WEDDEN Met den kop tegen den muur. UIT HET LEVEN VAN EEN DUI1SCHEN VLUCHTELING Theorie en practijk van 't commu nisme aan den lijve ondervonden. P^sen 1928 maakte lk mijn eindexamen Nu Is de weg vrij, de wii van Je vader kun ie wei buigen, nu zul Je politiek studeren. Misschien zag mijn vader dat ik in mijn hartstocht maar één r'chting zag, of om andere redenen, lk moest in ieder geval in de zaak van mijn vader, al had ik ook een studiebeurs gekregen Met tegenzin leerde ik daar boekboo- den en alles wat een koopman weten moet. Ik nam het mijn vader steeds kwalijk dat hij my de pas had afge sneden. De politieke wMiit. Toen kreeg lk een goede gedachte: Je moet soldaat worden, dat kan vader niet weigeren. Een goed Idee. Ik zette mijn wil door en Februari 1930 teken lk. De majoor riep mij toe: Jn orde, 1 April aantreden!" Trots ga lk naar huls en vertel dit aan mijn vader. Mijn verplich ting duurt 11 Jaar. Nu ben ik dus een democratische soldaat. 1 April meldde ik mij aan. Nu leer ik het soldatenleven hoogachten. De poli tiek is in de Reichswehr verboden, maar toch verspreid lk onder mijn makkers mijn ideeën. lederen avond lees ik aan mijn makkers democratische kranten voor. Ik weet dat men mij spottend „de Roole" noemt, maar dat geeft niets, want lk kan met ledereen goed opschieten. Omdat lk voor ollicier bestemd was. werd lk naar verschillende scholen ge stuurd en October 1932 tot luitenant be vorderd, Mijn trots groeit, lk telegra feer het aanstonds naar huls. Toch blijf lk nog attQd de democraat, die zijn om geving tracht te bewerken. Ik besluit soldaat te blijven en laat de zaak van m|Jn vader over aan mijn Jongeren broer. In dezen tijd nemen de politieke ge- beurten Issen scherper vormen aan de eene regering na de andere moet al treden. De nationaal-soclallsten groeien. De werkloosheid neemt toe. De werk- loozen vertrouwen de democratische re gering niet meer. se worden commnnist of nationaal-socialist Belde partijen worden sterk, maar belden bedreigen de democratie. De nationalisten willen een dictatuur en de communisten ook. Er wordt hevig getreden ln de poli tiek. Ik kan mij niet meer inhouden, lk moet actief werk verrichten. Ik moet mijn volk de waarheid laten alen. Mijn Ideaal, de democratie is in gevaar. Na mijn dienst overdag rijd lk met mijn auto naar huls, kleed mij vlug om en rijd onmiddellijk weer weg naar een ol andere plaats om daar de These van de democratie ln klesvergaderingen te ver kondigen. Mijn dienst kan lk nog maar met moeite verrichten, omdat ik bele nachten op reis ben. Plaatsen die 50 tot 80 km. ver liggen reis lk al in opdracht van de partij, en houd trots alle ver bod vergaderingen. Bijvalsbetuigingen en protesten mengen zich dooreen. Van een eenheid is niets meer te bespeuren. De broeders van de linker en rechter vleugel gaan tegen ons ln. Heeft het volk zijn brede blik verloren? Het te voor mi) onverklaarbaar, Cat men zoo spoedig om kan slaan. Wat hebben wij democraten niet allemaal aan het volk gegeven! Ver bitterd wachten wil de ontwikeling van alles al. Plotseling als een donderslag bi) hel dere hemel, horen wij 30 Januari 1933 door de radio ..Hitler is rijkskanselier". De schrik te ons ln de benen geslagen. Alhoewel de ontwikkeling al lang te voorzien was. kwam dit toch onver wachts. Wat nu? Volgens ons betekende dit het einde van de democratie, het einde van onze dierbare vrijheid. Nu komt er ln ons land een fascistische dic tatuur. We zijn woedend als we horen dat onze leiders voor een deel wegge vlucht zijn en ons zonder leiding achter gelalen hebben. Zulke lal aar cis. maar de wereld zal weten dat er ln Duitsland nog andere democraten zijn. Spoedig daarop verbied de nieuwe re gering alle partijen, ook onze partij wordt ontbonifcn. Dit betekent echter voor