Luxe Terhuur-Auto's AbonneertUopditSlad O.M. AUTOMOBIELEN Soest,er Courant Nieuws* en Advertentieblad. voor Soest en Omgeving Verschijnt eiken Zaterdag. iSOiiL: iDIETEI Piano ieerares GEMEENTE-FILM H. STAM, Soestdijk, Tel. 47 W. 0. BOS Jr., Brandstoffen - Grint No. 9 Uitgever G. v. d. BOVENKAMP Soestdijk N.V. MIDDENSTANDSBANK INCASSO'S DEPOSITO'S VREUGDE BEREIDEN. E. van Wleurs, Begeleiding Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2 VERDEDIGING EN BESCHULDIGING. Garage „MIDDELWIJK" Leekedichtjes van Jan Joris VENEMA's KLEEDING NAAR MAAT SUCCESSEN VAN EERSTEN Prijs TWEEDEN Prijs Hedenavond van 7 tot 12 uur in Hotel „DE GOUDEN PLOEG" Jaszband Orkest van de U. D. C. 0. - 12 personen Optreden 1ste kias HUMORIST VAN DEN BERG Co. ALLE BANKZAKEN Vijftiend® «laargang Zaterdag 26 Febr. 1927 Adres voor Administratie en Redactie Van Weedestraat 7, Soest Advertentiën worden ingewacht tot Vrijdags voormiddags 9 uur bij den Uitgever. Ingezonden stukken tot Dinsdagavond 9 uur ADVERTENTIEN Van 1—5 regels 75 ct. Elke regel meer 15 ct. Qroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement groote korting. Abonnementsprijs 50 cent per kwartaal. voor AMERSFOORT en OMSTREKEN Telef. 97, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker Lives of great men all remind us, We can make our lives sublime And departing, leave behind us. Footprints in the sande of time. LONGFELLOW. Deze woorden van Longfellouw, die vertaald luiden: „De levens van groote mannen herinneren ons er alle aan, dat we van ons leven iets verhevens kunnen maken en heengaande, voetstappen achter ons laten in het zand van den tijd", houden een fijn-gevoelde gedachte in, die ons helpen kan bij ons streven, om vreugde te bereiden. Want, nietwaar, velen, zoo niet allen, vinden het innerlijk zoo'n groot genoegen om van hun leven iets goeds en moois te maken, al kunnen zij soms niet zien, hoe dat aan te vatten En hoe kunnen we nu beter iets ver hevens van ons leven maken, dan door het voortdurende streven, vreugde te be reiden aan de menschen om ons heen, aan den moeden kameraad op den le vensweg, dien we als „voorbijgaande schepen in donkere nacht" passeeren, aan ieder, die onzen weg kruist, of een eind met ons dienzelfden weg gaat Vinden we het niet allen heel aangenaam, vrienden, veel vrienden te hebben? Welnu, zouden we niet door dit sublime streven om vreugde te geven hetgeen al kan geschieden door een bemoedigde glim lach, een hartelijk, monter woord een kring van vrienden om ons heen bouwen en zouden we dan, heengaande, geen „voetstappen achterlaten in het zand van den tijd"? De een meer, de ander minder, maar allen toch in zekere mate, verlangen we ernaar vrienden te hebben. Het is zoo goed zich te koesteren in het warme licht eener oprechte genegenheid. Maar het is opmerkelijk, dat sommigen, die er zoo fel op uit zijn, vrienden te zoeken, ze dikwijls niet vinden. Want wanneer men er op uittrekt, de gedachten gecon- centreert op eigen welbehagen, op het genoegen, dat onze vrienden ons zullen verschaffen, als we ze zullen hebben gevonden, dan is de kans niet groot, dat we echte, goede vrienden zullen vinden. Wanneer onze geestelijke hou ding er bij voorbaat eene is van „krijgen", zooveel mogelijk „krijgen", in plaats van „geven", moeten we ons dan verwonde ren, dat anderen, onze gedachten aan voelend, weinig lust gevoelen, met ons een eindweegs langs het pad der men- schelijke ervaring te gaan Maar wan neer in ons denken een