F. TULP R. K. Spaarbank - Amersfoort Reparatie en Onderhoud Bel dan op No. 42 Kantoor en Drukkerij Langegracht 28, Amersfoor' DE EEMBODE verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag middag. De abonnementsprijs bedraagt één gulden per drie maanden; buiten Amersfoort f 1.10, franco per post. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan. Uitgave van de Katholieke Stichting De Eembode, gevestigd te Amersfoort De Gem bode Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Dinsdag 22 Aug. 1933 ADVEKTENTIÊN 25 cent per regel. Billijke tarieven voor handel en nijverheid bij geregeld adverteeren Advertentlën moeten Dinsdag en Vrijdag vóór 8 uur in den morgen zijn bezorgd. Telefoon 314 Zeven en Veertigste Jaargang - No. 41 Vrienden, ja, zij gelijken soms maar al Ie vaak op bijen, die om de planten zwermen zoolang ze bloemen dragen en zoolang deze bloemen honing be vatten, die zij puren kunnen. Als even wel de herfststormen opsteken, worden de bloemen geknakt en haar vrienden, de bijen men ziet ze niet meer. De Kuituurkamp. I. De moderne geschiedenis vertoont „een opgewonden buitensporigheid waaraan heel de blanke wereld thans lij dende is. Zoo typeert Hilaire Belloc het nationalisme, dat hij vergelijkt met een godsdienst. Niet met een volledige gods dienst in de zin van eens geloofsbe lijdenis met ritueel en een ontwikkelde zedenleer, maar van een religie in de aesthetische beteekenis; in de belee- kenis van iets. dat de gevoelens gaande maakt, offers doet brengen en de geest drift voedt; het draagt hel kenmerk van een religie in de beteekenis van toe wijding van een of ander voorwerp van verccring, een vercering in die mate hartstochtelijk, dat ze de menschen er toe brengt alles wat ze hebben en lief hebben, ja het leven zelfs onvoorwaar delijk op te offeren aan de zaak. die ze aanbidden." Een typisch voorbeeld, is Duitschland sinds 1870 dermate door nationalisme geïnfecteerd, dat de daardoor hccr- schende mentaliteit, ten eerste grootcn- deels verantwoordelijk kan gesteld wor den voor den geschapen wereldchaos, ten tweede een belemmering vormt tot den terugkeer naar gezonden verhou dingen. Niemand heelt krachtiger dit natio nalisme bevorderd dan Bismarck, de man' van de beruchte kHtuurstrijd. Want Bismarck was niet van nature onverdraagzaam, wat Isij legen de Ka tholieken misdreef kwam alleen v <orl uit zijn extreme en on gezond nath na- lisme. Dat voerde Item tol een politiek van vervolging, een machiavalliMt terwille van zijn vaderland. Eén Itorizi kende hij slechtsde grootheid v; Pruisen cn Duitschland. Tegenover de Katholieken deelde Bismarck alle vooroordcelen zijner p lestantschc gelonfs- t n landgenoot De vorming der Centrum's partij bleek Item een doorn in hel oog Reeds in de jaren -18 en 49 hadden de katho lieken om algemecnc geloofsvrijheid gevraagd, in 1871 was hier nog niet aan voldaan cn terecht begonnen de katholieken te cischen. Doelt Bismarck, volbloed autocraat, dacht er niet aan om iets anders te doen dan wat hij zelf goed vond en de groei der katho lieken vond hij zoo verkeerd, dal hij liet durfde voorstellen als een nationaal gevaar. En eenmaal in deze dwaling verankerd, ging het van kwaad lot erger, want Bismarck's nationalisme kende geen pardon voor wie of wal ook. De Katholieken met hun eigen parochiale en episcopale organisaties, met hun centraal wcreldbcstralcnd Rome met hun hooge vereering voor den Paus onverschillig ol dit een pruisischc land jonker of een Italiaanschc bedeljongen was geweest, dat was niets voor Bis marck. dat leek Item, de Germanopliiel, anti-duitsch. De roomsclte macht breken werd zijn parool. AI gedurende den oorlog met de Franschen had hij op Pius den IXe pressie uitgeoefend, teneinde deze Ie Schoolboeken alle inrichtingen van onderwijs Teeken- en Schrljfbenoodigdheden KANTOORBOEK HANDEL Langestr. 