DE HOEDER
Spoorwegcoupé
Het is alweer meer dan twintig jaar
geleden, dat de firma Teubnos in Den
Bosch het bock De Moeder van Marie
Koenen heeft uitgegeven en wij tellen
er Inmiddels reeds den vijfden druk van.
Dit is een bewijs, dat het een waarde
vol en goed boek is, dat waard is ge
regeld herdrukt en herlezen te worden.
Het is een van Marie Koenen's beste
boeken.
Hoe komt het. dat het zich zoo gun
stig van zoovele andere romans onder
scheidt en zoo ver boven vele. overigens
Dat komt. omdat het een bock is, dat
Van een zuivere godsdienstige levens
beschouwing is doordrongen, dat een
echten katholieken levensstijl belijdt,
Het boek dankt zijn bekoring dan ook
vooral aan de prachtige behandeling
van het gegeven, omdat heel het gebeu
ren wordt beschouwd uit een zuiver ka
tholiek gezichtspunt en alle vreugde
alle leed in dit boek wordt aanvaard,
zooals een geloovlg katholiek gemoed dit
aanvaarden moet.
Heel de roman speelt zich voorname
lijk af on. de hoofdpersoon: de eenvou
dige Urn burgsche Moeder Sevcriens; zi.
Is de centrale figuur van heel het boek
Een voorbeeld van een heilige vtouw
den strikten zin en de volledige be-
teekenis van het woord, is zij direct niet.
Moeder Scveriens heeft wel degelijk
haar hinderlijke karakterfouten. die
door de schrijfster niet werden verdoe
zeld.
Zoo heeft zij een lnstincUeven. over
matigen afkeer van eene familie
vers, die zich bi haar dorp heeft geves
tlgd. al weet zij haar afkeer wel vol
doende met hard strijden te overwin
nen, wat haar weer tot eere strekt.
Wel is zij Iemand, die door den 1
dadlgen invloed van het Katholiek ge
loof ls uitgegroeid tot een dlep-vrome
vrouw, van h"Ogen zielenadel. Al
vroeg weduwe, moet zij de opvoeding
van haar beide kinderen, een jongen en
een meisje, geheel zelfstandig verzor
gen.
Bn zij i'.oet het op voorbeeldige wijze.
Door haar opoffering, wilskracht en
spaarzaamheid tracht zij vooral haar
zoon Jules in de maatschappij v
'te krijgen: zij laat hem onder
worden.
Maar als hij eenmaal deze i
beeft veroverd, kan hem deze loopbaan
niet bevredigen. HU koestert ander*
Idealen: muziek is zijn groote liefde. Met
-alle geweld wil hij tenslotte een s
i richting uit: hij wil violist worden. Wat
Ihb tenslotte ook bereikt, wanneer hij
fin een verre stad aan een conse
rlam gaat studeeren.
Personen als Jules komen wel eens
fsporadisch in bet leven voor. In
xegel zijn bet menschen, die zich
door hun gevoel en weinig door hun
verstand laten lelden: droomerlge. poë
tische naturen, die weinig met de harde
werkelijkheid rekening houden en door
gaans tegen de gewone moeilijkheden
•van het leven niet zijn opgewassen. ZU
stellen zich de toekomst gewoonlijk een
voudiger en zonniger voor. dan later
"dor de werkelijkheid wordt bewaar
heid. De besten slagen wel eens.
Deze jongeman had met de moeilijke
spaarcenten van zijn moeder een akte
Jager onderwijs behaald. Toen hij een
maal als onderwijzer ln zijn geboorte-
ttorp was aangesteld, kon hij bij zijn
eigen moeder ln den kost blijven
(haar met zijn salaris steunen.
Wat had hij bovendien een uitsteken-
e basis om zijn leven op verder le bou-
ren: een positie, die menigeen hem be
nijd zou hebben!
