ROND DE WERELD
IN 130 UUR
Hoe Utrechts Universiteits-bibliotheek in Radio-programma
oorlogstijd onderdook
Een menseh zonder papieren
R'
2
Onwelkome dooi
in Ween en
s1
W'
N'
W1
Donderdag 6 Maart 1947
Geschikte schuilhoeken in
den Domtoren
ORLOGSHERINNERI'NGEN? Neen, die ver-
y schenen er al genoeg. Maar het volgende is wel
licht van belang voor hen, die zich nu nog be
kommerd afvragen, wat er toch van dit on van dat
terecht is gekomen.
Is het dan aanmatigend het bibliotheekbezit van
de Utrechfsche universiteit aan de orde te stellen?
Dat het vrijwel ongerept bewaard bleef danken wij
aan het initiatief van den heer W. Stooker, de be
waarder o.m. van onzen Domtoren, die bovendien
voor zijn niet aflatende belangstelling en wel zeer
krachtige medewerking den dank verdient van allen
die het wel meenen met onze cultuur. Wij danken
het hem dat uitermate geschikte schuilhoeken wer
den gevonden inonzen Domtoren! Een toren
waarvan bij internationaal verdrag overeengekomen
was bij krijgshandelingen per se te sparen. De heer
Stooker bad twee grafkelders in/onder de Michiels-
kapel bestemd, elk ter grootte van een 15 tons
goederenwagon.
De toenmalige bibliothecaris, dr. A. Hulshof, stel
de mij in de dagen der overbrenging de uitdrukke-
liike conditie, dat de boeken in deze schuilplaats
overzichtelijk, raadpleegbaar, dus in gewone
magazijn-orde. opgesteld moesten worden. Dat lukte
in den aanvang best, doch het bleek dat er dan
slechts 100 boeken een plaatsje konden vinden in de
in groote haast gemaakte hulpkasten, terwijl min
stens het zesvoud voor berging en redding in
aanmerking kwam. Dies werden de incunabelen,
rariora, unica, alle drukken voor en tot en met 1000
eenvoudig gestapeld. Wat dus beteekende dat
ze aan het dagelijksch gebruik, aan de wetenschap,
rustigweg onttrokken werden. Op enkelen na wisten
wij allen met stelligheid dat de dag der bevrijding
toch eens zou aanbreken en dat de boeken weer op
hun plaatsje in de bibliotheek teruggevoerd zouden
worden. Hier domineerde behouden en b e w a-
ren boven de toch oyeral en elders al plat gelegde
studie.
Het is in deze grafkelders, eens
de laatste verblijfplaats van de
stoffelijke resten van Utrechtschc
bisschoppen en prelaten, dat ook
de Portrettengalerij der Ned.
Herv. Gemeente. nu weer on
gerept prijkende in de kerkc-
raadszaal Domplein 3. een goe
de, beschermde onderduik vond.
Toen in het Dienstgebouw, on
middellijk naast de Hauptkom-
mandantur gelegen, de best ge
meubileerde vertrekken net kos
terswoning en al. gevorderd wer
den voor hakkenklappende gene
raals was n.l. de tijd gekomen cm
ook deze interessante collectie
van 150 portretten een veilig oi -
derdak te geven. .Te kon nooit
weten
Per handkar!
TNTUSSCHEN was het overbren-
-1 gen van de boeken niet zoo
eenvoudig, als dit oppervlakkig
zou lijken. Het geschiedde met
een handkar, en hoezeer de nood
ook drong, het was niet mogelijk
meer dan drie ritjes per dag te
maken. Wie met „los" personeel
omgaat, heeft geleerd dat men
niet immer met voortvarende ele
menten te doen heeft en gedubd
tegen wil en dank heeft uit te
oefenen. Elke karrevracht boeken
vorderde een karrevracht geduld.