vriendelijke, hartelijke tendez de overhand heeft, zich naar buiten manifesteerend in vriende lijke hulpvaardigheid, opgewektheid en waardeering voor anderen, en vooral eenvoud, in den waren zin des woords, dat wil zeggen ongekunsteldheid, eer lijkheid, oprechtheid en bescheidenheid, dan gaan we er niet meer op uit, vrienden te winnen of kijken we niet angstvallig toe, of we onze vrienden wel behouden. Want dan zullen we telkens en telkens weer tot de ontdekking komen, welk een rijkdom van vrienden we hebben, dan zullen we ons telkens weer ver heugen over de groote vriendelijkheid die we ervaren. Immersde eene soort brengt de andere voort. We oogsten, wat we zaaiden, namelijkvriendelijkheid. En dan bemerken we, dat we niet be hoeven te „zoeken" naar vrienden, maar dat we ze eenvoudig „vinden". Een es- saysist drukte dit onlangs heel duidelijk uit, toen hij zeide: „Vrienden worden gewonnen, noch gemaakten we kunnen ook niet hopen ze te verdienen, ze worden eenvoudig gevonden. Ze komen tot hem, zooals de zang van den houtlijster door de bladeren komt klateren, en ze liggen op zijn pad, even natuurlijk als een gouden balk morgenzonneschijn, zoodat hij weinig anders te doen heeft, dan nederig dankbaar te zijn". We moeten dus niet bang zijn te geven, vreugde te geven, ons vertrouwen, onze hartelijkheid, al die kostelijke schatten te geven. Want we behoeven niet bang te zijn, dat we door dit geven armer zullen worden, met andere woorden, dat onze vriendelijkheid te vergeefs zal zijn, geen vrucht zal dragen, of een slechte ontvangt zal hebben. We behoeven niet te vreezen, dat onze handen leeger zullen worden, door al dit geven. Integendeel, het is wonderlijk, maar hoe meer we geven, hoe voller zullen onze handen worden. Omdat we, vreugde bereidend, dus „gevend", putten uit de onuitputte lijke bron van het goede. En hoe zouden dan ooit onze handen leeg kunnen wor den FLORIS C. Muziek-theorie, Compositie, Muziekgeschiedenis Condities f6.—, f4.50, f3.— per maand. Muziek in bruikleen. NIEUWERHOEKSTRAAT 2. Wanneer men als nuchter beoor- deelaar kalm beschouwt wat tot dus ver door den burgemeester dezer ge meente is aangevoerd tot staving van zijn bewering dat hetgeen geschied is volkomen in orde is, dan moet men noodzakelijkerwijs tot het volgende resultaat komen. Allereerst heeft de burgemeester zoo wel in den Raad als tegen de verte genwoordigers van „Handelsblad" en „Telegraaf" gezegd, dat de raadsleden niet hadden gehad de begrooting, doch slechts een memorie van toelichting. Gezien de overeenstemming tusschen het in de raadsvergadering meegedeelde en zijn uitlating tegenover de vertegen woordigers van genoemde bladen, is er geen enkele reden om aan de juist heid van het door dezen meegedeelde te twijfelen. Welnu, wat door den bur gemeester hiermede als verdediging wordt aangevoerd, is niet alleen geen verdediging, doch veeleer een beschul diging, een zelfbeschuldiging. Ieder die eenigzins is ingewijd in gemeentezaken, weet dat een begrooting is een raming van cijfers, en dat een memorie van toelichting is een verklaring van die cijfers. Wanneer, om eens een voorbeeld te geven, op het hoofdstuk voor de publieke werken, een post van f 500 voorkomt, dan zal men daarachter kun nen vinden de woorden: „dit bedrag noodig voor het onderhoud der plantsoenen". Hieruit kan dus ieder begrijpen, dat als de burgemeester zegt dat de raadsleden niet de begroo ting hebben gehad, maar de memorie van toelichting, dit