- -T3 DE EEMBODE VR11DAC 3 MEI 1940 SPOOKHUIZEN DOOR ALLE EEUWEN Het spook als vijand van den huisbaas. - „Gevaarlijke" spoken bestaan heusch niet. landen li bi dd evacuatie SSF iWOTrtd* grootste stad Tallooze woonhuizen ln Londen staan thans leeg. ter wijl er voordien altUd een tekort aan hulzen was. Toch had Lon den ook vóór de evacuatie en kele hulzen, die nooit of al thans met buitengewoon veel moeite verhuurd konden wor den; maar dat waren dan ook de. spookhulzennl Ben zoo nuchtere wereldstad als Lon den bezit niet minder dan ruim hon- Jw.1 .zo°ge"aamde ..spookhuizen", die door hun eigenaars slechts onder zeer jtroote moeilijkheden verhuurd of ver- ..0„C-i,.£"1nenwonlen- AltUd speelt op de JaarlUkeche vergaderingen der Londen- sche huiseigenaars het vraagstuk, hoe men het spook of de oorzaken van zijn versehllnen uit den weg kan ruimen, een groote rol. Want tenslotte Is het bijzaak or natuurlijke of onnatuurlijke oorzaken deze hulzen een slechten naam hebben bezorgd; de hoofdzaak Is en blijft, dat de meeste menschen een afkeer 'heb ben van dergelijke woningen. Doch spookhuizen zijn geen speciali teit van Londen, want ook in andere streken op aarde komen zij voor en Ja gen de bewoners bulten hun muren. Geheel Europa 1» rijk aan spookhuizen, ook het Verre Oosten ls er mede geze gend en zelfs Amerika sparen de huls- spoken niet. Vaak gaven zij dichters stof voor het schrijven van romantlsch-lu- gubere verhalen, KlpUng schreef zijn „Fhantom-Bungalow", Edgar Allan Poe dichtte om het slot Usher, esn zijner stemmingsvolle novellen. Nu is E. A. Poe een uitzonderlijke figuur ln de lite ratuur. want hU zag ln elk huls een geest of een zpook. EEN ECHT SPOOK Dat ook huisbazen uit het begin onzer Jaartelling reeds flnancieele moeilijk heden ondervonden tengevolge van het opireden van spoken, bewijst het vol gende verhaal, dat C. Pllnius Caecllius, een Romelnsch auteur uit de eerste overeen huls' aan, cen vrlendschreef kcttlnggerlnfcel weerklonk. Er verscheen verve ;ens een grijsaard, die aan han den en voeten met ketenen was om hangen. De bewoners van het huls wer den ziek van het waken en enkelen stierven van angst. De woning werd tenslotte niet n.eer gehuurd. Doch ge- h' 'kig voor den hulsbaas. bestonden er 'oen nog wijsgeeren. Een dezer wUsgee- ren. Athenodoros, betrok tenslotte het huls. Hij bleef 's nachts doorwerken en werd bezocht door den geest; doch hij liet zich niet van ziln stuk brengen. De verschijning wekte hem en Athenodoros volgde zijn bezoeker naar den voorhof. Daar verdween het spook plotseling, en Thenodoros bracht een teeken aan op de plek. waar de grijsaard als door de aar de verzwolgen was. In tegenwoordigheid der autoriteiten werd daar den volgen den dag gegraven en men vond de met ketenen belaste beenderen van een man. Deze werden verzameld en bijgezet. Na dien heelt het spook zich niet meer vertoond. OEESTEN E WETENSCHAP De „moderne" spookhuizen en alles wat daarmede samenhangt dateeren eigenlijk van 1818. Het ls toen ont-1 staan ln het Amerlkaansche plaatsje hydesvllle. waar zich ten huize van een eenvoudlgen kweeker. Fox, door bemid- deling zijner twee mediamieke doch ters. een aantal verschijnselen voorde- I den. die als manifestaties vsn den geest j van den vermoorden