TOLUNIE: een kwestie van
geven en nemen
De goocheltoer van het
Gevdarlijk
spel
GERARD
triomf
van
WALSCHAP,
het leven
of de
't Buitenland
trekt
Eénacter-festival in ons land
KLEINERE BELANGEN MOETEN
WIJKEN VOOR GROOTERE
HELFT
^HOEST
drs. P. J. Mattijsen Bos
N.A.T.U. neemt het
initiatief
N';
Zaterdag 22 Maart 1947
3
door
H. W. J. Bosman
JN ons vorig artikel zagen wij,
welke voordeelcn en bezwaren
er In hef algemeen aan een tolunie
zijn verbonden. Wij zullen nu in het
kort nagaan, hoe de feitelijke ver
houdingen van België en ons land
zijn, Ten gunste van hef tot stand
brengen van een tolunie kan nu,
onder de na-oórlogschc omstandig
heden hel volgende worden aange
voerd:
lo. Het Nederlandschc prijspeil,
dat voor den oorlog boven hef Bel
gische lag, is minder sterk gestegen
dan dat van onze Zuiderburen Het
zelfde geldt voor het loonpeil. Cij
fers zullen wij hier niet geven, om
dat loonen en prijzen nog niet ge
stabiliseerd zijn, vooral in België
niet. Maar hef is zeker, dat de wel
vaartsverschillen, die vóór den oor-
log bestonden en wel ten gunste
van Nederland, thans genivelleerd
zijn, vooral omdat ons land meer
oorlogsschade heeft geleden dan
België.
2o. Tengevolge van de na-oor-
door CLAMATOR
OP de Conferentie van Moskou
gaat 't, er om den vorm voor len
vrede met Duitschland te vinden.
Dit vredesverdrag is een van de
scharnieren, waaromheen het onrus
tige, diplomatieke spel van de we
reldpolitiek draait: het. dreigt de
wereld in twee kampen to verdeden.
Het oogenblik, waarop in een van
de in aantal grootste naties van
Europa, hot eindoordeel moet wor
den geveld, komt steeds nader; de
mcnschheid volgt het verloop der
besprekingen, die eerste schermut
selingen. met. groote spanning,
waarin de vage angst voor een ver
rassing altijd aanwezig is.
Een ding is in ieder geval duide
lijk: het gaat bij dit alles in do eer
sto plaats om -dó tegenstellingen
tusschen de Groote Vier. liet is nu
eenmaal zoo, dat geen enkel con
flict in de wereld tegonwoordig
„plaatselijk" is. hot wordt onherroe
pelijk in de sfeer van de wereldpoli
tiek getrokken.
De Vor. Staten cn do Sowjet-
Unie gaan vooraan in dezen wed
strijd. Engeland verdedigt hardnek
kig en verbeten z'n wankelende mO.
sitio. terwijl allo andoro staten een
«waren strijd orn hun bestaan voe
ren. Allemaal probecren zij laten
wij het eerlijk durven erkennen
een zoo groot mogelijk brok van den
Duitschen buit in do wacht te slee-
pen. in de hoop daardoor hun eigen
wederopbouw to kunnen bespoedi-
gon.
Wij beschouwen dit laatste hoe
begrijpelijk het moge zijn als iets
zeer ongelukkigs; bovendien moet
het. naar onze mcening, op een fias
co uitloopen. Want als inderdaad
alle aanspraken op annexaties en
schadevergoedingen zouden worden
ingewilligd, kan dit kwalijk op iets
anders uitloopen dan op een fiasco,
aangezien de werkcapaciteit, die de
Duitscher9 nog over hebben, dan in
geen verhouding komt te staan tot
de enorme eischen, die aan hen ge
steld worden.
A/iet te veel
WIJ zeggen dit niet om voor de
Duitschers te pleiten, maar het
is eenvoudig een feit. dat een te veel
aan verplichtingen Duitschland zou
veranderen in éón groot armenhuis
en dat de ellende er tot een blijven-
den toestand zou worden. Dat daar
in ongelooflijke groote gevaren kun
nen schuilen, spreekt vanzelf, nog
afgezien hiervan, dat een lage le
vensstandaard In Duitschland ook
niet zonder invloed blijft op de nnbu.
rige landen.
Wij hebben het in een vorig arti
kel reeds geconstateerd: het Duit-
sche volk gaat alleen uit vertwijfe
ling den weg naar het Oosten op.
Maar dit ligt dan ook aan de poli
tieke leiders van andere volken, die
zich van hun verantwoordelijkheid
bewust zijn. de verplichting op om
zich tegen onmogelijke eischen van
bepaalde annexionistische groepen
met kracht te verzetten en dat wel
zoo snel mogelijk.
Het allergrootste gevaar van de
Conferentie van Moskou is echter,
dat Duitschland oen pion in het spel
tusschen Oost on West zou worden.
Daarom alleen al is het noodzake
lijk, om het Duitsche volk op te hef
fen boven het materieele peil. waar
op het nu staat, het een behoorlijke
mogelijkheid tot leven te geven en
zijn vrijheid (dit laatste natuurlijk in
strikt beperkten zin); het moet in
staat zijn om in afzien baren tijd een
eigen economische politiek te 'gaan
voeren.
