HP!"'
te spreken, ,,'t Is een onschatbaar kunststuk
van zilveren drijfwerk 't is dcrticnccuwschc
kunst, en moet met zorg bewaard worden
't is bestemd voor een vriend, die over zulke
dingen kan oordcelen
De lippen van den kleine trilden en hall
schreiend hernam hij Hebt 11 liet ons dan
niet teruggebracht LI had liet in uw hand,
toen U bij ons werd binnengebrachtKijk.
dacht ik toen daar heb je 't al Ik had hei
O. L. Vrouw ook zoo vurig gevraagd, dat /ai
het ons terug zou bezorgen. O, LI had Moe
der eens moeten zien, toen ze t weerzag
Ze schreide: maar van blijdschap, gelooi ik.
Och. ze schreide ook toen ze 'i weg had
gegeven maar 't was. omdat zij gold noodig
had want ik was ziek. en liet kostte veel
0111 van alles voor mij te koopen Maar nu is
't weer terug en ik dacht, dat 't Kindje Jezus
het ons als Kerstgeschenk gebracht had Zou
dat echt zoo niet zijn
..Zeker!" zei de Professor, die met stomme
bewondering naar den uitleg van het lieve
kind geluisterd had „zekerhet is een
Kerstgeschenk
Op die woorden begon de kleine van blijd
schap te springen en in zijn handjes te
klappen.
„Zie je wel?" riep hij uit: „ik wist wel,
dat O. L. Vrouw aan het Kindje Jezus zou
zeggen, het ons terug te brengen zeg Mijn
heer. houdt LI ook niet veel van O. I-
Vrouw
Met stijgende verbazing beschouwde de
Professor de liefelijke verschijning, die zich
daar voor hem bevond een ongeveer tien
jarig knaapje, in een eenvoudig doch zinde
lijk matrozenpakje, met een prachtigen. brui
nen krullcboi. en aanstonds rees weer voor
zijn nu onbenevclden geest liet beeld van
Ik ben II --eer dankbaar, dokter,
uwe kundige behandeling I" was Profei
hoffelijk antwoord.
M,,,i beh.indeling zou niet veel geli. 0„
hebben, wv- 'k- ware het niet. dat Li :o,
buitenge»".ui >i"l'd verpleegd zijt door de.
vrouw'|i\i -!'U hier. Ik verzeker U. d.: h«
voor II een geluk is geweest, dat uw on. jd
ls i,.„i 111!>i voor de deur van miji bt.
kwa.iiiU'i' leegs'er. I laar beveel ik
patiënten aan, ofschoon
'ili ,ii,-ii ze onder haar eigen ja|
verzorgd heeft.'
hal, keerde met een stljvi bc,
leefde buiging hei hoofd naar de we
-ijns ai.air dan, alsof deze hen. ;0\
«trekMl "I
Dok lei ik weiisehte een woord i
''k.Goèd hei vatte de geneesheer, mi
blik v.iii .,-iwondering "nar de juffrouw dij
eenvoudig en amder drukte heenging.
W kan ik van hier vervoerd
den.' ïid. Pmfcssor. zoodra de
achter li.iai gevloten was. „ik verlang
-eerste eei ui iinjn eigen huis te zijn.
De dokier zag hem vriendelijk nar
is anders te be met,
mclijkheid van
einde der nu
oolijken toon.^
om aanstonds vet,
•li, als LI probcerdi
meende
ken dun
beierend
„Zeke
n iel vóór lie
Januari
sprak hij (ij) v
„Kom
dokter. LI SC
dunkt n
wel genoeg
'".Dal
oil''U 'l'eqeliv.ill
oj> ie sla
a en 11 ie latei
Profe-sso
ge nil hier i
Mevroux
pleeqster
!c\' du ge»
zijn kleinen, dierbaren Gerard, dat hem in
eriendelijker stemming bracht.
„Kind, sprak hij, wat doe je hier
„O." was 't antwoord, en op eens was
de kleine weer ernstig, „ik moet het moeder
gaan vertellen Ik moest hier bij uw bed
zitten, en haar waarschuwen, als 11 om
waakte. Dat heb ik al dikwijls gedaan .- maar
kijk nu is 't de eerste keer. dat LI tot mij
spreekt, en nu ben ik zoo blij. dat ik hei
haast vergeten zou."