ons een nieuwe voortzetting van onze politieke strevingen, we werken nu onwettig verder. Toen betreurde ik eigenlijk dat ik soldaat geworden was, want nu moest ik een systeem bescher men wat lk haatte. Spoedig bloeide er een organisatie ln heel het Duitse rijk die alle krachten uit de ontbonden ge lederen opnam, om een tegenrevolutie Zelfs leiders der natlonaal-socialteten sloten zich bij ons aan en werden leiders van onzen geheimen bond. Spoedig kregen wij kontakt met het buitenland en kregen wij ondersteu ningsmiddelen voor de organisatie, die steeds groter en machtiger werd. Onze draden waren goed gesponnen en ver spreidden zich ove het hele rijk. Vooral formaties die met de militairistlsche formatie overeenkomen werden stelsel matig doorgevoerd. ONS VERHAAL Juffrouw Julia was een ge weldige ramp overkomen: ze was verloofd. Hoe nn? Is dat een ramp voor 'n jongedame? Toch wel. op bet eerste gezicht zou men dat niet zoo zeggen, maar. Zich verloven, dat was altijd Julia's groote zorg geweest; een manie gewoon. Van haar acht tiende lot haar vier-en-twintigste jaar had ze een heele serie ver lovingen gehoekt, die allemaal kelig mïslukl waren. Hel was een ramp! Maar eindelijk had ze den goede gevonden. Eindelijk? Juist, zoo dacht ze er zelf ten minste over. Een elegant en sportief vreemdeling, met een monocle en een auto. De eerste ontmoeting had plaats met Oudejaar, en het hu welijk zou al in Februari plaats hebben! Haar vader zei: „Denk toch eens na, Julia; een vreem deling. waar niemand iets van af weet." Haar moeder zei: „Wacht toch nog een beetje kind!" Maar zij! U moest haar hooren! „Wilt u ine deze kans ook nog laten missen?" En aangezien Julia eenigst kind was. en haar grillen wet. gaven de oudelui toe. Maar een maand of zoo later, wel vóór de groote gebeurtenis, kwam het uit. dat de fameuze aanstaande een oplichter was. en de politie kwam om hem in Ie rekenen. U kunt u de opschud ding voorstellen. En alsof dal nog niet voldoende was, kwam hel ook nog in de courant! k Onder de velen die het „schan- 'daal" bespraken, bevonden zich natuurlijk ook George en Nico, twee huisvrienden. Als vrienden leken ze juist het tegendeel van elkaar. Nico was tot iederen prijs optimist, George daarentegen pessimist uit beginsel. En toch waren ze onafscheidelijk. Ze deden zelfs samen zaken, waar mee alles is gezegd. En op den koop toe waren ze allebei een vaatje buskruit. Ze bespraken dus het geval. O, o, zei George, de pessi mist, wat een lesje is dat voor haar! Je kunt er wel zeker van zijn, dat ze van nu af aan de jongelui met rust zal laten. Waarom? repliceerde de optimist. Ze is alleen wat on gelukkig geweest, die arme Ju lia, en het is heelemaal niet ge zegd, dat alle aanstaanden op lichters zijn! Ze zal nog wel een ander vinden. Ze is niet leeüjk. ze krijgt een aardig centje mee, ze is nog jong. Kortom: ja, neen neen, ja, en ze vatten vlam. Wedden Ja, wedden! Men weet, hoe het gaat, in zulke gevallen, „Tien pop?" „Honderd ook, wat mij betreft." „Laten we zeggen: dnizend dan?" „Denk je dat je me bang kunt maken? Tweeduizend, zeg ik je!" Zoo gezegd, zoo gedaan. Er wordt een papiertje opgemaakt, gezegeld in duplo. We schrijven andaag den öden Maart 19S5. Als Julia op den óden Maart '3fl getrouwd is. heeft George ver loren, anders moet Nico betalen. Tweeduizend pop. Ze teekenen allebei en ieder krijgt een copie. Langzaam nan gaan de maan den voorbij. De zomer komt en gaat weer heen. Over Julia spreekt niemand. Geen zweem van een verloving, Zijn optimisme ten spijt, be gint Nico het koude zweet uit le breken. Tweeduizend gulden! En het geld nog daargelaten; dat rolt. Maar de nederlaag! George neemt at het air van een overwinnaar aan, en een grijns ligt op zijn gezicht. Maar Nico geeft ziel» niet