Maar ten koste van alles dienen
wij te vermijdendat. de Duitschers
de kans krijgen om le gaan kiesen
tusschen een Oostelijk blok en een
Westelijk blok.
Verantwoordelijk
ER zal veel inspanning en wijs
begrip bij de diplomaten der
wereH noodig ziin om een vredes
verdrag tot stand te brengen, dat
het aan het Duitsche volk in den
meest letterlijken zin des woords
een kans geeft voor een „modus
vivendi" (wijze van leven). De vroe
ger normaliter gehuldigde opvat,
ting, dat do overwinnaar or op uit
moet zijn, om bij de vredesonder
handelingen zooveel mogelijk in de
wacht te sleepen. kan men tegen
woordig, nu men alles te verliezen
heeft niets anders dan een gevaar
lijk spel noemen.
De overwinnaars hebben nu het
lot van de wereld in handen en van
dit oogenblik af hebben zij dan ook
de volle verantwoordelijkheid voor
de historie t« dragen.
lo^sche economische verhoudingen
zijn vele structuur-veranderingen
nnodig. Het is daarom gemakkelij
ker nii een tolunie voor te bereiden
en te vestigen mef alle voordeden
daaraan verbonden dan wanneer dc
situatie in beide landen weer geheel
op de nieuwe verhoudingen is inge
steld.
3o Na den oorlog ziin er ook
olannen ontworpen om fe komen
toj een internationale handelsorga
nisatie (International Trade Orga
nisation), Welnu, het zal ieder dui
delijk zijn. dat Nederland en België
n m e n bij de dftderhandelingen
daarover heel wal meer gewicht in
daarover heel wat meer gewicht in de
schaal kunnen leggen ddn ieder af
zonderlijk. Bij de voorbereidende
besprekingen hiervan zijn zij dan
nok al gezamenlijk opgetreden. In
dit verband merken wij ook nog op,
dat dè eventuecle tolunie België
Nederland door dc andere staten bij
voorbaat aanvaard is als een uit
zondering op bet beginsel van de
nief-diseriminatie, Ter verduidelij
king van dit laatste diene. dat bij
die voorbereidende besprekingen
juist in principe werd aangenomen,
daf de invoerrechten ten opzichte
van alle landen geleidelijk zullen
moeten worden aanvaard, terwijl bi}
een tolunie de invoerrechten alleen
vervallen voor het vcrdragsland.
Gevaren
\\JIJ herhalen, dat de totstandko-
v ming van een tolunie een
kwestie is van gevdn cn nemen. Het
kan niet anders, of verscheidene be
staande belangen zullen in het ge
drang raken), immers Nederland en
België vormen niet meer, zooals
vroeger wel het geval was, eikaars
compliment Zoo is b.v. het aantal
menschen, dat in de industrie werkt,
in België wel grooter dan bij ons.
maar in beide landen vormen zij de
grootste groep. De percentages voor
den landbouw loopen weinig uiteen.
In het algemeen geredeneerd kun
nen v/ij zeggen, dat de Belgische
land- en tuinbouw, die minder ren
dabel is dan de onze, de meeste ge
varen loopt, terwijl ditzelfde geldt
voor bepaalde takken van industrie
ten onzent. Naar dc meening van
den Belgischen hooglceraar De Lee-
ncr zullen daarentegen de ijzer- en
textielindustrieën uit het Zuiden
van de tolunie profileeren.
Overigens is het natuurlijk nog
niet in bijzonderheden bekend, hoe
dit alles geregeld wordt. Bestaande
industrieën zullen natuurlijk niet
aan een zekeren ondergang worden
prijsgegeven. Maar voor zoover het
nieuw op te richten industreën be
treft, zal er steeds overleg dienen te
worden gepleegd met den deelge
noot in de tolunie ten einde uit te
maken, waar deze het gunstigst kun
nen worden gevestigd, opdat het gc-
(Inpe-onrlcn mederieeltvQ)
1
heele gebied van de unie er het
meest profijt van trekkc
Een tarief
/~T ENSLOTTE nog enkele gege
A vens over de wijze, waarop het
douane-accoprd van Sept 1944 prac-
tisch uitgewerkt is Dit accoord
voorziet in de invoering van een
uniform tarief voor beide staten
tegenover het buitenland en in een
opheffing van dc onderlinge tarie
ven. Verder werden cr drie ge
meenschappelijke raden ingesteld:
een. die het nieuwe tarief moet uit
werken, een, die gemeenschappelijke
handelsverdragen tusschen de unie
en andere mogendheden moet ont
werpen cn tenslotte een. die de vol
ledige tolunie (ook dikwijls ge
noemd: economische unie) moet
voorbereiden. Tot goed begrip diene,
dat dit alles betrekking heeft op
Nederland en de Bclgisch-Luxom-
burgsche Tolunie Immers tusschen
Luxemburg en België betaat reeds
sinds laren een dergelijke overeen
komst.