,r Jules is geen geboren schooi
er en mislukt als onderwijzer; hij
absoluut geen orde. tucht en ge
il de klas. Al zijn belangstelling,
liefde en verlangen gaat uit naar de
viool. Tenslotte wordt deze drang zoo
sterk, dal hij met alles breekt', hij
neemt ontslag op school, maakt zijn
verloving sic, bedroeft zijn moeder en
zijn meisje en begint dan met zijn mu-
Hij kiest liever
omst voor een vaste zl) het dan wat
kleinburgerlijke levenspositie.
Een dergelijke onderneming blijft al
tijd een hachelijk waagstuk. Door de
ervaring Is het veelvuldig bewezen, dat
menschen, die op ongeveer 30-jarlgen
leeftijd nog met serieuze muziekstudie
moeten beginnen, er doorgaans niet
veel van terecht brengen.
Vlrtuoscn worden zU hoogstzelden;
et hard studeeren kunnen zij het
meestal brengen tot mlddelmatlg-vol-
doendc prestaties.
De geboren musicus geeft gewoonlijk
reeds in zijn prille jeugd blijken van
meer dan gewone technische vaardig
heid. Men moet er als kind in zijn
opgegroeid.
Een roemvolle toekomst is voor der
gelijke menschen doorgaans niet wegge
legd. maar behoort alleen aan de groot-
en der grooten.
Wellicht had echter ln de jaren, dat
Marie Koenen haar boek schreef, ook
minder groot violist nog wel goe
de kans zich een blijvende plaats ln de
maatschappij te veroveren: daaruit
wordt Jules* hernieuwde verlering net
Treeske Bormans op het einde van het
boek aannemelijk en verlrlaarbaar.
Tegenwoordig zou een dergelijke on
derneming heeiemaal een onverantwoor
delijk avontuur zijn, nu zelfs de knap
ste violisten, leden van onze groote or
kesten. een groot gedeelte van het jaar
werkloos zijn en nu velen doorgaans
begaafden in een of ander café
restaurant hun brood moeten verdienen.
Treeske Bormans, die in dit boek be
schreven wordt als een kind van een
betrekkelijk welgestelde familie, zou ln
onze tijdsomstandigheden onmogelijk
serieuze trouwplannen hebben kun-
Julos zet echter alles
zijn wil door.
HU is een droomer i
op zij en
n tegelijk
Marie Koenen geeft zijn' lnneriijken
zlelestrljd uitstekend weer; gebed
vertrouwen op God geven hem tenslotte
de kracht om het leed voor zijr Idealen
te dragen.
Een van de hoogtepunten
boek ls wel het oogenbük, waarop hij ln
den nacht van Treeske Bormans
gaat, nadat hij alles met haar heeft
afgemaakt; ln het nachtelijk duister
van de bosschen langs de oevers
de Geul wordt hij door angst en
twijfeling gekweld; tegelijkertijd ls
Moeder ongerust geworden door
lang uitblijven en gaat, eveneens hevig
beangst, naar hem op zoek. nier schrijft
Marle Koenen op haar best.
De dochter TUa trouwt tegen den
van Moeder Severiens met Louis
Hótel Curvers, tegen welke familie haar
moeder zoo'n sterken afkeer heeft.
Dit huwelijk brengt haar aanvanke
lijk veel verdriet; Tila past zich ge
heel aan de vrijere mentaliteit van de
familie, waarin zij huwt. aan en ver
vreemdt van haar moeder. ZIJ meent,
dat zU met Louis en zijn rijke familie
alles heeft en denkt haar moeder ab
soluut niet meer noodlg te hebben.
Hard, bits en hooghartig wordt haar
DOOR MARIE KOENEN
Teulings VIJFDE DRUK I
Uitgevers-Mij 's Hertogenbosch
houding, totdat de ondervinding ook
tzer maakt.
>edlg blijk!, dat de familie Cur- j
groot heelt gedaan; er was te
veel klatergoud bij alle schittering; dan j
komt de tegenslag, Tlla en haar man
gaan failliet en moeten nu weer bU
Moeder Severiens komen aan sloppen j
m onderdok.
