F. TULP
Fa. h. Elzenaar
Kantoor en Drukkerij Langegracht 28, Amersfoort
r>p l-EMBODE verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag-
niiddag. De abonnementsprijs bedraagt één gulden
per drie maanden; builen Amersfoort 11.10, franco per
post. Abonnementen kunnen eiken dag ingaan.
Uitgave van de Katholieke Stichting De Eembode,
gevestigd te Amersfoort
De €embode
Katholiek Orgaan «oor Amersfoort en Omstreken
Vrijdag 15 Sept. 1933
ADVERTENT1ÊN 25 cent per regel. Billijke tarieven
voor handel en nijverheid bij geregeld adverteeren
Advertentifin moeien Dinsdag en Vrfldag vóór 8 uur
in den morgen zfln bezorgd. Telefoon 314
Zeven en Veertigste Jaargang - No. 48
Karakterloosheid is de dochter der
zelfzucht.
'•l'iHlel en Evangelie.
tüe Zondag na Pinksteren.
Li-s uit den brie! van den 11. Apostel
Paolus aan de GalatenV, 25 VI, 10.
Broeder.! Zou wij door den Geesl
leven, laat ons ook naar den Geest
wandelenLaat ons geen bejagers
worden van ijdele eer, elkander uit
tartend. elkander benijdend. Broeders!
Mocht ook iemand door eenig misdrijf
overvallen zijngij, die geestelijk zijt.
onderricht den zoodanige in den geest
van zachtmoedigheid, terwijl gij acht
geeft op u zeiven, opdat ook gij niet
in bekoring komt. Draagt elkanders
lastenen zóó zult gij de wel van
Christus vervullen. Want als iemand
meent iels te zijn. ofschoon hij niets is.
bedriegt hij zich zclven. Een ieder nu
bepruevc zijn eigen werk; en zóó zal
hij loem hebben in zich zelvcn alleen,
en niet in eenen anderewant een
ieder zal zijn eigen last dragen.
Hij nu, die onderwezen wordt in het
woord, declc aan dengenc, die hem
onderwijst, van alle goederen inede.
Bedriegt n niet' God laat zich niet be
spotten Want wat de mensch gezaaid
heeft, dal zal hij ook maaien hij toch
d>c in zijn vlecscli zaait, zal ook van
hel vleeseh verderf maaien die echter
in den geest zaait, zal van den geest
hel eeuwig leven maaien. En laat ons.
hel goede doende, niet moede worden
want. indien wij niet moede worden,
zullen wij te zijnen tijde maaien. Laat
ons derhalve, zoolang wij lijd hebben,
weldoen aan allen, docli voornamelijk
aan de huisgenooten des gelools.
EVANGELIE
volgens den H. Lucas; VII, II -16.
In dien fijJ begaf Jezus Zich naar
cc e stad. die Naïm genoemd wordt,
en niet Hem gingen Z'jnc lecillngen en
ccne talrijke sehatc. Als Hij nu de
poort der stad naderde, zie, werd er
ten overledene uitgedragen, een ééi.ige
zoon zijner moede.-, endeze was weduwe;
en ecne groole schart uit de stadwas
met haar. Toen de lieer lia.ir gezien
had. werd Hij door medelijden met
haar bewogen en zeide tol haar; Ween
niet! En Mij trad nader en raakte de
lijkbaar aan (en de dragers stonden stil).
En Hij sprak: Jongeling! Ik zeg u, sta
op! En hij die gestorven was, zette
zich overeind en begon te spreken. F.n
Jezus gaf hem aan zijne moeder. En
vrees greep allen aan, en zij verheer
lijkten God, zeggendeEen groot
Protect is onder ons opgestaan en
God heeft zijn volk bezocht
moeden. Deze waarheid bevestigt ons
de dagclijksche ondervinding en moet
elk verstandig christen aansporen tot
een allerbelangrijkste plicht, n.l. dat
wij ons dagelijks tot den dood moeten
voorbereiden. En waarin bestaa! die
voorbereiding? Voorcersl hierin dal
men leeft in slaat van heilignnkende
genade. Ten andere moeten wij ons
beijveren door deugden en goede wer
ken dagelijks onze verdiensten voor
den hemel te vermeerderen.
Toen de Heer de weduwe zag werd
Hij door medelijden met haar bewogen.
