'n Zomerse brief uit Londen onrust in de school
Dienst der prijsbeheersing
zoekt met Argus-ogen
Na China de meeste vrouwen
in de fabrieken
Radio-programma
Maar het gaat soms hard tegen hard
Onderwijshervorming
blijft uit
Hartstocht in de Kankasns
Een nieuw licht
op Plato
2
Donderdag 21 Augustus 1947,
Over Engelse artsen, de warmte, brieven die
nog niet geschreven zijn, kapotte machines, zinde
lijkheid, Sowjet-Rusland, de vrijheid van India en
het huis van de gehangene
Londen, Augustus
Ziek geweest.
Jawèl, heus beter. Eindelijk
een arts gevonden, die niet En
gels is, ziet U. Ik heb altijd be-
.weerd, ook in hèt openbaar
ik kan U de tekst aanwijzen -
dat de Engelsen prima heel
meesters zijn. Ze hebben im
mers in de negentiende eeuw
zoveel oorlogen gevoerd en
dat is een uitstekende oefening
voor heelmeesters. Maar artsen?
De Engelsen weten, met permis
sie, het verschil niet tussen genees
kunde en veeartsenijkunde: op het
laatste gebied zyn ze uitstekend,
want voor dieren hebben ze even
veel eerbied als de oude Egypte-
naren (onderwerp voor een brief:
op een ander keer). Ik heb gedu
rende myn lange verblijf m Enge
land vier goede artsen gehad: twee
Nederlanders een Ier, en nu, mijn
laatste ontdekking, ook alweer een
vreemdeling: een Schot.
Summa summarum, het gaat me
weer veel beter. En ik vertelde het
U alleen om U uit te leggen hoe
het eigenlijk kwam dat U in zo
lange tijd niets van me hebt ge
hoord.
En nu ik neerzit om weer eens
een Londens briefje te tikken be
vind ik me in een moeilijkheid die
eigenlijk even groot is als die waar
in ik verkeerde toen ik niet schrij
ven kon. Immers, ik wil actueel
zijn, niet zomaar over iets schrij
ven. Ik kan me niet voorstellen dat
de lezers er prijs op zouden stellen
om op de hoogte te worden ge
bracht van wat me nu toevallig te
binnen schiet. Neen, actualiteit, het
hartebloed van de journalist. Iets
dat voor iedere Londenaar, beter
nog voor iedere Engelsman, leeft,
belangrijk is, iets waaraan hy
denkt, waarover hij praat, waar
mee hjj zich bezighoudt iets
waarvan veel voor hem afhangt.
Wat dat dan wel mag zyn, op
deze hete Augustusdag, terwyl
gras en bloemen in mnn tuintje
staan te verzengen, de kindertjes
in zwembroekjes rondlopen en de
dametjes in Regent Street eigen
lijk met weinig meer (ik was er
gisteren nog)? In het vieze water
van Vader Theems, hier in Rich
mond, zwemt en plast man en hond
en kind, enmaar by U is 't ook
warm en ik heb U over warmte en
waternood niets te vertellen. Of dit,
toch (ook weer een onderwerp voor
een afzonderlijke brief): de Engel
sen zijn overtuigd, dat ze het rein
ste en meest badkuip-genietende
volk in de wereld zijn.
Dat waren ze ook, zolang men
nationale karaktertrekken mat en
beschreef volgens wat onder de
burgerij kon worden waargenomen.
Dank zy de propaganda, dat krach
tige middel (zie er „Mein Kampf"
maar eens op na, of, Nederlandser,
Multatuli's „Minnebrieven", meer
dan een lang mensenleven eerder)
heeft nu vrijwel iedereen een bad
kuip en. men gebruikt die niet om
er kolen In te bewaren (niet genoeg
kolen trouwens). Maar er is niet
genoeg water meer. Komt van dat
egalitarisme, gelijkheid, weet U
wel. Daarom is er ook zo weinig
zeep.
Niet de crisis
DE grote romanschrijver E. M.
Forster (de man van „Ho
ward's End" en van „A Passage to
India") heeft eens een kort novel-
letje geschreven, „The Machine
Bioko Down", waarin hy vertelde
hoe de mensheid der toekomst al
les, maar dan ook alles, voor zich
liet doen door een fabelachtige,
byna denkende, machine, die ook
zichzelf kon reparerentot ze
na een paar eeuwen zonder de ma
chine niets meer konden beginnen.
En toen kwam slytage er bij te pas,
alles liep verkeerd eind der
mensheid. Dito dito met ons be-
schavinkje: dat hangt af van pro
ductie en van voorraden. En als je
nu gelijk gaat delen begrijpt
U?Zindelijk kunnen we alleen
zyn, als velen, velen van ons nooit
in het bad kruipen.
Waarover moet ik dan schrijven
om actueel te zijn? De crisis? Maar
die is immers al zo lang latent. En
U krijgt uitmuntende informaties
uit Engeland en weet er alles van.
En dat Dick Crossman en de on
deugende groep opponenten binnen
de Arbeiderspartij niet zoveel meer
van Sowjet-Rusland houden als
eertijds, heeft prof. dr. C. D. J.