Op 1 Juli 1946 werd te Brussel
een secretariaat-generaal ingericht,
waar het geheele werk gecoördi
neerd is; de leiding hiervan berust
bij onzen landgenoot mr. dr. E Jas-
par
Deze overeenkomst van Sept
1944 is nog niet in werking getre
den Binnenkort is echter de eerste
stap in deze richting te verwachten,
want het gemeenschappelijk tolta
rief tegenover hét buitenland is ge
reed gekomen cn, za) in afzienba-
ren tijd aan dc parlementen ter
goedkeuring worden voorgelegd Dc
tweede stap is het opheffen van de
douancgrcns tusschen België en Ne
derland. Voordat dit kan gebeuren,
moeten accijnzen, omzetbelastingen
e.d. met elkaar in overeenstemming
worden gebracht. Vóór het einde
van dit jaar, hoopf men echter ook
deze stap te kunnen doen, Dan blij
ven alleen nog onderlinge contingen-
tecrings- cn deviezenregclingen be-
staan. Het laatste stadium is be
reikt. als ook deze kunnen worden
opgeheven cn misschien zelfs dc
valutagrons verdwijnt. Hieraan wordt
hard gewerkt, maar hiervoor is
wij zeiden het reeds een volledig
gelijke politiek op het heele gebied
van het economisch leven noodza
kelijk en het is dus te begrijpen,
dat dc raad voor de economische
unie het, moeilijkste werk heeft. Het
is vooral hierbij, dat het bedrijfs
leven dient te worden ingeschakeld.
Goede wil
\J AAR onze mening zal de Raad
vlotter kunen werken naarmate
de geleide economie in beide lan
den blijft gehandhaafd; immers dan,
maar ook dan alleen, is een coör
dinatie op alle gebieden van het
economisch leven inderdaad moge
lijk. Uit de medcdeclingen, die re
gelmatig verstrekt worden, blijkt, dat,
cr hard en met wederzijdschcn goe
den wil gewerkt wordt,
Ook op politiek gebied is er een
nauwe samenwerking tusschen beide
landen ontstaan b.v. bij het behan-
dolen van de Duitsche kwestie en
in de Vercenigde Naties. Misschien
kan dit het begin worden v.'m een
hechtere samenwerking tusschen
dc Europeesche staten (althans die
van West-Europa) in he;t algemeen.
In ieder geval maken de Lage
Landen thans ernst met het woord,
dat onze Koningin sprak bij Haar
bezoek aan België in 1933: „En
mogen al tusschen hen belangenge-
schillen bestaan bij naburen kan
waarlijk niet anders worden ver
wacht Ik ken er een, die niet
door vergelijk of langs andere we
gen des vredes tot oplossing kun
nen worden gebracht. Te eerder
moet dat mogelijk zijn, daar er, niet
het minst op het gebied van handel
en verkeer, zoovele gemeenschappe
lijke belangen bestaan, ook tegen
over een mededingende buitenwe
reld".
Opinie-onderzoek leert;
32% wil emigreeren
WAT zou u het liefste wil
len wanneer u do keus
bad; in Nederland blijven of in
een ander land gaan wonen?
hebben de enquêteure van het Ne-
derlandsch Instituut voor do Pu
blieke Opinie eonige weken gele
den gevraagd flan een represen
tatieve „doorsnede" van het vol-
v\assen publiek in ons land. Pre
cies een jaar geleden stelde het
N l.P.O. dezelfde vraag. De ant
woorden. toen en nu, luiden:
In Nederland blijven nu 60
1016 75
In 'I buitenland gaan wonen
nu 32 1946 22
Geen oordeel nu S 1946 3
Met da stijging van het emi
granten-percentage zijn ook de
landen waarheen men zou willen
gaan. veranderd. Op N.I.P.O.'s
vraag: „In welk land zou U
uillen gaan wonen?" antwoordt.
Nu 1916
Zuld-Afrika
Vereenigde Staten
Zuid Amerika
Canada
Ned. Indië
Australië
Frankrijk
Engeland
Andere landen en
onbekend
19 14
17 25
12 5
10 12
9 10
6 9
5 4
1?
19
De aantrekkingskracht van
Zuid Amerika en Zuid Afrika is
dus zeer toegenomen, die van de
Y S. aanzienlijk verminderd.
De immigratie-propagandn van
verschillcndo staten is hiervoor
wellicht gedeeltelijk verantwoor
delijk, De stijging van het emigra
tie-percentage misschien ook.
De Nederlandsche vrouw blijkt,
evenals een jaar geleden, liever
hier te blijven dan de man (63
„thuis-blijvers" tegen 57 van
dn mannen). Zij die ambtenaar of
kantoorbediende zijn voelen, net
els vorig jaar het meest voor ver
trek naar elders (39
Nederlandsch Instituut voor
de Publieke Opinie.
(Nadruk verboden)
Arthur Rubinstein, wonend in
de Ver. Staten, zal in September
van dit jaar een tournóe van 3
maanden aanvangen door Europa,
zón eerste sedert den oorlog.
door
bracht. Als argument wordt dan
nog aangevoerd dat zoolang iema.rd
goede daden verricht hy een goed
mensch is. cn dit blijft zoolang hy
goede daden verricht. Gaat hij
slechte verrichten, zoo maken die
daden hem tot een slecht mensch.