gewonnen. „Neen," denkt hij. „nu zet ik hem vast." En hij begint Julia 't hof te maken. „Ik trouw haar nog liever, dan dat ik verliezen moet!" Er zit natuurlijk eenige berekening in Nico's gedragen, accoord. Maar het is hem vol komen ernst, en Julia is verrukt wat voldoende in, om de kwes tie ruchtbaar te maken! Nu is het George's beurt, om een leelijk gezicht te zetten, temeer, daar tiij drie dingen tegelijk te slikken krijgt; de teelijke streek van zijn vriend (nu ja. enfin!), de verloren wed denschap, en de wetenschap, dat Nico bovendien nog een aardige vrouw krijgt. „Neen, neen, en nog eens néén", zegt hij bij zich zelf. „Ik ben er óók nog!" En wanneer de tijd rijp is elf maanden zijn intusschen voor bijgegaan slapt hij vastbe raden naar Julia, en laat haar. zoogenaamd voor de mop een zeker papiertje zien. Een paar dagen later komt Nico, die uit de stad is geweest, doodsbleek op het kantoor. Hij was naar Julia gegaan, om in allen vorm haar hand te vragen, en was in zijn gezicht uitge lachen en zoo ongeveer de deur uitgezet! Hij wilde nu ook wel direct de verloren weddenschap betalen (hij moest liet tóch be talen; dan maar hoe eerder. >»e liever: dan was hij er al). ar George wil edelmoedig zijn. „Vind je? Wacht nóg even tot 5 Maart. Je kunt nooit weten!" Den vijfden Maart komt Nico 's morgens wat later op kantoor (hij is naar de bank gegaan om hel geld er af te halen), maar ziet zijn compagnon niet. Hij vindt evenwel een brief. „Beste Nico, Ik ga een paar dagen op reis, misschien een dag of veertien. Ik schrijf je, om je tot mijn groote spijt mede te deelen, dat je de weddenschap gewonnen hebt. Julia trouwt vandaag. Ik weet het zeker, omdat ze met mij trouwt. Ik wilde eigenlijk niet, en ik heb me ook verzet, inaar ze heeft me duidelijk gemaakt, dat het niet meer dan mijn plicht was bij wijze van schadeloosstel ling, daar ik het geweest ben, zegt ze, die een zeker huwelijks plan van haar in duigen heb laten vallen. Ik kan het niet heelemaal ontkennen. En liet schijnt, dat zoo iets usance is, onder mensclicn vau eer, Maar ik begrijp niet, waarom ze al thans niet één dag beeft willen wachten. Was dat voor haar niet hetzelfde geweest? Maar er hielp niets aan. Ze zei, zoo ongeveer tenminste, dat ik een lesje ver diend had, en zoo meer. Alle maal praatjes! Maar ondertus- schen ben ik tweeduizend pop armer en een vrouw rijker. Laat de zaken niet in hét hon derd loopen en ontvang de beste groeten van je stevig gelrouwden GEORGE." VAN STERVEN EN BEGRAVEN-WORDEN Zij, die aau de onsterlelijkheid van de ziel twijfelen, hebben werkelijk oogen om niet te zien. Deze Novembermaand heeft de menschheld het voorhoofd gelegd tegen den muur van de onverbiddelke state, die de levenden van de dooden scheldt- En zij heeft zich de onvermijdelijke vraag gesteld: waar zijn ze? Waar Is die vader 1 Die moeder Die echtgenoot Die vrouw, die m ij n vrouw was Dat kind bloed van mijn bloed vleesch van mijn vleesehT Zeker, men hielt zich neergebogen over de graven en ze met eerbied en pUtelt met bloemen versierd. Maar men weet. dat ze daar niet zijn... Daar liggen alleen de overblijfselen van hun aardsche ellende- Wat men wel weet, wat allen gelooven. ook zij. die niet gelooven, is, dat ze nog Anders waren onze eerbewijzen en onze bloemen een zlnlooze vertooning. Maar. zijn ze gelukkig of ongelukkig? Denken ze nog aan hun dierbaren hier beneden? En de menigte met haar klein geloof, als een sprankeitje onder veel asch. gaat heen. klagend en zonder antwoord. Dan wordt ze weer meegesleurd door het drukke uitwendige leven op den drem pel zelf ran het kerkhof, waar ze geweend heeft. GIJ hebt wel eens op zekere zomeravonden de muggen zien dansen in het laatste licht van den stervenden dag! Een vogeltje komt heen en weer gevlogen, met open