Hier zien we wederom in |ezus den
Vertrooster der bedruklen. Door de
tranen dezer bedroefde weduwe werd
Hij lot medelijden bewogen en Hij
wekle haren zoon ten leven op. Waar
zijt gij, hedrukle weduwen en weezen
en allen die in droelhcid zuchl In we!k
lijden gij u ook moogt bevinden neem!
toevlucht tot Jezus. Hij, die zich
de tranen dier weduwe ontfermde
zal ook u vertroosting, redding of hu!,i
verlecnen.
Aldus sprak Hij tot den jongeling
Ik zeg u, sta op", üp dit woord van
den Almachtige rees de jongeling ovtr-
rind en herleefde Die machtige stem
:al ook onze lichamen eenmaal uit dc
graven opwikkcii op den dagdervcr-
lijzenis. Dan zal ook tot ons gezegd
worden.14 zeg u. sla op" en kom!
ten oordcc'. sommiRcn lot heerlijkheid,
anderen ter verdoemenis Mochten wij
intijds dooreen godvreezend leven
lot een heerlijke Verrijzen is voorbereiden!
En vfeeze beving allen en zij ver
heerlijkten God. De gchccle schare die
er hij tegenwoordig w s verheerlijkte
Jezus' groote daden Ook wij moeten
w. mder wei ken Gods Ito. gachlen, en
•r dc gunsten, die G >d ons en onzen
iste betoont, den Schipper prijzen
Hem verheerlijken.
Evtingelleverklarlng.
15c ZonJai; na Pinksteren.
Het Evangelie geeft ons aanleiding
tot een allernuttigste en heilzame over
weging. Zie! er werd een doode uitge
dragen toen Jezus aan de pooit dei
stad Naïm kwam. De doode was een
jongmensch, een eenigc zoon, de steun
zijner moeder. Deze doode herinnert
ons dat wij allen sterven moeten; dat
dc dood niet alleen ouden en bejaar
den, maar ook jongelieden in den bloei
hunner jaren wegrukt. De dood ont
ziel niemand noch rijken, noch armen.
De dood klopt zoowel aan de paleizen
der koningen als aan dc hutten der
armen. De dood kan ons verrassen op
een uur dat wij liet volstrekt niet ver-
Schoolboeken
«oor alle inrichtingen «an onderwijs
Teelten- en Schrijfbeuoodlgdheden
KANTOORBOEKHANDEL
L»ng««tr. M to. Kromnwtr. - TEL. 526
Llturglnclie Kalender.
Week van 17-23 September.
Zondag 17. 15c Zondag na Pinksteren
Mis Inclina Domine 2e geb. v. d.
II. Eranciscus.
Maandag 18. H. losepli v. Cuperlino,
Belijder. Mis: Dileclio Dei.
Dinsdag 19. H.H. Januarius en Ge
zellen, Martelaars. Mis: Salus autein.
Woensdag 20. Quatertemper. H.H.
Eustachius en Gezellen Martelaars.
MisSapientiam. 2e geb. v. d. dag
3e geb. v. d. Vigilie v d. H. Mat-
theus. Laatste Evangelie v. d. dag.
Donderdag 21. II. Maitheus, Apostel
en Evangelist. Mis: Osjusti.Credo.
Prefatie v. d. Apostelen.
Viijd.ig 22. Quatertemper. II. Thomas
v. Villanova. Bisschop. Mis: Statuit.
2e geb. v. d. dag. 3e geb. v. d.
H.H. Mauritius en Gezellen. Laatste
Evangelie v. d. dag.
Zaterdag 23. Quatertemper. H. Linus,
Paus Martelaar. MisStatuit. 2e geb.
3e geb. v. d. H. Thecla Laatste
Evangelie v. d. dag.
Paus Clemens
den elfde.
Dc laatste zin in de monumental
geschiedenis der Pausen (Qeschichte
der Rapste), die Freiherrn Ludwigvon
Pastor over Clemens den elfde schreit,
is van een merkwaardige diepte. Hij
getuigt voor de groote kennis van dezen
historieschrijver, zonder gelijke, der
menschelijke ziel, wier behoeften soms
meer bevredigd worden door een simpel
lied of een kinderlijk gebed, dan door
bravourstukken van welk slag ook. Die
zin nu luidt letterlijk zoo: .Dieses
Gebel, welches alles umlast, was dem
mensclten zur crlangung des ewigen
Hciles notwendig ist, bildet liir Kle-
mens XI ein Denkmal, dan Ers uud
Marmer überdauern wird". Wat ver
taald dus beteekend.Dit gebed, waarin
alles ligt opgesloten wat dc mensch
noodig heefi om zijn eeuwig heil te
verwerven, bcleekent voor Klemens XI
een monument, dat langer duurt dan
brons ol marmer."
