Het scheppingsverhaal vormt het bc-
gin van de 11. Schrift.
Het Is In meerdere opzichten een al
lermerkwaardigst verhaal.
Uiterst sober en eenvoudig kan het
met zijn zes. zevenmaal herhaald: ..God
sprak: het worde... en net werd" sells
wat armelijk aandoen. Maar in zijn so-
beren eenvoud voert het ons met choru-
bUnenvleugelslag snel en recht omhoog
naar Gods ondoorgrondelijke grootheid
en verhevenheid.
HU spreekt. Hij wil en het heelal ls
cr: hemelgewelf en land en zeeën en
zon en maan en sterren en planten en
dieren en menschen. De Almachtige
sprak: het worde., en het werd.
En God zag al hetgeen Hij gemaakt
had en het was zeer goed.
En daarna rustte God uit van hel
werk. dat HIJ volbracht had.
In zijn sobere eenvoud' ls het verhaal
ook zeer gemakkelijk te verslaan. Maar
met dat al wijst men toch op moclUJk-
Jteden, die van het Juist verstaan eer
heel probleem maken
God sprak: het worde licht en he
werd licht. En dit was het werk van dei
eersten dag. En God sprak: dat ln het
firmament des hemels de lichten worden
en verdeelen dag en nacht en dat si)
zijn tot tcekenen en tijden en dagen en
laren en schijnen ln het firmament des
hemels en de aarde verlichten
En zoo is het geschied. En God maak
te twee groote lichten: het grootste licht
ter beheersching van den dag en
minder groot licht ter beheersching
den nacht alsook de sterren.
En hij plaatste ze In het
des hemels, opdat zij schijnen zouden
over de aarde en den dag en den—-h'
zouden beheerschen en licht en do
nis van elkaar zouden schelden. En Ood
zag. dat hel goed was. En bet werd
avond en morgen de vierde dag.
Is daar geen tegenstrijdigheid? Op
den eersten dag het licht en op den
vierden dag de bronnen van bet Ucht?
Hot kan dat?
Bovendien, hoe zit met het die dagen,
waarin God de wereld schiep? Dagen
met een avond en een morgen zelfs
voordat er een zon bestond?
Den derden dag schiep God de plan
ten. den vijlden dag de waterdieren en
de vogels, den zesden dag de dieren, die
op het vaste land leven en den menseh.
Ligt er nu tusscben het verschijnen van
de planten op de aarde en dat der die
ren er an den menseh slechts een
tijdsruimte van enkele dagen? Maar
wat dan te denken van de versteende
planten, die men gevonden heelt ln de
aardlagen en die er op schijnen te dul
den. dat de plantengroei op aarde dui
zenden en duizenden Jaren het verschij
nen van dieren en menschen vooraf ls
Lastige vraagstukken, schijnbaar strui
kelblokken voor het geiool ln de waar
achtigheid van de H. Schrift en daarom
eebte troetelkindjes WKM
ongeloof!
De geloorlgen weten natuurlijk wel.
dat de zaak ln orde ls en dst. mits goed
begrepen en verstaan, het Mjbelsch
scheppingsverhaal volkomen
stemt met de waarheid. De
echter juist, hoe het dan wel
staar, en te begrijpen.
Menig geleerd hoofd heelt zich op
<Ut kwestie moegepeinsd en de resulta
ten waren niet altijd even bevredigend.
Een overzicht der verschillende mee
ningen en pogingen ter beantwoording
zullen wij U besparen. Het soogenaamde
copoordwiac echter mag wel even onze
aandacht vragen, omdat het indertijd
nogal opgang heelt gemaakt.
Zijn we daarmee klaar, dan komt -»
Diepere verklaring van
Seloofs- en Zedenleer
HET SCHEPPINGSVERHAAL DER H. SCHRIFT
perloden of tijdvakken, mogelijk
duizenden en tienduizenden Jaren.
echter een dergelijke b«
ring opgesteld, dan behoeft
ik geen geleerde te zijn. on
et de moeilijkheid voor den dag te ko
en: en die zes dagen dan, waarvan
i het scheppingsverhaal sprake ls?
