DE HOEDER Spoorwegcoupé Het is alweer meer dan twintig jaar geleden, dat de firma Teubnos in Den Bosch het bock De Moeder van Marie Koenen heeft uitgegeven en wij tellen er Inmiddels reeds den vijfden druk van. Dit is een bewijs, dat het een waarde vol en goed boek is, dat waard is ge regeld herdrukt en herlezen te worden. Het is een van Marie Koenen's beste boeken. Hoe komt het. dat het zich zoo gun stig van zoovele andere romans onder scheidt en zoo ver boven vele. overigens Dat komt. omdat het een bock is, dat Van een zuivere godsdienstige levens beschouwing is doordrongen, dat een echten katholieken levensstijl belijdt, Het boek dankt zijn bekoring dan ook vooral aan de prachtige behandeling van het gegeven, omdat heel het gebeu ren wordt beschouwd uit een zuiver ka tholiek gezichtspunt en alle vreugde alle leed in dit boek wordt aanvaard, zooals een geloovlg katholiek gemoed dit aanvaarden moet. Heel de roman speelt zich voorname lijk af on. de hoofdpersoon: de eenvou dige Urn burgsche Moeder Sevcriens; zi. Is de centrale figuur van heel het boek Een voorbeeld van een heilige vtouw den strikten zin en de volledige be- teekenis van het woord, is zij direct niet. Moeder Scveriens heeft wel degelijk haar hinderlijke karakterfouten. die door de schrijfster niet werden verdoe zeld. Zoo heeft zij een lnstincUeven. over matigen afkeer van eene familie vers, die zich bi haar dorp heeft geves tlgd. al weet zij haar afkeer wel vol doende met hard strijden te overwin nen, wat haar weer tot eere strekt. Wel is zij Iemand, die door den 1 dadlgen invloed van het Katholiek ge loof ls uitgegroeid tot een dlep-vrome vrouw, van h"Ogen zielenadel. Al vroeg weduwe, moet zij de opvoeding van haar beide kinderen, een jongen en een meisje, geheel zelfstandig verzor gen. Bn zij i'.oet het op voorbeeldige wijze. Door haar opoffering, wilskracht en spaarzaamheid tracht zij vooral haar zoon Jules in de maatschappij v 'te krijgen: zij laat hem onder worden. Maar als hij eenmaal deze i beeft veroverd, kan hem deze loopbaan niet bevredigen. HU koestert ander* Idealen: muziek is zijn groote liefde. Met -alle geweld wil hij tenslotte een s i richting uit: hij wil violist worden. Wat Ihb tenslotte ook bereikt, wanneer hij fin een verre stad aan een conse rlam gaat studeeren. Personen als Jules komen wel eens fsporadisch in bet leven voor. In xegel zijn bet menschen, die zich door hun gevoel en weinig door hun verstand laten lelden: droomerlge. poë tische naturen, die weinig met de harde werkelijkheid rekening houden en door gaans tegen de gewone moeilijkheden •van het leven niet zijn opgewassen. ZU stellen zich de toekomst gewoonlijk een voudiger en zonniger voor. dan later "dor de werkelijkheid wordt bewaar heid. De besten slagen wel eens. Deze jongeman had met de moeilijke spaarcenten van zijn moeder een akte Jager onderwijs behaald. Toen hij een maal als onderwijzer ln zijn geboorte- ttorp was aangesteld, kon hij bij zijn eigen moeder ln den kost blijven (haar met zijn salaris steunen. Wat had hij bovendien een uitsteken- e basis om zijn leven op verder le bou- ren: een positie, die menigeen hem be nijd zou hebben! ,r Jules is geen geboren schooi er en mislukt als onderwijzer; hij absoluut geen orde. tucht en ge il de klas. Al zijn belangstelling, liefde en verlangen gaat uit naar de viool. Tenslotte wordt deze drang zoo sterk, dal hij met alles breekt', hij neemt ontslag op school, maakt zijn verloving sic, bedroeft zijn moeder en zijn meisje en begint dan met zijn mu- Hij kiest liever omst voor een vaste zl) het dan wat kleinburgerlijke levenspositie. Een dergelijke onderneming blijft al tijd een hachelijk waagstuk. Door