bekje, en voert eiken keer zijn slachtofjers mee. De dansende kring Is een oogenbtik in de war, maar spoedig herneemt hl] ztjn Ijdele beweging- Dat Is het beeld van het grootste deel der menschen. Meegesleurd in de helsche draaikolk van de aardsche zaken, verschijnt telkens opnieuw onder hen de Dood en eiken keer neemt hl] een slachtoffer mee. Ze zijn een oogenbllk in de war. maar spoedig gaat de rondedans van het leven weer zijn gang. alsof er geen dood bestond- En toch! de dood Is de grootste werkelijkheid van het leven. Ga eens het leven na uan een mlddemattgen modernen mensch. van iemand, die men gewoonlijk aanduidt als -de man van de straat". Als kind gelooide hij. tot zDn plechtige H- Communie. Daarna werd zijn blanke ziel bestormd door slechte vrienden, slechte kranten. din hartstochten, de kwade Invloeden van het aardsche leven- En van zijn geloof blijft niets of bijna niets meer oi'er misschien nu en dan een gebed. 's Zon dags een snapmlsje en dan nog hoe En zoo zonder de minste geestelijke kracht, volbrengt die gedoopte christen zijn levensreis; met volle teugen ademt hij de verderfelijke atmosfeer ln van twij fel en godsdiensthaat: hij leeft alsof het geld alles tv. alsof hij altijd moest blij ven leven De dood, och, die is voor voor anderen! Maar dan, op zekeren dag. dan is er de dood voor hem. V'*esdWke dag! dag vol ontzetting, omdat hü verzuimd heeft zich op dien dag ioor te bereiden, ja er zelfs aan te denken. Misschien komt de priester nog op ttfti: hij doet wat hij kan. maar och! Mi kan zoo weinig! Hoe dikwijls is er zelfs geen sprake van voorbereiding! En de dood brengt voor Gods rechterstoel een ongelukkige, die aan alles ge dacht heeft, behalve aan Hem. O! wat moeten wij bidden vocn die moderne dooden. wier leven geheel opging ln het aardsche. zender de minste gedachte aan God en ecuudgheld Ee.ten drinken slapen werken plezier maken Doen de dieren dat ook niet Juist wat den mensch stempel! tot mensch. het gebed, daar heeft de man van de wereld geen begrip meer van, ook niet tn het aanschijn van den dood- Hij beseft niet de dwaasheid om kransen op te stapelen op de kist van een ar men mensch, die er niet eens Un verdiende. Dat een bescheiden hand eenige bloemen legt bt) een doode. beef. God heeft ze daarvoor geschapen. Maar die gelegenheldskransen- die overvloed van bloemen, waaronder dat Ilichaam begraven wordt ochl het Is too treurig. En waar blijven de gebeden, waaraan die arme doode zoozeer behoefte heeft? De christen heeft een geheel andere opvatting van den dood. Voor hem is de dood het normale einde van njn beproeving de tunnel, die hV moet doortrekken de laatste dronk van een bitteren drank Daarna komt de bevrijding, het licht, het levin- Als een vrouw een kind ter wereld brengt, te ze In smart De smarten van dan dood brengen het eeuwige leven voort. Ende Xerk noemt ook de dag van Set zier een dies natalie, de geboortedag. Heen, de christen houdt ztjn kop niet tegen een muur van stilte. HU sterft met een hart vol hoop Hoop in de goedheid van zijn God... Hoop ln het dagelUktche gebed i>on de kerk Hoop. dat daarboven open armen hem zullen ontvangen Hoop tei de geoeden van hen. die kif hier beneden verlaten heeft In Canada stuurt m n plaats van kaarten waarop ntetsesggende zinnen Men brengt se eetfs mee naar de dekt met «Ne taarten, die soms t Wat er op staat. Is haai eenvoudig. ^nrnsmofUn'i hoop. dat het navolging aal vteuUs. De familie Jacuetq VUUnevot heft het geld gestort voor een krans nm H. Missen voor de aMamat u En daar dikscijls de familie te kennen geeft, dat ze geen kransen, noch bloe men ivenscht. Is deze kaart, die als deelneming wordt gestuurd, of op de kist ge! •sgd, of neergelegd op de tafel der handleekentngen. een teere uiting van ons verlangen om onze