marskramer gol- den. Korten tijd daarna veroverde het spiritisme vrijwel de geheole „beschaaf de" wereld. Doch terwijl de aanhangers van het spiritisme alles op dit gebied voetstoots en kritiekloos aanvaardden, verloochenden de tegenstanders de ver schijnselen onmiddellijk, zonder er een onderzoek naar In te stellen. Pas tegen het einde der 19de eeuw kwam hierin j verandering, en kwam er een middenweg tussehen de kritieklooze spiritisten. Er I werd -n „Society for psychical Research" opgericht, welke alle spiritistische ver schijnselen crltisch onderzocht. Ook met de spookhuizen begon de wetenschap zich toen bezig te houden. Hierbij was het zaak. ten eerste de zwendelaars en bedriegers te ontmas keren. en ten tweede een toelichting te geven op de verschijnselen, die daar na nog restten. Wat het eerste betreft, bleek men na vele onderzoekingen be wuste en onbewuste zwendelaars scherp te moeten onderschelden. Deze laatste (en hiertoe moet eigenlijk hel meeren- deel der spiritisten worden gerekend) sUn soms wel mediamiek, doch zij geven oorzaken voor de fenomenen op. ln strijd met'Iedere wctero-hanoelltk» he- studcerlng. Ook ontbreekt den onbewus- ten bedriegers doorgaans elk cr.usen vermogen. Hoe verschillend drie per sonen op een bepaalde gebeurtenis of verschijnsel reageeren, willen wij op de volgende wijze Uluslrerrenlemend, die erg bUgeloovlg ls, loopt ln gedach ten verdiept onder een ladder door. Tot het besef gekomen, wat er gebeurd ls, maakt hij zich zoo zenuwachtig, dat hl) bU het oversteken van de straat niet goed uitkijkt en onder een auto terecht komt. Het slachtoffer z3l het ongeluk zonder meer aan het loopen onder ae ladder wijten. De nuchtere scepticus noemt het heele geval nonsens en toe val, en gelooft nauwelijks, dat i et slachtoffer onder een ladder ls geweest. Alleen de critlsche onderzoeker zal het geval ln het Juiste licht zien en de goe de conclusie trekken: de ladder en het ongeluk staan wel degelijk met elkaar ln verband, doch uitsluitend door de gedra gingen van het slachtoffer, dat hierin de rol van onbewuste bedrieger speelt. Den volgenden dag zal het slachtoffer zelfs beweren, ln het geheel Liet zenuw achtig te zijn geweest, en zich eer..: na het ongeluk te hebben herinnerd, onder een ladder te zijn doorgeloopen. HU ls hiervan dan volkomen overtuigd, alleen omdat hU dat zoo gaarne wil gelooven. Dit ls ook het geval met de meeste spiritisten en bewoners van spookhuizen, bewust of onbewust willen zij gaarne Iets zien of t" Bisschopswoorden aan de kinderen. De Bisschop van Mains heelt onlangs een kort herderlijk schrijven gericht bot de kin deren, waarin hU oa, *irt: „OU wat allen eenmaal groot en sterk worden. Het leven mag Jullie niet omverwerpen, OU wIR er meester over worden. OU suit dat ook kun nen. wanneer gu de kracht haalt Ml Ood den Heer. Met zun hulp ztjt zij nu reeds onoverwinnelijk. Helpers n HU hoeft rok Jullie daartoe ult- den wordt UdstlïT v de medememehen, dan e boodschap Gods over. De an- - Wonneer gu u slecht U laf ei O BUt. sU. dat Christus Jullie dat Wanneer gij echter flinke Jon- ;e meisjes rjjt. wanneer gU nle- en Christus trouw bluft, dan ren werketUk. wat Christus van it heeft. 