de ervaring Is het veelvuldig bewezen, dat menschen, die op ongeveer 30-jarlgen leeftijd nog met serieuze muziekstudie moeten beginnen, er doorgaans niet veel van terecht brengen. Vlrtuoscn worden zU hoogstzelden; et hard studeeren kunnen zij het meestal brengen tot mlddelmatlg-vol- doendc prestaties. De geboren musicus geeft gewoonlijk reeds in zijn prille jeugd blijken van meer dan gewone technische vaardig heid. Men moet er als kind in zijn opgegroeid. Een roemvolle toekomst is voor der gelijke menschen doorgaans niet wegge legd. maar behoort alleen aan de groot- en der grooten. Wellicht had echter ln de jaren, dat Marie Koenen haar boek schreef, ook minder groot violist nog wel goe de kans zich een blijvende plaats ln de maatschappij te veroveren: daaruit wordt Jules* hernieuwde verlering net Treeske Bormans op het einde van het boek aannemelijk en verlrlaarbaar. Tegenwoordig zou een dergelijke on derneming heeiemaal een onverantwoor delijk avontuur zijn, nu zelfs de knap ste violisten, leden van onze groote or kesten. een groot gedeelte van het jaar werkloos zijn en nu velen doorgaans begaafden in een of ander café restaurant hun brood moeten verdienen. Treeske Bormans, die in dit boek be schreven wordt als een kind van een betrekkelijk welgestelde familie, zou ln onze tijdsomstandigheden onmogelijk serieuze trouwplannen hebben kun- Julos zet echter alles zijn wil door. HU is een droomer i op zij en n tegelijk Marie Koenen geeft zijn' lnneriijken zlelestrljd uitstekend weer; gebed vertrouwen op God geven hem tenslotte de kracht om het leed voor zijr Idealen te dragen. Een van de hoogtepunten boek ls wel het oogenbük, waarop hij ln den nacht van Treeske Bormans gaat, nadat hij alles met haar heeft afgemaakt; ln het nachtelijk duister van de bosschen langs de oevers de Geul wordt hij door angst en twijfeling gekweld; tegelijkertijd ls Moeder ongerust geworden door lang uitblijven en gaat, eveneens hevig beangst, naar hem op zoek. nier schrijft Marle Koenen op haar best. De dochter TUa trouwt tegen den van Moeder Severiens met Louis Hótel Curvers, tegen welke familie haar moeder zoo'n sterken afkeer heeft. Dit huwelijk brengt haar aanvanke lijk veel verdriet; Tila past zich ge heel aan de vrijere mentaliteit van de familie, waarin zij huwt. aan en ver vreemdt van haar moeder. ZIJ meent, dat zU met Louis en zijn rijke familie alles heeft en denkt haar moeder ab soluut niet meer noodlg te hebben. Hard, bits en hooghartig wordt haar DOOR MARIE KOENEN Teulings VIJFDE DRUK I Uitgevers-Mij 's Hertogenbosch houding, totdat de ondervinding ook tzer maakt. >edlg blijk!, dat de familie Cur- j groot heelt gedaan; er was te veel klatergoud bij alle schittering; dan j komt de tegenslag, Tlla en haar man gaan failliet en moeten nu weer bU Moeder Severiens komen aan sloppen j m onderdok. Zoo maakt Moeder Severiens v an alles met h3ar kinderen mee en O' dergaat niet zooals zij het zich wel- licht had gedroomd, maar zooals het ln werkelijkheid ls en zooals het iedereen tenslotte overvalt. Terwille van haar kinderen is zij een rme vrouw geworden, terwijl zU het tot een zekeren wel3tand had kunnen brengen; zoodoende moet zij tenslotte naar haar zuster Barbe gaan om haar geld ter leen te vragen; deze tocht naar er. die echt ouderwetsch rijk hoogen dunk beeft van haar eigen voornaamheid, Is voor Moeder Sc- verlens een groote vernedering. Tegen het eind van baar leven kwelt haar bovendien de folterende gedachte. dat zij tijdens haar huwelijk In de lief- aar man tekort geschoten zou zijn. Het is deze felle beproeving, die het gemis van een geliefd persoon nog a bitterder maakt, omdat men tekortkomingen niet