EEN PAUSELIJK VERBOD?
De waarheid zal U
vrij maken
AAN
DE KONINGIN DES VREDES
Ik kan er niet
ééntje missen!
Door Hagda Thomé
Osar stenden «e op 'n rijtje, de kin-
.Waar ra
deren, net
nog in de
eehtpaar, beste, brave menschen, d
doigraag zoo'n kind souden aannemen
daar zon het beslist goed geborgen zijn
als je goedvindt, zal ik
„O neen, Truus, dat nooit!.. da
valt niet aan te denken!"
..Och ja, ik begrijp je. Uny, dat ga
Wat had moeder kort geleden n
leizier gehad, toen buurman-,
ond haar aanblafte. Tilly kwam
- 00 hi,d- kwam natuurlijk niet in
aanmerking.
O neen. ze mocht er niet aan denken
dat de wieg eerstdaags leeg zou staan!
Het zou verschrikkelijk sijn. als ze dal
lieve schepseltje missen moest! Neen
du» hll „„du», dü
n* du
Dan kwam Hndi. haar kleine kralle-
t ze dit fijne, lieve zieltje
zich zou hebben, dat zoo
k aan d r moedertje hing!
altijd bij de hand!
..Ik ben moeders meii
wijts en bond een keuke
moeder te helpen afwa
„ja, jü bent moeders rechterhand
sen. de kleine meid. die altijd lustige
liedjes zong bij d'r werk, die zoo heerlijk
komstplannetjes maakte „Hè moe
der als ik groot ben. dan gaan wij samen
wonen, dan nemen wij onze lepels en
vorken mee; dan moet ik een mooie
canapé hebben, daar gaat a op zitten
en ik kook en dek de tafel dan fijntjes
voor no moeder, dan zult u eens
zien. hoe fijn u het bij me hebt!"
Neen, neen, die kleine meid kan moe
der ook niet missenzonder „rechter
hand" kan moeder niet rondkomen!
Er bleef dus niemand over dan Albert
en Bep!
te staan? Neen. al zou ze honger
moeten lijden, dat ze zwart zag. dat
nooit!
En Bep, haar oudste dan?
Moeder lachte luidop, lachte met d.
Ach. wat beteekent ten slotte een paai
seven levens, haar zeven Godageschen-
Neen, zij kan er geen van de «even
om gelukkig te zijn!
Er zijn arme, moederlooze kinderen
genoeg op de wereld; als die bij goede
Met een groot geluk in het hart, vol
moed en vertrouwen sloop se zachtjes
naar de bedjes van haar kinderen
God voor den rijkdom van haar zeveo
zorgenkinderen!
Abraham a Sancta Clara betreurt
het, dat de waarheid zeldzaam is
Ik weet niet, of het een droom was,
een visioen of een gebeurtenis, die mij
op zekeren dag overkwam. Op een uitge
strekte heide trof ik eenige wagens aan,
die door vier sterke paarden getrokken
leege zakken, behalve op de laatste, die
en vijgen beiaden was. Ik was zoo vrij
de voerlui te vragen, wat zij op hun wa
gen hadden? Zij antwoordden dat ze
niets anders vervoerden dan muilperen
en oorvijgen, waarvan ze de meeste
onderweg al waren kwijtgeraakt. Ze had-
dat de broeders van jozef kooplieden
waren. En konden ze liegen? Ja, bijzon
der goed. zoo zelfs, dat het schijnt, dat
ze aan de hoogeschool in het liegen ge
promoveerd waren. Vooreerst gaven ze
voor. dat ze de rok gevonden hadden en
ze hadden hem nota bene uitgetrokken
Verder zeiden ze, dat zc hem bebloed
gevonden hadden: alweer een leugen
want ze hadden hem nota bene zelf in
of het menschenbloed was en nota bene
liet was bokkenbloed. Eindelijk waren ze
zoo onbeschaamd om hun vader te vra
gen: zie of dit de rok van uw zoon is
het maar al te goed Als men in menige
felden niet, of ze zouden de rest wel in
de nabijzijndc stad aan den man bren
gen. Ik stond verwonderd over dit
vreemd geval en vroeg, hoe ze die groote
muilperen en oorvijgen toch verkochten?
Hierop kreeg ik ten antwoord, dat ze bij
iedere leugen een muilpeer en oorvijg
uitdeelden. Maar, zei ik, denkt ge dan,
dat ge met één wagen in de stad rond
zult komen? Al waren al de wagens vol,
dan zoudt gc In de voorstad alleen zelfs
geen enkele meer overhouden. Helaas, er
is geen waarheid meer te vinden. Met
recht zei koning Lodcwijk XI: ..Aan mijn
hof heb ik overvloed aan alles, behalve
aan de waarheid; daar heb ik gebrek
Zou de waarheid bij de RECHTERS
is waarheid?" vroeg. „Wal
Als een boer een kostbare edelsteen
hij nooit iels dergelijks gezien heeft. Als
een stadschc hoer een olifant of een
neushoorn ziet. dan vraagt hij: „wat is
dut?", omdat hij zoo'n wonderding nooit
gezien heeft. En zoo vroeg Pilatus: Wat
is waarheid?, omdat hij ze nooit gezien
had. De waarheid vindt men niet In ge
rechtshoven.
