iinppMening i Beerputten (refff Boekhandel SOEST HERLEIDING ÜISVROÜW NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VERSCHIJNT ELKEJV ZATERDAG IHIllMPIILiCIRiPDEirilM Piano leerares GEMEENTE-FILM La Porte Co. W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint tiën en Abonnementen 1ERGER" worden aange- DRIE, Banningstraat 19 KSIVJA, Schoolweg 29 "NS? VNGVERESNV VOORJAAR 1927 HEMISCHE WASSCHER1J EREN Co TE ALMELO rdeel beseft, PPARATEN J. VAN HERWAARDEN Soest-Baarn-Amsterdam -1 Burg. Grothestraat 28 afenis-Onderneming D. HAKS Regeling voor crematie UITGEVER: G. VAN DEN BOVEN KAMP VAN WEEDESTRAAT 7 - TEL. 2062 - SOEST N.V. MIDDENSTANDSBOND INCASSO'S - DEPOSITO'S OCHTENDGLOREN E. van Meups, UITVOERING VAN EFFECTEN0R0ERS Incasso - Coupons Prolongatie - Deposito Safe-Deposit Leekedichtjes van Jan Joris VENEMA's KLEEDING NAAR MAAT 4 - TELEFOON No. 15 No. 17 Vijftiende «Jaargang Zaterdag 23 April 1927 Begrafenis-Onderneming „SOEST" Soesietherg, dat zij hebben aange- nend Directeur, i Aanspreker. >men bij den Heer W. F. DE RADDER Postweg 34. J. VAN MAURIK if Donateur(trice) wenschen toe te nmeiden bij een der Leden of des in Gebouw „RELIGIE EN KUNST" oten Tankauto, gehee! reukloos- Putten van I's tot 3 MJ. f. 6. den aangenomen renstraat 20, Telefoon 171, en feedestraat 7, Telefoon 62 dat Uw kleeding en meubelstoffen en billijk kunnen worden gestoomd aarKleurstalenboeken ter inzage V. Weedesiraat 40a, Soestdijk loesterbergschestraat 6, Soest l van iSTRAAT 59 OEST TELEFOON 138 BROEK ïl. 2037, Nieuwstr. 37 en Torenstr. 10 rt 19, Telef. 43919. ingen en Transporten t. z. conc. prijzen DEK, NJEUWSTRAAT 37, SOEST Efc-VOOa IEDEREEN® ENDENDIJK ERWAARDEN ■v. Kerk) D. HOOLWERF, Dir. BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE V. WEEDESTRAAT 7. SOEST ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS O UUR INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS O UUR AAN HET BUREAU ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST voor AMERSFOORT en OMSTREKEN Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker Er heeft zich in de laatste tientallen jaren over de geheele wereld een hoogst opmerkelijke beweging voltrokken. Er is eerst schuchter, onder veel tegenwerking, later sterker en sterker een nieuw ele ment in de nationale politiek opgetreden. Vooral in de allerlaatste jaren is dit element hoe langer hoe sterker gewor den en heeft ons de belofte gegeven van een nieuwe schoone dageraad. De vrouw heeft haar plaats ingenomen in het wereldbestuur en steeds talrijker wordt het aantal vrouwenhanden, dat meestuwt aan het rad van den tijd Een klein symptoom. Onlangs werd aan gene zijde van de Noordzee, ginds aan de Theems, een wetsvoorstel van regeeringszijde gelanceerd, om ook aan de vrouwen van 21 jaar, net als aan de mannen, het kiesrecht te geven. Het resultaat hiervan was, dat het aantal vrouwelijke kiezers in Engeland dat der mannelijke gaat overtreffen. Het gevolg kan dus zijn, dat de vrouwelijke invloed zich in het landsbestuur en alles wat daarmee verband houdt, nog sterker zal doen gevoelen. Een zelfde verschijnsel als zich in Engeland voordoet, valt over vrijwel de geheele wereld, in meerdere of mindere mate waar te nemen. De macht der vrouwen neemt meer en meer toe, is reeds tot een wereldmacht ge worden, in luttele jaren tijds. En onwil lekeurig vraagt men zich af, wat doet de vrouw, met deze nieuw-verworven macht In de eerste plaats kan men onmid dellijk zeggen, dat met het vrouwelijk