De kleine had de deurknop al in de hand,
oen de zieke hem terug riep „Ga nog niet
heen zeg me eerst, hoe je heet
Gerard. Maria Eversbij Gerard naar
Vader zaliger en Maria ter cere van de
H. Maagd Maar nu ga ik gauw Moedor
waarschuwen
„Gerard. Maria Evershij herhaalde dc
Professor, terwijl zijn blik zich naar hol pi
fond richtte. „Dus. dit is Gcrards zoon 1 en
ik heb dat kind nooit erkend, zelfs niet wil
en weten, dat dit lieve wezentje bestond
Nu herinnert hij zich wel. dat hij ccnigc
aren geleden een kennisgeving had ontvan
gen van de geboorte van zijn kleinkind- Kon
oogenblik voelt hij zich verloederd, maar
weldra krijgt zijn hardnekkige vasthoudend
heid weer de overhand. Neen hij had zijn
kleinkind nooit willen erkennen, hij zal lie
log niet doen En hoewel hij te vergeef:
vreemd gevoel van vcrtecdering poogi
te onderdrukken, denkt hij. uit vrees
zich te eeniger tijde daardoor te laten ni'
slepen, dat het heter is. zoo spoedig mogelijk
vandaag nog. als het kan. dit huis te
laten, om gelijk vroeger alle betrekkingen
zijn schoondochter en kleinkind te doen
houden.
Terwijl hij in zijn geest liet middel be-
lamt om dit plan ten spoedigste uit te vnc-
>n. gaat de deur open en de dokter treedt
innen, gevolgd door een dame. wier legen
•oordigheid op dit oogenblik liet laatste was.
•at de zieke verlangde.
„Goeden morgen, Professor I" zegt de
dokter op vroolijkcn toon. „Wut hen ik blij.
U zooveel beter te zien U is weer bijna de
oude van voorheen werkelijk, ik ben trotscli
op U
in haar leven:
met de groots
Li vooral hccfl
hagen en weet
een erg lastige p
minstens nog vi
muien, en U hare
welgevallen. Zoo
voor de gevolgen"
Professor.
Ie dokter, die vol-
ent de geschiedenis
in dit opzicht doof
eer Als U 't goe'
i'M omtrent uw bc-
Professor wel ge-
e' onvermijdelijke te
I ed hij het met gc^
■houden ontevreden
u hij er in te beruste:
vreugde, dan toci
de weduwe zij is
ntr die deed air il
on hen beiden bi-
i zorgen te wijdm
en liefde, die In o
1 keiden. maar lat 't
en kleinen Gerard, c c
I "I ging. en niet me r
'■'en. Wijl hij nu Z' I
"Hen kon, nis hij ie s
'i'\ verzot'
h'ii kle.inc, bleef h
el leurig lampje, d
"et voetstukje, tegi
the hij nog op h
vooral gedureni
II nacht, wanneer t'
hl en vond zijn oo
Kamerband kwam h
..Och. sprak hij soms tot hem, jongen, je
behoeft er toch ook den kost niet mee te
verdienen, ik heb een aardig spaarduitje ver
zameld zorg nu maar. dat je een braaf e.i
lief vrouwtje vindt, dat je gelukkig maakt
en voor jou en mij in mijn ouden dag wil
zorg dragen, dan is alles in orde."
liefhebbenden zoon onzeggclijk hard wel
heeft hij zijn brave gade nu niets aa
brengen dan een klein jaargeld uit de erfenis
zijner moeder en een toekomst rijk aan ver
wachtingen doch ondanks de bekrompen
heid. waarmee nu zijn huisgezin moet in
gericht worden, ondanks de diepgrievende
Dc boodschap a
Wel was dat van den Professor een on
voorzichtig en onoordeelkundig gezegde, d.tt
voor menig iongmensch slechte gevolgen had
kunnen hebben maar op Gerard oefende
het volstrekt geen verkeerden invloed uit. Hij
bleef vol ijver werken voor zijn kunst, die
hij om haar zelve lief had. en hoopte spoedig
naam te maken in de wereld.
Nu kwam hij als bij toeval of liever, door
een beschikking van Gods Voorzienigheid,
in kennis met een meisje, in wie hij ai de
hoedanigheden dacht te vinden, die tot een
gelukkig huwelijk noodig zijn. Hij vraagt dan
ook om hare hand. maar een onoverkomelijk
beletsel staat in den weg Gerard is protes
tant en Anna D. trouw en degelijk katholiek.