65 to. Krommestr. - TEL 376 bewegen de Franschen lot het neer leggen der wapenen te adviseeren. Dat werd al direct een mislukking. Hierbij kwam, dat de katholieke Beieren niet heel veel sympathie voor de slich ting van een Duitsch keizerrijk voelden, vooral niet onder de uitgesproken sig natuur van het protestantsche huis Hohenzollcrn. Ook op hen wilde de Paus echter geen invloed uitoefenen, evenmin als hij de vorming van het Centrum wiluc afkeuren. In een woord, Paus Pius de IXe liet zich niet voorde po litieke wagen van Bismarck spannen, dusBismarck rekende hem onder zijn besliste tegenstanders. Den 29cii Juni 1871 kan als den aanvang worden beschouwd van den strijd liet Duitsche caesarepapisme en de katholieke kerk. Een godsdienstleeraar aan het gym nasium te Braunsbcrg, die als priester de onfeilbaarheid van den paus, ver wierp, werd door zijn kerkelijke over heid in den ban gedaan en ontzet, wat al heel redelijk was. Ifij beriep zich op de regeering, het zekerste middel om gelijk te krijgen, omdat in die jaren iedereen tegenover Rome in Duitschland het gelijk aan zijn zij had. De rcgcering handhaafde den leeraar. Nu volgden in snel tempo de anti-clcricaie wetten elkaar op. De bekendste zijn de Jezuietenwet 1872 en de Mei-wetten (1873). Door de eerste raakli eeuwig vervol ;de helden van Loyola heel Duitschland op een geestelijke nonactivitcit. welk lot ook spoedig deelden de Redemptoristen, Lazaristen, Priesters van den II. Geest en de „Dames du Sacre Coeur", die als een groole familie werden beschouwd. Zij mochten geen huizen itt liet Duitscln rijk bezitten, konden ook als particu lieren uit bepaalde plaatsen worden geweerd. De Meiwetten beoogden een directe subordinatie der Kerk aan den Slaat. (Wordt vervolgd.) Binnenland Katholieke Staatspartij. Hel Bestuur der Katholieke Staats partij heeft besloten, tot het v< van een practische actie om de Partij meer bekend te maken in haar werken en streven. liet algemeene doel, dat de Partij leiding hierbij vooropstelt, is: De Partij moet sterk leven en ook tot de massa spreken, tenminste op een groot aantal voorname punten in hel land. Het algemeene middel moet zijn tweeledig: Ie, Verdieping van staat kundig inzicht in het algemeen cn ken nis van feilen en verhoudingen, kennis van den concreten inhoud van 't werk. 2e. Moer levendige werkzaamheid, een grootere beweeglijkheid van de Parlij, waardoor de massa nicer zal worden bereikt, ook buiten verkiezings tijden. Hierdoor zal belangstelling en liefde jor het werk groeien en sterker wor den. In dezen algemeencn opzei heeft de Partijleiding een aantal bijzondere middelen gesteld. Voor één dier middelen roept zij aller krachtdadige medewerking in en el voor de plaatselijke kernvorming. Het is thans, meer dan ooit, zaak over te gaan tot het vormen van ker nen van actieve partijleden in onze parlij-afdeelingen. Want die hebben we noodig: actieve, vurig medelevende partijleden, niel alleen in verkiezings lijden, maar steeds. De eerste stap om dat te bereiken, en dat móét, het koste wat het koste, bereikt worden is de vorming van plaatselijke kernen. Deze kernvorming is het hoofdpunt van het werkplan, dat onmiddellijk, overal waar dat mogelijk is, en in elk geval in de door de Partijleiding aan gewezen plaatsen, moet worden aan gepakt en uitgevoerd. De Partijleiding is ervan overtuigd, overal krachtige medewerking te vinden in de vele goedwillende leden in onze verschillende plaatselijke afdeelingen. De taak der kernen is allereerst, om voor zich zeil tot eigen bezit te maken de gezonde gedachten op algemeen staalkundig gebied (studie), en het juiste inzicht omtrent concrete politieke maatregelen en vraagstukken (docu- entatie). Dit materiaal hebben zij naar plaat selijke behoeften te bewerken en door te geven, ook in dezen zin. dat zij de gezonde gedachten en het juiste inzicht bij de massa ingang doen vinden. Hier ligt haar taak van gestadige politieke propaganda, die wel Ie onderscheiden is van de propaganda bij gelegenheid cener verkiezing. Vóór 1 October 1933 moet van elke kern de oprichtingsvergadering hebben plaats gehad. Vóór I November 1933 moet een plan worden opgesteld voor regeling der eigen werkzaamheid, naar behoefte gedifferentieerd voor leden, die zich meer speciaal met het bewerken van studie- en voorlichtingsmateriaal zullen bezig houden, en die zich meer in het bijzonder aan de politieke propaganda zullen wijden. Het :s echter niet de bedoeling, dat de kern daartoe wordt gesplitst. De kern moet in samenwer king van allen, naar talenten en aan leg, als één geheel blijven werken. Zij moet vooral niet zijn een vergaderend en pratend college, maar eer. keurtroep van actieve werkers. Behalve tot versterking van het eigen werk van de kern, zat de arbeid der eerste maanden tenslotte moeten leiden tot goed voorbereide openbare verga deringen, door de plaatselijke afdee lingen der Partij te beleggen na Kerst mis in de maand Januari 1934, op alle plaatsen waar kernen bestaan. Het werk van de R. K. Staatspartij in zijn grondslagen en in de concrete toepassing zal daar moeten worden belicht. De kringbesturen moeten de vorming der kernen zelf rechtstreeks bevorderen. Allereerst zorge men voor een ge- schikten kcrnleider. De leiding kan, overal waar dat nuttig en noodig is, in handen worden gelegd ook van personen, die tot dusverre geen deel uitmaakten van het bestuur een t plaat selijke partijafdeeling. Hoofdzaak is, dat men ten volle verzekerd zij van de toewijding, de bekwaamheid, de werk- TYPE- EN COPIEERINRICHTINQ VITESSE KON. W1LHELMINASTR. 10 het beste adres voor het Copieeren van Uw Bestekken, Circulaires, Agenda's Billijk en vlug E. VAN HAMERSVELD W-acht en den werklust van den kern- leider. het algemeen moet men vooral ook nieuwe werkers in de kernen be trekken. Natuurlijk zijn de huidige leiders niet achter te stellen, nog veel minder uit te sluiten, maar het wel slagen der kernvorming eischt de aan trekking van nieuwe, trissche krachten. De plaatselijkealdeelingsleidingmoet in de kern vertegenwoordigd zijn. Het aantal leden van de kernen hangt al van de plaatselijke omstandigheden. Ook een kern van drie ol vijf actieve partijleden kan een krachtig steunpunt en. Men zoige echter, dat de grootte van de kern dusdanig worde gehouden, dat de werkzaamheid als :rn mogelijk blijkt. Wij wijzen met nadruk er op, dat het plan der plaatselijke kernvorming geen doel in zich zelf is, doch een bijzonder, maar een zeer belangrijk middel, om het algemeene doel te be- ieiken. In den Kath. Rijkskieskring Utrecht moeten kernen worden gesticht in de E .meenten Amersfoort, Baarn, Zeist, riebergen, Wijk bij Duurstede en Utrecht. onder controle Centrale accountantsdienst Ned. Boerenbond □oedgekeurd bi) Koninklijk Besluit d.d. 14 Maart 1913, no. 68 De zittingen voor het inleggen en terugbetalen van gelden worden gehouden in het R. K. Spaarbankgebouw BREEDESTRAAT bij de LANGEGRACHT des ZONDAGS van 12 tot 1 uurWOENSDAGAVONDS van 7 tot 8 uur en VRIJDAGS van 10 tot 11 uur. Dadelijk ingaande rente 3%, pCt. Spaarbusjes gratis verkrijgbaar. KaulerAmsterdamsche Bank. Tot hoofd der Openbare School te Kolhorn is benoemd de heer G. L. M. de Mol, onderwijzer aan de openbare school Lange Beekstraat. Bloemen v i Hawaii. BERICHTEN UIT AMERSFOORT Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot Rector van dc Stichting O. L. Vrouw ter Eem der Congregatie van de Zusters van O. L. Vrouw, aan de Daam Fockemalaan te Amersfoort, den Weleerw. Heer W. J. Tempelman. Kapelaan der parochie van den H. Franciscus Xaverius aan het Zand. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot Kapelaan der parochie Ankeveen, onze stadge noot den Weleerw. heer Tillemans, priester van het Seminarie. Mej. M. B. Eijkelboom, onderwij zeres ain de Openbare Lager School, Beekstraat, heeft om gezondheidsreden eervol ontslag gevraagd. Als onderwijzer aan de nieuwe St. Aloysius-jongeiisschool aan het Du- pontplein is benoemd de heer A.J. A. Schoonbrood, tijdelijk onderwijzer te Amsterdam. De nieuwe functionaris is in hst bezit van de Hoofdacte, acte Fransch en Engelsch en behaalde 8 Augustus 1.1. de acte Duitsch. De in wijding van de nieuwe school zal vermoedelijk geschieden Vrijdag 1 Sept. de ingebruikneming Maandag 4Sept. Paardenmarkt op Maandag 21 Aug. Aangevoerd 5 Luxe paarden f 250— f400, 45 werkpaarden f 175-f300,52 hitten f60—f150, 2 veulens f0.50— Ponny f80-f95. Voor iemand, die niet van reizen en lezen houdt, is de operette een won- derschoone gelegenheid om kennis op te doen omtrent vele zaken, waarom trent hij anders onkundig zou blijven. Zoo leerden onze ouders en groot ouders in den tijd dat de operette nog in de kinderschoenen stond, dat het leven in Parijs uitsluitend bestaat uit een mengsel van pret, weelde en los zinnigheid dat koningen, generaals en eerste ministers zonder uitzondering hersenlooze sullen zijn en dat de Olympische Goden eigenlijk toch maar allerzonderlingste piassen waren. In een later tijdperk vermeerderden wij onze kennis met de wetenschap dat Zigeuners ijselijk veel Tokayer drinken en daardoor bewondering, liefde opwekken bij beeldschoone adelijke slotbewoonsters, die op bal- cons in extase luisteren naar de wild- smachtende viool-soli, waarmede de hartstochtelijke, glimmende bruin-ge- zichten midden in den nacht hun leed in het sombere woud uitkrijten. Nog later leerden wij dat men zich te Weenen alleen walsende voorlbe- van alle soorten Schrijfmachines KANTOORBOEKHANDEL Fa. H. ELZEF1AAR LAN6E5TRHAT 84 TEL. 528 Hebt U een Taxi of auto noodig Amersfoort. want op feesten van den gouverneur metamorfoseeren ze zich in Europee- sche dames en tevens doen ze dienst als officieren op een Amerikaansch oorlogsschip. Blijkbaar schminken ze, ter wiüe van deze functies hun bruine huidskleur weg en blijven er dus ook Europeesch uitzien als ze weer als Hawaiiaanschen (of is het Hawaiiinen met drie i's?) in hun raffia-pakjes rondhuppelen. - - Zonder ophouden wiebelen ze met weegt; dat de dochters van rijke hun handen> die ze dan tegelijk over Amerikanen de dolzinnigste dingen het h00fd zwaaien en langs hun lichaam omlaag strijken, terwijl ze daarbij hun doen om een Europeesche hertog aan den haak te slaan en dat het in de upper-ten gewoonte is de gesprekken telkens af te breken om een coupletje te zingen en bij het refrein te gaan dansen, waarbij dan vaak zich plot seling een paar dozijn eender ge- kleede mooie meisjes (die men in de huizen der rijken daarvoor blijkbaar steeds bij de hand houdt) aansluiten. In den Iaatsten tijd is het mode ons per film, gramophoonplaat en operette in te lichten omtrent de zeden en ge bruiken op Hawaii. En zoo breidden wij ook Vrijdag, tijdens de uitvoering van „Bloemen van Hawaii" in de tent aan den Vlas- akkerweg, onze kennis omtrent dit blijkbaar ideale oord uit. We weten nu, dat er een koffie-bruine prins, ge secondeerd door een Europeesch-uit- ziende eerste minister, de lakens uit deelt en afwisselend in smoking en een wit kolonistenpak gekleed is. Uit een toespraak, die deze prins tot het „volk van Hawaii" houdt, blijkt dat dit volk beslaat uit zes meisjes. Jonge mannen schijnen er op Hawaii niet te zijn, hetgeen ons wel eenigszins doet vreezen, dat het ras binnen