Het is dan ook moeilijk iets te lezen
at meer aangrijpt dan dit ontroerend
smeeken om hulp, om deugd, om kracht,
liefde, oir verstand, als hier door
grijzen Paus van zeventig jaren
geschied. Twintig jaren lang heelt hij
met bovenmcnschelijke moeilijkheden
gekampt,hij slond midden in ten wereld
met de tegenstrijdigste belangen, Ilij
het middelpunt waarop de inter
vale hartstochten een zwaten druk
bleven oefenen. De Paus leerde de
menschcn kennen en daarom leerde hij
nog beter hun hulpeloosheid beseften,
waaruit dan dat gebed werd geboren:
.0. mijn G"d, ik geloof in U. sterk
mijn geloi Iik hoop op U. bevestig
mijn hoop, ik bemin L'. vermeerder
mijn liefde-het spijt me te hebhen ge
ondigd. doe mijn beiouw stijgen.
U bid ik aan als eerste begin en
■orspiong aller dingen, naar U verlang
ik als naar mijn laatste doel en einde,
U dank ik als mijn eeuwigen weldoe-
r. U roep ik als mijn beschermer aan.
Mijn God. leidt mij door Uw wijs
heid. bestuur mij door Uw rechtvaar
digheid. troost mij door Uw barmhar-
iglicid. heschut mij door Uw almacht.
Ik offer U al mijn gedachten, woor
den, werken en lijden, omdat ik altijd
U zal denken, over U zal praten,
L' welgevallen handelen en voor
U lijden.
Ik wil, o Heer. wat Gij wilt. omdat
Gij het wilt, zooals Gij het wilt, wan-
er en waar Gij het wilt.
Ik smeek U. verlicht mijn verstand,
steun mijn wil, reinig mijn hart en
heilig mijn ziel.
Laat mij niet door hoogmoed be-
angcri worden, door de wereld ver-
sttikl door huichelarij bezeten, door de
saian bedrogen.
Verleen mij Uw Genade, om mijn
gedachten Ie louteren, mijn tong te
beteugelen, mijn oogen tc behoeden en
al mijn zinnen Ie bewaken.
Mijn God, sterk mij, opdat ik mijn
bedreven zonden beween, de toekom
stige verzoekingen overwin, mijn slechte
neigingen onderdruk en alle deugden
beoefen.
Geeft mij liefde tot U, haat tegen
mijn fouten, zielenijver voor mijn naas-
n en verachting voor de wereld.
Laat mij gedachtig zijn, oJezus.dat
ikmijn meerderen geiiooizaamheid, mijn
vijanden liefde, mijn vrienden trouw
en mijn ondergeschikten toezicht schul
dig ben.
Help mij, o God, om den trots door
deemoed, de zonnelijkheid door ver-
Als de winter komtl
dan komen ook weer de vergaderingen ei
feestjes en daarvoor zijn agenda'a, program
ma's of circulaires noodig.
VITESSE
vervaardigt ze vlug tn billijk I
Vraagt speciale condities voor llw
regelmatige vergaderingen t
KON. WILHELMINASTR. 10
sterving, de toorn door zachtmoedig
heid, dc traagheid door ijver te over
winnen.
Mijn God. maak mij voorzichtig in
alle ondernemingen, beheerscht in ge
varen, geduldig in allerlei wederwaar
digheden en bescheiden als het mij
goed gaat.
Doe mij nooit nalaten, bij al wat ik
verricnt ot lijd, een goede meening te
maken, oplettend bij het gebed, matig
in het eten, gewetensvol in beroeps
plichten en standvastig in mijn goede
voornemens te zijn.
Geel, o Heer. dat ik me zorgvuldig
bewaak en altijd een zuiver geweten,
een zedelijk gedrag, een betamelijken
omgang, en een wel geordend geweien
bewaardat ik me dwing mijn öooze
natuur tc beheerschen, met Uwe genade
mee Ie werken, de geboden te onder
houden en alleen voor mijn zaligheid
te werken.