Brandt haarfijn uiteengeplozen en
uitgelegd in het Juli-nummer van
„Socialisme en Democratie", in een
mecsterlyk artikel met de titel
„Wat doet het Kremlin?". Ook al
weer geen nieuws dus voor de ver
lichte Nederlandse lezer. Of Is het
feit dat ik, Uw vrij zwijgzame
briefschrijver, de zwenking, niet
mèt Crossman, voor wie ik overi
gens bijzonder veel achting heb,
maar evenals Crossman, heb door
gemaakt en nu eindelijk ook, net
als de brave, fatsoenlijke mensen,,
geloof dat er met de Russen niets,
maar dan ook niets, is aan te van
gen belangrijk genoeg om het U
mee te delen? De mededeling heeft
althans dit nut, dat ze mij op één
gebied de aanspraak laat behouden
óp de naam van „meneer". Want
anders! Ik weet heus niet of ik an
ders nog ooit het recht zal hebben
om bij gelegenheid een wit, stijf
boord aan te doen. Lees maar
voort!
B.B.C. was trots
WANT nu komt eindelijk de aap
uit de mouw. Ik weet name
lijk van één door en door actueel
onderwerp, waarover ik, nu ik mijn
machineschrijvende toon weer heb
hervonden, mij beslist zou moeten
uitlaten. Actueler dan de crisis na
melijk, is de bevrijding van India.
Trots heeft de B.B.C. haar hoorders
in de gelegenheid gesteld, om de
feestelijkheden in het Voor-Indisch
Vasteland mee te leven. Zy heeft
verteld en ook de bladen van alle
richtingen deden dit, hoe twee Do
minions. India en Pakistan, zijn ge
boren. Hoe de donkerkleurige be
volking haar bevrijding gevierd
heeft.
Hoe te Delhi de ook in Engeland
populaire burggraaf nu graaf
Mountbatten door de bevolking op
de handen werd gedragen, toen hy
naar het regeringsgebouw reed om
van onderkoning Gouverneur-
Generaal te worden, vrij verkozen,
ten teken van warm© waardering
door
prof. dr. G. J. Renier
en vriendschap voor het Britse
volk, door de Constituerende Ver
gadering. Hoe de Britten een oogst
van goede wil aan 't vergaderen
zijn - met de zegen van Gandhi cn
van de Muslims een oogst, in
plaats van de roestzieke en verdor
de aren. die onder het Brits bewind
groeiden.
Ook wilde ik U opmerkzaam ma
ken op het feit, dat het hier niet
om een rekbare, zich tot constitu
tioneel gegoochel lenende formule
gaat. Een paar Dominions onder
de Kroon!, ja, maar toch vrjjc, ge
heel souvereine landen. Want se
dert het Statuut van Westminster,
in 1927, staat het vast dat een Do
minion, of hoe een zelfbcsturend
gewest in het Britse Rijk zich ook
mag noemen, het recht heeft om de
band met het Verenigd Koninkrijk
geheel zegge GEHEEL en
onvoorwaardelijk te verbreken. Ier
land heeft het de moeite niet eens
waard gevonden om dat officieel
ook te doen. Maar het bleef gedu
rende Wereldoorlog II neutraal, en
liet in Dublin de Duitse Ambassa
deur (niet dat ik dat nu zo netjes
vind van de Ieren) rustig op z(jn
standplaats blijven. Constitutioneel
en onherroepelijk is de Dominion-
status onafhankelijkheid.
Ze hebben ongelijk
Maar hoe kan ik nu over zo'n
geweldige gebeurtenis aan een Ne
derlands blad gaan achryven?
„Dans la maison d'un pendu on ne
parle pas de corde", zegt de Frans
man. WH doen dat zo anders, niet
waar? WIJ staan op onze rechten.
Terwijl de Britten Raleigh in de
geschiedenisboeken opsluiten, bren
gen wjj Jan Pieterszoon Coen in
onze pamfletten en in onze prac-
tyk. En nu kan het best zyn dat de
Republikeinen helemaal ongelijk
hebben. Dat wil ik trouwens gaar
ne geloven, want in het boekje van
MIJN levenswijsheid staat een re
gel: als twee ruzie hebben, hebben
ze beiden ongeluk. En we moeten
dus wel iets doe». En de totaliteit
van m(jn landgenoten (met uitzon
dering van de communisten en dat
zijn, vind ik, toch maar akelige
mensen, die altijd op orders uit het
Kremlin zitten te wachten) kan
toch geen ongelyk hebben Wie
ben IK, in mijn Engelse hoekje,
cm
Ik vind het alleen maar jammer,
dat mijn- vriendjes onder de gene
raals en onder de professoren het
al zo lang van te voren wisten, dat
de bruintjes op een keer ongelijk
zouden hebben en dat we „d'r dus
maar op los moesten slaan". Enkel
maar een coïncidentie, weet U.
Maar U begrijpt ook wel, dat ik als
tactvol mens rnaar niet te veel over
India moet gaan schrijven.