Nu de critiek
H*
ET Existentialisme vertoont
zich in de romankunst, op too-
ncelgcbied, als beweging, ja, als een
\yijsgecrlge strooming. Er wordt
over gepraat, gedebatteerd en ge
schreven en men tracht tot een
juist oordeel te komen. In Parijs
schónt het in de mode te zyn en
moet cr een felle strijd tusschen dc
voor- en tegenstanders worden ge
streden.
Is het dan zoo belangrijk?
Of het existentialisme dat zelve
is, zullen wij in het midden laten,
maar op grond van existentialisti
sche opvattingen" komt men tot
conclusies ten aanzien van vryheid,
verantwoordelijkheid en zelfvci'wcr-
kclijklng van den mensch, raakt
men ethische, sociale cn wellicht
ook politieke problemen, die wèl in
het brandpunt der belangstelling
staan. En waar het existentialisme
de actueele problemen raakt, wordt
het door die problemen vanzelf al
belangrijk.
Wil men het existentialisme zelve
bcoordeelen, dan heeft men twee
dingen noodig:
1. Een maatstaf volgens welke men
toetsen en bcoordeelen kan.
2. De kern van het existentialisme
zelve.
Welke maatstaf?
HET eerste punt is op zichzelf
dus volkomen los van het
existentialisme reeds eeuwen een
bron van strijd goweest. Want: van
welk standpunt, welk beginsel, welk
dogma, welke maatstaf wil men uit
gaan? Zyn er vaste, absolute nor
men, die alle eeuwen onveranderlijk
cn absoluut gelden? En die ieder
als juist kan, wil en moet aanvaar
den Waar haalt mon die vandaan
En v/anr beruston die op on wat ib
het absolute uitgangspunt?
Filosofisch is deze vraag eigenlyk
nog nooit afdoende beantwoord.
Tenminste tot dusver.
De filosofie van het absolute zal
hier binnenkort een afdoend ant
woord op kunnen geven. Veel, heel
veel. dat nu nog twijfelachtig en
duister is, zal dan tot klaarheid ge
bracht worden. Publicaties hierover
mogen venvacht worden. Doch mo
menteel hebben wij daar hier nu
nog niets aan.
Is cr een maatstaf te vinden, die
direct bruikbaar iö? Laat ons eens
zien.
Het existentialisme trekt conclu
sies over den mensch on zijn daden.
Deze daden worden veri'icht in dc
DE éénacter geniet in Nederland
een zeer geringe populariteit.
In vroegere jaren placht het be-
roepstooneel nog wel eens een één
acter te spelen als voorstukje, het
z.g. „lever du rideau", doch deze
gewoonte is hoe langer hoe meer
in onbruik geraakt. Een gunstige
uitzondering hierop vormde de too-
ncolgrocp Comedia, die in het afge-
loopen seizoen een drietal voortref
felijke éénacters ten tooneele bracht
doch daarmede bó' het publiek
slechts een „succes d'estime" kon
verwerven.
Het amateurtooncel volgt in de
zen de slechte gewoonte van zyn
grooten broer. Onder het motief,
dat het publiek nu eenmaal niet van
éénacters houdt laat men deze
naast zich liggen en beseft niet aan
welk een wereld van schoonheid
men voorbygaat. In enkele streken
van het land wordt aan éónacter-
concourscn gedaan. Het Groningsch
rederijkersverbond cn het provin
ciaal Drentsch rederijkersverbond
houden jaarlijks hun festival, waar
op éénacters worden vertoond. Het
gehalte van de gespeelde stukken
ls in het algemeen echter bedroe
vend. Goede éénacters zijn in het
dr. J.
door
C. Brandt Corstius
I N 1925 verscheen te Antwerpen,
A onopvallend te midden van de
vele jaarLijksche onopvallende eer
ste bundeltjes van beginnende jon
ge dichters „De Loutering" van
Gerard Walschap. Het hoekje is
terecht vergeten, want wie het thans
nog eens doorbladert bemerkt on
middellijk met een vergissing te
doen to hehben.
Vijf jaar later publiceerde de-
zplfcle auteur een bundel novellen
Volkgenaamd. En wie dit zeld
zame hoekje ter hand neemt, leest
het geboeid door het onmiskenbare
schrijverstalent, dat zich verraadt
door de indringende, levendige
weergave van menschen en toestan-
don. In elk van deze vier verhalen
beschrijft Walschap ons het leveu
als zwaar en somber en dikwijls
hard. Zoo heeft Stijn Streuvels het
ons ook weergegeven en men be
speurt, dat do hoeken van den
Deenséhcn schrijver Knut Hanssen
op beiden hun invloed deden gel
den. Maar Walschap las bij voor
keur ook Dostojewski en den Spaan.
schen auteur De Unamuno. Met
deze voorkeur hangt samen zijn ta
lent >nm de mongolian diep in hun
ziel te dringen en te beschrijven in
hun doen en laten met een weerga-
looze waarachtigheid. Zijrr hoeken
doen in trant, van schrijven echter
allerminst denken aan don Vlaam-
sohen roman, zooals we dien hier ge
wend waren van Streuvels en Tim
mermans. De rappe teekening. de
directe weergave, de geladcnheLl
van zijn geest, die vol verhalen zit.