onmogelijk juist kan zijn. Wat de raadsleden dan wel gehad en behandeld hebben? Men heeft het ook reeds uit het ingezonden stuk van Mr. van Doorne kunnen zien, dat is: de begrooting met daarnaast geschreven de toelichting der verschil lende posten, de memorie van toelichting dus. En het is deze begrooting, zooals die door den Raad is vastgesteld, die naar Gedeputeerde Staten behoort te worden gezonden, zonder dat iemand, wie dan ook, het recht heeft zonder uitdrukkelijke toestemming van den Raad, daarin ook maar één cijfer tel en rekenfouten daargelaten te wij zigen. Wanneer de burgemeester echter wel beter weet, wel weet dus dat de raadsleden niet de memorie van toe lichting hebben behandeld, dan is zijn driemaal geuitte bewering moeilijk anders op te vatten als een zoeken naar een uitvlucht. En wie zich sterk weet, heeft geen uitvluchten noodig. In de tweede plaats heeft de burge meester volgens de „Telegraaf" met betrekking tot de verhooging van de kasgeldleening van f300.000 tot f350.000 gezegd„dat de raad zich daarmede vereenigd heeft, doch dat het mogelijk is dat hij dit bedrag niet heeft genoemd". Maar indien dit laatste zoo is, wan neer hij die verhooging niet heeft ge noemd, niet heeft voorgesteld dus aan den raad, hoe kan deze zich dan ermee vereenigen Ieder die in het avondblad van de „Telegraaf" van Woensdag 1.1. dit gelezen heeft, moet de tegenstrijdig heid in de verdediging van den burge meester zijn opgevallen, een tegenstrij digheid, die op zich zelf een beschul diging is. Volgens „de Telegraaf" geeft de burgemeester toe dat van den oor- spronkelijken opzet, dat is dus de oor spronkelijke begrooting die de raads leden hebben gehad, is afgeweken. De vraag is echter slechts wederom Heeft elke zoodanige afwijking de goedkeu ring van den Raad gehad? Want als B. en W. of de secretaris of wie dan ook maar het recht zouden hebben af te wijken van een aangenomen en goed gekeurde opzet, waar is dan de grens? Waarlijk, wie een dergelijke verde diging leest, vraagt zich af of het niet veel verstandiger ware geweest van den burgemeester, die maar achterwege te laten. Een onjuiste verdediging keert zich veelal tegen den verdediger als een beschuldiging, een beschuldiging namelijk van zwakheid. Wij stellen echter met nadruk voorop dat wij ervan uitgaan, dat wat door den burgemeester aan de pers is mede gedeeld, door deze juist is weergegeven. Staat zijn onderhoud met de persver tegenwoordigers cwjuist in „de Tele graaf" en „Handelsblad", dan is het zijn taak ervoor te zorgen dat dat wordt gecorrigeerd. Doch zoolang de burge meester niet openlijk bedoeld verslag tegenspreekt, nemen wij van het boven staande geen woord terug. TELEFOON 1 Ruime wagens Billijk tarief IX Mijn stichtelijk uurtje is aangebroken. Dat is Zondagavond, als „grootje" (zoo noem ik vrouwlief altijd en dan kan ze zoo lekker nijdig worden) na het eten mijn eerste kopje thee heeft ingeschonken. Dan steek ik m'n gouwenaar op en neem het Soester Nieuwsblad. Daarom noem ik dit uurtje mijn „stichtelijk" uurtje, Ik mag Zondagsmorgens graag een goeie preek hooren. Maar Zondagsavonds en niet eerder lees ik mijn geliefde Chris telijke Soester. Ik houd van tegenstellingen, 's Morgens ware, echt gemeende chris telijke taalen 's avonds de Christelijke Soester. Nu zie ik weer dat die redactie zich bij voorbaat niet onder de intel- lectueelen rekent. Daar hebben ze gelijk aan. Want wie het artikel „Het gebed in den Raad" (trouwens door 'n emeritus