De ergernis over dit langzame
opschieten werd vergroot door het
luchtalarm. Het is herhaal lelijk
voorgekomen, dat op 'ion toch
waarlijk geringen afstand van
bibliotheek en Domtoren de hand
kar lakoniek neergezet werd
wanneer de sirenes de helpers tot
een taak elders in de stad. oprie
pen en hen haastig op de vlucht
deed slaan. Er was dan geen an
dere oplossing dan dat ik, die elke
vracht als een grimmige sergeam-
majoor begeleidde, moederzie: al
leen bij den wagen wacht bleef
houden, totdat de helpers van hun
zeer verspreid gelegen post m te
rugkeerden. Of ook wel niet te
rugkeerden. In groene jniform
gekleede lieden hebben handkar
en begeleider wel eens argwanend
opgenomen. Toch had elke gang
iets van stille vreugde. Het afla
den van den wagen en indragen
in den Domtoren geschiedde een
20 Meter van de Hauptmankom-
mantur op het Domplein en zoo
i© er onder een va et vient van
generaals en maarschalken een
kostbare buit in veiligheid ge
bracht.
Dat was véél, doch niet alles!
Goed opgeborgen
VOOR het beste van het beste
had vriend Stooker, die
op dit punt een voortreffelijk
mentor en organisator was. het
summum van veiligheid weten te
vinden in de fundecrir.g
van den Domtoren. Daar is
gastvrijheid verleend aan de al
lergrootste kostbaarheden van de
Universiteits-Bibliotheek t.w. den
unieken Codex Boreelianus (N.
Testament in 't Grieksch 800),
het Utrechtsche Psalterium (8591.
den wonderschoonen Pontificale
van S. Marie (1150), den pracliti-
gen Augustinu©. De civitate Dei
(1460). voorts de Snorra Edda, het
Plenarium van Bethlehem uit het
Rijksarchief te Arnhem en meer
dergelijke preciosa. Zij waren in
een goed gewaarmerkte, met zink
bekleede, dichtgesoldeerde kist
verpakt.
Deze kist, met dit voorname be
zit, bevond zich in zeer voornaam
gezelschap. Want daar waren ook
de kostbaarste werken uit het
Centraai Museum, uit het Ge
meente-Archief, uit het Rijksar
chief van Utrecht. Door de goede
VRIJDAG 7 MAART
HILVERSUM li 301,5 M. 10.00
„Uit het boelf der boeken". 10.15
Kamermuziek van Maurice Ravel.
11.00 „De Zonnebloem". 11.45 Fa
milieberichten. 12.30 lunchcon
cert. 14.00 Twee Zigeunerorkesten.
14.30 „Het eeuwige masker". 15.10
Verzoekprogramma. 17.15 „Wat
het buitenland leest". 18.30 Strijd
krachten. 19.15 Pontificaal Lof.
20.15 „Le Deluge". Bijbelsch Ora
torium. 21.00 „De man van Ka-
tioth". Luisterspel.
HILVERSUM 11 415,5 M. 10.00
Morgenwijding. 10.20 Voor de zie
ken. 11.15 Voor de vrouw. 12.00
Marie José, Tino Rossi en de Hilo
Hawaiians. 12.35 „The Skymasters"
14.20 Russisch concert. 17.30 Muzi
kaal babbeltje. 18.20 „The Ram
blers". 19.00 Denk om de bocht!
19.15 „Het Irenefonds". 20.30 ..An
tieke wijsheid en Christendom";
21.00 Men vraagt en wij
draaien. 21.30 Buitenlandsch Week
overzicht. 21.45 Stravida-Sextet.
ONZE BOEKENSCHAT, veilig opgeborgen in
den kelder van den Domtoren
TUINKALENDER
DONDERDAG G MAART - Wan
neer de potaarde van een kamer
plant is uitgeput of bedorven of
wanneer de bloempot voor de afme
ting van dn plant te klein is gewor
den, dan wordt de plant verpot. Ze
krijgt dan verschc potaarde. Voor
zeer vele kamerplanten ligt de
meest geschikte tijd voor deze ver-
potting in het voorjaar. De potaar
de, die men daarbij gebruiktmoet
van goede hoedanigheid zijn
Indien ze niet deugt ondervindt
de plant daarvan de nadeden Dij
dé meeste bloemisten zijn wel goede
grondmengsels voor verschillende
kamerplanten verkrijgbaar. L.
zorgen van de kunst bescherming,
had men hier een electrisch-auto-
matische verwarming en lucht-
verversching aangebracht die ueze
overigens zoo lugubere ruimten
tot een ideale bewaarplaats
maakte. In twee der g.oote nis
sen waren onze schoone Hemony-
carillons van Dom- en Klaastoren
geborgen. Heeft iemand dit be
seft?