Zoo maakt Moeder Severiens v an alles
met h3ar kinderen mee en O' dergaat
niet zooals zij het zich wel-
licht had gedroomd, maar zooals het ln
werkelijkheid ls en zooals het iedereen
tenslotte overvalt.
Terwille van haar kinderen is zij een
rme vrouw geworden, terwijl zU het
tot een zekeren wel3tand had kunnen
brengen; zoodoende moet zij tenslotte
naar haar zuster Barbe gaan om haar
geld ter leen te vragen; deze tocht naar
er. die echt ouderwetsch rijk
hoogen dunk beeft van haar
eigen voornaamheid, Is voor Moeder Sc-
verlens een groote vernedering.
Tegen het eind van baar leven kwelt
haar bovendien de folterende gedachte.
dat zij tijdens haar huwelijk In de lief-
aar man tekort geschoten zou
zijn. Het is deze felle beproeving, die
het gemis van een geliefd persoon nog
a bitterder maakt, omdat men
tekortkomingen niet meer herstellen
kan. wanneer de gestorven geliefde voor
goed ls heengegaan. Heel vaak zijn deze
heftige verwijten echter ongegrond en
leer aan inbeelding toe te schrijven.
Het bock eindigt met het prachtig af-
lerven van Moeder Severiens.
Het verhaal speelt zich af in het
heerlijke Gculdal, temidden van de
prachtige heuvels van Zuid-Limburg en
is geheel van de sfeer van deze streek
doordrongen. Ais wij ons niet vergissen 1
wij, afgaande op plaatselijke
omstandigheden, in het dorp Vlakc.
Moeder Severiens woont, Houthem-
St. Gerlach te ontdekken.
Men kan zoo'n roman eitelljk alleen
at volle begrijpen en genieten, wanneer
ten zich ln dit milieu volledig heeft
ingeleefd; men moet de gewoonten ken
nen. die er heerschen. de verhoudingen
er bestaan, men moet op de
hoogte zijn van het dialect, dat men er
spreekt, men moet vooral de heerlijke
e geloofstraditie aanvoelen,
dit goede lieve volk is door
trokken.
altijd komlscli, als men mid
den in den zomer in de omgeving waar
deze roman speelt, talrijke toeristen uit
het Noorden hier ziet rondtippelen.
bruin verbrand, half ontkleed of In
sportklecdlng. gewapend met zonne
brillen. vcldflesschen, sportpetten, berg
stokken met een air. alsof heel Zuid-
Limburg van hen UI
Wanneer teruggaan, meencn zij
deze streek te kennen, terwijl zij van
de heele katholieke volksmentaliteit niet
het minste besef hebben.
Wil men dit boek goed begrijpen, dan
moet men zich kunnen voorstellen, hoe
daar met Pinksteren zoo'n prr-cssle
uittrekt, langs boerenbehulzlngen. mot
beelden en kaarsen voor de ramen,
langs heuvelen en dalen, met harmonie
en schutterij, met vaandels en met vlag
gen, met bruidjes en congregaties, met
vaandels en met vlaggen, een stoet vol
kleur. Jezus Christus ln het H. Sacra-
Dan moet men hun groote eerbied en
liefde kennen voor de overledenen en
weten, hoe op Allerzielen de kerkhoven
vol brandende kaarsen staan en hoe
men van heinde en verre komt bidden
op de graven ucr gestorven familieleden.
Dan moet men hun uitdrukkingen en
I zinswendingen kunnen begrijpen. Haar
|boek staat vol dialectische woorden en
zegswijzen
drukkingen ook moeilijk In ander fle-
dcrlandsch weergeven, dan verliezen zij
hun specifieke gevoelswaarde.
Het woord bronk b.v. kan men niet
vertalen door kermis: al heeft het hier
mee eenige overeenkomst, het ls lang
niet hetzelfde.
Het woord bronk roept de gedachte
ap aan vla bakken, poetsen, straten
versleren en aan het hoogtepunt: pro
cessie houden.