d.w.z. vol echte levensbeelden, die
a! maar op het papieT willen, zoo
dat hij menigmaal niet weet waar
te beginnen en te eindigen, maken
zijn boeken tot iets geheel aparts,
iets hizonders, dat niet heeft nage
laten van invloed te zijn op de mo
derne Vlaamsehe literatuur. Tus
schen 1930 en heden ontstaat dan
die eerbiedwaardige ry romans, die
begint met Adelaide en eindigt met
Ons Geluk, en die wordt onderbro
ken door het kinderboek ,,De Vier
de Koningen, ten tijde van den
Spaanschen burgeroorlog, het too-
neelstuk „De Spaansche Gebroe
ders".
Adelaide vormt met Eric en Carla
een trilogie, waarin Walschap het
verval in het. herstel van een ge
slacht beschrijft. Hier zyn zedelijke
en lichamelijke achteruitgang èn
overwinning door leed cn opoffe
ring van den schrijver afhankelijk
van het godsdienstig geweten. Maar
Walschap redeneert in zijn roman
nooit, hij laat slechts leven en nog
eens leven. Celibaat is de roman
van een totale degeneratie; daarop
volgen Trouwen. Een Mensch van
goeden wil en riouteklet. die op
boeiende en dikwijls verbijsterende
wijze uitdrukking geven aan Wal-
schaps geloof in de vormende
kracht van het leven.
Natuur en cultuur
VOOR dezen schrijver is het le
ven een hachelijk bestaan tus
schen natuur en cultuur. Enkeling
on groep doorbreken de grens daar-
tusschen telkens weer. Het leven is
ondergang en wedergeboorte en
juist daardoor eerst met recht:
leven. In Trouwen is Rik van Oep-
stal de mislukkeling, die door zijn
huwelijk weer in de samenleving
thuis geraakt en zyn loven eindigt
nis den stamvader van een gansch
dorp. Thijs Glorieus, de hoofdper
soon van Een Mensch van goeden
wil, is de te goede mensch, die,
ondanks dat hij vele nederlagon
lijdt door zijn groot geloof in den
mensch, eindigt als de stichter van
oen (wel wat M te pardijselijk-*»
nieuwe samenleving. Houtekiet '8
de a-sociale, do uitgestootene. die
tenslotte een dorp houwt, een niuwo
gemeenschep vormt.
Walschap beschrijft bij voorkeur
in dien tijd van zijn leven de tegen-
GERARD WALSCHAP
de groote Vlaamsehe roman
schrijver. zal op 23 Maart
Utrecht bezoeken om te spreken
voor hef. Humanistisch Verbond.
stelling tusschen de burgerlyko sa
menleving en de losse eamentroe-
pingen der zelfkanters. die leven in
de weilanden en de bosschen, en
waarin altyd opnieuw de kracht
schuilt een gemeenschap te vormen,
weer in den cultuurstroom te gera
ken.
In 1937 schrijft hij Sibj/lleden
strijd van een jonge vrouw tus
schen het traditioneele geloof en
andere, wijsgeerige, opvattingen, in
welken strijd zij ondergaat. Maar
hoe triomfeert het leven weer in
zijn laatste boek, Ons Geluk!
Met deze romans heeft Gerard
Walschap zijn grooten naam ge
maakt. in Vlaanderen en Nederland.
Dat is niet gemakkelijk gegaan,
want zyn geestelijke en artistieke
onafhankelijkheid heeft hem in zijn
eigen omgeving veel vijanden be
zorgd. Walschap, die in de kracht
van zijn leven is, zal ons zeker
nog vele belangrijke boeken schen
ken.
vaderland met een lantarentje te
zoeken. Heyermans heeft zo ge
schreven, er zijn cr enkele van
Willy Corsarl en Charivarius, doch
daarmede is het repertoirt vrijwel
uitgeput. Er zit voor den Neder-
landschcn tooneelschryver geen
prikkel achter om tot het schreven
van éénacters te komen. Daarom
zal deze schrijfkunst aangewakkerd
moeten worden en het ligt op den
weg van een organisatie als de
NATU om hierin het initiatief te
nemen.
oordeelen
HET spelen van stukken in één
bcdryf biedt den vcrccnigingen
groote voordeelcn. Een avond van
drie éénacters is gevarieerd, zoowel
wat stuk als spel betreft. Men
heeft de gelegenheid om in het
tijdsverloop van één avond meer
dere voorbeelden van tooneollitera-
tuur aan het publiek te toonen en
wat nog meer zegt, men kan vele
leden aan het werk zetten en hun
belangrijke rollen geven.
In de wereldliteratuur liggen tal-
looze prachtige éénacters "op een
uitvoering te wachten. Ik zou vele
voorbeelden kunnen geven, doch
wil mij slechts bepalen tot het noe
men van den bundel van den Ame-
rlkaanschen schrijver Eugene O'
Neill, getiteld: „The long Voyage
home".