af- zienbaren tijd zal uitsterven. Dat volk van zes meisjes heeft het erg druk, heupen heen en weer bewegen. Het lijkt ons voor den Prins tamelijk ver velend en levens enerveerend om ver oordeeld te zijn doorloopend naar dit gewiebel te moeten kijken. Er schijnen veel Engelschen en Amerikaansche vreemdelingen op Ha waii te komen, die echter voor een groot deel onvervalscht Amsterdamsch dialect spreken. De Amerikaansche officieren, die blijkens een door hen gezongen lied echte „zjentelmen" zijn, brachten ter gelegenheid van een garden-„partie" drie „siers" op Hawaii uit. Neen, daar mee kunnen we toch eigenlijk niet instemmen I Als een operette werkelijk goed wordt opgevoerd, kunnen wij ons kos telijk over den subliemen onzin amu seeren. Bij een slechte opvoering wor den wij critisch gestemd. Na lezing van het bovenstaande weet de lezer nu wel, hoe we de opvoering van Bloemen van Hawaii" beoordeelen. De grootste schuld aan de misluk king ligt bij de regie, want het gezel schap beschikt toch wel over bruik bare, enkele zelfs zeer goeie krachten, zooals Harry Boda en Mimi Lebret. S. 9 MOURIS DE SNIJER Een tafereel uit 't Noord-Brabantschc dorpsleven, uit „dc tachtiger jaren. Het meisje bleef zwijgen. Ook de jonge boer ging in gedachten verzon ken en zonder verder een woord mei het meisje te wisselen langs hel zamc pad voort. Dat kon zoo cenige minuten geduurd hebben, toen de jon geling plotseling staan bleef en, het 'meisje met zijne heldere, blauwe oogen aankijkende, sprak: „Wil Ie wel. Manneke, wie die men heer is, die mit me om de blom ge schoten heet?" Het meisje zag bij die onverwachte vraag vreemd op, maar antwoordde niettemin „Joawcl, Helmus, één van voaders kennissen uit de stadwé zou anders kunnen zijn i" „Wét ie anders kan zijn? D' za'koc in twee woorden zeggen, Manneke: oc voader wil dé gij mit 'cm zult goan trouwen." Het meisje stond als verstomd; dat denkbeeld was nog niel hij haar opge komen. maar nu liet haar zoo vlakweg gezegd werd, cn zij zich tevens de 'raadselachtige cn voor mijnheer Jac ques zoo vleiende woorden haars va ders herinnerd, :iu zij zich te binnen bracht, hoe onbegrijpelijk vriendelijk en voorkomend de eerstgenoemde al tijd was. wanneer hij tiaar vader kwam bezoeken, nu werd haar veel duidelijk, cn ging er plotseling een licht in haar op. Zij zweeg daarom en zuchtte. Voor den jongeling was die zucht dat stilzwijgen welsprekend het be wees hein, dat haar hart nog vrij was; maar zou zij op den duur weerstand kunnen bieden aan de aanzoeken .an den stedeling? En zou zij den wenscb haar vaders kunnen of durven afslaan? En toch, hij, Helmus Koppers, hield zoo innig veel van het meisje, en zoo hij dan nog maar had kunnen denken, dat zij met dien anderen ge lukkig zou zijn, misschien dat hij maar zijn gezond verstand zeide hem dat die geen man voor Hanneke was cn daarom gaf zijne genegenheid voor haar hem eensklaps een besluit in, dat hij onder andere omstandigheden ge wis nog achterwege zou gehouden heb ben thans echter drongen hem én zijne genegenheid én het gevaar waar in hij meende dat het meisje verkeerde, tot het doen van den grooten stap, I waarvoor hij tot nog toe teruggedeinsd was. „Hanneke", begon hij, nadat het meisje een veelbeteekend stilzwijgen had blijven bewaren. „Hanneke, der lect me iets op 't hart, en er uit mot 'el; nou, Hanneke, ik heb altijd veul van oe gehouwen, dé wil zeggen sijns 'k oe heb leeren kennen, en nou zou 't me 't grootste plezier van de wereld doen as ge me kondt zeggen dèt ok gij nie onverschillig veur me bent. ik ben wel gene stadsche menheer, 'k ben Tier 'ene simpele boerenjongen, mer 'k heb érmen oan 't lijf om te werken en 'enen goeien wil ok en me dunkt'k zou zooveul van men vrouw houwen die vrouw... gij woart." Ontsteld en verlegen