Zou ze bij de KOOPLIEDEN te vinden
djn? Ik zeg daar niets van, maar ik weet.
grooter geluid geven dan het groote
orgel van Olm; als men in menige win
kel elke leugen met een muilpeer be
loonde, dan zouden de bedienden binnen
den tijd van acht dagen geen tand meer
in den mond hebben.
Zou de waarheid bij SOLDATEN en
BOEREN te vinden zijn? Indien de sol
daten van onzen tijd zooveel kogels als
leugens hadden, dan zouden ze voor eei:
veldtocht goed voorzien zijn. Bij de boe
ren moet men ook niet zijn om de waar
heid te zoeken, want Cain was de eerste
dat hij God durfde voorliegen. Als de
boeren zooveel koren op het veld had
den slaan als ze leugens hebben, dan
Hola. dat had ik bijna vergelen: is de
waarheid misschien bij DE VROUWEN
wel. dal Eva na den duivel de eerste leu
~r is geweest, dat Mlrhol, dal.
en toch heefl. -,e de waarheid een wassen
vrouwen haver vraten, dan zouden rie
meeste paarden van honger sterven
Helaas! daar Is geen waarheid in het
land. De waarheid is een zeldzame waar
ABRAHAM A SANCTA CLARA
Menschenkind.
Jezus, is bet waar dat Gij
Zelfs nog komen wilt tot mij?
FietóVdd B'hTOle
I» het^waar. dat Gü nog mint
A an het eind van on
ik schouwing over de v:
verbiedt de Paus den oorlog
willen terugkomen en wel
zijn. die niet ontkennen.
n het wilde
log zonder meer
die toch graag eens willen weten wat
men nu eigenlijk moet antwoorden op
gaat toepassen op een bepaald geval
bijv. den oorlog van '14 of dezen oorlog.
DE WEREUIOORLOG.
stelling hierop neer: Waarom
de Paus den oorlog van 1914 niet?
een ziet natuurlijk in, dat het gi
t moet men hier n
areerst dit: Voorop
worden, dat de Paus alleen d
heid aan het Staatsgezag
wanneer de overheid iel
in zich kwaad is. Bulten dit eene
geval zou rijn verbod eenvoudig opruier!)
ophitsing tot revolutie zijn. Het is
daarom duidelijk, dat een dergelijk ver-
zlleen aan de katholieken kon ge-
«orden, wanneer de oorlog van
oor de Goddelijke zedenwet ver-
i was, omdat die oorlog een on
rechtvaardige oorlog was. En daarin zit
e moeilijkheid juist! Want hoe was de
■itelijke toes'and?
nad:
verbied U
u dat v
volg gehad hebben? Alleen dit. dat een
dergelijk verbod totaal niets zou hebben
uitgehaald. Het antwoord daarop, hel
leerd geweest zijn, moest in alle geval
hierop neerkomen: U kunt verbieden wat
U wilt, maar wij zijn niet van plan ons
iets van dat verbod aan te trekken.
Ern dergelijk Pauselijk verbod zou dus
het ook niet Iedereen zal de redelijkheid
daarvan inzien en toegeven.
Maar, zoo redeneert men verder, al kon
militair dienstverband: Hij ha
t Katholieken dier landen, d
leven als de burgerbevolkin
e medewerking 'zooals bijv. lx
van oorlogsbelastingcn) te geve:
■e zou wel degelijk Iets te bi
strijden
de partijen er één aanwijzen
recht aan haar zijde had en één andere,
die onrecht bedreef? Alleen dan immers
kon hij aan de kalhoileken van de on
rechtmatig strijdende partij verbieden
hun medewerking te geven.
feitelijke toestand zóó geweest
en dat is zelfs nu nog zoo, dat de eemg
opvatting deze is, dat de schuld
•n oorlog bij beiden gelegen heeft.
De diepste oorzaak is geweest de zonden
der m
uiterste deed om de ramp te verl
deren. Er waren moeilijkheden en r
verstanden, die opgeruimd hadden k
nen worden; maar dat is nu eenir
niet gebeurd. De hartstochten die h
waren upgejaagd, leidden toen en mc
ten leiden tot de afschuwelijke ca
Met dat al zijn we niet
dat we zeggen kunnen: bij beiden was
er schuld en bij beiden was er geschon
den recht en daaruit volgt in de gegeven
psychologische omstandigheden, dat bel
den zich verongelijkt voelden en meen
den te strijden vooi
tijden.
Srnedictus zei al in 1914 dat
aken, waarvan de oorlog het ge-
konden worden teruggebracht
ééne: onbeteugelde begeerte
dsche goederen, d w z. naar geld.
■r en macht. Deze onbeteugelde
liceit zich naar bullen gomani-
De aanhoudende felle verwijten en
protesten aan elkanders adres spreken
hier boekdeelen. Daarom kon de Paus
onmogelijk één der beide partijen aan
wijzen als de schuldige. Hij moest aan
beide partijen zeggen dat ze schuldig
waren en Hij deed het ook. Hij trok daar
uit zijn conclusies en handelde daarna
op een wijze die Hem althans eenige
waarborg bood, dat zijn handelend op
treden Iets bereiken zou.