Kermis ls ln Holland heel Iets an
ders; bij dit woord denkt men aan
schommels, danstenten, champagne rij
den. koekbakken, zuurstokken en pijpen
kaneel.
Bronk ls nu eenmaal een zuiver re
gionaal woord en het ls voor menschen
uil andere streken moeilijk de gevoels
waarde hiervan aanstonds zuiver aan
Zoo is het eens (historisch) gebeurd,
dat iemand uit andere gewesten, die
hier toevallig eenlgen tijd had gewoond,
voor Limburgsche Jongens moest spre
ken. Hij wilde zich geheel aan zijn
sprak over de
s, die 's Zondags na Sa
cramentsdag overal uittrekken In het
schoont' Limburgsche lnnd en over den
grooten ja. hier wist hij het moeilijke
onbekende woord niet heeiemaal precies
meer: hij bedoelde den bronktljd, maar
hij sprak per ongeluk van den bronst
tijd hetgeen toch heel lets anders
be teekent!
Men moet Limburg kennen om dit
bock van Marie Koenen ten volle te
waardecren.
Wij kunnen het Iedereen nog eens
warm ter lezing aanbevelen. Men zal
zich hierna een beter mcnsch gevoelen,
omdat de schrijfster het vermogen be
zit. onze diepste godsdienstige roerselen
en onze beste gevoelens op te wekken.
KOM ER MEE VOOR
DEN DAG.
e positie, ook niet
Avondeo6luum, of een raket of een
L een wempolc, of een motorpak...
In de in
J den Heiligen Geel, in do verbondenheid
- -zijn mystiek
n lute.i blijken, hoe rijk we zl];
n hoe gelukkig inot dezen set uit.
Onze geestelijke blijheid moet prikkelen
Wij moeten van onzen overvloed i
doelen aan onderen. Zéé. dat ook in 1
die dien rijkdom miskennen, hot verton,
gewekt woedt naar datgene, wut ons
rustig en vredig en gelukkig r
Levenskunst
Leven is een Kunst. Kunst is vorm
geven aan een gedachte. Leven
geeft vorm aan een gedachte. Le
ven zonder gedachte, zonder lei
dend beginsel is een troostelooze
warboel, een ioocstcni). een ver
wildering. Menschen zonder be
ginsel, zonder levensopvatting,
zonder waarheid dus. maken niets
van hun leven.
(Lichtflitsen).
OhS'KÖRTEVffiim
Laura stond op het baicon van dc
slaapkamer, gekleed in een sierlijke
happy-coat vol fleurige bloemen en
met een rood zijden kraag en manchet
ten gegarneerd. Haar gezicht droeg tee
ltenen. dal het ln een schoonheidsinsti
tuut verzorgd werd. Ze wierp een stuk
je hout op de krant, die Krank Henken
haar gastheer, in den tuin zat te lezen.
Hij schrok op en keek naar boven.'
„Ah. goeden morgen, Laura! Wel ge
rust? Allemachtig! Wat staat dat ding
Je leuk!"
„Is Martina al beneden?" vroeg ze.
„Natuurlijk! Dlc ijverige bij Is altijd
o op het grint
..Dan
n dauw
i ik mij k
Frank Henken nam weer zijn dagblad
op, maar zijn gedachten waren niet bij
do lectuur. HIJ maakte een vergelijk
tusschen Martina, zijn vrouw, en Laura,
dc jeugdvriendin van deze. Dal verschil
was tc groot. Martina leek een wees
kind ln haar strcng-eenvoudlgc klcc-
ding. Nu. door de sjtckc toiletten van
Laura, viel hem dit nog meer op dan
anders. Zo moest zich moderner klcc-
den: dlc stljvo dracht verwisselen voor
dat vlugge, dat losse, zooals Laura
droeg. Dan ook de wenkbrauwen laten
fatsoenecren, dc lippen en wangen rood
Martina kwam den tuin in en wees
naar boven. ..Want 'n langslaapslor,
hé?" lachte ze. „Heb jc ze gezien In
die pyama. VrccsclUk! Ik zou zoo iels
niet durven aantrekken."