Als Eugene O'Neill niets anders
had geschreven, zouden deze „zeven
spelen van de zee" voldoende zijn
geweest om hem te stempelen tot
een der coryphacen onder de too-
neelschryvers.
Goede éénacters vindt men in
Engeland bij honderden; olk jaar
verschijnt een bloemlezing van de
tien beste, die dat jaar zrjn ver
schenen en naar mijn mecmng zijn
er zeker vele bruikbaar voor Ne
derland. Het éénacterfestival, dat
jaarlijks door de British Drama
League in Engeland wordt georga
niseerd, heeft ln belangrijke mate
bijgedragen tot het popularisceren
van den éénacter; dertig jaar gele
den met zes deelnemers begonnen,
heeft deze competitie thans het res
pectabele aantal van zeshonderd
veertig deelnemende vcrccnigingen
bereikt. Het land ls verdeeld in sec
ties en afdeelingen en na ondcrlin-
fen strijd komen aan het eind van
et seizoen de vier bestgeplaatstc
vereenigingen naar Londen voor dc
finale om de wisseltrofee, ten
overstaan van een jury, bestaande
uit vermaarde tooncclspelcrs.
Ook ten onzent
DE Nederlandsche Amateur Too-
nccl Unie heeft besloten in het
komende seizoen een dergelijk fes
tival te organisceren. Zij acht dit
van het grootste belang om te we
ten tc komen, welke vereenigingen
in aanmerking kunnen komen voor
een uitwisseling met buitenlandschc
collega's omdat Nederland cr recht
op heeft vertegenwoordigd te wor
den door het beste amatcurtooneel
van ons land. Ook aan het afdee-
lingswerk zal dit festival zeer ten
goede komen. De vereenigingen zul
len van eikaars prestaties kunnen
kennis nemen en de wedstrijd zal
een gezonde prikkel zyn om het
spelpeil op te voeren. In dit ver
band is dc beoordeeling door de ju
ry zeer belangrijk. In Engeland
heeft men gebroken met het sys
teem van meerdere juryleden; een
z.g. „adjudicator" d.w.z. beoordee-
laar, woont de voorstellingen bij in
een bepaalde sectie en geeft ten
aanhoore van het publiek direct na
afloop van dc voorstelling znn op
bouwende critiek. Deze werkwijze
is ook voor de opvoeding van de
toeschouwers van groote waarde.
Ik hoop, dat ook Nederlandsche 1
vereenigingen tot een dergelijke bc-
oordecling" zullen kunnen besluiten
en dat zy niet zooals meen ik, een
maal in Engeland is geschied, den
beoordeelaar, dio nogal scherp was
in zyn critiek, zullen onthalen op
een regen van rotte tomaten...
Mr. J. DE BLIECK,
Voorzitter N.A.T.U.
WAT ALLEEN IN FRANKRIJK
KANhot [existentialisme, een nieu
we literaire Jen filosofische strooming,
is er dc mode van dc na-oorlogscho
periode geworden, waaraan alle lagen
van het volk min of meer een aandeel
heeft. Dringen
de trampassa
giers schelden
elkaar voor
,espèce d'existcn-
tialistc", wat
volgens dc ver
taling van Vest
dijk in het Ne
derlandsch zoo
iets als „rot-
cxistcntialist"
bc teekent, win
keliers gebrui
ken het woord
in hun reclames
cn journalisten
schrijven zin
nen als„Hoe
wel deze mode
show niets
existentialistisch had, was zij toch niet
zonder beteekenis." En ondcrtuschcn
blijven voor- cn tegenstanders elkaar
mondeling cn schriftelijk tc lijf gaan
met een yver die onuitputtelijk is.
Dc oorzaak van dit enthousiasme is
Jean-Paul Sartre, filosoof en roman-
schryver, wiens leer onze medewerker
drs. P. J. Mattijsen Bos hier aan ccrl
zeer persoonlijke beschouwing onder
werpt.
jxractischo dagelykscho wcrkelyk-
held waarin de menschen, dus U cn
ik, leven, denken cn handelen. En
nu hebben wij meteen eon stand
punt ón maatstaf, n.l.: Dc practi-
sehe dagelókscho werkelijkheid zel
ve met hanr normen.
J. P. Sartre
L ecu
Normen die U kent
zf|n do normon. die alle
eeuwen onveranderlijk geldon
en blijven gelden ln do practlscho
dagcllihschc zeg aardscho
werkelijkheid waarin wij leven, nog
nooit nis zoodanig van universeel
standpunt bestudeerd. Normen, die
bleven gelden, zooals de wet van de
zwaartekracht blUft gelden. Wol is
dit het geval geweest op de gebie
den der vakwetenschappen, o.a. che
misch of physlsch terrein.
Maar dc universeclc normen, dlc
op elk terrein gelden, neen, die zijn
nooit als zoodanig cn als geheel be
studeerd. Do unlversalitcitsleer, die
dat vakwctenschappelljk doet ja.
voel strenger zelfs is op komst.
En heb is daaraan te danken, dat
hier nu reeds een maatstaf tc vin
den is voor ons doel.
Er zijn een aantal univcrseele
normen onbewust voldoende veran
kerd ln elk normaal denkend
monsch om een zuiver oordeel over
do eenvoudige dingen te kunnen
vellen, welke onze practische dage-
lijksche werkelijkheid betreffen.