Hoewel ze Gerard hoogacht, wil ze in
geen geval van een gemengd huwelijk we
ten. en weigert volstrekt, de echtgenoote van
een protestant te worden. Nochtans spoort
ze Gerard aan. den Katholieken godsdienst
te bcstudceren. en belooft hem. dat, als hij
int grondige overtuiging, niet om harentwil,
zich tot de Katholieke Kerk bekeert, zij er
niets op tegen zal hebben, haar levenslot
aan het zijne te verbinden. Zij verschaft
Gerard boeken, door degelijke schrijvers over
dc waarheid en de schoonheid der Katho
lieke Kerk geschreven ze bidt vurig voor
den dwalcnden. maar toch oprechten
onverschilligheid van een vader, die hem
steeds even dierbaar blijft, veelt hij zich
nochtans gelukkig, wijl hij in het ware en
heilig Geloof een schat heeft gevonden die
alle rijkdommen der aarde in waarde verre
Ziedaar nu. waarom Professor E. wien de
herinnering aan zijn Gerard als kind immer
dierbaar bleef, van dienzclfden Gerard als
man niets wilde weten nooit sprak hij met
iemand over zijn zoon. en toen hem. nu drie
jaren geleden Gcrards onverwacht overlijden
gemeld werd. scheen hij voor het uiterlijk
daar geheel ongevoelig voor en zei enkel
„Mijn zoon is sinds zijn huwelijk al dood
Bij al, wat er gebeurd was. bleef echter
zi,n gewone levenswijze onveranderd. Dage
lijks wandelde hij bedaard de Nieuwstraat
in, hield zijn voordrachten in het college, en
de schittering van zijn helder verstand bleef
onverduisterd. Maar toch straalde in zijn
lessen iets kouds, iets hards, iets materialis
tisch door God scheen hem voortaan slecht:
te zijn een machtig Wezen, dat ver van hen
af stond, onverschillig voor hem was. en al;
t ware. alleen des Zondags bestond.
Op gezegden kouden Decemberdag nu
waarop hij zich zoo peinzend naar zijn dag
taak begaf, was zijn lestoon nog stroevi
braven Gerard en Gods genade treft dat i dan anders. Vroeger was de les afgeloopen.
aarhcidlievende harthelder
straalt het liefelijk licht van het ware Geloof
in den zoekenden geest. Gerard is overtuigd,
dat de Katholieke Kerk de ware is hij wendt
zich tot een priester om verder onderricht en
na een groot half jaar zweert hij in de kleine
parochiekerk de dwaling af.
Kort daarna wordt in hetzelfde heiligdom
door den grijzen Herder der parochie hei
huwelijk van Gerard Eversbij met Anna D.
ingezegend.
zoodra heeft hij kennis
ergang van zijn zoon
en zijn echtverbintenis
En de vader ts
gekregen van der
tot het Katholicisi
met een Roomsch
loofsijver van een Puritein z>
t al den ge- leszaa
ct hij. dat hij brengend.
dc laatste
vacantic.
Luidruchtiger n met meer spoed dan ge
woonlijk pakten dc studenten hun boeken
en schriften in. en verwijderden zich ii
vroolijkc stemming. Eenigen »'isselden eei
enkel woord met Professor E„ maar niemani
durfde hem een vroolijk Kerst- en Nieuw
jaarsfeest wenschcn, de meesten immer:
kenden de geschiedenis van Gerard, en wis
ten dat de Professor een zeer eenzaam et
afgetrokken leven leidde in een schoon huis
aan het ander einde der Nieuwstraat.
Deze bleef nog eenigen tijd talmen
boeken en papieren in orde
iar nam volstrekt geen
was immers niemand, wien hij Kerstgeschen
ken had aan te bieden.
Niemand Ja. toch wel aan éénéén
vriend had hij nog een oud schoolkameraad
en thans zijn trouwen collega Professor
Meersch. bekend om zijn liefhebberij voor
het verzamelen van antiquiteiten. Van hun
jongelingsjaren af hadden ze elkaar Kerst
geschenken vereerd en die gewoonte, daar
had de vriend wel voor gezorgd, was nooit
onderbroken.
Professor Meersch begreep, dat de vriend
schap het cenige liefelijk zonnetje was in
Eversbij's somber en afgetrokken leven en
ofschoon zijn pogingen om een verzoening
tusschen hem en zijn zoon tot stand te bren
gen. schipbreuk hadden geleden, ging hij
toch voort, hem zijn ouden vriend te noemen,
bracht hem van tijd tot tijd een bezoek, en
bood hem vaak het een of ander ten gc-
Op eens schrikt Eversbij uit zijn mijmc-
ingen op door het ongewone gejoel en gc-
druiseh der studenten. ,.'t Is waar ook. denk:
hij. over een grootc weck is 't Kerstmis, en
ik zal toch een of ander voor collega Meersch
moeten zien te koopen. Wachtdie hande
laar in antiquiteiten, waar ik dagelijks vooi-
bij kom. zal wel iets hebben, wat van mijn
vriends gading is Ik zal eens spoedig gaan
hooren. alvorens Meersch het soms zelf
ontdekt."
Dit zeggende staat hij op. trekt zijn col
lege-jasje uit. hult zich in zijn pelsmantel en
vlugger dan anders stapt hij de straat op.
Door Gods Voorzienigheid, die al jaren
met eindeloos geduld op hem wachtte, ge
leid. treedt hij het magazijn van den pand
houder binnen en maakt zijn verlangen naar
stuk van antiek zilverwerk bekend.