De voorstanders van het concordlsme
hebben natuurlijk die opwerping voor-
antwoord ls een weder
vraag ls In dat verhaal wel werkelijk
sprake van dagen? En dan zeggen zij:
Zeker, zoo redeneeren zU. het ls wel
aar. dat het woord jooen van den oor-
jspronkeUJken hebreeuwschen tekst dag
be tee kenen, maar het kan ook e-
teekenen een onbepaalde tijdsruimte.
Ba dan ligt het voor dj hand. dat ook
a het optreden van de son het woord
kim in die zelfde be teekenis gebruikt
wordt.
I, zooals licht te begrijpen ls. ver
staat men de hebreeuwse he woorden
en Jamin ln die beteekenls, dan ls
Ir geen bezwaar tegen, dcagewcnscht
die tijdsruimten duizenden en duizen
den Jaren te laten duren.
Zijn wij nu eenmaal zoover, dan zijn
Ij ver genoeg. Want ais net onderzoek
der aardlagen uitwijst, dat tusschen den
ten plantengroei en het optreden
den eersten menseh op deze aarde
duizenden en duizenden jaren moeten
verloopcn zijn. dan kan men met een
gerost geweten beweren, dat ook het
bljbelsch verhaal zoo kon verstaan wor-
jden. dat de mensehen eerste duizenden
duizenden Jaren na de planten ge
lschapen rijn geworden.
Is het merkwaardige, zoo ver
zekerde men, dat de perloden-op-
olglng. welke het aardlagen-
aanwijst voor het op aarde
planten, dieren en men-
wondergoed overeenstemt met
wat het bijbelverhaal ons daaromtrent
mededeelt.
j: het
deugde niet.
.uwkeurig-r en vollediger onderzoek
de aardlagen wees uit. dat de be
weerde overeenkomst tusscben bijbel
verhaal en der aardlagen-getuigenis niet
bijster zuiver was, als aanvankelijk
Men tracl
te houden, iooi
dat althans wat de groote UJnen be-
t. de gepochte overeenkomst aan-
Maar ln leder geval een goede
as dll voor het concordlsme nie
Erger echter voor het concordlsme j
as. dat de hebreeuwse he woorden Joom
i jsmln er zich, goed beschouwd, niet
e leenden om verstaan te worden ln
de beteekenls van „onbepaalde tljds-
ilm te-
Men beriep zich wel op verscheidene
andere teksten in de H. Schrift, waarin
het woord ook voorkomt en waarin het
klaarblijkelijk die beteekenls sou heb-
n klaarblijkelijkheid v
De voorstanders van bet concordlsme
beteren, dat inderdaad de schepping
oer wereld geschied Is ln de volgorde,
waarin zij ln bet scheppingsverhaal ver
meid staat, echter niet binnen de tijds
ruimte van sa dagen, u
Maar o
:ijn. dat
joom en Jamin soms kunnen be tceke
nen: onbepaalde tijdsruimte dan
die beteekenls hier ln het scheppings
verhaal nog uitgesloten.
Want bier ls het telkens een joom
met een avond en een morgen, die 1
tuurlljk wel passen bU een dag m;
niet bt] een onbepaalde tijdsruimte
De nakeuring der bewijzen voor het
concordlsme valt dus weinig gunstig
uit; wel heelt men nog een poging ge
daan dr theorie te redden door ze
wijzigen tot het t|. InU-rperlodlamc.
Dun si
n de pogingen o
het woord Jooi
•en van tijdperk, en beweert, dat
God niet in see tijdperken, maar in zes
a het scheppingswerk volbracht
heeft.
Om echter niet ln strijd te komen
,ct de gegevens der prolane weten
schappen beweert men, dat tusschen dt
eigenlijke scheppingsdagen telkens lan
ger perloden verloopen zijn.
is echter duidelijk, dat die lange
lusschenperloden slechts gelegenheids-
halve uitgevonden zijn en geen steun
punt hebben In den tekst van bet schep
pingsverhaal.
Ook op die manier schijn', derhalve
>et concordlsme als juiste verklaring
sn het bljbelsch scheppingsverhaal niet
redden.
Dus geen concordlsme? Dat willen wij
let direct beweren. Maar wel meencn
«U te mogen zeggen, dat voor bet juiste
begrip van het bijbelsch scheppingsver-
het concordlsme van geheel on
geschikt belang ls. Met de populalr-
torlsche verklaring zal men naar
bescheiden oordcel der waarheid meer
nabU komen.