1 geleerd hebt. c iets. De sceptici ont kennen alles, zonder ook maar de ge ringste moeite te doen om zich van en kele verschijnselen te overtuigen. De cri tlsche onderzoekers vindt voor de ver schijnselen meestal de Juiste verklaring: meestal, want het gebeurt ook wel eens dat een verschijnsel niet kan wou en verklaard. Doch zooals degene, die zonder bijge dachte of angst onder een ladder door loopt. geen ongeluk zal overkomen, zoo zal ook Iemand, die niet bang is voor geesten of spoken, nooit last of hinder van deze verschUnlngcn ondervinden. Mocht u dus eens per ongeluk een „spookhuis" hebben gehuurd, bewaar dan uw kalmte en ga gewoon uw gang. Het zal dan veel waarschUnlljker zijn. dat de spoken bang voor U zullen zijn, dan omgekeerd! INGEZONDEN Het Helden der Zeofonds Dorus Rijkers Wat een bijzondere beteekenis heeft deze naam, vooral ln de tegenwoordige benarde tilden, gekregen. Dorus Rijkers do dappere menschonredder. Nog nooit ls zijn groote werk meer op den voor grond getreden dan Juist nu. O ja, het dooi van deze edele .tguur en zUn mak kers blijft steeds hetzelfde. Maar. waar zij In gewone ttjden reeds veelvuldig wor den opgeroepen, moeten deze mannen tegenwoordig eiken dag. Ja zelfs leder uur er^op verdacht zijn, dat zij er op De kranten staan tegenwoordig vol met verslagen over zeegevechten, over honderden menschcnlcvens die dagelijks vernietigd worden. En ledereen leest dit met ontzetting en prUst den heldenmoed van degenen, die ln dienst van hun va derland het leven lieten. Maar laten wij dan vooral niet de helden vergeten, die aan de kust van ons eigen kleine landje wonen. Allen huisvaders, kostwinners, die steeds weer opnieuw hun leven in du waagschaal stellen omdat, van hun medemcnschen te redden. En als wij hooren, noe zoc' wakker troepje er weer ln geslaagd alle schipbreukelingen van een in no verkeerend schip te redden, dan slaken wij een zucht v onze gedachten even dit werk verrichtten. Maar helaas, al te gauw worden weer vergeten, die stoere mannen n u. die. als zij oud zUn geworden, niet weten hoe rond te komen. En laten wU ook de zorgen niet over het hoofd zien van zoo'n hulsgezin, dat man of zoo bij het reddingswerk verloren heeft en zoo goed als onbemiddeld achter blijft. En om nu diegenen, dlo hun heele leven voor anderen klaar hebben gestaan, zelf een onbezorgden ouden dag te kunnen geven en om de nabestaanden van deze kloeke mannen te helpen, komen Zater dag 11 Mei a.s. de bekende vuurtorens weer bU u aankloppen om een kleine bUdragc voor dit schitterende doel. Stadgenootenl... laat ze niet tever- gcefsch komen. Stuur ze niet weg met een ,Jk heb geen tUd" of „Daar doen wU niet aan" of leis dergelijk». Daar worden de schipbreukelingen „.e om hulp schreeuwen, ook niet mee afge scheept. Geeft, offert met plezier uw aandeel en U kunt er van verzekert zUn. dat velen U In stilte dankbaar zullen ZUn. VERPACHTINGEN LANDVERPACHTINGEN TE EEMNES De pachtprijzen stijgende awrlSHn1 groit. 5£,atMnmfninwa?.'lu Icginntelllng eerjte vcjWlHIng. Xelrn.