„Ik wou, dat jij het durfde", zei hl)
kTibblg. .JIJ met Je smakeloozc och
tendjassen. Je lUkt wel een oude groot-
„Watwat is er?" schrok Martina.
„Dat heb ik Jc toch gezegd. Neem een
voorbeeld aan Laura. JU ziet er uit als
een dienstbode. Neen. erger nog: die
weten zich nog meer naar dc mode en
met smaak te kleedcn."
„Eerst vond Je mijgoed, zooals Ik
was", zei Martina met bevende lippen.
„De tijden zijn veranderd. Wees nu
maar niet boos op me. kind. omdat Ik
j-r graag modern gekleid »tc
Hij trok haar naar zich loc en lluls-
llevcr ik hot heb... Trek dat ding van
Laura eens aan en Iaat eens kijken line
Jc dat staat."
„Neen", antwoordde ze bits. „dit ls
Laura. HIJ sprak zacht. Ze kon er geen
woord van opvangen. „Wat ben Ik be
gonnen, om haar te logccrcn te vragen",
steunde ze. „Frank kijkt meer naarlinar
Japonnen dnn naar mij. Natuurlijk! ZIJ
kleedt zich zoo naar dc mode en Ik
ik zie er als een dienstbode uit, zegt
hij."
Ze slikte, maar dc brok. dien ze m
haar keel voelde, wilde niet weg. Tra
nen drongen haar naar de oogen. Haas
tig trok ze zich terug, want Frank riep
kleeding gesteld was,
eveneens aanschaffen
Opeens hoorde ze di
van den tuin. Zc had
de japon uit te trol
dekte Laura haar li
een gezicht rood van verlegenheid.
„Keurig!" prees Laura. „Wacht even,
daar hoort nog wat bij." Ze nam de
noodigc stiften en begon wenkbrauwen,
wangen en lippen tc bewerken. „Kom
nu naar Frank", lachte zc. „Wat zal
dlc opkijken! Weet Jc, wat hij vanmor
gen zei? Ik moest Jc zien over tc halen,
van een nieuwe garderobe w voor-
en en Je wat op te maken."
Belden gingen naar beneden. Marti-
a aarzelend en met gemengde gevoe
lens.
c ging ti
„Neen", klonk het terug.
„Dan gaan Luura cu ik maar. We zijn
op tijd thuis."
Toen ging zc naar de kamer van
Laura en bekeek dc prachtige klcedlng-
stukken. waarover Frank zoo ln extasa
was. Langzaam trok ze de bewuste hap
py-coat aan. Wat staat me die mooi!
moest ze zichzelf bekennen. Achtereen
volgens paste zo dc morgen-, middag
en avondtoiletten van Laura.
Nu ze wist. dat Frank op dergelijke
„Ga daar voo
Nu al verkleed?" zcl Frank v
zeg! Maar... dat is toch een avoi
om. „Wat zeg
Haar stem tril
de. Ze sloeg haar oogen neer. alsof ze
zich schaamde over haar opgemaakt ge-
„Jij. kind! Wat zie Jc er aardig uit.
Wat 'n verschil! Waar Is de fee, dlc dit
wonder verricht heeft?"
Laura verliet haar schuilhoek.
„Honderd procent verbeterd, niet
waar?" vïoeg zc.
„Prachtig, zeg!"
Even later meende hU bij een mode
show tegenwoordig te zijn: Martina
vertoonde zich In al de toiletten van
haar vriendin. Frank beweerde zijn
eigen vrouw niet meer te kennen. Ook
de naam werd niet passend genoeg ge
vonden en tc oudcrwcuch, dus werd die
veranderd in Tine.