Dat de Utrechtsche Universi
teitsbibliotheek tijdens de bezet
ting geen schade heeft geleden
Juli '45 kwam alles weer on
gerept terug in haar magazij
nen mogen wij toeschrijven aan
de onwaardeerbare zorgen van
den lieer Stooker. Dat hier mede
tc declen is een daad van eenvou
dige billijkheid.
BROM
CAPTAIN C. H. SCHILD-
HAUER is een Amerikaan,
die de vliegkunst en alles-wat
daarmede verband houdt door
en door kent. Hij vliegt al sinds
192%, vestigde in 1925 met een
watervliegtuig een wereldrecord
voor een non-stop-vlucht en vol
bracht in hetzelfde jaar samen
met John Rogers een tocht van
San Francisco naar Honoloeloe,
een prestatie, die in die dagen
een sensatie beteekende.
In 1941 werd hij in dienst ge
roepen en kwam bij den marine-
vliegdicnst; waar hij zich vooral
bezig hield met de organisatie
van de Naval Air Transport Ser
vice (N.A.T.S), die later, toen de
Vereenigde Staten actief aan den
wereld strijd gingen deelnemen,
haar perfectie toonde.
Uiteraard maakte de marine bij
dezen dienst van groote vliegboo-
ten gebruik, waaronder die \an
hei Martin JRM-Mars-t> pe. Eerst
daags wordt Captain Schildhau.u
gedemobiliseerd en om in het
burgerleven Civvy Street", zeg
gen dc Amerikaansche oorlogs
veteranen) weer direct aan den
slag tc kunnen gaan, heeft hij bij
dc Civil Aeronautics Board (het
oificieele lichaam in do U.S.A..
dat hiertoe gemachtigd is) ver
gunning gevraagd om met Mars-
viiegbooten een luchtdicnet in
130 uur rond de wereld te openen.
Hu wil voorloopig met acht stuks
van dit type beginnen en heeft er
bij ziin aanvrage op gewezen, dat
„het tevens~in het belang der na
tionale veiligheid geacht kan wor
den, als er tenminste éèn lucht
vaartmaatschappij is. die voor
tiaar diensten van vliegbooten ge
bruik maakt."
Vier maal per week
ZIJN plan is vier vluchten per
week tusschen Baltimore/
New York en Singapore te onder
nemen, waarbij twee in Oostelijke
FEUILLETON
en iwee in Westelijke richting
zullen worden volbracht. Van
Baltimore/New York uit gaat de
route via Newfoundland en Ier
land des zomers, via de Bermu
da's en Lissabon des winters,
voorts naar Marseille, Alexandrië
Karachi, Calcutta. Singapore, Ma
nilla, Saipan, Majuro, Honoloeloe,
San Francisco, New Orleans, te-
i ug naar Baltimore en New York.
De vliegbooten zullen worden ge
bouwd voor een gecombineerd
vervoer van passagiers cn vracht,
d.w.z. 10 ci 15 ton vrachtgoedéren
en 40 passagiers, waarbij de laat-
sten over comfortabele verblijven
zouden kunnen beschikken. De
reis om de wereld met inbegrip
\an het oponthoud in de- voor
naamste steden zal 130 uur in
beslag nemen
Gedemobiliseerden
Al mi ijl vliegbooten zegt
Captain Schildhauer, „zul
len zoo ingericht zijn? dat ze in
geval van oorlog onmiddellijk als
hulpvliegtuigen voor het mili
tair© luchttransport zullen kun
nen worden gebruikt .Alle vlieg-
boot-bemanningen cn het grond
personeel zullen worden gerecru-
teerd uit het reserve-personeel der
militaire luchtmacht of gedemo
biliseerd leger- en marine-lucht-
vaartpersoneel."