element een groot, verheven idealisme naar voren is gekomen. Hoe kort gele den het ook maar is, dat de vrouw haar aandeel in de wereldmacht opeischte, hoe Jong" zij ook in de internationale politiek is, dit moet onmiddellijk verklaard worden, dat zij overal tracht de zaken ie leiden en te vormen naar een wer kelijk democratisch ideaal, in den meest verheven zin des woords. De resultaten van haar werkzaamheid zijn overal waarneembaar, zoowel in de „groote" als in de „kleine" politiek. En zelfs de meest verstokte tegenstander van de „rechten der vrouw", zal moeten toe geven, dat die resultaten inderdaad „goede" zijn. Ieder die het oprecht goed met de ontwikkeling van de internationale vre- desgedachte en andere groote idealen der menschheid meent, zal het toejui chen, dat de invloed der vrouw in het wereldbestel van zoo predomineerenden invloed staat te worden. Want wij allen weten, dat de vrouw de personificatie van alles wat liefdevol, onzelfzuchtig, nobel en opofferend is haar macht alleen in dienst zal stellen van een hoog ideaal. En wij weten ook, dat zij daarvoor strijden zal, met al die vasthoudendheid, die taaie energie en blijde hoop, welke ook tot de typeerende eigenschappen behooren van die sexe, welke men ou dergewoonte met „de zwakke" aanduidt. Dit belooft heel -veel. Men is wel eens geneigd, het oor te leenen aan de oppervlakkige bewering, dat er na den oorlog feitelijk niets ver anderd is, dat de wereld er niet op verbeterd is, ondanks volkenbond, arbi trage-verdragen, enz. Behalve op tallooze andere gronden, is deze bewering al dadelijk te bestrijden, door te wijzen op den grooten invloed, welke de vrouw zich, juist tijdens en na den oorlog, heeft verworven. Er is inderdaad de laatste jaren zeer veel veranderd. In de gedach ten, die de mannen der wereldpolitiek beheerschen, mag dan nog niet zooveel veranderd zijn, als men wel zou wen schen, dit staat echter als een paal boven water, dat men voortaan zal hebben te rekenen met den nog steeds wassenden wereldinvloed der vrouw. En wanneer rnen dit goed doordenkt, dan zal men tot het inzicht komen, dat er inderdaad ontzaglijk veel veranderd is. Enten goede. De jeugd vindt vooral in de vrouw een dapper pleitbezorgster. Alom wordt zegenrijken arbeid voor het kind verricht. In de eerste plaats door de vrouw want zij is het symbool van de moeder. En er is geen, die met meer vuur en volharding voor den vrede werkt, dan de vrouw. Want zij is het symbool van liefde, die niet om belooning vraagt, die geeft, zonder te verwachten, die lankmoedig is en vergevensgezind. Er daagt een nieuwen dag En alles wijst er op, dat het een schoone dag zal zijn. FLORIS C. Begeleiding Muziek-theorie, Compositie, Muziekgeschiedenis Londities f6.—, f 4.50, f3.— per maand. Muziek In bruikleen. Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2 NIEUWERHOEKSTRAAT 2. KAMERKRONIEK 0e Eerste Kamer in voor jaarstemming - Steden in dwangbuis - Annexatie tot heil van heel Kennemer- land - Bij de Staatsbegrooting Terwijl de Tweede Kamer-leden ergens in een malsche wei in het zonnetje liggen te braden of optimistisch in een strandstoel naar de zee liggen te kijken, ging de Eerste Kamer onvervaard, on middellijk na de Paasch weer aan den slag. Er hing een prettige atmosfeer in onze deftige senaat. Het fijne voorjaars zonnetje deed zelfs de ernstigste critieken hoe gewichtig ook bedoeld wat minder fel schijnen, en de Kamer lachte er meermalen heel gemoedelijk bij. Natuurlijk, principieele