meer herstellen kan. wanneer de gestorven geliefde voor goed ls heengegaan. Heel vaak zijn deze heftige verwijten echter ongegrond en leer aan inbeelding toe te schrijven. Het bock eindigt met het prachtig af- lerven van Moeder Severiens. Het verhaal speelt zich af in het heerlijke Gculdal, temidden van de prachtige heuvels van Zuid-Limburg en is geheel van de sfeer van deze streek doordrongen. Ais wij ons niet vergissen 1 wij, afgaande op plaatselijke omstandigheden, in het dorp Vlakc. Moeder Severiens woont, Houthem- St. Gerlach te ontdekken. Men kan zoo'n roman eitelljk alleen at volle begrijpen en genieten, wanneer ten zich ln dit milieu volledig heeft ingeleefd; men moet de gewoonten ken nen. die er heerschen. de verhoudingen er bestaan, men moet op de hoogte zijn van het dialect, dat men er spreekt, men moet vooral de heerlijke e geloofstraditie aanvoelen, dit goede lieve volk is door trokken. altijd komlscli, als men mid den in den zomer in de omgeving waar deze roman speelt, talrijke toeristen uit het Noorden hier ziet rondtippelen. bruin verbrand, half ontkleed of In sportklecdlng. gewapend met zonne brillen. vcldflesschen, sportpetten, berg stokken met een air. alsof heel Zuid- Limburg van hen UI Wanneer teruggaan, meencn zij deze streek te kennen, terwijl zij van de heele katholieke volksmentaliteit niet het minste besef hebben. Wil men dit boek goed begrijpen, dan moet men zich kunnen voorstellen, hoe daar met Pinksteren zoo'n prr-cssle uittrekt, langs boerenbehulzlngen. mot beelden en kaarsen voor de ramen, langs heuvelen en dalen, met harmonie en schutterij, met vaandels en met vlag gen, met bruidjes en congregaties, met vaandels en met vlaggen, een stoet vol kleur. Jezus Christus ln het H. Sacra- Dan moet men hun groote eerbied en liefde kennen voor de overledenen en weten, hoe op Allerzielen de kerkhoven vol brandende kaarsen staan en hoe men van heinde en verre komt bidden op de graven ucr gestorven familieleden. Dan moet men hun uitdrukkingen en I zinswendingen kunnen begrijpen. Haar |boek staat vol dialectische woorden en zegswijzen drukkingen ook moeilijk In ander fle- dcrlandsch weergeven, dan verliezen zij hun specifieke gevoelswaarde. Het woord bronk b.v. kan men niet vertalen door kermis: al heeft het hier mee eenige overeenkomst, het ls lang niet hetzelfde. Het woord bronk roept de gedachte ap aan vla bakken, poetsen, straten versleren en aan het hoogtepunt: pro cessie houden. Kermis ls ln Holland heel Iets an ders; bij dit woord denkt men aan schommels, danstenten, champagne rij den. koekbakken, zuurstokken en pijpen kaneel. Bronk ls nu eenmaal een zuiver re gionaal woord en het ls voor menschen uil andere streken moeilijk de gevoels waarde hiervan aanstonds zuiver aan Zoo is het eens (historisch) gebeurd, dat iemand uit andere gewesten, die hier toevallig eenlgen tijd had gewoond, voor Limburgsche Jongens moest spre ken. Hij wilde zich geheel aan zijn sprak over de s, die 's Zondags na Sa cramentsdag overal uittrekken In het schoont' Limburgsche lnnd en over den grooten ja. hier wist hij het moeilijke onbekende woord niet heeiemaal precies meer: hij bedoelde den bronktljd, maar hij sprak per ongeluk van den bronst tijd hetgeen toch heel lets anders be teekent! Men moet Limburg kennen om dit bock van Marie Koenen ten volle te waardecren. Wij kunnen het Iedereen nog eens warm ter lezing aanbevelen. Men zal zich hierna een beter mcnsch gevoelen, omdat de schrijfster het vermogen be zit. onze diepste godsdienstige roerselen en onze beste gevoelens op te wekken. KOM ER MEE VOOR DEN DAG. e positie, ook niet Avondeo6luum, of een raket of een L een wempolc, of een motorpak... In