Weer een staaltje van de ouderwet-
se nieuwe mode! De stof is bruin-
beige gestreept. Let op de lange rok
en de grote mof
Als de controleurs komen (1)
PRIJSBEHEERSING en Prijs-
controle. Twee venijnige woor
den 'met betekenissen die aan het
begrip nachtmerrie doen denken,
bezorgen de middenstanders een
vaak ongelimiteerde papieren
rompslomp en dompelen d$ ont
duiker der voorschriften in een
voortdurende angst die hem het
zaken-doen tot een obsessie
maakt. Is bet wonder dat het op
de grens van ambtenaren- en
zakenwereld soms hard tegen
hard gaat, bij de pogingen om
elkaar tot alle prijs te overtroe
ven? Geen middel wordt dan on
beproefd gelaten om de contro
leur zand in de ogen te strooien.
De ambtenaar echter, door erva
ring wijs geworden, weet welk
vlees hij in de kuip heeft en wel
ke winkelier een dubbele bodem
in zijn ziel heeft aangebracht.
Schermutselingen kunnen niet
uitblijven en soms worden er
gevechten geleverd, waarbij har
de slagen vallen. Toch zijn er
heel wat winkeliers die het met
de pnncipen van de geleide eco
nomie eens zouden kunnen
zijnals de bemoeiingen van
de overheid maar niet verder
leidden, dan tot de stoep van zijn
winkel. Aangezien dat niet het
geval is, verzint hij slinksigheden
die hem somtijds in de handen
doen wrijven als een goedgelovige
ambtelijke burger de pen droog
houdt. Aan de andere kant zijn
het de> CCD-ers en Prijsbeheer-
sers die rond de haard verhalen
van hun omzwervingen op het
economische jachtveld waar soms
groot wild te schieten viel.
Boekenwijsheid
En als ze dan aan de praat ra
ken, hoort men alras dat het voor
deze minnen der gerechtigheid
niet gemakkelijk is. Zij hadden
mid '46 een handleiding van veer
tien edities, tezamen driehonderd
bladzijden met voorschriften, prijs
regelingen en tabellen. Dat is het
geestelijk wapen, waarmee de
strijd wordt aangebonden. En da
gelijks men leze er de staats
bladen maar op na wordt dit
wapen vernieuwd en uitgebreid.
In de oorlogsjaren gebeurde het
nog wel eens, dat er een Duitse
Verwalter door de „Nederlanders"
naar voren werd geschoven die de
woorden „einsperren" en „Amers
foort" zo vooraan in de mond had,
Gat de controleur moest afdruipen
terwijl de knoeiende „Nederlan
der" met zijn Mof over de goede
afloop een borrel dronk. Maar die
tijd is voorbij en de controleurs
konden en kunnen thans met
meer autoriteit optreden, ook al
werd er meermalen met handge
meen gedreigd en kwam men in
Erie als bij de Hoekse en Ka
beljauwse grenscorrecties met
grepen, zeisen en schoppen aan
dragen om de gezagsmannen het
onderzoek bitter te maken.
Het onderzoek is verdeeld over
twee groepen van ambtenaren.
Do ene groep „behandelt" de fa
brikanten, grossiers en impor
teurs; de andere gaat op visite bij
de kleinhandel, controleert de
markten en straathandelaren.
Uiteraard grijpen heide dien
sten in elkaar, omdat een prijs-
overtreding dikwijls voortkomt
uit een te hoge inkoopsprijs voor
de detaillist. Het onderzoek dat
bij de winkeliers begon wordt dan
teruggeleid naar grossier en fabri
kant. Het is overigens een ont
stellend feit hoe weinig winke
liers op de hoogte zijn van de
voorgeschreven groothandelsprij-
(Ingezonden mededeling)
zen, waaTdoor zij het goed veel te
duur inkopen en bij controle in
ds knoei raken. Dit bleek onlangs
uit een ingesteld onderzoek naar
borstelwerk, waarbii alle bezoch
ten in overtreding bleken te zijn.
Het zou te ver voeren de opzet
der diensten uitvoerig te bespre
ken. Beter is het te luisteren naar
de heer H. v. Duyn, een van de
rechterhanden vajj Prof. Brou
wers wel eens hatelijk de Prij-
zen-dictator genoemd —oppraat
stoel gezeten, vertellend over het
wel en wee van de economische
diensten.
De muis met de staart
Typisch is, dat de ene zaak vrij
wel altijd een andere na zich
sleept. Zo vestigde een onderzoek
in een schoenenwinkel de aan
dacht op een zwarte auto en ver
volgens _op de daarbij behorende
zwarte Peter, die veel in het
grensgebied verkeerde. Men kwam
op die manier achter een uitge
breide smokkelhandel. Een ande
re handel in zwarte auto's leidde
tot de ontdekking van handel in
\alse rijvergunningen.
Klachten en tips
De ambtenaren komen derge
lijke zaken op het spoor door het
ontvangen van „tips" van gedu
peerden. Maandelijks komen er
duizenden klachten binnen. In de
meeste gevallen worden die klach
ten niet uitsluitend individueel
bekeken, immers dan zou de
dienst handen te kort schieten
maar alleen in grote gevallen of
in zaken die leiden naar een al
gemeen verschijnsel. Het is overi
gens typisch dat van de
klachten der inzenders op niets
uitloopt.-Ook lokt het mensdom
vaak zwarte handel uit, door be
delend te vragen „alsjeblieft maar
zwarte fournituren bij een jas te
doen" om daarna met opgestre
ken zeil op de opsporingsambtena
ren af te stevenen.