Nemen wy een voorbeeld. WJj
weten allen, dat alles, wat valt.
naar beneden valt. Dat lecren wjj
als kind als vaste universeel gel
dende norm kennen. Zoo hebben wó
allen een zekere kennis, die w(j on
bewust als kind hebben vorkregen.
Kennis van, over en door die wer
kelijkheid, waarin wij loven.
VIET -
*-VA kregen -
I Htgangspünt
dus onbewust ver-
kennis van het uni
vcrseele, kunt u over de eenvoudige
dingen onmiddellijk uitspraak doen.
Helaas moeten wij dit terrein ver
der laten rusten. Wat gaan wij dus
doen? Wat ls dus onze maatstaf?
Wij gaan wat het existentialisme
zegt over den mensch en zyn daden
cn daarmede dus over de practische
dageliiksche werkelijkheid, toetsen
aan die werkelijkheid zelve.
Van alle fraojn ontdaan komt het
hier np neer: „De mensch verricht
„daden. Verricht hij goede, zoo >s
„hij goed. Verricht hij slechte, zoo
„stempelen die daden hc.ni tot ren
„slecht, mensch De leugens, die
iemand spreekt, maken hem tot 'n
leugenaar
Dit is op zichzelf volkomen juist.
W\j kennen een mensch aan en door
zijn daden, zijn spreken en hande
len.
De goocheltoer
TX/Taar nu komt het. Dan ineens
is het alsof de existentialist
zyn mouwen opstroopt als een goo
chelaar cn zooals die in eens schyn-
baar uit het niet iets te voorschyn
toovert, zoo goochelt de existentia
list ineens ccn conclusie te voor
schyn. Zoo maar, plotseling, heelc-
maal ineens Hoe sneller het gaat,
hoe beter lukt de truc! Want:
„Die daden nu BEPALEN het
wezen van den mensch."
Schijnbaar is dat nog hetzelfde
als daarnet. Maar dat wat eerst
ieder vanzelfsprekend moest be
amen wordt nu zóó uitgelegd:
Iemand verricht, geen slechte
.daden, omdat bi} een slecht, mensch
„is, maar die slechte daden MAKEN
hem tot een slecht mensch Het is
„niet de leugenaar, die di- leugens
produceertmaar die leugens, die
„maken hem tot leugenaar."
Dus, heel duidelijk vertaald: de
leugens produceeren den leugenaar.
Doorziet U de goocheltoer
En liet wezen
DE existentialist fraat uit van
een waarheid, die iedereen als
zoodanig zal erkennen: „door cn
aan de daden kennen wij den
mensch." Zeker, en dan komt de
dubbelzinnigheid: „Die daden bepa
len het wezen van don mensch."
Dat is ook juist: als men het opvat,
dat door die daden als gevolg op
te vatten het wezen, dat achter
die daden ligt het wezen op te
vatten als oorzaak bepaald
wordt. Maar nu beweert de existen
tialist, dat het gevolg de oorzaak
bepaalt en gaat het gevolg voor de
oorzaak aanzien en de oorzaak voor
het gevolg.
Dat dit werkelijk zoo bedoeld
wordt, komt duidelijk tot uiting in
den kem-slagzin: „L'existence pré-
cède l'essence". De existentie gaat
het wezen vooraf. De daden gaan
vooraf aan het wezen van den
mensch.
Iemand verricht dus geen goede
daden, omdat hij een goed mensch
is. neen; die goede daden zijn oor
zaak, dat hij een goed mensch is.
die maken hem tot een goed
mensch. Ziehier de kern, die ook in
Nederland naar voren wordt ge
WANNEER men deze enormiteit
even nader beziet, dan vraagt
men zich toch wel stomverbaasd af
tja, maar hoe hebben wc het nu
eigenlijk? Is dc mensch een den
kend wezeq, ja of neen? Gaat er nu
aan al dio bedooldo en bcpalonde
daden con denkon vooraf, ja of
neon?
Want: duidelijk zyn do daden pri
mair gesteld en hot wezen secun
dair. En in dat geval zou dus van
denken vóór het handelen, vóór het
vorrichtcn van dio daden geen
sprake kunnen zyn. Want, zoo
gauw cr ccn denken aan dio daden
vooraf gaat, krijgen wy mot het
hcclc ingcwikkcldo wezen van den
monsch to maken, met do psyche cn
dusdanige psychologische processen
waarbij allerlei factoren een groo-
tere of kleinere rol kunnen spelen,
hetgeen zoo'n samengesteld geheel
is, dat het wezen daar niet van te
scheiden is. Voor het verrichten
van ccn daad. en zeker voor belang
rijkere, zal toch een besluit om dio
daad te verrichten voorafgaan. Dus
con denken.
Tenzy iemand in oen toestand is,
dat hij alleen handelt ert niet meer
weet, wat hy doet. Zyn do daden
primair (bepalend) voor het wezen
dan kan van een denkon geen spra
ke zyy.