politieke begin selen moeten natuurlijk gehandhaafd worden, maar toch, vóór- en tegenstan ders wenschten elkaar niets dan goeds. We hadden het over de annexatie-voor stellen betreffende de uitbreiding van Haarlem en Breda. Jhr. de Gijselaar (c.h.) keurde annexatie in het algemeen niet af, wanneer het maar in het algemeen belang geschiedde. En tuist uit dit oog punt nu, kon hij het Haarlemsche voorstel niet aanvaarden. Vooral tegen annexatie van stukken van Bloemendaal en Heem stede was deze afgevaardigde. Dat was geen annexatie van grondgebied, neen, dat was annexatie van welgestelde be lastingplichtigen. Zeker, Haarlem had uitbreiding noodig, maar dat mocht niet geschieden ten koste van beide genoemde gemeenten, die daardoor ten zeerste geschaad zouden worden. De heer Smeenge (v.b.) moest ook al niets van het ontwerp hebben. Het was om tal van redenen niet rechtvaardig stukken van Bloemendaal en Heemstede bij Haarlem te voegen. En hij rekende ons even voor, dat van de f 19.000.000 belastbaar "inkomen van Heemstede, er f 8 millioen door annexatie aan onttrokken worden. De heer Nagel van Ampsen (v.b.) was er ook nog niet zoo zeker van, dal het onderhavige ontwerp wel in het algemeen belang was, maar de heer Wibaut (s.d.) liet een ander geluid hooren. Enthousiast was hij over het ontwerp wel niet, want hij meende, dat het nog lang niet ver genoeg ging en Haarlem nog niet gaf, wat het noodig had. Maar werd het ontwerp verworpen, dan vreesde hij, dat een goede grens wijziging van Haarlem nog jaren zou uitblijven. Op minister Kan rustte de taak, de verschillende bezwaren te weerleggen en dit wetsontwerp, geërfd van zijn voorganger Jhr. Ruys de Beerenbrouck, die het in 1925 indiende, te verdedigen. Men moest het zien uit een oogpunt van „groot-Haarlem" en niet van het standpuntwat wint de eene en wat verliest de andere gemeente, een breed standpunt moest worden ingenomen. Haarlem was buiten de adnvnistratieve grenzen gegroeid en zat in een dwang buis gevangen. Expansie was nu niet mogelijk. Geen enkele gemeente werd slachtoffer van de annexatie. Bloemendaal bleef een der rijkste gemeenten des lands en Heemstede had ook niet te klagen, want van de toe te kennen schadeloosstelling van f 2 millioen zou deze gemeente het leeuwendeel krijgen. Een andere oplossing van Haarlem's vraagstuk door annexatie, was er een voudig niet. Neen, neen, wat de Kamer er ook van zei, dit ontwerp was wel goed. Zeide minister Kan niet, dat het zou strekken tot heil van heel Kenne- merland Bij de kwestie van Bredawasjhr.de Gijselaar zoowaar weer de eerste die het woord voerde. En zie, nu was hij een heele slag omgedraaid, vond, dat er veel te weinig geannexeerd werd Natuurlijk was daarover groote vroolijk- heid in de toch zoo montere Kamer. Hij wilde nog een veel grooter stuk van Ginneken bij Breda voegen. Ho, zei de minister, laten we het niet te bont maken. Want als wc dat deden, dan kwam er een veel te groot landelijk gebied bij Breda. De Kamer was het blijkbaar voor het meerendeel met den minister eens, want met 30 tegen 13 stemmen werd het uitbreidingsvoorstel van Haarlem enz. aangenomen (tegen 5 c.h., 4 r.k., 2 a.r. en 2 v.b.), en met 37 tegen 6 stemmen (2 c.h., 1 r.k., 2 a.r. en 1 v.b.) de uitbreiding van Breda. Natuurlijk kloof de Kamer ook weer verder aan het tamelijk kalebeentje,dat Staatsbegrooting heet. De heer Janssen (r.k.) gaf bij „arbeid" den n inister weer een pluim op zijn hoed voor zijn be langstelling in den toestand