Kris-kras door de wereld
I N Weenen. dat bij het hecr-
1 schende brandstofgebrek veel
van den winter tc lijden heeft, is
het eindelijk een beetje gaan
dooien.
Dc warme zon, die* voor het
eerst vincis weken achter d$ wol
ken vandaan kwam, deed dc
groote sneeuwhoopen die langs
de trottoirs lagen, smelten.
Maar het sneeuwwater liep dc
souterrains in en toj nog toe
hoeft d* overwerkte brandweer
honderd kelders leeg moeten
pompen,
..EN IN DUITSCHLAND
Over Wcst-Duitschland heerscht
momenteel een uit Wcst-Spanje
afkomstige depressie, die dooi te
weeg brengt. Men vreest het erg
ste voor de nood-bruggen als de
rivieren gaan kruien.
JAPANNERS STICHTEN BRAND
Er zijn verscheidene branden
voorgekomen in de Brilsche be
zettingszone van Japan. Een ho
tel, een kazerne en een oficiers-
club werden geheel door brand
vernield Op het station te Okaya-
rna geraakte een „voor belang-
rijke personen" gereserveerde
treinwagon in brand. Men veron
derstelt met brandstichting te
doen te hebben.
VIET-NAM VALT AAN
Naar te Parijs is bekend ge-,
maakt, hebben Yictnameesche
strijdkrachten een tegenaanval
ondernomen op de stad Hadong.
die Maandag door de Franschen
was ingenomen.
Hadong, dat 12 km. ten Zuid-
Westen van Hanoi ligt, is bijna
geheel verwoest.
TANKSCHIP ONTPLOFT
In de haven van Houston (Texas)
heeft een ernstige ontploffing
plaats gehad aan boord van het
10.296 ton metende Amerikaan
sche tankschip „Lyon's Creek". Er
zijn 15 gewonden. Het gat in de
scheepsromp was groot genoeg
oir. er met vier auto's doorheen te
lijden.
BRUG STORTTE IN
Volgens berichten in de Chinec-
sche dagbladen zijn te Nanking
meer dan 130 menschen verdron
ken tengevolge van het neerstor
ten van een brug op ongeveer 20
Chineesche sloepen. Naar ver
luidt stortten de drijvende pon
tons, die de brug schraagden, in
tengevolge van een plotseling
opgekomen storm. Slechts 20
menschen werden gered.
DE OORLOGSUITVOER/NG
van de Martin JRM-Mars-vlieg-
boot. Met deze vliegbooten, in
gericht voor passagiers- en
vrachtvervoer wil Capt. Schild
hauer een dienst-rond-de-wereld
in 130 uur gaan onderhouden
L) API ER en „papieren".
-I Denkt daar niet te gering
over, want er is een geweldig
verschil in deze twee soorten van
dezelfde stof. Een dagblad, een
tijdschrift, een boek heeft papier
noodig om liet op de drukpers te
doen „gebo'en" worden. Een
inensch die geen „papieren" had,
ia niet geboren. Hij is lucht, of
erger, dit „luchtig geval" wordt
opgeborgen, want hij kan niet
bewijzen, dat ccn moeder hem ter
wereld heeft gebracht.
liet verschil zal u duidelijk zijn
Anders is de bezetting van Neder
land door het laarzenvolk spoor
loos langs u heengegaan. Want
met falsificatcn van „papieren"
hebben we hen 't leven zuur ge-,
maakt cn hun registratie in de
knoop gebracht.
I WAN heeft deze noodza-
L kelijke bewijzen, dat hij
werkelijk op aarde ronddoolt, niet
meer in zijn bezit. De dronken
officieren in Servië hebben ze
hem afgenomen. Toen we hem uit
het arrestantenlokaal hadden be
vrijd, zijn ze natuurlijk achterge
bleven.
Het wordt nu moeilijk voor ons.
We kunnen niet lang in kleine
steden en dorpen verblijf houden.
Dat is te gevaarlijk cn wij zijn
gedwongen in dc bosschen of m
rotsspleten den nacht door te
brengen, zoolang het althans nog
zomer is.