predikant geschreven 1) heeft gelezen cn dit spotten noemen met wat heilig is, hebben geen recht op den naam intel lectueel. Men zou zich veeleer afvragen hebben die menschen werkelijk nog een greintje gezond verstand, of zijn ze zoo verpolitiekt, dat ze achter alles wat in de Soester staat, iets laags, iets vuils zoeken Welnu, zooals de waard is ver trouw ie z'n gasten. Dergelijke menschen doen werkelijk beter niet buiten hun eigen spheer te gaan. Zij kunnen, krachtens hun aard, bij anderen slechts het slechte, en bij zich zelf alleen het goede zien. Tenminste wat zij goed noemen. Zij noemen goed als het gebed tot een for- maliteitje wordt neergehaald, en zoodoen de tot een paskwil gemaakt van wat een gebed eigenlijk moet zijn. Wij noemen zooiets spotten. Zij noemen slecht als op een dergelijke verwording tot een gewoonte zonder meer, gewezen wordt Wij noemen datden eerbied voor het gebed hoog houden. Wij noemen liegen en lasteren slecht. Staat niet in den Bijbel: „Uw ja zij ja I en Spreek geen valsche getuigenis over Uwe naasten". Zij achten zich verheerlijkt als in een officieele raadsvergadering wordt gecon stateerd dat zij leugenaars en lasteraars zijn. Welk een schitterende, verheffende moraalEn dergelijke menschen willen critiek uitoefenen over anderenSteek eerst den hand in eigen boezem 1 En kijk eens in jullie bijbel of er niet iets in ty vinden is over een splinter en een balC Gek toch, die twee begrootingen. li snap er geen biet van. En wat een ver schillen 1 Als het nou nog kleinigheden waren. Maar dat gaat bij halve tonnen tegelijkIk gaf een kwartje als ik die twee begrootingen zelf eens naast me kaar zag liggen. Niet dat ik de gepubli ceerde cijfers ook maar in éénig opzicht in twijfel trek 1 Neen, enkel maar voor 't gezicht. Ik stel me het al voor. Aan den eenen kant die „officieele" begroo ting, die eigenlijk heelemaal geen be grooting is, volgens Mr. Jan. Aan den anderen kant de „niet officieele, dat „blauwe boekje" dat in den raad is behandeld en ook eigenlijk geen be grooting is. Volgens den burgemeester. Ik weet het niet, maar dat"1aats:e lijkt me toch wel wat erg gek. Met mijn boereverstand zou ik zoo zeggenwat doen die dertien menschen dan in de raadszaal bij elkaar, als ze de begrooting moeten vaststellen en ze hebben de be grooting niet voor zich. Dan konden ze net zoo goed thuis blijven. Zou ik ten minste zoo denken. Een rare historie. Maar dat zal ieder toch nu wel toegeven, dat als een raadslid dergelijke afwijkingen te zien krijgt, hij verplicht is te vragen hoe zit dat? En dan vind ik het erg dom van den voorzitter om boos te worden en tekeer te gaan in plaats van kalm te zeggen Dat zullen we eens onderzoeken en als U gelijk hebt zullen we dc zaak verbeteren. Dan was er geen heibel geweest. En nou heeft de burgemeester zelf het vuurtje aangeblazen. En niet zoo zuinig ook. De dagbladen schrijven er ook al over. Het eene spreekt van „krasse beschuldigingen" het ander van liet Soester Begrootingsschandaal". Waar is die opblazerij voor noodig De vuile wasch moet je binnenshuis doen, zei m'n moeder vroeger altoos. En daar had de burgemeester ook eens aan moeten denken. BRANDNETEL. V. BUURPRAATJE. Een misverstand. Ie buurvrouw Groote grutteZeg is buurvrouw Lees jij soms De Soester ook Gossiemijne das verschriklijk 'k Ben 'r finaal door van de kook 'k Kan m'n oogen niet gclooven 'k Kan 'r niet bij met m'n verstand Wat verschrikkelijke dingen Leest een mensch toch in de