Enkele dagen Inter was Martina ge
heel gcmclamorphosccrd en scheen zich
met deze gedaanteverwisseling zeer goed
tc kunnen vcrcenlgen. Zo lachte nu om
de eenvoudige kleeding dlc zij altijd ge
dragen had. Ze kon ook niet begrijpen,
dat ze ook nooit verlangd had om aan
wereldsche vermaken deel tc nemen.
Naar een schouwburg gaan, vond zc
heerlijk, een dancing bezoeken zalig.
En dikwijls kwam er dan: „O. Frank.
Ik heb 'n snoes van 'n Japon gezien en
'n beeld van een mantel! Schatten ge
woon! Ik moet ook een paar avond
toiletten hebben: met mijn ona-v tw.,
>iK ai tweemaal in den schouwburg gi
weest. Denk eens aan, jongen, al twé(
maal! Wat zullen mijn vriendinnen zeg
gen. als Ik nog eens datzelfde draag?'
Dan zuchtte Frank Henken even.
Sinds Tine de grillige, vceleischendc
mode volgde, had ze enorm veel geld
noodlg. Telkens weer klopte zc bij
aan, zeggende, dat ze zelf de rekeningen
wilde betalen. Soms vroeg zc
me niet nog wat er bij geven? Bij mijn
nieuwe japon hoort 'n barnsteenen hals
snoer en bij de andere wil Ik
kooizen garnituur hebben." En zoo ging
het steeds door. En hoewel Frank
groote uitgaven had. kon hij zijn vrouw
niet tot bezuinigen dwingen. Eens had
hij haar te kennen gegeven, dat een
bontmantel van een paar honderd gul
den minder haar evengoed zou staan als
ure dien ze koopen wilde. Ze had
minachtend aangekeken en ge
zegd: ..Wie heeft mij gedwongen, me
ir de mode te kleeden? Het mooiste
duurste was nog niet goed genoeg
•r me en nu kan ik niet meer terug.
Wat zouden mijn vriendinnen zeggen,
als ik zoo aftakel? En JU? Zou JU mij
weer graag zien als voorheen? In dlenst-
bodckleeding?" Ze nad door het vertrek
a neer gewandeld, één hand ln den
zak van haar fleurige zijden happy-coat
?n wolkjes rook van haar sigaret In de
ruimte blazend.
Frank had niets geantwoord, hoewel
hl) graag gezegd zou hebben: „Ja. Ik
wil Jc zoo weer zienik sndk er naar.
ter aan de ontbijttafel aan tc tref-
Je 's avonds bij me tc hebben: je
tc zien in het huishouden. Ik heb
wee naar die dagen van vroeger.
Groot heimwee!" Frank Henken zag de
toekomst donker in.
Tlne vroeg steeds weer geld. Toen
ging hl) naar zijn ouders om hulp.
.Zij heeft Je geruïneerd", verweet zijn
vader. „Wie zou gedacht hebben, dat
zij, de bescheidenheid ln persoon, zich
dus zou ontpoppen?"
„Zij heeft geen schuld. Ik alléén. Ik
dwong haar meer tollet te maken."
•Je bent een ezel geweest!"
„Dat ben lk."
„Als Martina belooft, weer te worden.
loals zc was ln het begin van Jullie
itwelUk, dan zal ik jc uit den brand
helpen."
ink ging naar huis. HU moest haar
zijn rinancleelen toestand blootleggen
haar het antwoord van zijn vader
brengen. Hoe zou'ze hierop rcagee-
Zou er niets meer van dc vroegere
Martina zUn overgebleven? Had zU m?t
Ic Meeding ook haar andere goede
tlgcnsehappen afgelegd?
Aan tafel begon hij over zijn zorgen.
Niets verdook hU.
.Och, jc bent tegenwoordig zoo zwaar
op dc hand", pruilde ze. ..Je wordt be
paald pessimistisch. Frank en Jc krUgt
m onhebbelijk karakter. Eerst was lk
Jc niet goed genoeg, ik doe mUn best
laar Je smaak te voegen en nu is
het ook weer verkeerdIkik kan
nu niet anders meer. Ik heb nu dit...
nieuwe leven leeren kennen
•En als lk een beroep doe op onzo
efde... Martina?"
