IN MEMORIAM CORNELIS HARTMAN f 6 POMMER, Hooglind I De €embode Dinsdag 6 Augustus 1935 Katholiek Orgaan voor Amersfoort en Omstreken 49e Jaargang, No. 37 Kanunnik van het MetropolItaan Kapittel van het Aartsbisdom Utrecht - Deken van het Dekenaat Amersfoort Pastoor der Parochie van den H. Franciscus Xaverlus te Amersfoort - Ridder In de orde van Oranje Nassau werd Pastoor Hartman door den Aartsbisschop van Utrecht tot zijn opvolger als Deken van het Dekenaat Amersfoort aangewezen en kort daarna volgde zijn benoeming tot Kanunnik van het Metropolitaan Kapittel van het Aarts bisdom Utrecht. Als garnizoens-pastoor werd hjj door onze Koningin onderscheiden met het Ridderkruis der Orde van Oranje Nassau. Ook was hjj begiftigd met de Eere-medaille van he» Oostenrijksche Roode Kruis. Deken Hartman was voorts bjjna 15 jaren lang Curator van het stedelijk Gymnasium. Van de afdeeling Amersfoort der R. K. Onderwijzers- 'verder inmaakglazen legen scherp I a concurreerende prijzen. H __u/. aanbevelend, M SPOR SLAG Holl. Haring In het St. Elizabeth's Gast- of Ziekenhuis waar hij zijn laatste levensdagen afgetobd toefde, om zoo de goede God het gal. herstel te vinden, is Deken Hartman, „de Pastor van t Zand Zaterdagmiddag, in volle onderwerping aan Gods heiligen Wil, gesterkt door de Genademiddelen onzer Moeder de 11. Kerk, in den lieer ontslapen. In 18TS onder Soest, in de Birkt nabij Amersfoort ge boren. ontving hij na zijn studiën op de Seminaria te Culemborg en Rijzenburg te hebben voltooid in 1902, de H. Priesterwijding. Na zich achtereenvolgens te Orempt, Doornenburg en Arnhem aan de zielzorg te hebben gewijd, werd hij benoemd tot Directeur eu professor in de Liturgie van het Seminarie te Rijzenburg, waar hij tot 1920 werkzaam was. In dat jaar benoemde wijlen Mgr. H. van de Wetering z.g. hem tot pastoor der Parochie van den II. Franciscus Xaverius aan het Zand te Amersfoort, als opvolger van wijlen Pastoor Hoorneman. die naar Groessen vertrok. In het besturen zijner uitgebreide, volkrijke parochie, ontplooide Pastoor Hartman een meer dan gewonen jjver hjj het vervullen zijner heruerljjke plichten. Voor den groei en den bloei van het godsdienstig leven zjjner parochianen was hij met veel vrucht werkzaam. Hij herschiep het verouderde Liefdehuis tot 't Pension St. Jozef, een model-inrichting, voor verpleging enjverzor- ging voor ouden van dagen. Ook het Kerkgebouw werd inwendig verbeterd en ver fraaid. Zijn Kerkeljjke Overheid erkende en waardeerde zjjn gaven van verstand en hart en riep hem tot menige ver antwoordelijke functie in het Kerkeljjk leven. Zoo was Deken Hartman lid van het college Parochi Consultores en stond hij bij het College „Judices et Ministri Tribunalis" vermeld alsJudex Pro-synodalis- Voorts be hoorde Deken Hartman tot de Librorum Censores of boekenkeurders in het Aartsdiocees Utrecht en was hij lid van de Liturgische Commissie voor het Aartsdiocees. Toen, nu ruim een jaar geleden, Deken Foclc overleed, 10 Deken Hartman, met zjjn breeden kijk, zijn nelder ver stand, zijn Godsvertrouwen, de Herder, oogenschijnljjk streng, maar inderdaad met een gevoelig hart, zooals slechts weinigen. hij heeft steeds getracht zjjn Parochie nader te brengen tot God. Voor de armen en zondaren stond zjjn hart altijd open. Al zjjn krachten heeft hij gegeven aan zjjn schoon levensideaalalles te doen tot lof en hulde aan Christus, zjjn Goddeljjken Zaligmaker, en de zielen gelukkig te maken, door ze er op te wjjzen, dat slechts één weg tot het ware innerlijk geluk leidt, n.l. de weg, die gaat naar het Kruis, in welks schaduw alléén hulp en vertroosting te vinden is. Een voorzichtig, maar geèn vreesachtig leidsman was hij. Menigeen heeft hjj het ontvankelijk hart geopend voor