van de in dustrie de minister heeft de laatste dagen verschillende besprekingen in Maastricht gehouden maar klaagde over het euvel der waterverontreiniging, waartegen wettelijke maatregelen noodig waren. De heer Hermans (s.d.) prote steerde tegen opheffing der huurwetten. De heer Rugge (s.d.) was ontevreden over de volkshuisvesting, over den mi nister, die steeds diegenen teleur stelt, die wat voor de volkshuisvesting willen. Op het gebeid der arbeiderswoningen moest veel meer worden gedaan, anders raakten we achterop. Het was niet juist, dat particulieren in dit opzicht voldoen de deden. Mevr. Posthuis-Smit bepleitte nieuwe voorschriften in de Warenwet voor textielgoederen en huisbrandstoffen, om bedriegelijke namen tegen te gaan. De heer Franssen (r.k.) viel zijn partij genoot Jansen bij in zake de waterver ontreiniging, waarover ook de heer Westerdijk (v.d.) een woordje zeide. De heer Wibaut (s.d.) drong aan op toe passing van de woningwet „zonder ministerieele circulaires" en de heer Blomjous (r.k.) wenschte een welvaarts- politiek gevoerd te zien ten behoeve der Nederlandsche bevolking. Een goede handelspolitiek en een differentiaal tarief tegen de landen, die onzen exporthandel bemoeilijken. De minister Slotemaker de Bruine verdedigde en deed toezeggingen en ten slotte werd. zooals te doen ge bruikelijk is, ook deze begrooting z.h.s. aangenomen. POLITICUS. Vrijhandel, Democratisch regeerbeleid, Behoud der particuliere bedrijfsvrijheid, daarvoor o.a. strijdt de Vrijz.-Dem. Bond XVI. VERKIEZINGSDAG. Verkiezingen zijn nuttige dingen. Al is het alleen maar om wat van te Ieeren. De laatste stemming voor de Prov. Staten in ons geliefd dorpje gehouden, gaf ook weer veel leerrijks op te merken. In de eerste plaats de onverschilligheid der menschen. Daar duiden de vele blanco stemmen op, wat niks anders wil zeggen dan,,'t kan me niks bommen, of ik nou van de kat of van den kater gebeten wordt". 't Is een standpunt. Maar men zou ook nog een ietsje verder kunnen denken. Bijvoorbeeld Zou er nog eens een tijd kunnen komen dat we heelemaal niet meer gebeten worden Of tenminste zoo dat het geen pijn meer doet? En zoo ja, zou ik er dan misschien aan mee kunnen helpen door niet mijn biljet maar onverschillig in de bus te ploffen, maar een naar mijn idee goeden candidaat uit te kiezen. Ik geloof dat dat toch verstandiger zou zijn. Vervolgens treft het groote aantal van onwaarde. Daar is nou eenmaal weinig aan te doen. Vooral in een achterlijk landje als hier mochten wel jaarlijks cursussen in 't stemmen gehouden worden. En dan waren er na 4 jaar nog genoeg, die het niet wisten. Vervolgens is een beetje rondkijken op zoo'n stembureau de moeite waard. Je doet een hoop menschenkennis op. En als je dan nog eens links en rechts informeert naar voorvalletjes die plaats vonden dan zou je daar alleen een filmje van kunnen afdraaien. Ik zal er een paar vertellen. Komt binnen een Mijnheer Een klaar blijkelijk vrijgevochtene. Blootshoofds. Pèllerien om. Alleen de bloote voeten en sandalen ontbreken tot completeering van den „vrijen" man. Zijn wezen straalt zelfbewustzijn uit. „Ik ben Het Type Mensch". Zijn oogen spreken louter min achting over den gewonen mensch en het gewone menschengedoe. Het gebaar waarmee hij zijn stembiljet in ontvangst neemt is als dat van een koning die zich verwaardigd een blijk van hulde van een slaafschen onderdaan te aan vaarden. De pose van verachting waar mee hij zich terstond daarna tot den stembus richt