de in J den Heiligen Geel, in do verbondenheid - -zijn mystiek n lute.i blijken, hoe rijk we zl]; n hoe gelukkig inot dezen set uit. Onze geestelijke blijheid moet prikkelen Wij moeten van onzen overvloed i doelen aan onderen. Zéé. dat ook in 1 die dien rijkdom miskennen, hot verton, gewekt woedt naar datgene, wut ons rustig en vredig en gelukkig r Levenskunst Leven is een Kunst. Kunst is vorm geven aan een gedachte. Leven geeft vorm aan een gedachte. Le ven zonder gedachte, zonder lei dend beginsel is een troostelooze warboel, een ioocstcni). een ver wildering. Menschen zonder be ginsel, zonder levensopvatting, zonder waarheid dus. maken niets van hun leven. (Lichtflitsen). OhS'KÖRTEVffiim Laura stond op het baicon van dc slaapkamer, gekleed in een sierlijke happy-coat vol fleurige bloemen en met een rood zijden kraag en manchet ten gegarneerd. Haar gezicht droeg tee ltenen. dal het ln een schoonheidsinsti tuut verzorgd werd. Ze wierp een stuk je hout op de krant, die Krank Henken haar gastheer, in den tuin zat te lezen. Hij schrok op en keek naar boven.' „Ah. goeden morgen, Laura! Wel ge rust? Allemachtig! Wat staat dat ding Je leuk!" „Is Martina al beneden?" vroeg ze. „Natuurlijk! Dlc ijverige bij Is altijd o op het grint ..Dan n dauw i ik mij k Frank Henken nam weer zijn dagblad op, maar zijn gedachten waren niet bij do lectuur. HIJ maakte een vergelijk tusschen Martina, zijn vrouw, en Laura, dc jeugdvriendin van deze. Dal verschil was tc groot. Martina leek een wees kind ln haar strcng-eenvoudlgc klcc- ding. Nu. door de sjtckc toiletten van Laura, viel hem dit nog meer op dan anders. Zo moest zich moderner klcc- den: dlc stljvo dracht verwisselen voor dat vlugge, dat losse, zooals Laura droeg. Dan ook de wenkbrauwen laten fatsoenecren, dc lippen en wangen rood Martina kwam den tuin in en wees naar boven. ..Want 'n langslaapslor, hé?" lachte ze. „Heb jc ze gezien In die pyama. VrccsclUk! Ik zou zoo iels niet durven aantrekken." „Ik wou, dat jij het durfde", zei hl) kTibblg. .JIJ met Je smakeloozc och tendjassen. Je lUkt wel een oude groot- „Watwat is er?" schrok Martina. „Dat heb ik Jc toch gezegd. Neem een voorbeeld aan Laura. JU ziet er uit als een dienstbode. Neen. erger nog: die weten zich nog meer naar dc mode en met smaak te kleedcn." „Eerst vond Je mijgoed, zooals Ik was", zei Martina met bevende lippen. „De tijden zijn veranderd. Wees nu maar niet boos op me. kind. omdat Ik j-r graag modern gekleid »tc Hij trok haar naar zich loc en lluls- llevcr ik hot heb... Trek dat ding van Laura eens aan en Iaat eens kijken line Jc dat staat." „Neen", antwoordde ze bits. „dit ls Laura. HIJ sprak zacht. Ze kon er geen woord van opvangen. „Wat ben Ik be gonnen, om haar te logccrcn te vragen", steunde ze. „Frank kijkt meer naarlinar Japonnen dnn naar mij. Natuurlijk! ZIJ kleedt zich zoo naar dc mode en Ik ik zie er als een dienstbode uit, zegt hij." Ze slikte, maar dc brok. dien ze m haar keel voelde, wilde niet weg. Tra nen drongen haar naar de oogen. Haas tig trok ze zich terug, want Frank riep kleeding gesteld was, eveneens aanschaffen Opeens hoorde ze di van den tuin. Zc had de japon uit te trol dekte Laura haar li een gezicht rood van verlegenheid. „Keurig!" prees Laura. „Wacht even, daar hoort nog wat bij." Ze nam de noodigc stiften en begon wenkbrauwen, wangen en lippen tc bewerken. „Kom nu naar Frank", lachte zc. „Wat zal dlc opkijken! Weet Jc, wat hij vanmor gen zei? Ik moest Jc zien over tc halen, van een nieuwe garderobe w voor- en en Je wat op te maken." Belden gingen naar beneden. Marti- a aarzelend en met gemengde gevoe lens. c ging ti „Neen", klonk het terug. „Dan gaan Luura cu