krant I Groote grutte I Snap jij buurvrouw, Hoe zoo iets toch kan heslaan 'k Kan 'et mc maar niet begrijpen Dat die vent dat het gedaan Mot je net as ikke buurvrouw Dertig jaar al Soester zijn l 't Ergste wat 'k ooit meegemaakt heb, Was een ongluk met den trein. Groote grutte I Denk is buurvrouw Waar haalt-ie den moed vandaan l Waar 'thier altoos vredig toeging Op z'n Soesterschkalm aan En nou in die krant van gister 'k Ben 'r finaal van in de war Dat zoo'n kerel zóóiets doen durft 'k Noem 't meer en méér as bar I Groote grutte I Las jij buurvrouw, Ooit zooiets hier in de krant En natuurlijk, as 'en vuurtje Gaat dat door 'et heele land l Gister zeg ik teuge Janus, Das m'n schoonzoon weet u wée - Janus, zeg ik, das 'et einde Van de Soester rust en vree. 2e buurvrouw Ja, ik heb 'et ook gelezen, 't Is 'n mirakel I In den Raad Zóóiets maar te durven zeggen Wat wier burgemeester kwaad I Hoe zoo'n vent 'et in z'n kop krijgt Nee, 'et is toch al te krom, Lage avekatestreke Bennen 'et, wat ik je brom Ie buurvrouw Groote grutte I Heb jij 't buurvrouw Over de raadszitting hier W&t die kerels daar vertellen Nou, dat scheelt me net geen zier! Ik bedoelde héél wat anders 't Gebeurde nooit zoolang 'k hier woon Dat er op klaarheldren middag Ingebroken is, bij Kroon. EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169 Ingezonden Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur. Naar aanleiding van mijn ingezonden stuk in Uw geacht blad van verleden week met het daarbij behoorende staatje met te vergelijken cijfers, wil ik thans een enkele van de bedoelde posten eens nader onder de loupe nemen. Aangenamer ware het mij geweest, als al deze publicatiën achterwege hadden kunnen blijven. Tot mijn spijt moet ik echter gelooven. dat zonder dat, er geen afdoende verandering en verbetering te wachten zal zijn. Het is ondoenlijk alle posten onder de loupe te nemen en meen ik te kunnen volstaan met er zoo hier en daar een greep uit te doen. Post 97, door den Raad vastgesteld op f 2000.in de begrooting aan Ged. St. toegezonden vermeld op f 2500. Hierbij valt op te merken, dat er met de telling op gerekend was het bedrag op f 2500.— te brengen. Natuurlijk heb ben H.H Raadsleden de optelling niet nageteld en erop vertrouwd, dat de post, die vorige jaren steeds op f 2000 ge raamd was, onveranderd was gebleven. Op deze wijze zou men elke post wel willekeurig kunnen verhoogen of verla gen zonder dat het saldo der begrooting zou veranderen. Zou het dan achteraf blijken, dat de post hooger of lager was, dan de Raad in de begrooting had aan getroffen, dan zou men zich op een schrijffout kunnen beroepen en verwijzen naar de telling, waaruit die fout dan zoti moeten blijken. Post 115, door den Raad vastgesteld op nihil, in de begrooting aan Ged. St. toegezonden, met aanduiding der ver schillende hoofdstukken vermeld op f 36.644,79\ In dc begrooting zooals deze door den Raad is aangenomen vind men bij dezen post woordelijk vermeldt: „Op dit Hoofdstuk komen geen ont vangsten voor". Willen de raadsleden dus eens nazien of de betreffende posten, die op de verschillende hoofden voor komen goed zijn overgebracht, dan zonken zij dus tevergeefs. Ook dc nadeelige saldi ad 1 89.178.95, voorkomende op de begrooting, zooais deze aan Gedep. St. is toegezonden zal men tevergeefs op de door den Raad aangenomen begrooting vinden. Posten 116 en 118 door den Raad vastgesteld op resp. f 3633.40 en f 16.888.906, in de begrooting aan