^ lut r IJS; 3li d. M. lukMXf f S3: SU d. leienert I Si: 3ii d. Jeotocrf 1 M: 3u d. p. - dui^ Loor^Ooppen- FINANCIËN Nedcrlandsche Middenstands- bank N.V. Wtnstzaldo f 13S.604J5 /vorig jaar ff 17S9U32). grootendeels aange wend voor afichrifvlngen en reier- veerlng en voor S pcf. dlvident op de preferente aandeel en. De politieke contante middelen, derde omstandigheden na het uitbreken van den oorlog, kwamen tot uiting ln een terug gang van dee ons toevertrouwde gelden, zoo als uit. het volgende blijkt: Crediteuren, deposito's en spaargelden per 31 December 1939 van clittnten f 17.721.900.- <v. J. f21375.800.—I, van mlddenstandaban- ken f 522.200.(v. J. f 1.347.800.—) Were der crWieiultzettlng Uitstaand credlet per 31 D 1— 1938 f19.091.-. 11. .-. H Middenstandsbanken 1938 f 1.995.000.- 1939 f 20340.000 - f2410.000.—. Totaal 1938 f 31.048.000, f22.750.000.—. In het verslagjaar werden nieuwe credlcten Midden ln d« lonte-blocmcn. met m'n hoofd ln de dartlc wind. terwijl d'eerste bUcn rond mU zoemen (It Ik... dromend mensenkind. Het land al om mU henen ln stille vtllt ligt Hier ben Ik nu allenc: de zon In m'n gezicht. cn m'n gedachten dwalen hoe ln 'n ander land de reine zonnestralen over de bergenrand hun licht moeten doen dalen op «teden... leeg. verbrand, op., manner.... vrouwen... ongeteld. dode bloemen op 't oorlogsveld. N Waarom zo roept de zon hier, waarom zo roept de wind. SchUnt niet voor leder mensenkind de zon en waalt de wind? BURCERL. STANDEN boren: Alctd» Anio- H. Brouwer en P. M. Wolfshaar Maria Johanna Antonio, HOOGLAND "teUla. d. Wolfshaar J O. v. d. Hengel en J M. Tolboom. Oerarda T. Herder. 3 STOUTENBURG. Ondertrouwd: Overleden: Lambertus Vendelbos, 70 J., wed-nr. van O. Majoor. Femmetje Willing. 85 wed. van B. Willing. LEUSDEN. Geboren: Gertruills An- tenia Maria. d. van T. v. d. Hengel en J W. de Jonge. Johannes Morlnus, z. van J. W. Drost en J. v. d. Heuvel. HOEVELAKEN. - J. Wllllgenburg en A W. v. Soest en A. Tlggelaven. J. Ruitenbeek en O. Ruiten- d. Mhren en H. Kult en M. Wll- Maria, d. van A. Lulgjea en P. PU pers: Tennis, z. M. Bouw: Jacob, z. van C J. v. d. Werf: Hendrik, z. (overl.i en J. v. d. Kamp, n C, de Boer; O. Wll- Gehuwd: J. t Bouwman. Oerarda Kok. 82 Jr., echlg. personeelsuitbreiding en perio dieke ralarisverhoogingen. Het saldo der resultatenrekening ls ruim f 30.000.— lager dan het vorige Jaar. DE EERSTE SIR PERCY AMERSFOORTSCHE ROMAN DOOR BARONESS ORCZY.V Hl), gewoonlijk zoo ernstig, zoo waar dig. beefde als een riet. ZUn haar was verward, zUn wangen zagen aschgrauw. Het woord „Gilda" was werkelUk op zijn lippen, toen hU over den drempel irad. cn zoodra hij haar zag, kwam er een verandering over hem. Voor hU haar nog iets kon toeroepen, wits zU reeds aan zUn ztlde. en in een ogenblik had hU haar bij de hand ge val en haar meegetrokken naar de zaal. „Wat ls er gebeurd?" vroeg zij, ln wcrk"IUkheld meer verbUsterd dan ver- SC!xto'Spanjaarden!" antwoordde haar vader kortaf, ,2c zijn al dicht bij de stad." „Ja." gel ninur. „Geen drie mijl i. het voorhoofd fronsend; v. .v r hier vandaan," vlei hU haar kortaf ln dc rede. „Hun voorhoede kan hier al tegen den avond V'zij" keek om zich heen. Ze begreep niet. hoe «U allen zoo kalm waren, zoo verschillend van dc drukte en de ver warring op straat, Dc Stadhouder zat naast detafel met *Un hoofd ln zUn hand. HU zag „Wat is u van plan rroeg Gilda zachtjes. „Mijn medeburgers c doen. vader?' „i Ik blUven op antwoordde Beresteyn r lie .Wc moeten alles doen. wat kunnen om onze stad te redden, onze tegenwoordigheid