Het valt ons niet zwaar. Wij
dragen ons zwerversleven als een
I *7AND, steen en gie- I
I ren. - „Lekker j
I frisch" in een Amster- j
j damsche gracht. - Limo-
I nade en Kamertjesj
I zonde". - Poort der j
I Barmhartigheid. - Ave I
j Maria.
ben we geen water gezien. Als we
s nachts in een rotsspleet slapen,
hkken we de vochtig, zvveetende
wanden af.
We spreken bijna niet. Zelfs
Wladeek is stil. „Nix Menschen,"
zegt hij, „nix Fressen, nix Wasser,
nix Tier!"
„Kijk maar eens boven je. die
twee gieren zwerven al dagen
lang met ons mee. Ze ruiken aas,
voor bet geval je soms bezwijkt!"
antwoord ik. Honger, wc weten
wat dat is. Maar niets is erger
don dorst.
Zooals ge aan den lijve onder
vonden hebt. hebben wij in Ne
derland in het hongerjaar van de
bezetting over weinig anders ge
sproken dan over eten. Ons den
ken is alleen gericht op water.
Wij krijgen een fata morgana van
brunchende watervallen, stroo-
rnende beken, klaterende bron
nen.
Stugge afwijzende muren met een zware poon.
Ik licht den klopper op
kroon en niet als een zware last.
Erger is. we raken geheel uit den
koers en van Zwitserland, waar
Iwan© „revolutionnaire broeders"
op hem wachten, zijn we ver ver
wijderd.
^TEEN! Steen! Een ein-
delooze reeks afgeknot
te zuilen, gelijk een laan van
kale boomstompen. Zij doen den
ken aan een rij versteende solda
ten met afgeschoten hoofden.
Star. levenloos, spookachtig.
Straks zullen zij voorovervallen.
Rondom ruige rotsen, de barre
steenwoestijn van de. Karpathcn.
Geen plant, geen boom. geen
struik. Alléén verschroeiende
hitte. Sinds een paar dagen heb-
jjlhie MIM fléutègfó...
f door craio rice «vertaling: kampers j
12
Ze konden van te voren uitma
ken, wat voor soort morgen het zou
worden. Als de schrijfmachine nog
met razende snelheid ging als de
laatste kleine Carstairs in slaap
viel, dan beteekende dat, dat Dinah,
nadat zc den wekker had afgezet,
naar beneden moest rennen om aan
de havermout te beginnen.
En dit zag er uit als een van
deze morgens. April en Dinah had
den langer dan gewoonlijk wakker
gelegen terwijl ze nog eens over al
les napraatten. En de schrijfmachi
ne had nog steeds gerateld.
Dc morgen begon al heel slecht.
Iedereen was uit zijn humeur. Vol
van den Sanford-moord had Dinah
vergeten den wekker tc zetten en
versliep zich een kwartier. Archie,
die vroeg wakker was geworden,
was verdiept in het maken van een
tank van carton en vertikte het
eenvoudig te helpen om het ontbijt
klaar te maken.
April hing een half uur voor de
toilettafel en probeerde vier ver
schillende kapsels.
Tegen den tijd, dat de kleine
Carstairs in de keuken waren, had
den ze nog maar een half uur om
de schoolbus te halen en de situatie
was dus uiterst gespannen.
„Archie", zei Dinah, „rooster jij
het brood".
„Ajakkes", zei Archie, „die el
lendige klusjes ook altijd", dat was
zoo Archie's nieuwste oneerbiedige
uitdrukking. Maar toch zette hij
den broodrooster aan.
,,Api-il", zei Dinah, „haal de
melk 's".
„Hè, dat gezeur", zei April, maar
ze haalde toch de melk. „En hou je
mond", zei Dinah, „anders maak je
moeder wakker". Het was stil, als
Dinah's stem zóó klonk
„Enne bovendien", zei Di
nah, het gesprek weer beginnend
waar het was afgebroken, „we gaan
niet spijbelen. Je weet wat er laatst
gebeurd is".
„Tegen den tijd. dat we thuisko
men heeft de politie al alle aanwij
zingen gevonden", zei April som
ber.
Dinah deed of ze 't niet hoorde.