God, laat me erkennen de nietigheid
van het aardsche, de hooge waarde van
liet hemelsche. de kortheid van den
tijd, de lengte van de eeuwigheid, de
gemeenheid der zonde, en de groot
heid Uwer liefde.
M.iak, dat ik mij op den dood voor
bereid. Uw oordeel vreeze. dc hel ont
kom en eindelijk den hemel verwerf
door de verdienste van onzen Heer
|ezus Christus".
Dante sctireet de „Divina Comedia",
Bramante bouwde de St. Pieterskerk,
Rembrand schi'derde de Nachtwacht,
duizenden andere kunstenaars schie-
n. min of meer. dingen van groote
schoonheid, van zinnenstrelende of
geestvervoerende bewogenheid. Doch
z»u er wel ooit iels ter wereld door
kunstenaars-geest zijn voortgebracht,
dat werkelijk door en voor het volk,
voor de massa, voor de schurftige land-
looper zoowel als voor de chique pa
leisbewoners, begrepen en bewonderd
is. tot troost strekte of tot inkeer aan
spoorde? Welnu, zoo'n juweeltje is
zonder twijfel dit gebed van Paus
Klemens, dat ieder mensch dichter kan
brengen bij de eenige levensbron, waar-
t alles opborrelt, bij God.
Paus Clemens stierf den 19e Maari
1721. en was zooals Pastor schrijft een
der „waardigste" opvolgers van Petrus,
maar niet een der ..gelukkigsten". De
Europeesche landen stonden als ver
scheurende dieren tegenover elkaar, de
Tripple-alliantie, tegenover Frankrijk.
En allen wenschten den Paus aan hun
private of nationale belangen te ketenen,
namen het hem hoogst kwalijk, als hij
in zijn opperherderlijk ambt met de
geloovigen uit alle landen, dus ook de
belligerante stalen, in verbinding wen-
schte te blijven. Richtte hij zich in een
rondschrijven tot de Fransche bisschop
pen dan legde men dit in Spaansche
kringen uit als een heulen met den
vijand. (De Spaansche successie-oorlog
werd toen gevoerd). Berispte hij de al
te nationale gevoelens der Franschen,
dan zag men er ook daar weer een
bedekte vijandigheid in.
Tegenover een wereld, waarin nog
alleen de politieke macht interesse be
zat en als maatstaf dienst deed.heelt
Klemens moedig zijn plicht gedaan en
cnverzwakt gestreden voor het recht
en de vrijheid der Kerk' (Pastor).
Gewichtige dingen gebeurden er on
der zijn pausschap. Op politiek gebied
de imperialistische daden van Oosten
rijk, van Frankrijk en van Spanje. Op
godsdienstig gebied stak het jansenisme
weer het hoofd op. Sommigen hebben
het nog weieens over „echt" katholieke
landen, doch als men geschiedenissen
leesl ais het moeitevolle bestaan van
veel Pausen, en vooral van Paus Kle
mens XI. dan zal men een andere over
tuiging krijgen. Het Katholicisme als
practische levensbeschouwing moge
vele miljoenen tot God hebben ge
voerd, nog nooit werd het in een land
ter wereld zoo beleefd dat de heele
saamleving er mee doordrongen was.
In de middeleeuwen, nog de schoonste
lijd, waren de ruwe zeden een belem
mering, in de nieuwere tijd eerste het
absolutisme der vorsten, daarna de
hervorming, vervolgens de wijsbegeerte
en nu een massaal indifferentisme, dat
de krachtontplooiing belemmert. Meer
dan van de sultans had bijvoorbeeld
Klemens de XI te verduren van Lode-
wijk de 14e, van Jozef de eerste, van
Filips de vijfde. Deze potentaten, deze,
.allerchristelijksie koningen", gedroe
gen zich erger dan volslagen heidenen,
die allicht nog de burgerlijke beleefd
heid zouden in acht hebben genomen.
En toch moest de Paus de hulp dezer
menschcn inroepen tegen de Turken,
hij was daarvoor de herder der schapen,
hij was voor God verantwoordelijk.
F. DE KOCK.
Continental
Schrijfmachine
Compleet met kotter
en garantie 1125.-
KANTOORBOEKHANDEL
lindestraat 84 - Telef. 528
Binnenland
Uitspraken Kantongerecht
Amersfoort.