ik maar. We zijn op tijd thuis." Toen ging zc naar de kamer van Laura en bekeek dc prachtige klcedlng- stukken. waarover Frank zoo ln extasa was. Langzaam trok ze de bewuste hap py-coat aan. Wat staat me die mooi! moest ze zichzelf bekennen. Achtereen volgens paste zo dc morgen-, middag en avondtoiletten van Laura. Nu ze wist. dat Frank op dergelijke „Ga daar voo Nu al verkleed?" zcl Frank v zeg! Maar... dat is toch een avoi om. „Wat zeg Haar stem tril de. Ze sloeg haar oogen neer. alsof ze zich schaamde over haar opgemaakt ge- „Jij. kind! Wat zie Jc er aardig uit. Wat 'n verschil! Waar Is de fee, dlc dit wonder verricht heeft?" Laura verliet haar schuilhoek. „Honderd procent verbeterd, niet waar?" vïoeg zc. „Prachtig, zeg!" Even later meende hU bij een mode show tegenwoordig te zijn: Martina vertoonde zich In al de toiletten van haar vriendin. Frank beweerde zijn eigen vrouw niet meer te kennen. Ook de naam werd niet passend genoeg ge vonden en tc oudcrwcuch, dus werd die veranderd in Tine. Enkele dagen Inter was Martina ge heel gcmclamorphosccrd en scheen zich met deze gedaanteverwisseling zeer goed tc kunnen vcrcenlgen. Zo lachte nu om de eenvoudige kleeding dlc zij altijd ge dragen had. Ze kon ook niet begrijpen, dat ze ook nooit verlangd had om aan wereldsche vermaken deel tc nemen. Naar een schouwburg gaan, vond zc heerlijk, een dancing bezoeken zalig. En dikwijls kwam er dan: „O. Frank. Ik heb 'n snoes van 'n Japon gezien en 'n beeld van een mantel! Schatten ge woon! Ik moet ook een paar avond toiletten hebben: met mijn ona-v tw., >iK ai tweemaal in den schouwburg gi weest. Denk eens aan, jongen, al twé( maal! Wat zullen mijn vriendinnen zeg gen. als Ik nog eens datzelfde draag?' Dan zuchtte Frank Henken even. Sinds Tine de grillige, vceleischendc mode volgde, had ze enorm veel geld noodlg. Telkens weer klopte zc bij aan, zeggende, dat ze zelf de rekeningen wilde betalen. Soms vroeg zc me niet nog wat er bij geven? Bij mijn nieuwe japon hoort 'n barnsteenen hals snoer en bij de andere wil Ik kooizen garnituur hebben." En zoo ging het steeds door. En hoewel Frank groote uitgaven had. kon hij zijn vrouw niet tot bezuinigen dwingen. Eens had hij haar te kennen gegeven, dat een bontmantel van een paar honderd gul den minder haar evengoed zou staan als ure dien ze koopen wilde. Ze had minachtend aangekeken en ge zegd: ..Wie heeft mij gedwongen, me ir de mode te kleeden? Het mooiste duurste was nog niet goed genoeg •r me en nu kan ik niet meer terug. Wat zouden mijn vriendinnen zeggen, als ik zoo aftakel? En JU? Zou JU mij weer graag zien als voorheen? In dlenst- bodckleeding?" Ze nad door het vertrek a neer gewandeld, één hand ln den zak van haar fleurige zijden happy-coat ?n wolkjes rook van haar sigaret In de ruimte blazend. Frank had niets geantwoord, hoewel hl) graag gezegd zou hebben: „Ja. Ik wil Jc zoo weer zienik sndk er naar. ter aan de ontbijttafel aan tc tref- Je 's avonds bij me tc hebben: je tc zien in het huishouden. Ik heb wee naar die dagen van vroeger. Groot heimwee!" Frank Henken zag de toekomst donker in. Tlne vroeg steeds weer geld. Toen ging hl) naar zijn ouders om hulp. .Zij heeft Je geruïneerd", verweet zijn vader. „Wie zou gedacht hebben, dat zij, de bescheidenheid ln persoon, zich dus zou ontpoppen?" „Zij heeft geen schuld. Ik alléén. Ik dwong haar meer tollet te maken." •Je bent een ezel geweest!" „Dat ben lk." „Als Martina belooft, weer te worden. loals zc was ln het begin van Jullie itwelUk, dan zal ik jc uit den brand helpen." ink ging naar huis. HU moest haar zijn rinancleelen toestand blootleggen haar het antwoord van zijn vader brengen. Hoe zou'ze hierop rcagee- Zou