Ged. St. gezonden vermeld op resp f 4210.775 en f 17.297.68. Deze posten betreffen verschillen in de dekking van het disa gio der leening groot f516.000..Vol gens raadsbesluit moeten de daaraan verbonden kosten over de jaren 1927 en 1928 verdeeld worden. Zooals de boeking aan Ged. St. is gezonden wordt de helft werkelijk in 1927 gedragen, doch wordt voor de andere helft, die in 1928 gedragen zou moeten worden een léening op de toekomst aangegaan en dus schuld gemaakt. Hierbij zij nog opgemerkt dat dc leening, waarop het boven staande be trekking heeft, op 1 Januari 1926 groot was f510000.terwijl zij thans na de conversie f516000.blijkt te bedragen. Een verschil dus van f6000.—. Voegt men hierbij de f 16000.welke op de begrooting 1926, voor aflossing op die leening zijn uitgetrokken dan blijkt dat er f 22000.meer geleend werd dan voor de conversie dier leening noodig was en rest dc vraag welke bestemming hebben deze f 22000. - gekregen en waarom konden daaruit zelfs de kosten van disagio niet worden bestreden. De O.M., houder van het zes dagen we reldrecord en winnaar van den 24 uurs wedstrijd te Ie Mans heeft zich op het Concours de Carrosserie te Den Haag wel op heel bijzondere wijze onderschei den. Hij won in klasse K (gesloten auto's van f5001.— tot f7500.onder felle mededinging een en in Klasse J (open Auto's van f 5001.- tot f7500.—) een Deze prijzen werden behaald met carrosserien van 't fabrikaat 0.M. IMPORTEUR: Schitterende muziek K A S SIE R S JULIANAPLEIN 5 - TELEFOON 163 - SOEST ONDERQROXD8CUE DRAND-IXBRAAKVRIJE KLUIS VOORHEEN FA. STRI.TKER KERKSTRAAT 20 TELEFOON 84 JULIANASTRAAT 7 Een open vraag blijkt het thans waarvoor die f 6000.zijn uitgegeven. Uit post 135 (Raad 1926, f 31.200. 1927 f 90.514.925Ged St. 1926 f 5000.— 1927 f91.670.35) blijkt dat er in 1926 voor een belangrijk bedrag voor Open bare Werken is geleend en er voor 1927 maar weer zal worden geleend het bagatel van f90.514.925! Post 169. Ten behoeve van het grond bedrijf is in 1926 f 57070.34' geleend, of te wel ruim f51.000.— meer dan de begrooting 1926 vermeldde. Uit hetzelfde volgnummer blijkt, dat er voor 1927 opnieuw voor het grondbedrijf f 6665.84 geleend zal worden, terwijl het hoofdstuk klopt met een nadeelig saldo van f 7088.116, terwijl de aan Gedep. Staten gezonden begrooting vermeld als geld- leening de som dezer twee bedragen, zijnde f 13647.955, een en ander mede als gevolg van een nadeelig saldo over het dienstjaar 1925/6 ad f7334.23. Uit post 177 ziet men, dat de Kas geldleening door den Raad vastgesteld op f 300.000.zonder medeweten en machtiging van den Raad als f 350.000. aan Gedep. Staten is vermeld. Uit post 527 komt vast te staan dat door het Wegenfonds voor aanleg van nieuwe wegen enz. van particulieren een bedrag van f65.544.— is ontvangen, welk bedrag in mindering van Openbare Werken had moeten worden gebracht. Deze post werd evenwel bij ongeluk(?) gecombineerd met post 521 ad f 7400. van het Grondbedrijf, en gezamenlijk ad f 72944.overgebracht naar Hoofd stuk Gemeente-eigendommen, met het gevolg, dat Openbare Werken sloot met een reusachtig nadeelig saldo, waarvoor alweer een leening gesloten werd. Door deze natuurlijk geheel toevallige vergis sing ontving de gemeente genoemd bedrag feitelijk twee maal. Éénmaal van de particulieren, die de straten lieten aanleggen en éénmaal uit geldleening. Het gevolg is, dat de rentelast en de aflossing van Hoofstuk VI (Openbare Werken) daardoor aanmerkelijk zijn