Een andere bron van inlichtin
gen verschaffen de prijzencom-
missies, politie enkranten
berichten, vooral de advertenties.
Overigens zijn er vaak tenden
tieuze klachten of onvolledige ge
gevens. Zo kwam er b.v. eens een
anoniem briefje „gaat U eens kij
ken op nummer 20 bij mij in de
straat. Daar zitten weer zwarte
varkens. Ik kan er niet aanko
men
Uit het bedrijfsleven zelf komen
klachten, terwijl het niet tot de
zeldzaamheden behoort, als een
ondernemer eens gaat praten met
de Prijsbeheersing, om te vertel
len dat hij zijn handel geschaad
voelt door niet bona-fide branche
genoten.
De opsporingsdienst heeft ech
ter ook een eigen observatie-appa
raat, waarmee hij dagelijks op
zwarte schimmen loert. Dan nog
zijn er de prijzcncom'missies. die
zich gaandeweg in een grote
populariteit verheugen, en die
indien hun eigen adviezen niet
worden opgevolgd de grote
broer uit Den Haag wel eens te
liulp roepen.
Zo kan er op succesvolle wijze
worden gejaagd op de prijsover-
t reders.
Het vak van leraar of onderwijzer
niet aantrekkelijk meer
WANNEER gesproken wordt over rust en orde In de school of over het
tegendeel, dan gaan als vanzelfsprekend de gedachten uit naar het
gedrag van de leerlingen, hun ordelüke handelswijze, hun rustige arbeid,
of wel hun wanordelijk optreden, lawaai en misdragingen.
Rust en onrust in de school, dat is voor velen alleen het probleem van
de orde, inderdaad bet, moeilijke probleem voor menige onderwijzer cn
leraar, maar ook voor zo menig kind. liet is echter de vraag en een
vraag die ik hlerbU stel of thans nog de rust en de onrust van de school
In de eerste plaats te maken hebben met het gedrag van de kinderen.
stel van hogerhand zoveel medewer
king zou hebben gekregen als het
van de leerlingen heeft ontvangen.
Want in dezelfde tijd, dat zij het
vermogen bleek tc bezitten zich meer
en meer te voegen in het normale
schoolleven, bleken de volwassenen
daarvan verstoken te zijn. De on
rust in de school komt thans van ho
gerhand.
De onderwijsbegroting staat op
het staatsbudget lager genoteerd
dan ooit eerder Is voorgekomen. Zo
blijven de allernoodzakelijkste voor
zieningen achter.
De onderwijshervorming blijft uit,
het vak van onderwijzer en leraar
Is mede daardoor! niet lan
ger voor velen aantrekkelijk.
Terwijl dc onderwijzers, slinkend in
aantal, de schade van een schriele
salariëring enigszins inhaalden, bleef
voor de leraren een achterstelling bij
de rest van het overheidspersoneel
i.gcwijzigd zodat er grote ontevre
denheid heerst en, vooral in het,
den van ons land, er zelfs over sta
ken gedacht en gesproken wordt-
Voeg daarbij do algemene materiële
nood, waarin de school natuurlijk
deelt, cn U hebt, het beeld voor U
van een onzekerheid, een desorgani
satie, een hulpeloosheid, die, zo er
gens, zeker hier funest is, waar het
gaat om de opvoeding en opleiding
van de jonge generatie.
Dagelijks wordi het bewijs gele
verd. dat deze generatie mits goed
geleid, tot prestaties in staat is, die
hoop geven voor de toekomst. Dage
lijks wordt, helaas, ook bewezen, dat
de volwassenen niet in staat zijn de
jeugd daarbij de aller noozakelijkste
steun te versehatfen. De onrust, die
thans door de scholen waart is niet
van de moeilijkste en lastige leerlin
gen. maar het is de onrust der onop
houdelijk gewijzigde roosters, de ge
combineerde klassen, de onrust van
her voddige materiaal, de vervuilde
lokalen, de onzekerheid, bet uitstel.
Deze onrust knaagt aan ons onder
wijs en is bezig een blijvende schade
aan te richten.
Dr. J. C. BRANDT CORSTIUS-
De gangbare vooretelling van za
ken is, dat de eventuele onrust in de
school veroorzaakt wordt door
leerlingen; het wordt tijd te consta
teren, dat hij teweeg gebracht wordt,
en steeds veelvuldiger, door dege
nen, die de 6chool beheren.