is een uitbeelding door een Raemaekers waard. En beslist tref fend tot in 't diepst van 't gemoed is de walging waarmee hij het stembiljet, bij een punt aangevat, in den stembus sleuf doet vallen. Zijn gang bij 't heen gaan zonder iemand een blik waardig te keuren is als die van den souvereinen mensch die weet zich te moeten buigen voor de wet, doch dit dan ook alleen wensctit te doen met souvereine min achting. Het Slachtoffer treedt binnen. Slacht offer van den wettelijken stemplicht, slachtoffer van denkerkelijken stemdwang Zijn leeftijd schat ik om-en-bij de tachtig. Strompelend, steunend op zijn stokje schuifelt hij naar binnen. Naar den ver keerden tafel toe, waar eenige stemcon- troleurs voor hun partij notceren welke partijgenooten aan hun plicht voldoen. „Hierheen ouwe baas" roept een van het stembureau. De oude schuifelt moeizaam naderbij. Kijkt als verdwaasd om zich heen. Zijn geheele doen zegt „Zat ik toch maar thuis in mijn stoel". „Je oproepingskaart" vraagt de voorzitter. „Walief Ik, èh, ik wou kommejstemme". „Maar je hebt je oproepingsbrief toch meegebracht". „OproepIk, èh, ik heb gin brief, ik kom stemme" beeft de oude stem. „Je hebt toch zoo'n lijstje met namen er op over de post gehad" helpt de voorzitter hem uit den droom, „heb je dat niet meegebracht". „O, be doel U dat, ja dat hêk ingevuld". En met zet ie z'n pet af en haalt daaruit het oproepingsbiljet te voorschijn. Z'n bevende oude handen vouwen het open, en met beslistheid wijst z'n rimpelige vinger een met potlood doorgehaalden naam aan „Die mok stemme". Het kost moeite hem aan 't verstand te brengen, dat hij op een ander biljet moet stemmen, en de uitdrukking van wanhoop waarmee hij op z'n vraag „hoe dat moet" aanhoort dat er niet geholpen mag worden, geeft .ekerheid dat zijn biljet wel tot de on- ,'eldigen zal kunnen gerekend worden, t Iet kwartier door hem doorgebracht in het stemlokaal is voor hem één pijniging geweest. Maar aan de Wet is voldaan, Resoluut stappend treedt een Soester boerinneke aan. Op d'r Zondags. Het goud kruiske aan een kettinkje op het zwarte zijden jak bengelend vraagt geen Sherlock Holmes om te deduceeren dat zij niet rood zal stemmen. De knip van den reticule, waarin plaats genoeg is voor drie kerkboeken, een flesch Eau de Cologne, een half dozijn zakdoeken en een pond of wat „klein goed", doet den oproepingsbrief aan het daglicht 1. omen, die met voortvarendheid voor den oorzitter op tafel wordt geworpen. Naam cii nummer worden afgeroepen en het stembiljet uitgereikt. „Is dit een katteliek biljet" vraagt de resolute Soestersche argwanend. „Nee hoor, daar kun je op stemmen wie je wilt". „Mar da wik heel r>ie hebbe, ik mot een katteliek biljet". Die zijn hier niet, als je katholiek wilt stemmen dan zoek je je candidaat er maar uit". „Doar hek gin verstaand van as 'k gin katteliek biljet krijg, dan vort er mee" en mèt verdwijnt het biljet in cien houten slokop. En met een zelfvol daan gezicht, waarop te lezen staat „mij neem je niet te grazen" verdwijnt het boerinneke, onbewust dat ze het stembureau een vroolijke vijf minuten heeft bezorgd, een welkome afleiding in den drogen dagtaak. Dan de werkman. Zoo van z'n kalk- tobbe, of z'n spade vandaan. Het op roepingsbiljet vertoont duidelijke sporen van in een huis met kinderen geweest te zijn. Ook kan moeder er wel bij vergissing een lekkende koffiekan en een schaal met een vet randje op gezet hebben. Onderwijl zijn naam wordt ge lezen en gecontroleerd, duwt ie