Crisisvarkensbesluit: H. Sch. Wou
denberg vrijspraak, J. S. Hoogland f50
of 10 d. en verb., J. Sh. Amersfoort
idem. J. Sch. Amersfoort f I of I m.
en verb.
Dronkenschap: H. M. Baarn (15of
5 d., W. v. d. H. zwervend idem, J.
K. Groningen f8 of 4 d.
In dronkenschap de orde verstoren
J. J. in 't H. Soesterberg f 10 of 4 d.
ArbeidswetP. H. Amersfoort 2 maai
4 of 2d.
Leerplichtwet: S. M. Amersfoort
f7.50 of 3 d.
Kieswet: Veroordeeld tot 50 cent of
1 d.T. L. Amsterdam, S. v. A. M.
idem, E. B. idem, F. B. idem, O. R.
H. H. idem, N. G. idem, J. W. Z. id„
G. C. idem, J. K. idem, O. A. R.
Apeldoorn, H. de W. Hilversum, N. W.
Baarn, J. R. idem, R. L. idem, M. J.
R. idem, C. J. M. S. W. idem. H. G.
W. Venlo, N. O. W. idem, S. H. Utrecht,
N. H. idem, A. L. P. idem, K. M. T.
Hilversum f 1 ol I d„ B. v. E. idem.
Rijden met motoi fiets onder invloed
van alcoholH. K. Amersfoort 8 d.
hecht, en voor niet stilhouden op
poiiliebevel f20 of 5 d.
Idem met rijwielJ. H. Hoogland
f 10 of 4 d., D. H. Bolsward f 25 of
10 d.
idem met auto: J. J. in 't H. Soe
sterberg voorwaardelijk 8 d. hecht en
3 maand ontzegging rijbevoegdheid,
met proeftijd van een jaar.
Te snel rijden in Soest: J. F.A.G.
Elspeet (20 of 5 d.
Te Amersfoort rijwiel onbeheerd
latenH. Th, H., A. R„ j. K„ C. v.
N., G. A. L„ allen te Amersfoort en
elk f2 of I d„ A. v. S. Nqkerk f2 of
I dO. v. d. B-, Barneveld 50 ct. of
I d., J. J J. M. v. D„ S. A. M., W.
R., alle drie te Amersfoort, eik f2
of I d.
Onvoldoende remmenE. W. M.
Amersfoort f 10 of 4 d.
Wielrijden zonder licht: H.B.Soest
I of I dH. H. M. v. S. Baarn idem,
E. M. M. Naarden idem, N. B. Amers
foort idem. M. v. d. B. Leusden idem,
J. G. V. Baarn f5 of 2 d.
Nummer-letter niet verlicht: H. A.
v. D. Veenendaal f2 of 1 d., j. P.
Beverwijk idem.
Geen nummer- of rijbewijs vertoo-
nen: G. L. Baarn f3 of 1 d., H. C.
V. Amersfoort 15 of 2 dJ. P. J. v.
d. P. Amsterdam idem.
Geen nummer- ol rijbewijs afgeven
aan den bestuurder: J. K. Amsterdam
50 ct. of I d., V. Amsterdam f 25
of 10 d.
Niet in bocht de rechterzijde hou
den J. A. H. Amersfoort 13 of I d.,
M. H. v. Z. Amsterdam f 5 ol 2 d.
Met auto de veiligheid van verkeer
in gevaar brengenK. P. v. I. Soest
f20 of 8 d.
Vreemde arbeidskrachten in ons land
Wjj hebben in ons land honderd
duizenden werkioozen, waaronder jonge
krachten, die sinds zij de school ver
lieten nog geen hand aan werk kon
den zetten, om de eenvoudige reden
dat er geen werk te vinden is.
Van alle kanten wordt gepoogd, om
de materieele en geestelijke ellende,
die vastzit aan het gedwongen niets
doen, te verminderen door werkver
schaffing. En ziet nu de statistieken
van de in ons land werkzame vreemde
arbeidskrachten. In 1930 woonden hier
100000 Duitschers en een 25000 Bel
gen. Hun getal is sindsdien zeker
eerder toe- dan afgenomen.
In Duitschland wonen 20000 Neder-
landsche arbeiders en in België slechts
een onbeteekenenu getal.