gestegen. Door een wijziging in de verdeeling van de geldleening ad 1 157.000.ont last men het Hoofdstuk Grondbedrijf met een bedrag van f 39.388.116, waarmede Openbare Werken maar weer wordt belastrente en aflossing van dit laatste Hoofdstuk stegen daardoor weer. Gevolg grootcr nadeelig saldo en tot dekking daarvan maar weer leenen terwijl bij verkoop van grond deze minder belast lijkt en een schijnbaar hooger winstmarge in de gemeentekas vloeit. Soest betaalt haar veel te dure huis houding niet uit hare inkortisten, doch grootendeels uit leeningen. Het zal een ieder duidelijk zijn, dat als het zoo doorgaat, er een debacle het gevolg van zal zijn. In een volgend nummer hoop ik een uiteenzetting van het wegenfonds te geven Dankend voor de plaatsruimte, M. IBURG. AFSCHRIFT. Den E.A. Heer Burgemeester van Soest. E.A. Heer! Naar aanleiding van de zoo juist ontvangen oproeping tot het bijwonen der spoedeischende vergadering op Maandag a.s. heb ik de eer het navol gende te Uwer kennis te brengen. In de conferentie vóór den aanvang van de geheime vergadering op 10 Februari, heb ik U toegezegd de be doelde verschillen schriftelijk te Uwer kennis te zullen brengen, waartegenover U toezegde schriftelijk mij de verlangde opheldering te zullen verstrekken. Te vens breng ik U in herinnering dat ik heb beloofd, indien uit Uwe opheldering zou mogen blijken dat van verschillen geen sprake is, ik openlijk in de eerst volgende raadsvergadering zou verklaren dat mij gebleken was, dat ik de door mij gestelde vraag ten onrechte had gesteld. Allereerst protesteer ik er dus met den meesten nadruk tegen dat U thans mijn vraag in den Raad ter sprake wenscht te brengen, vóór ik de door U, in bijzijn van alle raadsleden toe gezegde schriftelijke opheldering heb ontvangen. Het spijt mij *te moeten constateeren, dat een wederzijds ge maakte overeenkomst elkaar schriftelijk bescheid te zullen geven, gemaakt als mannen van eer tegenover elkaar, door U willekeurig wordt verbroken. Als protest tegen een dergelijke handelwijze zal ik dan ook de vergadering van Maandagavond niet bijwonen. Boven dien zou ik niet mede willen werken als raadslid, aan een besluit, te nemen, vóórdat Gedeputeerde Staten over deze kwestie hun oordeel hebben uitgespro ken. Een accoord verklaring van den Raad met Uwe toelichting, óf het tegenovergestelde, later teniet gedaan door het oordeel der Ged. Staten, is een risico voor den Raad als zoodanig, waaraan ik niet gaarne mijn medewerking zou willen verleenen. Uw voorstel om morgen (Vrijdag) te 10 ure ten gemeentenhuize inzage te nemen van Uwe toelichting en daar omtrent te confereeren, wensch ik dan ook niet te aanvaarden, aangezien AF SPRAAK was dat U Uwe toelichting schriftelijk zoudt geven, in welk geval ik dan ook in staat zou zijn op mijn gemak die opheldering aan feiten en bescheiden te toetsen. Dèn eerst zou het zin hebben, na een nauwkeurige bestudeering van alle gegevens, een conferentie over een en ander te houden doch niet nu, nu U den tijd gehad hebt de kwestie tot in finessen te bestudeeren en te bespreken met Uwe deskundigen en de financieele commissie, terwijl ik morgen geheel vreemd tegenover Uwe toelichting zou staan. Bovendien is de kwestie van te urgent belang, en tot een zoo groote hoogte opgezweept, dat ik geen enkele verklaring van welken aard ook nopens de in het geding zijnde punten van geschil wensch te doen, Vö

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1927 | | pagina 1