Wanneer ik dat zo zeg, bedoel ik
niet, dat de leerlingen meer dan
vroeger beantwoorden aan het, ge
lukkig onbereikbare, ideaal van me
nige onderwijzer en menig leraar,
noch minder, da» deze laatsten zou
den tekort schieten. De kinderen ge
dragen zich natuurlijk niet beter dan
voorheen. Dat zou, anno 1947, een
dubbel wonder zijn. Twee jaren na
een periode van desorganisatie op
elk gebied! Geen wonder, dat nog
lang na de bevrijding het ongeoor
loofde schoolverzuim zo groot was,
dat men zonder meer ervan kon
spreken een halve eeuw te zijn te
ruggevallen. Geen wonder, dat het
vermogen, zich op het werk te con
centreren buitengewoon gering
bleek, de netheid minimaal evenals
de zorg voor de leermiddelen en de
voorwerpen van de klas.
Veeleer mag het daarom een won
der heten, dat in twee jaren tijds zo
veel ten goede is gekeerd. Er blijft
vooral in de grote steden na
tuurlijk veel te wensen over en men
bespeurt nog altijd de ongunstige
nawerking van de oorlog. Maar hoe
veel is er verbeterd! Zowel ouders
als kinderen hebben ten aanzien van
de school aan verantwoordelijkheids
besef gewonnen. Er wordf reeds
minder vernield, minder gespijbeld,
zij zijn minder gauw afgeleid, beter
in staat in zich op te nemen, het
werk wordt netter, het denken orde
lijker.
Nu dc leerkrachten
Maar dan komt tegelijkertijd het
teleurstellende besef op, hoeveel
meer er met onze kinderen te berei
ken zou zijn geweest, indien het her-
Ruslands sociale structuur (II)
T N 1936 kreeg de Sovjet-Unie een
-*■ enigermate liberale grondwet,
waarin o.a. de bevoorrechting van
de industrie-arbeiders ten opzichte
van de boeren werd opgeheven. Hoe
sterk in diezelfde tijd de vaderlands
liefde aangewakkerd werd, blijkt uit
deze twee versregel? uit «en dood
gewone amusementsfilm:
Als een bruid hebben wy ons
vaderland lief.
Als onze moeder verdedigen wij het-
Deze laatste regel herinnerde er
tevens aan, dat bij de grondwet ook
het gezinsleven weer hersteld was.
Voordien stonden gezinsleven en hu.
welijk op een bedroevend laag peil;
ter illustratie mogen de volgende
cijfers dienen. In 1935 kwamen in de
stad Moscou 70.000 geboorten voor,
maar 135.000 onderbrekingen van
zwangerschap. In Groot-Rusland
werden in het jaar 1934 bijna 200 000
(in liet jaar daarvoor 142.000) aan
klachten aanhanging gemaakt we
gens het niet nakomen van onder
houdsplichten; in 80 van deze ge
vallen konden de bij een vroegere
gelegenheid toegewezen kosten niet
worden afgedwongen wegens verre
gaande onverschilligheid der betrok
ken instanties!
Op de gevolgen van deze zeden
verwildering behoeft hier niet verder
te worden ingegaaD; wij stellen al
leen vast, dat de Sowjet-Unie ten-
door M. C. TIDEMAN
gevolge \an de aanzienlijke daling
van het geboortecijfer tot 1936 thans
over minder arbeidskrachten kan
beschikken dan waarvoor de van
nature geweldige bevolkingsaanwas
anders zou hebben gezorgd. Daaren
boven sneuvelden in de laatste oor
log 8 millioen man, stierven er 5 h
6 millioen door honger, tyrannie en
ontbering. Is het wonder, dat op het
einde van de oorlog de helft der fa
brieksarbeiders bestond uit kinderen
van 15 en 16 jaar, naast een zeer
groot aantal oudere vrouwen?
Nu dien^ hierbij niet uit het oog te
worden verloren, dat de Sowjet-
Unie steeds vele vrouwen heeft te
1914
werk gesteld, zoals uit de volgende
cijfers blijkt:
werkers
1913 1939
volwassen mannen 62 20 25
vrouwen 27 40
jongeren
(onder de 23 jaar) 11 35 k 40
Lagere levensstandaard
TIJDENS de oorlog steeg volgens
de officiële cijfers het percenta
ge vrouwelijke fabrieksarbeiders tot
over de 70. Vanzelfsprekend is dit
cijfer thans lager, doch gelet op bo
vengenoemde factoren, zal he^ wel
tussen de 45 en 50 blijven liggen.
Hieronder moeten zich dan zeer vele
ongetwijfeld meer dan de helft
gehuwde rouwen en moeders be
vinden. Het percentage vrouwelijke
arbeiders in de Sowjet-Unie is na
dat van China vermoedelijk het
hoogste ter wereld.
Ofschoon niet geheel bevredigend,
is het *°ch leerzaam deze diagram
men uit Dallin's boek naast elkaar
te zetten.
FEUILLETON
PffllHTUiliiLiimuuii|iiimBfffi'ilillllllll.iiaiJliiruiiiir.iiir,ir^>ffwT-n
door i een Kaukasische vertelling
I M. J. LÊRMONTOF I
Vertaling J. A. Ages f oorspronkelijke titel: „Bèla'
filiroiaOlimimWnilliHUI«;innilinillimiTli:m;ieiiin:mnimiM
8
„Een ding zal ik mjj nimmer ver
geten; de duivel moet me het inge
fluisterd hebben om mjj toen wij
in het fort waren aangekomen
tegenover Gregory Alexandrowitsj
te doen herhalen, wat ik gehoord
had, toen ik achter de heining had
zitten luisteren. Hy lachte en aan
de slimme uitdrukking op zjjn ge
zicht zag ik, dat hij meteen een
plan smeedde".