kan misschien van ccr.lg nut zUn." „En Nicoiaes?" vroeg zU. Nlcolaes heeft zijn paard al «taan. HU zal je naar Utrecht brengen ln den stoet van don prins." Toen Gilda daar rdet op inging alleen zijn hand wat vaster drukte, voegde hU er aan toe: „TcnzU Je liever met meneer van den Poele meegaat. HU brengt Kaatje cn haar moeder naar ^Ik0 wlÏÏicver bU u blUvon." zei ze. „OnmogelUk, kind!" was zUn an *5&i plaats ls hier." ging zU met vaste stem voort. „Ik kan niet weggaan. Kan u zich dat niet begrijpen, vader? Het zou mij den dood aandoen, als u «ui wegstuurde." „Maar. Gilda!" wierp haar vader Misschien komt het door de volte op raat." „Je oogen moeten je bedrogen heb ben." herhaalde hU. maar niet meer met, zoo'n zekerheid. Juist op dat oogcnbllk stond dc Stadhouder op. en Beresteyn riep hem toe: „MUn dochter zegt. dat haar mart terug ls gekomen." „OnmogelUk". barstte Nicolaas uit. „Waarom zou hel onmogelUk zUn?" antwoordde Gilda haastig en vestigde haar oogen koel en uitdagend op haar broer. „Hoe kun JU zeggen, dat het on mogelUk ls?" hield zU aan. toen zU zag, dat Nlcolaes beschaamd en verlegen keek. „Wat weet JU van mUn man af? ..Nietsniets!" stotterde Nlcolaes. .Hat bedoelde Ik natuurlijk r lUkt alleen zoo vreemd.. er n toon voegde hU er aan toe: i ls hU hier dan Met?" „Het ls zoo vol op straat, zei dc burgers, „misschien heeft hU moeite gehad, om er door 1e komen." „Waarom zou hij naar Amersfoort komen?" zei meneer Beresteyn. wam uit de richting antwoordde Gilda. „Ik moed. dat men hem in het kamp ld heeft, dat ZUn Hoogheid hier w ..Niemand wist. dat ik hierheen w viel de Stadhouder liaar ongeduldig de rede. „Ik vermoed, dat mijn zuster lUdt aan visioenen." hernam Nlcolaes met een spottenden grijnslach. „We hebben ook geen tUd. om op mtlord te -v Hoogheid klaar ls. m< te paard Stijgen." ar uw Hoogheid zal toch zeker ip uw bode wachten. HU heeft na- tuurlUk nieuws betreffende de leger hoofden. Hij „Ja. ik moet hem natuurlijk eerst even spreken." viel haar de Stadhouder heel beslist ln de rede. „Ik ga 'g. Laat er dadelUk Iemand gaan. om hem te zoeken, cn zeggen, d: t Ik op hem sta te wachten." weet zUn weg hier best te vliv- merkte Nlcolaes op met kwalUk verholen spUt. „Ik bcgrUp niet, waaro hU daarbij nog hulp van noode zi hebben." Er volgde een oogenbllk van stilte. Iedereen zag er zenuwachtig en b i ls hier," zei ze t Daarop wendde de Stadhouder nogmaals tot den burgemeester en vroeg kortaf: „Zijn die twee wapenbroeders va I. indien noodlg, ïualles wat betrof den afwe- was echter nu niet het oogen- bU zulke dingen stil te staan, vol gewicht ert daarenboven vol gevaar, zoowel voor het land als vorst. De gevoelens, het lUden. :en hart van een enkele vrouw man is dan als niets tegen- heel land. dat in doodstrijd verkeert. Ga. mUn kind." zei Beresteyn met ..iste stem. „Gehoorzaam het bevel van Zijn Hoogheid err zeg tegen de vrienden van milord, dat zU dadelUk naar hem gaan kijken en hier met hem 4 n. Ga gauw." voegde hij er aa: fluisterde zachtjes ln haar oor wijl hU haar met eenlgen dwang dc deur bracht: „Ik jkomen voor de eer van je Min. ZU schonk hem een dankbaren blik hU drukte haar hand nogmaals gerust stellend. Daarop liet hU haar gaan. na haar alleen nog toegevoegd te hebben, n