Over die kwestie hadden ze het van
te voren al gehad.
„En", voegde ze et aan toe, „we
gaan moeder niet om drie briefjes
vragen. Ten eerste slaapt ze en ten
tweede vond „de baas" het al zoo
gek, dat we alle drie naar den tand
arts moesten op den dag. dat het
circus in de stad was, en als jij
maakt, dat moeder weer herrie met
„den baas" krijgt, dan kost dat 'r
een hoop tijd".
„O nou, goed hoor", bromde
April, „maar meteen als wc thuis
komen"
Dinah fronste haar voorhoofd.
„Eigenlijk zou Pete me na school
tijd komen ophalen en dan zouden
we samen gaan oefenen".
April zette met een bons de melk-
flesch neer.
„Als jij meer denkt aan een af
spraakje met dat stuk trainer van
je dan aan je moeders carrière
„Stttt!" kwam Archie er vlug
tusschen.
„Jij hebt geen „stttt" tegen me
te zeggen", snauwde April en gaf
hem een klap.
Hij gilde: „Akelig mispunt!" en
zette het op een huilen.
„Au, hou op met dat getrek aan
mijn haar", gilde April. Dinah dook
naar April, die op haar beurt naar
Archic dook. April jammerde, Ar
chie krijschte en Dinah probeerde
ze te overschreeuwen.
Het pak havermout kwam met
een harden smak op den vloer te
recht en de inhoud vloog overal
heen.
Toen zei Dinah met gedempte
stem: „Hé Stt!" Er viel een
diepe stilte.
Marian Carstairs stond in de deur
met roze wangen en slaperige
oogen. Ze had haar gewatteerde
ochtendjas aan, met het hel ge
kleurde shawltje. De drie kleine
Carstairs keken naar haar en zy
keek naar hen en naar de haver
mout.
„Moeder", zei April, ernstig, als
U nu durft zeggen: „Ai ziet, hoe
lieflijk is 't, dat zonen van 't zelfde
huis'als broeders samenwonen", dan
loopen we van huis weg.
Archie gichelde. Dinah begon de
havermout op te vegen.
Marian Carstairs geeuwde, en
grinnikte. Ik heb me verslapen",
zei ze. „Wat hebben jullie voor ont
bijt
„We wou'en dit gaan eten", zei
Dinah en wees op het stofblik.
..Maar we hebben ons ook versla
pen".
„Daarom niet getreurd", zei Ma
rian, „het was toch geen goeie ha
vermout. Ze smaakte net als oud
hooi. In vier minuten heb ik roer
eieren klaar. En is het ochtendblad
er al?" Vijf minuten later zaten ze
aan het ontbijt.
Marian spreidde de krant uit.
„Heeft de politie Mr. Sanford al
gevonden?" vroeg Dinah als ter
loops.
Marian Carstairs schudde het
hoofd. „Ze zyn nog steeds aan 't
zoeken". Ze zuchtte. „Wie had kun
nen denken, dat zoo'n zacht iemand
als Wallie Sanford zooiets kon
doen?"
Dinah keek over haar schouder
en las de tweede kolom van de
voorpagina.
„Weet U, moeder", zei ze, „wat
zoo gek is Mrs. Sanford was maar
door één schot getroffen en de po
litie heeft den anderen kogel niet
gevonden".
„Welke andere kogel?", vroeg
Marian.
„Er waren toch twee schoten",
herinnerde April haar.
Moeder keek op van haar koffie.
„Weet jullie dat zeker?"
De drie kleine Carstairs knikten
eensgezind.
„Dat is gek", zei ze peinzend.
Dc „drie maakten vlug van dc
gelegenheid gebruik. „Weet U moe
der", zei Dinah in één adem, „ik
wil wedden, dat U dit veel vlugger
zou kunnen uitpluizen dan de poli
tie". Ze dacht aan moeders gezeg
de van den vorigen avond over dc
politie en voegde er aan toe: „Ze
zijn een stelletje sufferds".
(Wordt vervolgd
Iwan hoest verschrikkelijk. De
hitte van den dag, gevolgd door
bitterkoude nachten hebben hem
neergeveld.