En hier halen wo nu onzo maat
staf do univcrseele cr even
bij. Wij weten nllen, dat de normale
menscji ccn denkend schepsel is;
wat Hom juist van dierenonder
scheidt. is het redelijke. Nu zyn er
automatische handelingon, b.v. fiet
sen, waar men niet by hoeft te den-
den, maar... die worden Juist niet
bedoeld. Biyven dus de daden, waar
aan juist ccn denken vooraf moet
gaani wil men niet zonder denken,
dus als een Idioot. handeUm.
1 'cgenstrijdigheid
EEN ander punt van het existen
tialisme is de verantwoordeiyic-
hcid ten aanzien van de dadon. Men
moet zich zelfs tegenover de gehee
le menschheld verantwoordciyk
achten. De mensch moet telkens een
keus doen tusschen goed cn kwaad.
Men moet zelfs: dc absolute per
soonlijke vryheld ton aanzien van
de keuze tusschen waarheid cn leu
gen spreken.
Hoc is dat nu to rijmen? Het ecne
sluit het andere volkomen uit. De
keus geschiedt immers inneriyk!
Vóórdat het besluit deze of gene
daad te verrichten genomen wordt.
Dus weer een psychisch proces
waar het wezen beslist niet van los
tc maken is.
Is cr een keuze, dan wordt gewe
zen op het feit, dat er een inneriyk
proces aan dc dadon vooraf gaat.
En het wezen heeft invloed op dlc
keus. En dan... bepaalt die keuze,
dat inneriyke besluit de daad en
niet dc daad do keus
Bepaalt de daad het wezen
zooals dc existentialisten zeggen
dan bepaalt do daad ook do keus,
dio uit dat wezen, dat het Immers
bepaalt, voortkomt. Wanneer men
<lc univcrseele maatstaf neemt, ^us
dat vaststaande waarvan wy weten,
dat het alle eeuwen door onveran-
deriyk geldt, zooals de wet van de
zwaartekracht, dan weten wij op
grond van onzo onbewust verkre
gen universeclc kennis dat het
wezen van den mensch. het Inner
iyk, het denken, dus het geheele
josychischc wezen aan die keus me
dewerkt, dat verder, welke uitwen
dige factoren ook aanwezig kunnen
zyn, (aangenaam, weerzinwekkend,
omstandigheden, enz.) hoe geeste
lijk ook verwerkt cr eerst een be
sluit do keuze als men wil
tot stand komt en dan scnmdalr de
daad.
Conclusie
DE conclusie waartoe men komt
is. dat het existentialisme,
zooals het zich nu laat zien, gewoon
weg een goocheltoertjo op denkge-
blcd is. Moge dit voldoende zijn. Op
dc maatstaven, volgens welke men
allerlei dingen op hun unlvepccle
luistheld kan tetscn. hoop ik binnen
'afzienbaren tijd terug tc komen.
Dat een betrouwbare toetssteen, die
vakwetcnschappelijke zekerheid in
zich bergt, vooral ln dezen tijd van
waarde ls, zal duidelijk zyn. Even
eens wanneer daarby nog een spe
ciale methode komt, waarmee men
veel benaderen kan, wat nu nog
onbereikbaar is.
CHARLES EYCK'S VIJFTIGSTE
VERJAARDAG
Ter gelegenheid van den vijf-
tigsten verjaardag van Char
les Eyck op 24 Maart a.s.
hoeft ztcli te Maastricht een werk
comité gevormd, dat zich belast
heeft met do viering van dezen
lcestdag. Daar het in do bedoe
ling ligt dit op zoo grootsch mo
gelijke' wijze te doen, zijn de fees
telijkheden in verband met den
vastentijd uitgesteld tot Tweeden
Paaschdag.
Het programma luidt: 2.30 uur
opening der Eere-tcntoonstcliing
in de Bonnefantcn te Maastricht,
waarna een inleiding zal worden
gehouden door Jan Engelman.
Hierna een receptie.
Na afloop vindt op het atelier
van Charles Eyck een gezellig sa
menzijn plaats voor enkele kunst-
vriendon.
21.00 uur. Gecosüimecrd festijn
in de Redoute-zalen. Hierop wor
den o.m. verwacht Anton vail
Duinkerken, Anton Coolen, Jan
Sluiters. Charley Toorop, Henk
Wicgersma, Charlotte Kohier en
nagenoeg alle bekende Limburg-
sehe kunstenaars.
Nog steeds verdringen zich
de bezoekers op de groots ten
toonstelling van werken van Vineent
van Gogh. welke op 24 Jan. j.l. door
den Ned. Ambassadeur te Parijs werd
geopend. Op sommige momenten
moest buiten het Musée ie l'Orange.
rie een file gevormd worden. Tof
7 Maart j.l. werden 54.000 bezoekers
geteld.
Het Fransch-Zwitsersche koor
La chanson dc montreux" zal op
24 Maart a.s. onder auspiciën van de
Ned. RcisvereenijJinjJ naar ons land
komen Gedurende twee weken zal
het 32 leden tellende koor in ver
schillende plaatsen volksdansen cn
volksliederen uitvoeren,
Het Ballet-Jooss zal begin Mei
vtfeer een tournée maken door Ne
derland.