deelneming te betuigen ln droevige omstandigheden en be antwoordt ten volle aan den wensch van een echt christelijk gezin. Natuurlijk voegt men bij die kaart geen geld; het zou misplaatst zijn. Hij zelf. die op zich die verplichting heeft genomen, laat de H. Missen lezen waar. wan neer en door wien hij wil. DU b tevens een bescheiden, maar een verheven apostolaat uitoefenen, door voor het oog van zooveel halfslachtige christenen de oneindige waarde van de H. Mis le doen beseffen. Mogen deze enkele gedachten den christen doen denken aan den machtigen steun en troost, dien zijn geloof hem geeft. Hl) begrijpt de noodzakelijkheid van het sterven. AU de graankorrel niet sterft, kan Mi peen nieuw, overvloedig leven geven... Christus zelf heeft dien toog moeten gaan. Oportult Christum patl En, omdat hlf dat begrijpt, aanvaardt de christen gelaten den dood- En, omdat hij den dood aanvaardt. Is hl) getroost en gesterkt in het uur van sterven. Zalig de dooden, die tn den Heer sterven. PARIJS, November 1931. 1) Men weet, dot ook In Nederteod «Kt tr PIERRE VERMITS. d gebruik Ingang begint te vinden. HET FILMVRAAGSTUK IN VRAAG EN ANTWOORD FILMKUNST, Wanneer kan uien van film kunst spreken? Men kan van filmkunst spreken, als de betreffende film het (min of meer) geslaagd resultaat is van 'n harmonische samenwerking van allen, die (zichtbaar of onzichtbaar) bij het tot standkomen ervan betrokken zijn, krachtig en doelbewust geleid door 'n regisseur, die filmkunstenaar is. Waarom kan men aoo zelden van filmkunst spreken? Men kan zoo zelden met recht en reden van filmkunst spreken, omdat films meestal het (vaak meesterlijk) ge slaagd resultaat zijn van een harmonische samenwerking tusschen zakenman en regisseur, krachtig cu doelbewust terzijde gestaan door een productieleider, die weet, wat het publiek graag ziet. Waarom heeft de filmkunst het zoo zwaar te verantwoorden? De filmkunst heeft het vaak heel zwaar te verantwoorden omdat het tot stand komen van een kunstwerk op film gebied in tegenstelling met het tot stand komen van kunstwerken op ander gebied (dat der bouwkunst uitge zonderd) en als trouwens het tot stand komen van iedere film met zeer groote kosten gepaard gaat. Om die kosten goed te kunnen maken, is het noodig, dat 'n groot publiek zicli voor de betreffende „kunstfilm" interesseert. Aange zien echter het waardeeren en genieten van kunst 'n zekere mate van beschaving en scholing vooronderstelt, is zoo'n film ui commercieel opzicht een even groot waagstuk als de uitgave van een krant, die uitsluitend aan het ware en het goede zou zijn gewijd. Hoe heeft de filmkunst zich des ondanks tóch kunnen hand haven? De filmkunst heelt rich desondanks en ond.nks het feit dnl «eet fi mkunstcnanrs zich gewonnen g,™ „m aan nog slecht, het publiek en hun huisgerin le dienen tdch kannen handhaven met de hulp „n die al te scham sehe buitenkansjes dnl filmknnsl e„ filmsuece, gingen, dat een groot publ.ek een film mooi vond op sin, manier, d.e .toevallig ook mooi wss M#r J vooral met de hulp van vereentgingen, als die, elke hier te lande bekend staan en stonden onder den naam van Filmliga. Filmfront. Filmkring cn Nieuwe Filmliga. Wat Is het werk en hel nut dier verceidgingeii? De vereenigingen. welke zich op hel gebied der filmkunst bewegen, trachten door het aanlievelen en vertonnen van de films, welke anders kans liepen om niet vertoond of slecht bezocht te worden en welke om hun artistieke waarde een grooter belangstelling verdienen, een in cul tureel opzicht select publiek te scholen in het waardeeren veelal onverschillige bioscooppubliek den zuurdeesem van den goeden smaak te mengen. van kunstzinnige films en aldus onder het in dit opzicht F. A. B.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1938 | | pagina 6