een versch klonkje achter z'n kiezen. En presenteert met welwillend gebaar en een knipoogje naar een makker, zijn zakje B.Z.K. aan het hooggeboord, en misschien wel hoog-geboren, lid van stembureau dat „streepjes zet". Die het grapje goed opvat en antwoord „dat ie nog niet mag van thuis". Het stembiljet wordt open gevouwen nog voor hij in zijn hokje is, en als een krant voor zich uitgespreid gehouden. „Waar staat nou „Geen overleg of inlichtingen" roept de voorzitter. „Ga nou maar in dat hokje en zoek het zelf maar uit". Bedaar man g ;ef dan een duidelijker pampier, je wor temet duizelig van". En mopperend verdwijnt ie in z'n hokje waar ie volle drie minuten den strijdt aanbindt tegen het rooje potlood en het duizelig-ma- kende-stembiljet, om het daarna met een diepen zucht in elkaar te frommelen als een ouwe krant, zoodat het de grootste moeite en een hartige verwensching kost het door den niet al te wijden houten spaarpot-sleurf te doen verdwijnen. 's Avonds vroeg ik Grootje op wie zij wel gestemd had. Ze bloosde. Ik zeg „Nou ja, je denkt wel dat ik zeggen zal, dat je niet wil dat ik aan politiek doe en het zelf nou toch doet, maar daar zal 'k je niet mee plagen. „Och, wat doet het er toe" zei ze. Kom ouwe laat me ook eens nieuwsgierig zijn, zeg nou es eerlijk. „Op, op,èh, De Ridder". „He, wat zeg je me nou, op wie? vioeg ik in de grootste verbazing „Ja heusch, op Leccius de Ridder" „Goeie genade hoe kom je daar nou zoo ineens toe Een ouwe vlam van je" 1 „Hè, doe nou niet zoo flauw" „Maar hoe kies je dien nou net uit, ken je hem dan? „Ik niet, al viel ik over 'm, maar ik vond, èh, dat ie zoo akelig zielig alleen op dat groote biljet stond" Zoo is Grootje. Ik gaf 'r geen uitbrander, maar een zoen, en zei dat ze maar gauw een lekker bakkie thee moest inschenken en m'n gouwenaar aangeven. Zij stemde tenminste met een overtuiging en een doel. BRANDNETEL. I3ANIUERS BAARN - SOEST - BUSSUM Burgerlijke Stand GEBOREN Pieter, z. v. F. P. Verweij en P. Kramer Willem, z. v. A. Pothoven en W. J. Laseur Dirk, z. v. H. v. d. Broek en S. Buitenhuis Wilhelmina Elisabeth Maria, d. v. W. v. Doorn en C. A. M. van Egmond Hendrika, d. v. G. J. v. Lent en M. v. Sloten Antje, d. v. M. Wendt en T. Kenes. ONDERTROUWDA. W. Hilhorst en M. v. 't Klooster. A. v. der Bij en IJ Kats. GEFIUWD Johannes v. Rouwendaal en Maria Jacoba Vermeulen Casper VOORHEEN FA. STRIJKER KERKSTRAAT 20 TELEFOON 2084 JULIANASTRAAT 7 Hendrik Schneider en Maria Lisette Wohlfahrt. OVERLEDENPeter Wantenaar 87 jr, v. Th. Hilhorst Lambertus Bos boom, 56 jr, ongehuwd Rijkje Angonis Verkerk, 70 jr, echtgen v. N. v. Slegtenhorst Anna Hen drika Gesina Thijssen, 15 jr. XI HOLBEWONER. Soest streeft steeds naar vervolmaking, Soest is ook nog niet compleet! Soest houdt thans een expositie Als '1 hiervóór nog nimmer deed. In den grond woont ingegraven In een vuil en slijkrig hol, 'n Oude, half versleten kerel, Als een menschelijke mol. Met 'n paar matten als bedekking Van zijn onderaardsche kluis, Woont hij daar belasting vrij, maar 't Is er wèl wat nat in „huis"! Onder welt het vuile water, Zachtjes sieplend uit den grond, En het dak lekt als een gieter, Maar wat nood 1 Dat is gezond 1 Schrijven soms niet de doktoren Vaak koudwaterkuren voorl Neen, z'n ondergrondsche woning Is daar vast niet minder door! 