D. mijnheer." zegt Simons dat was de
n van den antiquair, „gelukkig ben ik in
staat, ten volle aan uw verlangen te voldoen
eens hier dit prachtstuk van een zilve-
kruisbeeld nog nooit heb ik zoon mooi
k in handen gehad 'c is echt dertiende-
vsch Och. och zulke zilverkunstenaars
:oen zoekt men tegenwoordig te vergeefs,
toch eens Mijnheerdat corpus, dat
aangezicht Hebt ge ooit iets zoo fijn. zoo
schoon, zoo volmaakt tot in de kleinste bij
zonderheden aanschouwd Daarenboven,
Mijnheer, voor de dame. die 't mij ter hand
stelde, is 't een ontzaglijk offer geweestDc
juffrouw, die door nijpende omstandig
heden zich verplicht zag het te verpanden,
zal nooit in staat zijn. het in te lossen; ik heb
het al lang over den tijd voor haar bewaard
:n kan het dus vrij verkoopen."
De Professor, een oogenblik getroffen
>ver dc laatste mcdedeeling. vergat echter
spoedig den drocvigcn toestand der weduwe,
toen hij. na het kruisbeeld met een kenners
blik van alle kanten beschouwd te hebben,
tot de overtuiging kwam. dat hij hier wer
kelijk met een meesterstuk te doen had. Tc
allen prijze dan ook wilde hij het koopen
spoedig was men het over de som eens. en
een oogenblik later verliet de Professor ge
heel voldaan, met het kruis onder den arm.
den winkel, niet vermoedend dat hij thans
het keerpunt van zijn leven was genaderd.
Terwijl hij de stoep van het hoekhuis af
trad kwam plotseling een zware vrachtwa
gen. haastig om nog bijtijds den trein te
bereiken, uit een zijweg aanrijden; en al
vorens dc voerman den Professor gezien had.
botste de wagen tegen dezen aan, en op het
zelfde oogenblik stort hij bewusteloos vóór
de wielen neer
Lang lag Eversbij zonder kennis nee
een eenvoudige maar uiterst nette legerstede
in een huis tegenover de plaats, waar
ongeluk was voorgevallen, dat nog betrek
ke jk gunstig was afgeloopen van tijd tot
tijd scheen hij een weinig tot bcwus
weder te kceren. zonder zich echter reken
schap te kunnen geven van hetgeen er
hem was gebeurd.
Eindelijk, een groote weck na zijn
ontwaakt hij tot zijn volle bewustzijn,
herinnert zich duidelijk, ai wat er met hem
heeft plaats gehad. Hij beschouwt dc zinde
lijke doch bijna armoedige kamer, waarin
hij zich bevindt, als op eens zijn blik getrof
fen wordt door de flikkering van een lichtje,
dat in een rosekleurig lampje brandt vo
ja voor het door hem tot zoo hoogen prijs
gekochte zilveren kruisbeeld, dat op een
voetstukje aan den muur vastgemaakt, vlak
tegenover zijn bed geplaatst was.
„Wel." dacht de Professor luid op. „w
mag dal nu wel gedaan hebben dat prach
tige kruisbeeld hier neerzetten en dan nog
wel met een lampje er voor
..Dat kruisbeeld is hier op zijn oude. rechte
plaats. klonk op eens een zilveren kinder
stemmetje, dat achter het ledikant vandaan
kwam. het heeft hier vroeger altijd ge
staan
En meteen stond tegenover den Professor
een engelachtig kind, dat hem met zijn
dcre bruine kijkers met den grootsten ernst
aanzag.
..Dat kruisbeeld moe' daar onmiddellijk
af zei dc zieke op dezelfde droge wijze,
waarop hij gewoon was zijn studenten t
De aanbidding door de herders
nooit of nimmer een Katholiek als zijn zoon
zal erkennen. Hij ontzegt hem zijn huis even
als aan zijn vrouw, verzekert, dat Gerard
geer, cent meer van hem te verwachten heeft,
en wil van dan af niet meer van hem hooren
Wel valt de gesteltenis des vaders den
van de vroolijkc juichkreten der hcenspoe-
dende studenten, die uit gangen cn zalen
tot hem doordrongen. Hij dacht er zelfs niel
aan, waarom ze zoo blijde gestemd waren.
Voor hem had toch de vreugde der Kerst
viering sedert lang opgehouden. Wat had hij
tegenwoordig met Kerstmis te maken Daar I
Kerstgedachten.
God had ook reetls vroeger aan 't mensch-
dom verschillende weldaden bewezen, maar
heeft Hij de overmaat zijner liefde beter
blijken, dan toen Hij een Verlosser
zond. om den mensch den weg des heils te
n en hein het leven der genade te ver