„Laten we even rusten" zegt h:j
bijna fluisterend, „daar in dat
beetje schaduw!"
Ik \oel een steek door mijn
hart, het is een bijna lichamelijke
pijn. Iwan, de sterke, krachtige
kerel is ziek. Ik neem hem onder
den arm.
„Kom," zeg ik, „als we niet
voortgaan, blijven we hier ver
dorren cn de gieren hebben er
pleizier van. Alleen je botje© blij
ven over!"
Windeck balt de vuist naar onze
..mede-zwervers" en hij gromt on
verstaanbare scheldwoorden.
Maar ik kan het niet volhouden
Iwan te ondersteunen met mijn
armen. Zijn lichaam gloeit en het
is voor ons heiden ondragelijk
als wc elkaar aanraken. Hij heeft
hoogc koorts. Onze monden zijn
verschroeid, de tong ligt er dik en
gezwollen in. Al© ik lang probeer
hern moed in te spreken, klinkt
mijn stem als van een dronkaard,
haperend en hakkelend. Dat we
er niet gek van worden is omdat
we vreezen, dat oen van ons hier
ellendig zal crepeeren.
EN scherpe, heete wind
steekt op, een dreigende
muur van zand komt op ons af.
Wladeek kent het gevaar en
grijpt ons in den nek.
„Schnell! Schnell!" schreeuwt hij
schor en duwt ons in een smalle
rotsspleet.
Iwan is de breedste van ons.
Wladeek cn ik wringen hem door
de nauwe opening.
Dan vole ik. Wladeek maakt
zich zoo dun als een uitgehonger
de kat. Z'n lange beenen blijven
er buiten steken. Hij kan niet
verder, want de kloof eindigt in
een reet van een handbreedte.
„Nix kalte Füsse!" zegt Wla
deek.
Veel kunnen wc niet met elkaar
spreken. De storm giert, buldert,
loeit. Het is alsof kokend lood
door onze schuilplaats gegoten
wordt. Wij hebben er niet zoo op
gelet, maar de kloof is als een
schoorsteen, waar de zandhoos
doorheen jaagt.
Al© kameelen liggen w© bij el
kaar. dc jassen over onze hoof
den. Het gloeiende zand dringt
door alles heen, het knarst tus
schen onze kiezen, verstopt onze
neusgaten en jeukt ondragelijk
op onze huid.
Als het lang duurt zullen we
ellendig stikken. Zoo liggen we
een uur. een dag. een eeuw. Piot-
in de verte een gierende kreet.
Dan stilte die haast nog ang
stiger is dan de loeiende storm.
E kruipen uit ons hol.
Er is ffjjen drup regen
gevallen. Steen, bruine, bestoven
steen. Dat tot een helsche nacht
merrie wordt.
999
„Bin ich gebraten wie Schaf
auf Feuer!" zegt Wladeek en
schraapt z'n keel. Het maakt een
geluid als een zaag op een spij
ker. De .gieren zijn weer ver
schenen.
Het is griezelig, huiveringwek
kend.
Wij gaan verder als doodver
moeiende lastpaarden. De dorst
kwelt ons met gloeiend© naalden
in de keel.
Ik krijg vizioenen
ik spartel, „lekker frisch",
in een Amsterdamscbe gracht, ik
laat me nat sproeien door de fon
tein op het Frederiksplein, voor
liet reeds lang verdwenen Paleis
voor Volksvlijt.
Ik zit in het eveneens lang ter
ziele zijnde café „Mille Colonnes"
op 't Rembrandt plein, waar men
spuitwater schenkt met brokken
ijs. Herman Heyermans drinkt er
zijn limonade en maakt aanteeke.
ningen voor zijn hoek „Kamertjes
zonde''. In Americain, met zijn
twee en dertig vakken aan het
plafond, waarop de wapens van
Noord-Amerika zijn geschilderd
en do breede strook met het in
schrift ,,Viribus Unitis". ha, daar
hebben zc het pas uitgevonden
roomijs! Louis Bouwmeester de
grootste tooneclspeler van dien
tijd, versmaadt verachtelijk dit
visionnaire product: 't Is me te
koud, goed voor hysterische bak-
vj.=schen!