Ter zuivere beoordeeling
scheppingsverhaal Is het n.1.
lijk goed rekening te houden met de be
doeling van den schrijver. Wilde de
groote Mores, die dM scheppingsverhaal
ireven heelt, aan 't Joodsche volk
een wetenschappelijke uiteenzetting ge-
iver de samenstelling en vorming
der zichtbare dingen
waarin zU geschapen zijn? Was
dat zijn bedoeling? Ongetwijfeld neen;
veeleer was htj van zins op eenvoudigs
bevattelijke wijs» hun eenlge hoogst be
langrijke godsdienstige waarheden voor
houden en ln te scherpen. Israël
moest weten, dat de ééne ware God.
Die almachtig ls. oneindig wijs en goed.
de wereld uit bet niet heelt voortge
bracht. en dst Gods werk, toen HIJ het
>t stand gebracht had, zeer goed was.
ZU moeten zich derhalve niet laten
ilslelden door de valschc opvattingen
in de rondom hen wonende volken,
U wie allerlei dwalingen daaromtrent
doorecndwarrcklcn.
Er waren er dlc meenden, dat de
'reld van alle eeuwigheid bestond eerst
:n wanordelijken chaotischer,
stand en later geordend en omgevormd
tot den toestand, waarin zU de wereld
toen kenden.
En die ordening
wereld schreven stj niet aan den eenl-
daarop correspondeerend de bevolking.
Opmerkelijk ls. dat do derde dag van
J-' belde groepen leder een dubbelen
hepplngsarbeld aanwijst.
Onnoodlg te zeggen, dat een schep
pingsverbaal aldus opgesteld uiterst ge
tikt ls om de waarheid ln te scher
pen, dat werkelUk heel de wereld God»
scheppingswerk ls en volkomen van
hem alhankclUk.
Maar behalve ter leering van deze
aarheid dient het scheppingswerk, In
gedeeld ln aes dagen met een daarop
rolgenden rustdag, tevens als een god
delijk voorbeeld voor den menseh tei
onderhouding van het goddelijk gebon
van zes dagen arbeiden en dan één dag
dat alles ook op andere punten
zou ln dit verband nog kunnen gewe-
worden blUkt overduldelUk. dat
tuteur bij het scbrUven ^van zijn
verhaal zich voor alles en boven alles
bekommerd heeft om den godsdicnsU-
gen Inhoud van
gen w
a Ood U
stel zoogenaamde goden. Ook werd wel
beweerd, dat de wereld ln zich slecht
was en bijgevolg ook bet voortbrengsel
een boos principe, van een boos
aardig opperwezen. Of ook werd geleerd,
dat de wereld een uitvloeisel was
Ood en dus eigenlijk deel uitmaakte van
de Godheid zelf.
Wee over Israël als het ook
dwaasheden sou grijpen en vergeten
sou de hooge waarheden door
hier hun voorgehouden.
Ook de Indeeling or onderscheiding
van Gods scheppingswerk ln zes dagen
met den daaropvolgenden rustdag heeft
op de eerste plaats godsdienstige waar
de en beteekenls
In die Indecllng zit een zekere lo
gische orde.
In het begin, zoo lezen wU. schiep God
hemel en aarde. De aarde no
en ledig, en duisternis was t
afgrond en Gods geest sweelde boven
de wateren.
Alles bevond tlch dus ln ee
schen toestand, een wanorde van alles
tezamen en alles dooreen.
Nu volgt ln twee groepen van
dagen de ordening er. regeling: In de
eerste groep de scheiding der
lende elementen, ln de tweede groep'
hem daarbij vreemd. Vandaar dat
ook niet op wetenschappeUJke nu-
r. In wetanschappelUko taal o-er
zijn onderwerp spreekt, maar eenvoudig
de taal, de zegswijzen, de opvattingen
gebruikt van het volk. waarvoor hij
schreef en waartoe hU zelf behoorde
Zoo kon hij over liet licht spreken ah
het Iets zelfstandigs, dat b.v. op
ewolkten dag, te oord celen naai
den schijn. onafhankelUk ls van zon en
sterren. En dlc hemellichamen
Us het ware lampen, opgehan-
let hemelgewelf, wel oorzaak,
als zij daar ontstoken zUn, van meer
Ucht, doch niet de eenlge lichtbronnen
Over de aarde spreekt hU. als was zU
et middelpunt van het heelal, het fir
mament ls hem een gewelf, dat zlcll
koe pelt over de aarde en dat bi) droog
water, dat daarboven ls, te
genhoudt, terwijl bij regenweer de slul-
n des hemels opengaan.