hetgeen goed en edel ismenigeen heeft hjj geleerd datgene lief te hebben, wat houvast geeft aan 's menschen denken en voelen. Ook voor vele niet-katholieken was hjj een vraagbaak en een gids naar de ltoomsche bronnen. Daarom is zjjn leven rjjk geweest aan zegen en zal hjj niet worden vergeten door allen die hem eerden als priester en hoogachtten als mensch. Een onvermoeid werker was hjj, die nauwgezet de plichten van zjjn verheven ambt vervulde en ook voor den groei en het welvaren van de stad zijner inwoning steeds warme belangstelling toonde. Hij zelf was zich bij het aansluipen der laatste ziekte wel bewust, wat hem wachtte. En het is een troostende gedachte, te weten, dat zijn ziekbed zoo schoon is ge weest als een Katholiek hart het slechts begeeren kan. Door de H. Teerspijze gesterkt en door den zegen en de vaderlijke liefde van zjjn Bisschop getroost, heeft hjj zich op de eeuwigheid kunnen voorbereiden. Tot de dood kwam, en wat gevreesd werd geschiedde, tot groote droefheid van allen. Zes en vjjttig jaren pas en reeds ontvallen aan zjjn parochianen, aan zjjn vrienden! Hij heeft hard gewerkt voor wat hjj goed achtte uit beginsel en zich gegeven voor zijn veelomvattende taak: dag aan dag méér gegeven dan zjjn krachten toelieten. Met St. Paulus kon hjj zeggen: „Ik heb den goeden strijd gestreden, mjjn loopbaan voleind, het geloof be waard.'' Welnu dan, vragen wij den Rechtvaardigen Rech ter, dat Hjj het loon geve aan zijn werkerde kroon der gerechtigheid aan zjjn strjjderde verdienste van het Offer aan zijn priesterDe Eeuwige rust in vrede aan hem, die rusteloos ten einde toe heeft gearbeid in den dienst des Heeren. Ons aller gebed, moge dit door de voorspraak der Zalige Moedermaagd verkrjjgen. Het stoffeljjk overschot van Deken Hartman werd heden middag van het St. Elisabeth's Ziekenhuis overgebracht naar de parochiekerk St. Franciscus Xaverius waarna de Kruisweg is gebeden. De plechtige H. Mis van Requiem zal worden opge dragen door den Hoogeerw. Kanunnik Mgr. J. G. van Schaik, Proost van het Metropolitaan Kapittel, terwjjl de ljjkrede zal worden gehouden door den Zeereerw. Heer A. W. J. Spitzen, pastoor der parochie van O. L. Vronw. IN MEMORIAM. Het tjjdelick bestaen is vol oneffenheeden, Soo sonderlingh verwart is 't leeven hier beneeden Doch als daer-over light de mayesteyt des Doots, Dan 't mensen-leeven is ontsachelick en groots. Dan valt het swacke wegh, dan sien wy niet het kleene, En wat soo dwerr'ligh leeck is uyt het oogh verdweenen Als 't leeven heenen gingh dan sien den mens wy puer, De mens krijght sjjn gestalt' pas nae sjjn stervens-uer. Nu heeft de bleecke Doot dit leeven af-ghesneeden, Nu koomt ons die fyguer soo straelent teeghen-treeden, Nu wegh is 't al wat soms ten glim-lach is gheweest, Nu kennen wy alleen sijn aedelicken geest. Den man, wien het genot en vreughde van het leeven Was om sjjn tjjt, sijn geldt, sijn kracht, sicli sélf te gheeven Ten baet van 't algemeen tot ellecks dienst bereyt. Voor 't heyl zijns volk was hy een der trouwste sorghers, Van Amisfort was hy een der eclste borghers, Die ook 't stads-belangh in 't oopenbaer heeft voor-ghestaen, En die in stilte heeft aen veelen wel ghedaen. De ruste nooyt ghesocht, in arbeyt steets sijn luste, Dees rusteloose is nu plotselingh te ruste Wy bnyghen stil het hooft. Sjj hem de ruste saeht; Sijn naem bljjft leeven hy met liefde steets herdacht. Dat de priesters, die goed besturen, dubbele waardeering tvorden waardig geacht vooral zij die arbeidden in Woord en Leer. I Tim. V, 17. De lieer sloot met hem een eeuwig verbond, en gaf hem het Priesterschap des volks, en Hij verheerlijkte hem met luister. Eccl. XLV, S.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1935 | | pagina 1