Had Hij zich met een verbod gewend
t de betreffende regeeringen, dan zou
en Hem genegeerd en uitgelachen heb-
•n. Had Hij den Katholieken van luiks
verboden mee -e doen, dan
iderdaad. er is een sombere
achtergrond van misdadige speculatie
op geldelijk gewin, die ophitst en opruit
tot oorlog. Maar dat was vroeger ook.
Er is een satanische sluwheid, waarmee
menschonteerende wreede wapenen wer
den uitgevonden, die een naamloos wee
brengen over on telbaren; er zijn wereld
beschouwingen. die in zich onaanvaard-
tanden. Die zondpn
in strijd
vordt het al heel
orlog al zooveel gepu-
it nJ. alle deelne
Weer litigru legers in den grond begraven
en wsiehlen in linn graf nog enkel op den dood.
Weer ziel men paarden zonder ruiter draven
en worden lield're heeken rood.
Om wapens vouwen handen lol een liede
zieli krampend saam
en heesehe stemmen smeeken: vrede.
Maria, die hel leed kent en de rampen,
door haal en lost en list op deze aard' gebracht,
die zwaard eu hand om kinderen zaajjl kampen.
en vrouwen werden nnij;ehraelit.
Tol I', die weet. wat dapp're moeders dragen,
stijgt tins gebed v
in deze bitterste der dagen:
Bewaar ons lund. Nog Is hel niet bedolven.
Bewaar ons arme land. Nog heefl de dronken dood
de koslh're wijn des levens niel in golven
verspild. Nog zien geen beken rood.
Bewaar ons land en luister naar de bede
van ons arm hart:
Maria. Moeder, vrede! Vrede!! II.
i zelfs
1 hebb
..Maar
rechtvaardige
n wie kan ons beletten onze reehtvaar-
ige zaak te verdedigen?"
Door dergelijke wijzen van optreden
on Hij alleen Zijn eigen gezag onder
lijnen, zijn eigen invloed vernietigen.
Daarom deed Hij .ets anders. In En-
spraken s.irak
orden
eel e
istlge v
In verschillende oproepingen t
n taaie volharding
ïdde al Zijn
den nood te len
zouden zien verdwijnen van het wereld-
tooneel, een alles overtreffende belang
stelling voor Hem hebben in zake den
oorlog en Hem daarin een invloed toe
schrijven, die zells de meest getrouwe
Katholiek Hem niet durlt toekennen.
DE HUIDIGE OORLOG
wereldoorlog ka
noodige wijziging evene
passen op den oorlog van nu.
aardigheden.
dreigt t<
orlog, i
n die d
ardtgei
dijk gebied, maar i
leus gebied,
beschaving; I
is allemaal waar. Maar e
over dat een verweer tegen onrecht ge
oorloofd is ook met wapengeweld, wan-
tikel besproken aanwezig zijn.
In dezen zin is een gerechtvaardigde
verdedigingsoorlog wel degelijk mogelijk
en de moeilijkheid is nu deze. dat bride
strijdende partijen zich op dat recht van
rechtmatige zelfverdediging beroepen.
Critiek leveren op de houding des Fau-
schoolJongen, maar staan op Zijn hoogte,
met Zijn verantwoordelijkheid. Zijn er
varing en Zijn weten en dan handelen
i opzichte van God c
i opzichte
oep doet op onze steun
op het gebed der kin-
r onschuld kracht geeft
in Hem. omdat wij weten, dat
oprechtheid en met groot, vers
lijkhcidsbewustzijn doet wat
HEISJES-OOGEN
•i't ■Kl""tal"t'u "vcrl1' "ruimst tgheid
lij zijl sterker itan :ij allen.
2. Niemand .al. aU gij hel niet veroor-
te kort schieten aan den eerbied,
lie men u verschuldigd Is.
slaan, den onbeschaamde
i umtpsche tegenhouden,
i op de vlucht iaaeiz.
begunstigt de deugd, troost de b
den: die blik wondt, doodt, maakt le
vend. doel herrijzen.
6. Klaag niet over Iemands cnbe-
7 Wie :ai een godslastering durven
uitbraken in uw tegenwoordigheid? Wie
zal zich veroorloven u onbeschaamd 'e
bejegenen? IVie zal trachten te achterha
len of aü zwak ot krachtig zijl? Wie zat
zich zóó vergeten, dat hij kwaadaardig
glimlacht ot u met minachting be
schouwt als gij hem uit de hoogte met
verachting oj toornig aanziet: ais pil
met minachting eens goed zijn gelaat
opneemt, als gij mei een blik zijn voeten
den grond kluistert, als gij hem geen
blik waardig keurt?
S. Strenge rekenschap zult git aan
den goddclijken rechter moeten geven,
als gil geen goed gebruik maakt van uw
TV,
'1 hebt; want. hoe moo
n hebt des te grooter i
p voor andere en voor