Dit alles ls. wetenschappelijk gespro-
•n, niet juist. Maar daarom zijn het
Dg geen onwaarheden, daar hU een
voudig sprak over die dingen naar dei,
ulterlijken schijn en zooals zijn volk
roon was zich dlc dingen te denken
daarover te spreken. Als Ik zeg. dal
zon ondergaat, dan ls dst weten
schappelijk niet Juist, maar niemand
zal tocht ln zijn hoofd halen te bewe
ren. dat Ik met zoo lets te zeggen on
waarheid spreek.
Houdt men met dit alles rekening
tn zal men cr ook geen groot bezwaar
ln zien die zes dagen, waarvan sprake Is
le beschouwen als een Inkleeding van
het verhaal.
En het is een seer geschikte Inkleeding.
ifoorcerst omdat, zooals wl] reeds za
gen. de auteur op die manier eenvou
dig en bevattelijk, seer overtuigend en
levendig doet uitkomen, dat Ood ln
waarheid heel de wereld geschapen
heeft. Ten tweede, omdat hU. zooals
wU ook reeds zagen, aldus Gods schep
pingswerk met den daarop volgenden
rustdag kon maken tot een machtig
[sprekend voorbeeld ter trouwe onder
houding van hel sabbath gebod. En tan
derde omdat de wereld vanaf het begin
baar bestaan een ontwikkeling
heeft doorgemaakt. En beschouwt men
omwikkeling van bet standpunt
aarde en beoordeelt men ze naar
den ulterlijken schUn der dingen, dan
>r den aehrUver van het schep
pingsverhaal voldoenden grond en aan
leiding zijn om een opeenvolging van
feiten le schilderen gelijk hij dat nu ge
daan heeft.
Ons artikel is onwillekeurig tamelijk
lang geworden, maar dit was bil de
behandeling van dit onderwerp noodtg
en moelUJk te vermijden.
WIJ hopen bU de behandeling ln niets
te kort te zUn geschoten aan den hoo-
gen eerbied, dien wU son de H. Schrift
verschuldigd zijn en tevens hopen wU.
dat ons sehrUven u er toe brengt den
Schepper van het heelal, den grootcn
waaraehtigen Ood des ta meer te lo
ven en ta prUzen en te zegenen om de
groote dingen, die HU gedaan heeft
dr. N. e
ik
pi> kwartier ongeduldig in zl
n weer geloopcn had. het
en. Vier uur! Er zouden
gelaten werd. Zelfs na zes Jaren gevan
genisstraf leken dlc uren heel lang. HU
was een ontwikkeld man, die een goede
opvoeding genoten had en dan ook ver
standig genoeg was om te be grijper
dat het ln alle opzichten beter voor hem
zou zijn. als hU tn de gevangenis bleet.
Eenmaal er buiten, zon hij tien tegen
een de kans loopen, spoedig aan de
galg te komen, wegens een misdaad, die
nu van plan was te bedril ven
HU was een Ier en heette O'Brien
Veroordeeld als valsche munter, had
lüj vooral In de laatste maanden var,
z'n celstraf een onwrikbaar voornemen
opgevat. Zoodra bU vHJ was, sou hU
Allabore van kant maken, den man. dta
hem verraden had en die kort daarop
met O'Brien's verloofde, de knappe, blon
de Kate Pulhani, getrouwd was. Na z'n
huweUJk had Allshore z'n Intrek als
kastelein ln een herberg genomen, die
hij gekocht had met bet geld. waar hij.
althans voor een goed deel. niet ccrlUk
aangekomen war. De valsche munter
O'Brien had het gemaakt.
Vooral sinds den avond, dat hU cr ln
geslaagd was. bulten weten van den
opelchtcr. een kort. fluisterend gesprek
met een zUner medegevangenen te voe
trent Allshore niegedccld had, was
O'Brien voortdurend op wraak bedacht
Door een anderen gevangene, n'et lans
geleden gedetineerd, was deac mcdedcc-
llng bevestigd en nu was hU vast be
sloten dien Allshore van het leven te
beroovcn. HU sou Ikb eenvoudig dood
schieten. De verrader, zoo dacht O'Brlei.
wist niet wat hem boven het hoofd
hing. HU zou daarom gemakkelijk ln
zUn opzet slagen.