..Tine, alsjeblieft!"
..Tine dan. Zijn we nu gelukkiger?
r zijn zelfs dagen, dat wc elkaar niet
zien. Vroeger stond je mU altijd voor
el venster op tc wachtennu
zoit meer... Vroeger waren wU altijd
imcn nu ben ju eiken avond uit."
„Waarom heb je mij gedwongen?"
„Omdat lk Jc graag mooi zag MUn
liefde voor jc dreef me daartoe. Maar
ben een dwaas geweestToen ik
dat deed. begon lk je te verliezen
Nachten heb ik getreurd om dit verlies
gebunkerd naar onze eerste hu-
wclijksmannden Tineals Je nog
me houdtlaat dan ons leven
worden als vroeger!"
keek op de klok. „Al zoo laat! Ik
weg. Laura komt me halen om
naar een dancing te gaan en lk
moet nog tollet maken. Tot morgen
boy!"
„Martina!" klODk het wanhopig.
De deur viel dicht. Als een wrak zat
Frank in een clubstoel.
Martina snelde naar boven. Ze rukte
de deuren van de kleerkast open en nam
der hoeken een japon, die ze
haastig aanschoot. Toen ging ze naar
beneden en bleef voor haar man staan,
die zijn hoofd ln zUn handen steunde.
.Frank", zei zc bewogen, „hier is de
oude Martina weer."
.Martina! Kind! Heb je., heb je.
Hg trok haar in zUn armen en kuste
haar diep ontroerd.
.Ik haatte het spel vanaf den eersten
dag", vertelde ze met onvaste stem en
vochtige oogen. „Maar jU verdiende een
duchtige ook. InncrUjk ben
ik de oude gebleven en ik smacht er
ultcrlUk weer zoo te worden,
ten gruwelijke tUd voor me.
Frank. Zooveel avonden van je weg. En
altUd dat moeten liegen en vragen om
geld.. Dacht Jc werkelijk, dat ik ex
oos mee omsprong. terwUl JU
verdienen? Dat ik maar uit
gaf zonder nadenken? Heb je nooit op
gemerkt, dat mUn sieraden valsch zUn?
Dat mUn bontmantel geverfd konUn is?
Mijn japonnen zijn van goedkoopo zUde
i; lk maakte ze zeL, 's avonds
Mj moeder thuis, en JU meende dan. dat
de andere vermakc-
lükheld was. Het deed me leed. dat je
had. maar ik moest t< t het ein
de gaan. om ous beider geluk te verzc-
Maar dlc zorgen zUn nu van di,
baan en de hulp van Je ouders hebben
i noodlg. Zooals je nu we]
begrUpcn zult. heb ik weinig geld ult-
egevcn van hetgeen ik je gevraagd
Frank verborg zUn geaicht in de
plooien van haar oude japon en sta-
dankbaarheid en
geluk.
Zij allen op reis mei hun eigen doel, om han eigen Inst of nood.
De reiziger, net een heer, die nauwelijks heefl zijn brood.
En het nonnetje, dat wat schuw temidden haar rokken rit;
maar het ongewone vergeet, nu rij haar getijden hid
on prevelt: Glorie zij den Vader en den Zoon en den H. Geest.
En hel juffertje dat in een prul me teen roete kleuromslag leest
en even haar neusje bepoedert en even haar lippenstift krijgt.
En de zakenman die rekent, en i'n voorhoofd rimpelt en zwijgt.
En de drukke moe met een kleintje, 'n jochie verrukt voor het glas.
En de man met 't schunnige blaadje, die grinnikte toen hij 't las.
En bij elk van al die menschen een Engel, bezorgd om een menschenlot.
En voor elk van die allen een plaats in 't begrijpend hart van God.
En voor elk van die allen een wachtende woning in *t veilige Vaderhuis.
Waar reizen ze henen, allen?
En komen ze allen thuis? iO HöLSCHER.