't Is misschien er wèl wat tochtig, Frissche lucht ontbeert hij niet Wat bij 'n huis een deur moet wezen, Is bij hem een bosje riet. Maar och kom, 't is nu toch lente, Enkel 's nachts is het wat koud, Maar van een paar oude zakken, Is een deken gauw gevouwd 1 Op den grond een bosje stroo nog, Wat zacht ligt, en warmte geeft, En dan zijn er nóg die zeggen, Dat een beest het beter heeft Hij is onbekommerd wie voor Zijn begraaf'nis zorgen zal, Hij hoeft enkel maar te sterven, Want z'n graf dat heeft-ie al Ja, Soest streeft naar vervolmaking, Soest is lang nog niet compleet 1 Soest houdt-Menschen, gaat dat zien |toch Tentóónstelling van Menschenleed I het om het welzijn van Soesterberg en de Soesterbergers ging, nu kunnen, nu mogen ze elkander niet los laten, waar thans de gelegenheid daar is om aan vriend en vijand te laten zien, wat die samenwerking waard was niet alleen, maar ook hoe echt, hoe spontaan ze is. Soesterbergers gezamenlijk zijn we in zee gegaan, laten we gezamenlijk zee houwen, laten we met elkander „huis toe" varen. Waarom zullen we niet meer volgens dat vaste beginsel werken en handelen Omdat politieke en sociale factoren zwaarder wegen Och kom al te maal gezwam in de ruimte, al te maal leuter gedoe, waarbij het misschien gaat om de grootheid van de partij, om de macht van een enkelen partijman, maar zeker niet om het welzijn van Soesterberg. En wat het zwaarst is, moet voor ons het zwaarste wegen. En het zwaarste van al moet voor ons op het moment toch zeker blijven de bloei, de groei van ons kleine Soesterberg. Is dat bereikt, welnu ga dan „grasduinen" in allerlei politiek gezwam, val dan uit een in partijen en partijtjes die elkaar onchris telijk of christelijk bekijven. Nu kunnen we ons die weelde niet veroorloven. We moeten het niet willen ookNu demonstreeren we onze éénheid tegen over SoestOnze stem op Grootewal zij er het middel toe. BERGENAAR. EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169 KIEZERS VAN DE GEMEENTE SOEST De eene verkiezing is nog niet achter den rug of de andere staat alweer voor de deur. Is de verkiezing voor de Provinciale Staten belangrijk, de verkiezing voor de Gemeenteraad, althans in onze ge meente Soest is zeker niet minder be langrijk. Wanneer wij onpartijdig dé toestand ontstaan in onze Gemeente, gadeslaan wanneer wij onze gedachten laten gaan over het geschrijf in de plaatselijke bladen, zoowel van medewerkers als Geen geleuter In den Raad, Maar wel mannen van den daadl Ingezonden Bulten verantwoordelijkheid der Redactie. WAAROM LIJST GROOTEWAL „En 't is juist voor den goeden gang van zaken gewenscht, dat men volgens een vast beginsel werkt en handelt". Aldus het Soester Nieuwsblad van Vrijdag 15 April 1.1. in het artikeltje „De Wilden". Precies, dat heeft de vriendelijke redacteur nu eens terecht van pas gezegd voor de Soesterbergers wel te verstaan, voor de Soestenaren zou ik me niet gaarne een oordeel durven aanmatigen betreffende hun meer of minder handelen volgens vast beginsel. Maar wij Soesterbergers, zeker wij onderschrijven gaarne den aangehaalde» volzin en zullen handelen volgens een vast beginsel.}„Koers zullen we houden Zeker redacteur. Alleen maar, het resul taat wordt bij ons anders. De princi pieele redacteur van het Soester Nieuws blad wekt de degelijke menschen" op Endendijk te stemmen. Wij Soesterber gers verwijzen naar de Soesterbergsche candidaten en verzoeken degelijke men schen hun stem uit te brengen op lijst Grootewal en mochten er onder de Soesterbergers ondegelijken zijn, welnu ook hun stem versmaden wij niet. Wij Soesterbergers kunnen, ja ik meen zelfs, mogen niet anders stemmen dan op lijst