Weer luidde de gevangenlsklok: de
schemering was ln z'n cel gevallen. Hcv
zou nu niet lang meer duren, vóOr hU
ateh zelf recht verschaft bad. ElndelUk
hoorde hij het rammelen der sleutels en
„Kom er nu uit, no. drie en zestig:
het uur der bevrijding heelt voor je
De gevangenbewaarder gtng hem v
naar den directeur. Deze was 'n a
die hel goed met z'n gevangenen me
de. HIJ wees er O-Brten ernstig
vriendelijk op, dat het nu zaak voor B
was. een eerlijk en werkzaam leven
lelden en liet er op volgen, dat, wann
hM er niet spoedig in slaagde aan
werk te komen, hij, de directeur, al
Invloed sou aanwenden om hem dai
te helpen.
De gevangenispoort ging open en
O'Brien stapte naar buiten
..Veel aucecs!" riep hem de portier to-;
..Ik hoop. dat Ik Je hier niet meer bin
nen hoef ta latan!"
.Dut valt mocllUk vooruit ta zeggen"
luidde het antwoord
De poort wtn! achter den vrUgclatcnt
met moordplan-
In een winkel ln een zUslraat vond hU
wat hij zocht. Zonder een pennisslc-
blljel le moeten overhandigen, kocht MJ
een tweedehandsch revolver met eet.
aantal natronen. Daarna gebruikte hU
ln 'n volkskofllehuis het een en ander oi„
den inwendlgen menseh te versterken.
Aldus gewapend en versterkt, ging hU op
weg, zijn wraak tegemoet.
Het scheen O'Brien toe, dat zelfs de
bussen meewerkten om z'n wraak te
bespoedigen. Niet alleen, dat bus 36
door Rcllslabpark reed. maar Allshorc's
herberg was ook een der stopplaatsen.
Bovendien bleek de conducteur van de
bus den eigen air der herbe-g goed te
kennen.
ehjk sou taan als hij wrt dacht, toen
tralies der gevangenis, waara
ij zat. hem z'n wraak onmogelijk
waars was ln hetgeen de directeur hem
eerlUke wUze z'n brood te verdienen
Maar hU wierp dere opkomende ge
dachte van zich af, trad de herberg bln-
bestclde een glas bier aan de
bleeke. jonge vrouw met de vermoeide
oog en. die achter hel buffel stond en
bezig was met zenuwachtige haast een
aantal glas ente spoelen en af ta drogen
„Is mijnheer Allshore thuis. Juf
frouw?' vroeg hij ooit een stem, die
natuurlijk mogelijk trachtte te
doen klinken.
„Moet u hem spreken?" was de we
re hem stelde, zondi
al hl) slch a
lane hester
1. die li
1 viu li
O'Brien vond deze grootstad «06
anderd. dat hU eenlge oogcnbllkken
dacht.
Een uithangbord van «en grweerma-
ladlg i
denken
Hi)
aiacbuwcUJke, slordig gekleed*
feeks, dlc blijkbaar in woede ontstoken,
eensklaps tan tooneelc verscheen, de
lieftallige, blonde Kate Fulliam
kon zijn. En toch zag hij duidelijk, dat
zij het was: er viel niet aan ta twijfe
len.
Nog voor de doodelijk verschrikte buf
fetjuffrouw een woord kon zeggen, be
gon de vrouw, met door woede ver
wrongen gelaatstrekken en een afschu
welijken grijnslach de ongelukkige Juf
frouw uit ta schelden, omdat ze bij on
geluk een glas gebroken had. Een
>m van de gemeenste verwensehln-
vleeldc van haar dunne, bloedlooze
lippen. Zonder zich om de tegenwoordig-
van O'Brien, dien zU met geen blik
lurdlgde. ta bekommeren, wond ze
tot zoon graad van woede op. dat
de ontslagen gevangene van schrik en
ontzetting als vastgenageld op z'n stoel
zitten. HIJ kon zich als 't ware niet
bewegen. De schrik was hem blijkbaar
nen geslagen. Het voorwerp
kromp onder haar striemende scheld
woorden Ineen en barstte tenslotte ln
tranen uit.