„En wat was dat? U moet het
me vertellen!"
„Ja, ik geloof, dat daar niets an
ders op zit. Ik ben het verhaal zelf
begonnen en dan zal ik het moeten
beëindigen ook".
Ongeveer vier dagen kwam Aza-
mat naar het fort gereden. Zjjn ge
woonte getrouw ging hy naar Gre
gory Alexandrowitsj, die hem alttjd
verwende met fraaiigheden. Ik was
erbtj. Het gesprek ging over paar
den en Petsjorin begon Kazoitsj'
draver te loven; hoe nerveus en in
telligent hy was en zo schoon als
een gems wel. wanneer je hem
hoorde was er geen mooier paard
op de wereld.
De ogen van de jonge Tartaar
begonnen te glinsteren. doch
Petsjorin deed alsof hy niets
merkte; ik trachtte het gesprek af
te leiden, maar tenslotte kwam het
toch weer op Kazbitsj' paard te
recht. En dit proces werd telken
male herhaald, wanneer Azamat bij
ons kwam. Drie weken later begon
ik te merken, dat de knaap bleek
was geworden en vermagerd, phy-
sieke veranderingen, die men in ro
mannetjes met liefde in verband
gebracht krijgt. En was het won
der?,
Eerst veel later vernam ik de op
zet van het plan: Gregory Alexan
drowitsj had hem zo bewerkt, dat
hij in staat was om in het water te
springen en tenslotte leiddo
Petsjorin het noodlottige gesprek
in: „Ik merk, Azamat, dat je ver
schrikkelijk verrukt van dat paard
bent; maar j(j ziet niet verder, dan
je neus lang is. Zeg eens op, wat
zou je er voor over hebben, wan
neer iemand je het paard bezorg
de
„Wat hy ook maar zou wensen",
antwoordde Azamat.
„In dat geval zal ik zorgen, dat je
Karagoz krijgt, evenwel, op één
voorwaardezweer, dat je die
zult nakomen!"
„Ik zweer hetmaar gij moet
het ook plechtig beloven!"
„Goed, ik zweer, dat jij het paard
zult bezitten; maar jij moet my er
voor je zuster Bëla geven. Karagoz
zal haar huweiyksprijs zyn. Ik
hoop, dat je voelt voor deze koop".
Azamat zweeg.
„Staat het je niet aan? Zoals je
wilt. Ik dacht, dat je een man was,
maar je bent nog een kind; het is
nog wel erg vroeg voor jou om een
paard te rijden
Azamat barstte uit: „Ja, maar
mijn vader
„Gaat die nooit eens op reis?"
„Dat is zo..."
„Dus, accoord?"
„Accoord", fluisterde Azamat,
verbleekt als de dood. „Maar wan
neer?"
„De eerste keer, wanneer Kaz
bitsj hieiheen komt; hij heeft mij
beloofd tien schapen te brengen; do
rest is mijn zaak. Onthoud het goed
Azamat!"
En zo kwamen zjj het overeen;
waarachtig, het was een vervloek
te zaak. Ik zei dat later ook tot
Petsjorin, maar hij antwoordde, dat
een wild Circassisch meisje zich
maar al te gelukkig mocht prijzen
een zo aardige echtgenoot te krij
gen, als hy was want, in over
eenstemming met de zeden van dat
land zou hy in elk geval moreel en
wettelijk haar man zjjn en daar
bij beschouwde hij Kazbitsj als een
rover, die vroeg of laat toch ge
straft zou moeten worden. Zegt U
zelf, wat kon ik daartegen in bren
gen. Gregory Alexandrowitsj heeft
toen Azamat verteld, dat de vol
gende dag Karagoz in zijn handen
zou zijn en hy dreigde, dat als hii
nu direct, dezelfde avond Bela niet
zou hebben, de transactie niet zou
doorgaan.
Toen Azamat dat hoorde ging hy
in galop terug naar zijn dorp. In de
avond nam Gregory Alexandro
witsj z\Jn wapens en reed het fort
uit; hoe zij het voor elkaar ge
bracht hebben weet ik niet, maar
des nachts kwamen beiden terug en
de schildwacht merkte op, dat over
Azamats zadel een vrouw lag, ge
boeid aan handen en voeten en het
hoofd gewikkeld in een Tartaarse
doek.
„Maar het paard?", vroeg ik de
kapitein.
„Geduld, geduld, mijn waarde. De
volgende dag kwam Kazbitsj vroeg
in de ochtend om zijn tien schapen
te verkopen. Hy bond zijn paard
aan de afrastering vast en-zocht
my op. Ik nodigde hem op de thee.
want bandiet als hy was bleef hy
toch mijn vriend.
Wy begonnen over het een en an
der te praten, maar plotseling
vloog Kazbitsj overeind met ver
trokken gezicht. Hy stoof nfcar het
venster, doch dat raam zag uit op
de binnenplaats. „Wat mankeert
je?," vroeg ik hem.