Grootewal. En wel, omdat wij moeten werken en handelen volgens het vast beginsel, Soesterberg vooruit te helpen. Hoe lang hebben de Soester bergers nu al niet gekampt, geworsteld om gelijke rechten Wat hebben ze niet een pogingen aangewend om niet alleen als belastingbetalers, maar ook als burgers op gelijken voet behandeld te worden als de ge meen te naren te Soest—Soestdijk. En wat bleef meest het resultaat In raadszaal en bij ge meenteambtenarij werd er om Soester berg gelachen. De malcontenten werden bespot of gesmaald. Soesterberg bleef goed voor de belastingen, de verbete ringen waren voor Soest. Ja zoo erg werd het ten leste, dat de Soesterbergers onder het bestuur van den loco-burge meester, den heer van den Berg, ten einde raad, geen andere uitkomst meer zagen, dan afscheiding van Soest. En er mogen onder het bestuur van den nieuwen burgemeester eenige verande ring en verbetering zijn ingetreden, daarmee is de zaak nog niet in het reine ten opzichte van onze vertegen woordiging. Schouder aan schouder stonden de Soesterbergers naast elkander wanneer van inzenders en wanneer wij de raads- verslagen gevolgd hehben, dan zullen wij alle tot de conclusie komen, dat het er niet zoo heel erg rooskleurig voor ons uitziet. En nu zult U zich ongetwijfeld wel eens afgevraagd hebben, wat is toch de oorzaak dat we hier in Soest in dergelijke omstandigheden verkeeren en dat er zoo'n algeheele malaiseheerscht Nu is deze vraag niet zoo heel ge makkelijk te beantwoorden. Ons Ge meentebestuur heeft in veler oog niet voldaan, en de verschillende besluiten, die in den laatsten tijd genomen zijn en datgene wat door den Raad tot stand is gebracht, is aanleiding geweest tot critiek van verschillende kanten. De Gemeenteraad bestaat uit ver schillende politieke partijen en het gevolg is dus dat alle partijen, de eene meer en de andere minder hebben medegewerkt tot het ontstaan van deze situatie. En juist het feit dat er ver schillende partijen zijn, heeft m.i. dit nog meer in de hand gewerkt, omdat de partijstrijd ook in Soest zijn fnui kende uitwerking heeft gehad, daar veel dikwijls partijbelang en dientengevolge soms ook nog persoonlijk belang op den voorgrond stonden in plaats van algemeen belang. Dit is zeker een van de hoofdoorzaken, en wanneer wij dit aannemen dan volgt daaruitde conclusie gebrek bij verschillende partijen aan goede vertegenwoordigers en zoo die er wel zijn, dan is het Uw schuld leden van verschillende kiesvereenigingen, dat U ze niet naar voren brengt. Wanneer wij vele jaren teruggaan tot den tijd, dat onze Gemeenteraad nog niet zoo sterk verdeeld was en bestond uit echte Soester Boeren met een Grothe aan het hoofd, menschen, met een gezond verstand en een oprecht geweten, dan zien wij dat er was eensgezindheid en een trachten om door zuinig beheer de Gemeentebelangen te behartigen waardoor Soest er finantieel goed voor stond en de inwoners lage belastingen hadden te betalen. En nu wil ik hier niet meezeggen, dat wij heden ten dagen met eenzelfde gemeentebestuur ook tevreden zouden zijn, integendeel, het menschdom is in den loop der jaren heel wat hoogere eischen gaan stellen en het is dienten gevolge heel wat moeilijker om een Gemeente te besturen maar toch wil het mij voorkomen, dat wanneer er in onze Gemeenteraad meer menschen waren, onverschillig van welke poli tieke richting, die elkanders meeningen waardeeren, al ware het danook dat

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1927 | | pagina 1