vooral gauw terug te komen. Men moet geen oogcnbllk veronder stellen, dat hU niet voor haar voelde lt r bezorgdheid cn ellende: maar dc ln kwestie was een vreemdeling - Engelschman, cn Beresteyn had bo alies zUn land Hef. Daar had hU r geleden, had er alles aan opgeof- I cn was bereid, dat nogmaals te aocn. als het van hem geëlscht zou wor den. De Stadhouder verpersoonlUkte vrijheid en onkreukbaarheid Vereenigde Provinciënhij kampvechter cn behouder van haar burgerlUke en godsdienstige vrijheden. Zijn persoonlUkc veiligheid stond ln de gedachten van Beresteyn en zUn mede burgers bovensan. Gilda wist dit. en hoewel ze haar va der volkomen vertrouwde, wist. ze ook. dat haar geliefde onmecdoogend zou opgeofferd worden, zelfs door liem. al», door tegenspoed of welke andere Handigheid, geheel bulten zijn macht, deze niet geslaagd zou zijn In het vol brengen van zUn opdracht Nlcolaes wm natuurlijk zUn verklaarde vUar.d. Waar om? Gilda kon het niet gissen. Was het Jaloezie of alleen kleinzielige wrok? Als dat het geval was. welk voordeel kon hij dan halen uit de vernedering van een, die r.u een familielid van hem was? Zl) voelde zich omgeven door vUandcn. Niet een behalve haar vader had ge tracht. de eer van haar man te verdedi gen. toen dlc zoo meedoogenloos werd aangevallen, en 1)U was te veel vervuld van het gevaar van zUn land. om lt werkelijkheid op tc komen voor den al- Het was met een bezwaard hart, dat, dien zl) vereerden, op burr toewUding rekenen. En terwUl Gilda met vermoei den tred de trap opklom, zag zij het beeld voor zich van die twee eigenaar dige vagebonden, met hun grappige sprcekwUze, cn zU gevoelde zich opeens minder eenzaam en minder droevig. lord n Kan u „Je oogen hebben Jc bedrogen. Dan h/id hU al hier moeten zUn." „Dat had hit ook." antwoordde ze. „IK begrijp niet. wat er gebeurd kan zUn. i bijval. gaan. als het de verdediging van nun vriend betrof. Een zwaarmoe dige glimlach speelde om Gllda's lippen, ZU voelde, dat zU op het oogcnbllk meer gemeen had met dlc twee wor*4 lükc schepsel» dan met haar vilder, zij zielslief had. In He twee arme 1 MP twee t. Dit voorstel vond alsem De burgemeester achtte I raadzaam om or riadcliik over tc «breken. HU vatte de hand vu" uougont had: ziln dochter cn streelde die Ilefkoozend. I haar drool held begrepen, trouwe zielen. Gllda's angstige oogen verschrikten die nooit twijfelden. ln alle omslandlg- hem. HU wl»t. wat zij loed. Groot was dus haar teleurstelling, toen zU aan de kamer gekomen, die zU i gebruik hadden, deze ledig vond. Het heele hul» was ondertusschen ln een hopeloozen staat van verwarring geraakt. Knechts cr«- melden Hepen heen en weer. dc trappen op portalen, de kamers ln in groepjes te fluisteren, of seholen hoeken weg, n waren- al gevlucht: de ach tergeblevenen leken het meest op een troep opgeschrikte kippen. Van orde was niets meer te bespeuren, c kamerdeuren stonden open, overal as het even slordig, overal was leven i drukte. Van niemand kon Gilda t eten komen, waar de mannen geble- m waren. Eindelijk vond ze Maria, kamenier, die naar ze hoopte nog -Srins haar verstand had bewaard. Maria voelde echter niets voor de twe< schelmen, die behandeld moesten wor den. alsof zU prinsen waren, cn niet he' minste respect