijn, misschien dat hij
maar zijn gezond verstand zeide hem
dat die geen man voor Hanneke was
cn daarom gaf zijne genegenheid voor
haar hem eensklaps een besluit in, dat
hij onder andere omstandigheden ge
wis nog achterwege zou gehouden heb
ben thans echter drongen hem én
zijne genegenheid én het gevaar waar
in hij meende dat het meisje verkeerde,
tot het doen van den grooten stap,
I waarvoor hij tot nog toe teruggedeinsd
was.
„Hanneke", begon hij, nadat het
meisje een veelbeteekend stilzwijgen
had blijven bewaren. „Hanneke, der
lect me iets op 't hart, en er uit mot
'el; nou, Hanneke, ik heb altijd veul
van oe gehouwen, dé wil zeggen sijns
'k oe heb leeren kennen, en nou zou
't me 't grootste plezier van de wereld
doen as ge me kondt zeggen dèt ok
gij nie onverschillig veur me bent. ik
ben wel gene stadsche menheer, 'k ben
Tier 'ene simpele boerenjongen, mer
'k heb érmen oan 't lijf om te werken
en 'enen goeien wil ok en me dunkt'k
zou zooveul van men vrouw houwen
die vrouw... gij woart."
Ontsteld en verlegen stond het
meisje daar tegenover'den jongeling en
nauwelijks hoorbaar klonk haar ant
woord
,,'t Zijn vrimde woorden die ge doar
sprikt. Helmus, en woarop ik oe zo
sebiet gin antwoord kan gevenik mot
tijd tot noadenken hebben en men voa
der dien er ok over gesproken te
worren."
.Noadenken, Hanneke, as ge woar-
lijk veul van ine houwt, hoef de nie nao
te denken, cn wét oe voader oangeet,
ge wit krek zo goed as ik, dèt ie doar
niks van zal willen welen; ik ben gin
sladsche menheer as die andere."
Het meisje hoog het hoofdzij be
greep de gegrondheid van de laatste
aanmerking; over de eerste wilde zij
liefst niet nadenken. Het was een
moeilijke tweestrijd; zij gevoelde wel
dat zij den jongeling liefhaden niet
van dit oogenblik alleen, maar ook
vroeger reeds had zij vriendschap en
genegenheid voor hem opgevat, maar
aan den anderen kant haren vader
tegenstreven en hem misschien ver
driet en leed berokkenen, neen, ook dat
mocht zij niet. Zij was echter jong en
dus vertrouwend haar vader had haar
lief, en wie weet, misschien zou ook hij
leeren inzien, dat zij met den flinken
en arbeidzamen Helmus gelukkig zou
zijn. Zij klemde zich dus aan dat denk
beeld vast (het eenige trouwens dat
hare genegenheid voor den jongeling
met haren kinderlijken plicht in over
eenstemming kon brengen) en deelde
het den jongen boer mede.
„Heur is hier, Helmus," sprak zij,
„zonder voaders permissie kan ik mijn
eigen tot niks verbijndengoa doarom
zelf mit 'em spreken en leg 'em dc
boel is krek uit zoas 't is; hij is altijd
goed veur me gewist, woarom zou ie 't
nou ok nie zijn, doar 't een iii..g be
treft, woar zoveul oan overstuur hangt?
De jongeling schudde het hootd; hij
wist wel dat hij van die zijde niels te
hopen had en vroeg dus droefgeestig:
„En dieën stadschen vrind van oe
voader dan, dieën menheer Jacques?"
„Met menheer jacques wil 'k nooit
niks te doen hebbenhij is gin por
tuur veur me."
„Beleuf de me dé, Hanneke?"
„Dé beleuf ik oe. Helmus."
„Nou dan, Hanneke, 't geet oe goed,
heur; en alhoewel 'k nie geleid détoe
voader mekkelijk joa zeggen zal, 'k wil
't avèl perbeeren."
Hiermede was het gesprek geëindigd
en scheiden de beide jongelui van
elkander.
VIERDE HOOFDSTUK.
Tegenspoeden en Teleurstelling!
Hanneke de Snijer was zeer ernstig
gestemd tehuis gekomen, want hetgeen
zij gehoord, opgemerkt en geraden had
gaf haar veel stof tol nadenken. Bij
de afgetrokkenheid en de ernstige
stemming van het meisje hadden noch
de vader, noch zijn vriend uit de stad
den moed eenige nadere verklaring uit
te lokken en zoo bleven de zaken bij
het oude en hangende.
Naderhand maakte eerstgenoemde
nu en dan wel eens zinspelingen op
vereerende vriendschap, de vrien
delijke voorkomendheid en vooral op
de schitterende positie van mijnheer
Jacques, evenals op de genoegens van
het stadsleven, maar het meisje wist
die teedere en voor haar onaangename
punten steeds met vrouwelijken tact
te ontwijken cn tevens haren vader
te doen gevoelen, dat dergelijke zaken
haar volmaakt onverschillig en koud
lieten.
Intusschen kwam mijnheer jacques
zijn vriend, de weihouder, steeds vaker
bezoeken, en werd hij bij ieder bezoek
lastiger en aanmatigender. Weldra be
vond hij zich schier iederen Zondag
op Groothoven.
Helmus Koppers, die natuurlijk goed
op de hoogte was van die herhaalde
bezoeken, maar te weinig gelegenheid
had het meisje te spreken om genoeg
zaam ingelicht te zijn van hetgeen er
in het huis van Mouris de Snijer voor
viel, begon den toestand ondragelijk
te vinden, en met voorkennis van
Hanneke, eindelijk de stoute schoenen
aantrekkende, begaf hij zich op zekeren
avond het was intusschen winter
geworden naar den vader van het
meisje, teneinde hem zijn hart bloot
te leggen.
Wordt vervolgd.