er niets meer van dc vroegere Martina zUn overgebleven? Had zU m?t Ic Meeding ook haar andere goede tlgcnsehappen afgelegd? Aan tafel begon hij over zijn zorgen. Niets verdook hU. .Och, jc bent tegenwoordig zoo zwaar op dc hand", pruilde ze. ..Je wordt be paald pessimistisch. Frank en Jc krUgt m onhebbelijk karakter. Eerst was lk Jc niet goed genoeg, ik doe mUn best laar Je smaak te voegen en nu is het ook weer verkeerdIkik kan nu niet anders meer. Ik heb nu dit... nieuwe leven leeren kennen •En als lk een beroep doe op onzo efde... Martina?" ..Tine, alsjeblieft!" ..Tine dan. Zijn we nu gelukkiger? r zijn zelfs dagen, dat wc elkaar niet zien. Vroeger stond je mU altijd voor el venster op tc wachtennu zoit meer... Vroeger waren wU altijd imcn nu ben ju eiken avond uit." „Waarom heb je mij gedwongen?" „Omdat lk Jc graag mooi zag MUn liefde voor jc dreef me daartoe. Maar ben een dwaas geweestToen ik dat deed. begon lk je te verliezen Nachten heb ik getreurd om dit verlies gebunkerd naar onze eerste hu- wclijksmannden Tineals Je nog me houdtlaat dan ons leven worden als vroeger!" keek op de klok. „Al zoo laat! Ik weg. Laura komt me halen om naar een dancing te gaan en lk moet nog tollet maken. Tot morgen boy!" „Martina!" klODk het wanhopig. De deur viel dicht. Als een wrak zat Frank in een clubstoel. Martina snelde naar boven. Ze rukte de deuren van de kleerkast open en nam der hoeken een japon, die ze haastig aanschoot. Toen ging ze naar beneden en bleef voor haar man staan, die zijn hoofd ln zUn handen steunde. .Frank", zei zc bewogen, „hier is de oude Martina weer." .Martina! Kind! Heb je., heb je. Hg trok haar in zUn armen en kuste haar diep ontroerd. .Ik haatte het spel vanaf den eersten dag", vertelde ze met onvaste stem en vochtige oogen. „Maar jU verdiende een duchtige ook. InncrUjk ben ik de oude gebleven en ik smacht er ultcrlUk weer zoo te worden, ten gruwelijke tUd voor me. Frank. Zooveel avonden van je weg. En altUd dat moeten liegen en vragen om geld.. Dacht Jc werkelijk, dat ik ex oos mee omsprong. terwUl JU verdienen? Dat ik maar uit gaf zonder nadenken? Heb je nooit op gemerkt, dat mUn sieraden valsch zUn? Dat mUn bontmantel geverfd konUn is? Mijn japonnen zijn van goedkoopo zUde i; lk maakte ze zeL, 's avonds Mj moeder thuis, en JU meende dan. dat de andere vermakc- lükheld was. Het deed me leed. dat je had. maar ik moest t< t het ein de gaan. om ous beider geluk te verzc- Maar dlc zorgen zUn nu van di, baan en de hulp van Je ouders hebben i noodlg. Zooals je nu we] begrUpcn zult. heb ik weinig geld ult- egevcn van hetgeen ik je gevraagd Frank verborg zUn geaicht in de plooien van haar oude japon en sta- dankbaarheid en geluk. Zij allen op reis mei hun eigen doel, om han eigen Inst of nood. De reiziger, net een heer, die nauwelijks heefl zijn brood. En het nonnetje, dat wat schuw temidden haar rokken rit; maar het ongewone vergeet, nu rij haar getijden hid on prevelt: Glorie zij den Vader en den Zoon en den H. Geest. En hel juffertje dat in een prul me teen roete kleuromslag leest en even haar neusje bepoedert en even haar lippenstift krijgt. En de zakenman die rekent, en i'n voorhoofd rimpelt en zwijgt. En de drukke moe met een kleintje, 'n jochie verrukt voor het glas. En de man met 't schunnige blaadje, die grinnikte toen hij 't las. En bij elk van al die menschen een Engel, bezorgd om een menschenlot. En voor elk van die allen een plaats in 't begrijpend hart van God. En voor elk van die allen een wachtende woning in *t veilige Vaderhuis. Waar reizen ze henen, allen? En komen ze allen thuis? iO HöLSCHER.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1939 | | pagina 4