toonden voor hun meer Zij beantwoordde de vragen van Gil da door een schouderophalen, cn rlei den hemel tot getuige, dat zU niets var hen afwist, „Ze.zijn hier bedorven geworden." zei de oude vrouw. „schandelUk bedorven. Ze hebben geen- greintje fatsoen cn niet de minste achting voor de wenschen van hun meerderen—" „Maar Maria, waar zijn ze naar tbc?" viel Gilda haar ongeduldig ln dc rede, ..Naar toe? Waar ze naar toe zljiv?" riep Maria vol verbazing uit. „U 1 toch zeker niet verwachten, dat een soenlUke vrouw dat zal weten. Ze weg. dc ellcr.dlge windbuilen Een geleden zUn zU vertrokken, zonder af scheid tc nemen. Dat Is al lk geloof zeker, dat het niets anders ren dan een paar Spaansche splor.- ii, die naar hier toe waren gekomen, ons allen over tc leveren ln Maria, lk verbied Je zulke onzin weren!' Tien Ollria hI1>>I, Ii haar deden dc babbelzieke lUk zwUgen. Zelfs haar kamenier! Gilde had het cl uit willen schreeuwen van afkeer. Het leek haar. alsof ze opeens In een schorpioenen terecht was geko- hun vergif haar overal omgaf. Dat verhaal vun spionnen! Wie had da: rondget' oold? Welke verrader had u r broeder Nlcolaes verleid en het personeel dien leugen Inge zonder dat Iemand wist ZU begreep, dat als zU dll deed. de spottende grijnslach van Nlco laes haar tc veel mocht worden, en haar brengen mocht, om met beschul digingen aan te komen tegenover haar eenlgen broer, en zU altyd betreuren ZU 2el dus tegen Maria, dat zU heen moest gaan en haar met rust laten. ZU verlangde, om na te denken, om haar angst te bedwingen en ok haar recht matige» toorn tegenover een schaar van lasteraars; want bosheid en vrees zUn slechte raadslieden. Bovenal verlangde zü er echter naar. haar geliefden man te zien. HU was ln de stad. ZU wist dit even zeker, als zU wist. dat zU leefde. Hoe zouden haar oogen haar bU mogeUJk- held hebben kunnen bedriegen? Als zU dicht deed, zag zU hem nog voor zich >als zU hem een paar minuten geleden gezien had. terwUl hU door de Joris Poort ging met zUn hand aan den kop zUn paard cn zUrr hoed met plui men op. die het bovenste gedeelte van zUn gelaat beschaduwde. ZU zag hem. zooals h|J daar eenlgszins gebogen aan kwam loopen. een bewUs. dat hU doo- delUk vermoeid was. ZU had zich kun nen vergissen? Een enkel oogenbllk dacht zU er over. om weer naar de vliering terug te gaan. en te kUken. of ze hem van daar uit misschien In het oog kon krijgen; maar dat zou natuurlUk vergeefsche moeite zUn. HU moest nu toch zeker de kade ai bereikt hebben, bevond zich misschien reeds Mj de voordeur, en hU zou daar dan niemand vinden, om hem te welkomen. ZU gevoelde zich op ziek van verlangen en haastte zich. om zich naar de hall te begeven. HOOFDSTUK VII Een geslepen verrader. Holland en den dienst van den Prins van Oranje verbonden was. Sir Percy Blakeney cn de soldaat van weleer wa ren een en dezelfde persoon. In hun oog was dit echter niet meer het geval. Nlcolaes had ln hun ziel het gif van later misschien verdenking ultgestooid. ZU vertrouwden Geen van allen zeiden rij du» een oord. zU durfden den Burgemeester nauwelijks aan tc kUken. die, dat ge voelden zU. hun wantrouwen' niet ten )llc deelde. De Stadhouder was weer ln een van zUn sombere buien vervallen cn zat met zUn magere, bruine handen op