Op een millioen Duitschers in
Duitschland komen ongeveer 300 Ne
derlanders voor, terwijl in Nederland
per millioen Nederlanders ongeveer
1300 Duitschers geregeld arbeiden.
Nn zou men redeneerenin een
lijd als dezen, waarin wij zelf tobben
met enorme werkloosheid, mag geen
vreemdeling voor gaan bij arbeid die
door eigen volk kan worden verricht.
Maarook hierin schrijven we weer
de Chineezen van Europa, gelijk in
onze handelspolitiek.
Hoelang zal het nog blijvenwelkom
buitenlandsch product, welkom vreem
deling in ons land?
MOURIS DE SNIJER
Een tafereel uit 't Noord-Brabantschc
dorpsleven, uit „dc tachtiger jaren."
Den volgenden dag begaf hij zich
inderdaad reeds vroegtijdig naar dc
woning van Mouris dc Snijer; toen de
beide boeren alleen waren, begon de
oude Koppers volgenderwijzc hel ge
sprek
„ik heb 'n lutske (oogenblik)mitoe
Ie spréken, Mouris, over 'en ding dèt
ons beien even noa aangaat; ge zult
'l mc daarum nie kwoalijk nemen,
dè'k zo fammiljoar bij oe inkom 'i
geet over de toekomst van onze kijn
ders, Mouris."
„Onze kijnders, man," riep de bocr-
wclliouder verstoord, „onze kijnders...
mer ik begrip nie hoe ge er op komt,
om dé zo raar bijeen te brengen?"
„Dé za'k oe uitleggen. Mouris, al wit
te gij 't evengoed as ik. Jou Hanncke
mag menen Helmus goed lijen en Hel
mus houdt veul van oe Hanneke. waar
ui zou dé gin paar kunnen geven?'
F»Een paar?" klonk het verbaasde
antwoord, „ik ben wethouwer, man, ei
hè 't mooiste pèrd van 't durp, en...'
„Krek. ge bent wethouwer," viel hoer
Koppers hem in de rede, „en houdt "en
pêrd, uier ben de d.iarum beter as'en
ander Laat ik'I oc is ronduil zeggen,
Mouris, en geleut me op men woord
't verschil tusschen ons beien is zo
groot nie, dé we 't geluk onzer kijnders
teugen hoeven te werken. Ik wil er gin
duukskes om wijnden en is as vrind tot
oe spréken en as 'en oud man, die nie
veur niks meer as zestig jaar op de
wereld geleefd heit. Ge het eens mij
nen jongen urn zo te spréken de deur
uitgesmeten, mer ik ben nie greulsch
en stel 't geluk van men kijnd veur
alles. Toch is ie'enen broaven, oppas-
senden jongen, die de handen uit den
mouw wit te steken, en al mot ie er
hard veur werken, wel deur dc wereld
zal kommen en 'ene vrouw kan men-
„Mer, man, ik zeg ommers niks van
oe jongen en wil gcêre geleuven, dèt
ie werken kan, mer ik ben tocli men
eigen baas over men Hanneke zou 'k
geleuven en vrij om er aan gin ar-
beier te geven."
„Daar zek niks tegen, Mouris, vrij
ben der in, mer dan zek op men beurt
dé ge heel verkeerd doet. Ik wil de
dingen bij deren naam noemen; 't is
alleen 't duvelke van de greutsigheid
die 't 'cm doet; ge wilt dèt oe Han
neke gelukkig is, mer ge zuukt het ge
luk op 'en verkeerde ploats. We hoeven
'et nie te verblommen, wé 't heele durp
wit, dèi oe zoaken allesbehalve kuste-
lijk staan'k zeg dé nie om oe kwaad
Ie moaken of om oe te affronteeren,
Mouris, mer om oe as 't kost tot in
keer te brengen. Oe gedoei gaat erg
achteruit; oe grond wordt gelijk on
derkropen, niks wordt op zen tijd noa-
gezien, ge kunt het zo gin drie jaar
meer houwen. Leg die greutsigheid af.
stik zelf de handen uit den mouw, kek
de boel noa en alles kan nog le recht
kommen. Ik ben ok nie rijk, mer 't
hee me, Goddank de laatste jaren nog
al meegespuld, al woaicn 't gin beste
boerenjaoren. Men zeuu kan werken
as den beste laat ons elk ons best
doengif oe Hanneke aan menen jon
gen en alles kan nog goed gaan na
derhand. Al heb ik er veur 't geluk
van men kijnd belang bij, dé 'k zo
praat, toch is 'et ok veur jou bestwil
dé'k't zeg, Mouris, en nie minder veur
oe Hanneke. Mak er gelukkig, Mouris,
en oc eigen tevreeè."