Nog scheldend en tierend verliet de
trie de gelagkamer en sloeg de deur
iet zoo'n geweld achter zich dicht, dat
t r. eubels trilden en de vensterruiten
Na eenlge oogcnbllkken stond O'Brien
s en trachtte, door medelijden bewo
gen. het meisje te kalmeeren.
Toen ae weer 'n staat was om ta
preken, -sprak ze met door snikken af
houd Ik niet langer uit. Van-
ertrek ik voor goed. Wanneer ik
dag langer bleef, zou Ik ziek
worden. Binnen één jaar heeft sc vijl
buffetjuffrouwen gehad. De ecne na de
dere Is weggeloopcn."
.Wie Is ze?" vroeg O'Brien, naar oen
bekenden weg vragend.
uw van m"n armen patroon.
Zoo ls ze altijd, als re 't op haar heu.
n heeft: als ze heel of half dronken
..Dronken, zeg Je**
■Ja. dronken Dan ls er geer. huls met
utr te honden. Ze heelt door haar
helden en tiereu al de klanten wegge
jaagd en zal haar man nog tot den be
delstaf brengen. HU ls zoo bang voor
roor den dood. Meer dan eens
heelt sU hem. in tegenwoordigheid van
ers hier ln de gelagkamer, ln
t'a gezicht geslagen
I hij zich dit alles maar wel
gevallen?" vroeg O'Brien verbaasd.
..en kwum er een vrouw binoeo >Lernen
TOen Allshore die kroeg kocht, rei hU. O'Brien weer, nam z'n glas bier
»as re geen brood-, maar een geld win- [cr mee naar een afgelegen hoe
nlng. De mensehen, die e
tellen
.Wat voor eeu soort kerel te dlc
Allshore?" vroeg O'Brien
„Een kalf van een vent, dlc geen vlieg
kwaad zou doen", lachte de andere en
vervolgde fluisterend: „HU heeft geen
•hukL"
Het gesprek Werd onderbroken door
passagiers De bus reed verder en
O'Brien, uitwendig kalm, maar renuw-
el de hand ln s'n brock-
hU de revolver omklemde,
rak voor zich uit te staren.
De bestuurder stopte voor de herberg
in Alshore O'Brien stond op om uh
stappen, maar bemerkte lot ï'n schrik
»t z'n knieën sterk beefden. HU be-
cerschte zich zooveel mogelUk en be
st zich met wankele schreden naar het
zicht had op den gaa
a komenden
buffeljuffrouw ging zenuwael
laar werk voort, maar niet aor
n dan een vrresaehUgen blik
werpen op een deur achter haar.
van uit de gelagkamer toegang gaf
ander gedeelte van hel huls.
z'n hoekje gezeten, met z'n half
geledigd «las voor zich en z'n hand op
revolver, waehta O'Brien oi
komst van Allshore.
isklapa Hel de bulfetjnlfrouu
/ciiuii aehligheld. een glas op den
en vloer vallen De stukken vlogen
alle kanten BUna op het seifdi
oogcnbllk vloog de deur achter het buf
pon en kwam er een vrouw binnen
O'Brien, die door don slag.
vork eerde, kon
1 van verrassing
bijna onmogelijk, dat
..Ze
p de e
wUze in haar macht te hebben", fluis
terde de buffetjuffrouw. ..Misschien
htj .ets op s'n kerfstok, dat het
daglicht niet kan velen. Als re tegen
hem raast en tiert, dan hoor Ut mee.
dan ze wel denken."
..Misse Men was het dan wel beter roor
Mn. dat hu maar dood was", sprak
'Brlen met heesche stem.
„Dan sou hU er waarschUntUk niet
hU
..Wilt u niet
..Neen" antwoordde O'Brien barseh.
.HU heelt m'n tussehenkomat niet noo-
dlg HU heelt wat hu verdient". Urt h|j
fluisterend op volgen.
HU lichtte even zhi hoed op en ver-
el de herberg, vast besloten om zich
den volgenden dag bij den directeur der
gevangenis ta vervoegen, die hem aan
werk sou helpen,
m wraak vertrouwde hU varder aan