tafel te blazen? Hot was Ollda. alsof ze hen allen het lle'st met de karwats zou geven, maar zij deed haar best. om haar geduld tc bewaren Haar instinct zei haar. dat ze niet te rug moest gaan naar dc feestzaal en daar vertellen dat dc mannen vertrok- In de feestzaal was Gllda's vertrek eerst gevolgd geworden door een alge meen gevoel van obsessie, dlc de ernsti ge mannen, die er vergaderd waren, ei toe gebracht had. om voor een wUlc te zwUgen en na te denken. Er wat», Ik herhaal het. geen gebrek aan medege voel: zelfs niet van dc zUdc van der Stadhouder; maar in het hart van deze ernstige burgers was een neiging tot verdenking opgekomen tegenover den man, dien zU nog zoo kort geleden vol komen vertrouwd hadden. De schrik bU het hooren van het groote gevaar, waarin zU zich bevonden: het verschUnen van don gevreesden vUand aan dc poorten hunner stad. had gedeeltelUk. zooals do schrik altUd doet, hun gezicht beneveld en aan hun oor dcel in zskerc mate een verkeerde rich ting gegeven. De man was nu ln hun oog een vreem deling. dus iemand, waar men angst moest hebben, wlen men zelfs het aad zou kunnen tocschrU- ,Uw Hoogheid." wendde Nlcolaes zich tot hem, ..zou het niet geraden zUn. dat u weer direct terugkeert naar uw kamp. voordat wU kans hebben om ln een val te loopen door dlc afachuwcHJko spionnen uitgezet?" „Nlcolaes," viel zUn vader hem ln de rede. „Ik verbied Jc. om zulke lage in sinuaties uit te spreken tegenover den ihtgcnoot van Je zuster." „Al# u het mU beveelt, zal IJ. zwUgen.'* ...vtwoordde Nlcolaes kalm. „user Ik zou denken, dat het leven van 31Jn Hoog heid te kostbaar ls, om het op tc offeren aan senilmenieele chicanes." cn op hcf- tlgen toon. als werd hu tegen zUn wil spreken gedrongen, glr.g 1UJ voort: heb Gilda hier al eer voor gewaar schuwd. TerwUl wU hier allen rustig do zaak afwachtten, vertrouwende op dien vreemdeling, waarschuwde hU van Berg. om zoo gauw mogelUk den IJsscl over te „Dat 1» een leugen!" protesteerde de urgcmecstor met vuur. „Dan zou lk wel eons van u willen ooren." zei Nlcolaes driftig, hoe het an mogelUk geweest is. dat van Berg e plannen van ZUn Hoogheid vóór gc- ,.Wle was er ln de raadskamer, toen de plannen opgesteld werden? Wie wist van rders aan Maruuet? Marquct ls niet versterking naar Arnhem getrok- dc legers van de Aartshertogin voor onze poorten." nu zweeg cn men hoorde een bevesti gend gemompel ln de zaal. cn toen de burgemeester nogmaals zUn stem ln protest verhief en met klem zei: „Ik ge- bcvindcn zl loof het niet! Laten wU tenminste wach ten. met mllord tc veroordcelen. totdat we gehoord hebben, welk nieuws hU meebrengt!" gaf niemand antwoord en zelfs dc Stadhouder haalde zUn schou ders op. also! do eer of de oneer van een man hem geen belang Inboezemde. ..Uw Hoogl cld," ging Nlcolaes op» crnstlgcn hartstochtelUkcn toon voort, „laat Ik u op de knieën mogen smcckeu. uw edelen vader te denken en aan den strik, die voor deze gespanneu door zUn moordenaar, door Bal thazar Gerard8, ook een vreemüeUng— .Maar deze man beeft laatst mUn le ven nog gered!" zei de Stadhouder, dl» opeens een edelmoedig gevoel kreeg te genover den man, aan wlen hU Inder daad zooveel verschuldigd was.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1940 | | pagina 3