stond het meisje daar tegenover'den jongeling en nauwelijks hoorbaar klonk haar ant woord ,,'t Zijn vrimde woorden die ge doar sprikt. Helmus, en woarop ik oe zo sebiet gin antwoord kan gevenik mot tijd tot noadenken hebben en men voa der dien er ok over gesproken te worren." .Noadenken, Hanneke, as ge woar- lijk veul van ine houwt, hoef de nie nao te denken, cn wét oe voader oangeet, ge wit krek zo goed as ik, dèt ie doar niks van zal willen welen; ik ben gin sladsche menheer as die andere." Het meisje hoog het hoofdzij be greep de gegrondheid van de laatste aanmerking; over de eerste wilde zij liefst niet nadenken. Het was een moeilijke tweestrijd; zij gevoelde wel dat zij den jongeling liefhaden niet van dit oogenblik alleen, maar ook vroeger reeds had zij vriendschap en genegenheid voor hem opgevat, maar aan den anderen kant haren vader tegenstreven en hem misschien ver driet en leed berokkenen, neen, ook dat mocht zij niet. Zij was echter jong en dus vertrouwend haar vader had haar lief, en wie weet, misschien zou ook hij leeren inzien, dat zij met den flinken en arbeidzamen Helmus gelukkig zou zijn. Zij klemde zich dus aan dat denk beeld vast (het eenige trouwens dat hare genegenheid voor den jongeling met haren kinderlijken plicht in over eenstemming kon brengen) en deelde het den jongen boer mede. „Heur is hier, Helmus," sprak zij, „zonder voaders permissie kan ik mijn eigen tot niks verbijndengoa doarom zelf mit 'em spreken en leg 'em dc boel is krek uit zoas 't is; hij is altijd goed veur me gewist, woarom zou ie 't nou ok nie zijn, doar 't een iii..g be treft, woar zoveul oan overstuur hangt? De jongeling schudde het hootd; hij wist wel dat hij van die zijde niels te hopen had en vroeg dus droefgeestig: „En dieën stadschen vrind van oe voader dan, dieën menheer Jacques?" „Met menheer jacques wil 'k nooit niks te doen hebbenhij is gin por tuur veur me." „Beleuf de me dé, Hanneke?" „Dé beleuf ik oe. Helmus." „Nou dan, Hanneke, 't geet oe goed, heur; en alhoewel 'k nie geleid détoe voader mekkelijk joa zeggen zal, 'k wil 't avèl perbeeren." Hiermede was het gesprek geëindigd en scheiden de beide jongelui van elkander. VIERDE HOOFDSTUK. Tegenspoeden en Teleurstelling! Hanneke de Snijer was zeer ernstig gestemd tehuis gekomen, want hetgeen zij gehoord, opgemerkt en geraden had gaf haar veel stof tol nadenken. Bij de afgetrokkenheid en de ernstige stemming van het meisje hadden noch de vader, noch zijn vriend uit de stad den moed eenige nadere verklaring uit te lokken en zoo bleven de zaken bij het oude en hangende. Naderhand maakte eerstgenoemde nu en dan wel eens zinspelingen op vereerende vriendschap, de vrien delijke voorkomendheid en vooral op de schitterende positie van mijnheer Jacques, evenals op de genoegens van het stadsleven, maar het meisje wist die teedere en voor haar onaangename punten steeds met vrouwelijken tact te ontwijken cn tevens haren vader te doen gevoelen, dat dergelijke zaken haar volmaakt onverschillig en koud lieten. Intusschen kwam mijnheer jacques zijn vriend, de weihouder, steeds vaker bezoeken, en werd hij bij ieder bezoek lastiger en aanmatigender. Weldra be vond hij zich schier iederen Zondag op Groothoven. Helmus Koppers, die natuurlijk goed op de hoogte was van die herhaalde bezoeken, maar te weinig gelegenheid had het meisje te spreken om genoeg zaam ingelicht te zijn van hetgeen er in het huis van Mouris de Snijer voor viel, begon den toestand ondragelijk te vinden, en met voorkennis van Hanneke, eindelijk de stoute schoenen aantrekkende, begaf hij zich op zekeren avond het was intusschen winter geworden naar den vader van het meisje, teneinde hem zijn hart bloot te leggen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1933 | | pagina 1