„Mijn paard! Mijn paard!"
stamelde hij en jc kon zien, dat hy
beefde.
(Wordt vervolgd).
In de eerste plaats valt op. dat de
tweede pyramide lager is: nimmer
kende het Sowjet-bewind inkomens
als in de Tsaren-tijd. Er zijn geen
millionnaire van het oude type (deze
laatste vier woorden zijn belang
rijk!), er is geen Hof. Zelfs de hoog-
sten in de Sowjet-maatschappij le
ven op een peil lager dan dat van de
voormalige kapitalisten uit de mid
denklasse in de eerste pyramide.
Onderaan valt op dat 7 tot 12 mil
lioen hoofd- en handdwangarheiders
een beslist lagere levensstandaard
„genoten" dan onder het oude re
gime ooit voorkwam.
Ten derde is de omvang van de
ambtenaren-groep in 1940 opmer
kenswaard: zij is groter dan die
van de vier bovenste groepen in
1914 tezamen. Buiten beschouwing
zijn hier gelaten de militairen en de
gepensionneerden, waarvan de bete
kenis voor de sociale structuur van
het Russische volk van minder be
lang is.
Bunt heeft de leiding
Van de vyfde ronde van dc bonds
wedstrijden van de K.N.S.B. lulden de
uitslagen In de hoofdgroep:
Kok-Stumpers 0—1: Wolthuls-Vlnken
0—1; Henneberke-van Mtndeno 'b—',6;
Brouwer-Bunt 0—1: afgebroken partijen
uit de vierde ronde: Hcnneberke-Stum-
pers ij_ 14: van Mlndeno-Wolthuis
ij Na de vijfde ronde luidt de
stand ln deze groep: 1. Bunt 5 p.; 2.
Brouwer 3 p.: 3. Henneberke 2\k plus
een afgebr partij: 4. Kok 2M, p.; 6 cn
7 Vinken, van Mtndeno en Stumpers 2
p.; 8. Wolthuis 1 p. plus een afgebr
In het intergeallleerde lawntcn-
nistournooi dat deze week te Ostende
gehouden wordt, hebben van Swol en
van Meegeren zich in de tweede ronde
geplaatst.
Van Swol sloeg Ratllff (Ver Staten)
met 6—3, 7—5; van Meegeren sloeg
Thibaut (Belglö) met 6—0. 6—1.
Plato, zijn betekenis voor
onze tyd, door Dr. H. Groot
J. M. Meulenhoff, Amster
dam 1947.
Doordat men tot voor een halve
eeuw geleden in Plato vooral de
verstandsmens zag, bleef menige
passage in zijn werk onduidelijk. Ér
werd echter een nieuw licht op deze
onverklaarbare plaatsen geworpen
door het inzicht, dat de persoon
lijkheid van Plato vele tot nu toe
onbekende kanten bleek te hebben
en dat hy naast zyn rationalisti
sche aanleg een sterk eraotioneel-
artistieke inslag en een religieus-
mystiek gevoel moet bezeten heb
ben.
Het ligt voor de hand, dat een
geest als dr. Groot, natuurphilosoof
door studie en zeer gevoelig voor
het mystieke, bij uitstek in staat
is deze nieuwe opvatting over Pla
to te benaderen. Hy laat ons zien
welk een levende persoonlijkheid
Plato nog is. die ook, of liever ge
zegd juist, ons iets te zeggen heeft,
omdat door het op het verstande
lijke toegespitste denken van onze
teehnokratische maatschappy de
waarden van bezinning en zelfver
dieping nauwelijks meer erkend
worden.
Daarom richt de schrijver zich
tot het grote publiek, waarmee niet
gezegd is, dat zyn werk voor Iedere
leek zonder meer begrijpelijk is.
Enige wy.sgerige scholing is voor
de lezer noodzakelijk, ondanks de
zeer nuttige en duidelijke phlloso-
phische woordenlijst, 'die aan het
boek Is toegevoegd. Al is het werk
niet In de eerste plaats voor vak-
philosophen en klassieke litterato
ren bedoeld, toch zullen ook zij deze
studie met veel genoegen en gewin
lezen, omdat de schrijver toont met
deze Plato-interpretatie op de goe
de weg te zijn. Misschien zullen zfj
wèl enige reserve ln acht nemen
tegenover de ver doorgetrokken pa
rallellen tussen Plato's denkbeelden
en de Indische Yoga-leer.
Het is een verheugend verschyn-
sel, dat een Nederlander (immers
de verdiensten van ons volk op het
gebied van de philosophie zyn niet
bijzonder groot) met deze studie
over een der grootste Europese
denkers ls voor den dag gekomen.
Dr. v. d. V.
Routine domineert in
Scheveningen
SCHEVENINGEN. Van de acht ge
plaatste spelers ln het dames-enkelspel
hebben zeven zich tegen de winnaressen
van de tweede ronde kunnen handha
ven wel een bewJjs dat er nog geen
„doorbreken" van de zijde van de Jeugd
ls. De enige die het niet kon bolwer
ken was mej. Eggersman die een drive
duel ln drie sets aflegde tegen mej.