„En misschien zou de willen, dé'k in
'en klein huskc gong wonen en naar
de pijpen van oe jongen zou dansen?"
riep Mouris opgewonden uit.
„Naar de pijpen van men Helmus
dansen, nee, Mouris," hervatte Koppers
bedaard„ge bent en biet vader, en in
'en klein huske gaan wonen, ok dé 's
nie noodig: gij en men zeun kost 't
gedoei hier wel noazien, mer sommige
dingen kon de toch wel missenzo zou
mit 'enen os 't werk ok wel gedaan
kunnen worrenmen jongen is gewoon
mit den os om te gaan en dan hadt
de zo'n duur pèrd nie 'l onderhouwen
en daar kunnen drie melkkoeien veur
gekocht worren."
„Wil 'k oe is wé zeggen, baas Kop
pers?" vroeg Mouris de Snijer schijn
baar bedaard.
„Doe dé, Mouris," antwoordde de
boer.
„Nou, dan zek oe vlak in 'l gezicht,
dé men pèrd me meer wérd is as tien
van oe jongens. Begrep te dé, man?'
„Dé wil zeggen, Mouris?"
„Dè wil zeggen, dé gij of oeën Hel
mus nooit meer bij me aan hoeft te
kommen, as ge allebei nie de deur
wilt uitgesmeten worren."
„Mouris, Mouris, de greutsigheid zal
er oe nog onder brengen, man."
Mouris de Snijer maakte een drei
gend gebaar, Koppers stond bedaard
van zijn stoel op en verliet zuchtend,
maar met langzame schreden, het huis
van den onverbeterlijkcn trotschaard.
i „Hanneke, span den vos inhoorde
de oude Koppers nog zeggen, toen hij
de voordeur uitging.
ZESDE HOOFDSTUK.
Eene Wedren.
Hoofdschuddend en in treurige ge
dachten verzonken ging boer Koppers
naar zijne woning terug; onderweg
haalde hij den pastoor van het dorp
in, die dien morgen na de mis een
zieke was gaan bezoeken. Daar beiden
één weg te gaan hadden, vertraagde
de boer zijne schreden, en daar de
pastoor op een dorp de raadgever, de
toevlucht, de vader zijner parochianen
is, legde Koppers hem openhartig het
ge heele geval bloot en vroeg hem om
raad en voorlichting. De waardige gees
telijke, die den trots en de onbuig
zaamheid van Mouris de Snijer kende,
schudde mismoedig het hoofd, en hij,
die anders overal raad voor wist, kon
in dit geval noch hoop, noch raad
geven.
De beide wandelaars konden onge
veer vijftien minuten gegaan hebben,
toen ze den persoon, over wien het
gesprek liep, met paard en sjees zagen
voorbijschieten, wolken stof doende
opstuiven. Spoedig waren deze in de
verte verdwenen, en toen de eerstge-
noemden voor de paslorie waren aan
gekomen, ging de oude boer alleen ver
der, naar zijn huis, dat op een paar
steenworpen afstands van de woning
des pastoors gelegen was.
Wat Mouris de Snijer op dezen dag
naar de stad voerde?
Toen hij zijne dochter bevel gaf den
vos in te spannen, was dit eene een
voudige ingeving geweest: zijn eenig
doel in den beginne was, den ouden
Koppers op zijne beurt te tergen en
te trolseeren, en toen hij in zijne sjees
zat, en hij zag hoe zijn geliefkoosd
paard, dat fraaie, moedige dier, hem
met snelheid vooruitdroeg, werd hij
nog trotscher en opgeblazener, en
droomde hij weer van stadsche heeren
een mooi huis in de stad en
hoe zijn Hanneke daar juffrouw zijn
zou ais... ja, als mijnheer Jacques
haar nog wilde trouwen.
Maar waarom zou hij niet? Was zijn
dochter niet een flink „vrommes", die
netjes voor den dag kon komen en
mooie gouden oorhangers droeg, ?n
had hij niet zijne akkers en velden en
bosschen en bovenal zijn paard, dat
door alle boeren en zelfs door menigen
stadschen heer met welbehagen werd
nagekeken
(Wordt vervolgd.)