Mijn hemel, ijs... ijs... of water...
water...
W.ADECK geeft een ver
vaarlijken schreeuw-
„Daar! daar! Haus grosses!" Hij
wijst op een groot gebouw, dat als
een arendsnest, een roofridder-
bracht tegen d© steil oploopende
rotsen ligt.
„Dat is een klooster!'' zog ik op
gewonden. „Iwan, nog een paar
kilometer, dan kun je drinken."
Het is een lam gezicht, de sterkste
van ons kruipt als een gewond
dier langs den weg.
„Daar geven ze je wel wat kini
ne, Iwan!"
Mijn vriend Iwan I
door
JAN HENDRIKS
„Water, alleen maar water!"
kucht hij.
„Emmers, kuipen vol!" monter
ik hem op.
OG uren slepen we ons
loort. De „paar kilome.
tor" zijn eindeloos. Dicht langs
den afgrond komen we langzaam
nader. Wc houden Iwan tusschen
ons in. wij zijn bang, dat hij in
een koortsaanval in den afgrond
zal springen.
Eindelijk zijn wij boven. Stugge,
afwijzende muren met een zware
poort.
Ik licht den klopper op. de slag
botst daarbinnen met oen hemel-
sche echo. We luisteren ingespan
nen. Geruischloos opent zich een
luikje. Een paar donkere vrou
wen oogen kijken ons aan.
„Gelobt sei Jesus Christus!" zeg
ik eerbiedig.
„In alle Ewigkeit!" antwoordt
oen zachte stem.
Wij worden binnengelaten. Het
is alsof de Moeder Gods zelf ons
ontvangt.
ITet is koel in de lange gangen.
Daarachter strekt zich het wonder
uit. een tuin met tallooze bloemen.
Het is een der zonderlinge spelin
gen der natuur. Zooals er in Roe
menie onderaardsche zeeën zijn
van kristalhelder water, waarin
groote hagedissen leven, die al
leen de rudimentaire overblijfse
len hebben van wat eens oogen
waren.
het
"WIJ handelen tegen
n v gebruik van
klooeter om reizigers, tc ontvan
gen!" zegt de non rustig, „maar
ik zie, dat uw metgezel ziek is!"
Iwan ligt met gesloten oogen op
een bank. Zij reikt hem het eerst
een koelen beker water. Zij legt
haar hand op zijn hoofd. Wladeek
kijkt mij zwijgend aan, wij hebben
beiden dezelfde gedachten. Wij
zouden sraag in de plaats van
Iwan willen zijn. Tn maanden
hebben we geen vrouw gezien noch
haar stem gehoord. De vrouw is
in onze eenzaamheid tot een ver.
heven wezen uitgegroeid, die wij
eerbiedig cn gelukkig mogen aan
schouwen. Ons dorst naar meer
:lan water alleen.
EMARQUE heeft in een
van zijn boeken be
schreven, hoe een soldaat in de
loopgraven, belast mot de bedie
ning van de telefoon, met heim
wee wachtte op de stem van de
telefoniste, die order© doorgaf. Tot
dat zijn kameraden hem hot toe-
stol betwistten, allen wildon haar
stem hooren en zij waren voor
den geheelen dag verzoend met
het ©lijk en de modder, waarin zij
zich moesten wentelen. Zij verga
ten de kogels, die om hen heen
floten, wanneer zii geluisterd had
den.
Ij brengen den nacht
door in een schuur
buiten het klooster. Iwan heeft
kinine geblikt en is bijna geheel
opgeknapt. Wij hebben gegoten,
onmogelijk veel. Wij praten nog
lang. Do grootst© zo»*g is een nieu
we pas voor Iwan. Hij zegt, dat hij
oen aantal van dc passen, die ik
voor hem gedrukt heb, aan zijn
vrienden heeft gegeven. Daarvoor
moeten, wij naar Weenon.
Maar daar zijn we nog ver van
daan-
Dc prus der Vlaamsche Provinciën
voor poëzie voor 1948 is toegekend
aan P. G. Buckinx voor zyn bundel.
„De vleugelen van Icarus"