Grosveld uit Brabant.
In de kwartfinale bleek mej. Cou-
querque nog Immer een niet te over
winnen tactiek te hebben, dank zij
haar afwisseling ln tempa, dank ztf
haar variatie in alles. Zij sloeg mevr.
Scholten en plaatste zich daardoor ln
de halve eindstrijd.
In het heren-enkelspel had Krijt de
grootste moeite om zijn onzekere spel
te doen zegevieren tegen de ovcrmoei-
bare en tactisch spelende Toenjes. De
verrassing was de overwinning van
Lljsen op de geplaatste Dehnert.
Met Krijt en Lljsen kwamen Karaten
Rinkel en A. Borrcn in de laatste acht.
Voornaamste uitslagen:
Herenijenkelspel tweede ronde: Ada-
ma van Scheltema sl. Dry ver 64. 62;
Taminau sl. Marls 62. 75. Derde
ronde- Adema v. Scheltema sl. Linck
6—3 64; lH. Beernink sl. Fablus o7,
62. 61: Toentjes sl. Knottenbelt 63,
61: Lysen sl Keuls 63, 62; Taml-
nlau sl. Lissauer 62, 63; Ketjes sl.
de Roy van Zuidewijn 36. 64. 64;
Bosschaart sl. stas 64, 16. 64.
Geplaatste spelers tegen winnaar»
derde ronde:
A. Borren sl. F. Beernink 36. 64;
Rinkel sl. Ketjen 6—1. 7—5; Karsten sl.
Bosschaart 62. 6—4; Krijt sl. Toen
jes 57, 61, 61; LUsen sl. Dehnert
6_3, 6—0.
Dames-enkelspel geplaatste speelster»
tegen winnaressen tweede ronde: Mej.
Grosveld sl. mej. Eggersman 61, 36,
62; mevr. Koopmans sl. mej. Kiek
86, 62; mevr. Lubbers sl. mevr. v.
Berkel 26, 63, 63; mej. Hermsen sl.
mevr. v. Haagen 6—1, 6—1; mevr.
Schmier sl. mej. Broese v. Groenou
7-5. 6—4.
Kwart eindstrijd: Mej. Rollln Cou-
querque sl. mevr. Scholten 6I, 63.
DONDERDAG 21 AUG.
Avondprogramma
HILVERSUM I: 19.00 Nieuws,
19.15 Amusementsmuz. 19.30 Ac*
tueel geluld. 19.45 R.V.D. ant
woordt. 20.00 Nieuws. 20.15 Zomer*
avondconcert (Mariniers). 21.00
Orgelspel. 21.30 Lezing dr. Schol
ten. 21.50 Gram.platen. 22.30
Nieuws. 22.45 Avondoverdenkhig,
23.00 Symph. Avondconcert.
HILVERSUM II: 19.00 NevV!
Yorkse correspondent. 19.10 Re*
portage. 19.35 The Romancers,
20.00 Nieuws. 20.15 Radio Philh.
ork. 21.15 Luisterspel: 'n Glas melk
21.55 Orgel. 22.00 „Hy en Zy". 22.30
Metropole ork. 23.00 Nieuws. 23.15»
Glen Miller en Frank Sinatra.
VRIJDAG 22 AUG.
Ochtend- en middagprogramma
HILVERSUM I: 8.00 Nieuws,
30.15 Uit het boek der boeken. 10.40
Scalakoor uit Milaan. 11.00 Voor
de zieken. 11.35 Als de ziele luistert
11.45 Pop. orgelspel. 12.00 Angelus.
12.03 Boedapest-strijkork. 12.30
Weeroverzicht. 12.33 Harmonie-
ork. 12.55 Zonnewyzer. 13.00
Nieuws. 13.15 Welk boek? 13.20
Gram.muz. 13.50 Van man tot man,
14.00 Lichte muz. 14.20 Voor de kin*
deren. 15.07 Symph. middagcon
cert. 16.30 Solistenparade. 17.15
Mannenkoor. 17.45 Wat het buiten
land leest. 18 00 Dinermuziek. 18.3Q
Pogr. v. d. Ned. Strijdkrachten.
HILVERSUM II: 8.00 Nieuws.
8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Grain,
muz. 9.30 Waterstanden. 9.35 Gram.
muz. 10.00 Morgenwijding. 10.20
Voor de zieken. 10.45 Zangrecital.
11.00 Hawaiian muz. 11.15 Voor*
dracht. 11.30 Lichte ork. muziek»
12.00 Spaanse en Zuid-Amerikaan
se klanken. 12.30 Sport. 12.35 Sky-
masters. 13.00 Nieuws. 13.15 Zigeu
ner ork. 13.45 Zwitserse koren.
14.00 Kookkunst. 14.20 Kerkorgel-
concert. 15.00 Boekenschouw. 15.20
Debussy. 16.00 Bekende marsen en
walsen. 16.30 Voor de jeugd. 17.00
Orgelspel. 17.30 Boyd Bachman.
18.00 Nieuws. 18.30 Amateurs.