BELANG
iroeders
jv. 8 uur
.00,1ste Rang
leren 15 cent.
Bel op Telefoon 290!
;k Laanstraat,
LE richtingen
vier Gebroeders
j vertooneii hun
ikkelde Hyena's,
Tijgers en, iets
rimer, leidt
Atlas voor.
VIMERS
im
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
HANDELSCREDIETEN
GEMEENTE-FILM
W. D. BOS ir., Brandstoffen - Grint
Piano leerares
La Porte Co.
bra's, enz.
lach.
e. (Eenig over heel de wereld).
vertoonen - dit voor de
iten van heftige Emoties.
UITGEVER: G. VAN DEN BOVEN RAMP
ViVN WEEDESTRAAT 7 - TEL. 20C>2 - SOEST
N.V. MIDDENST ANDSBANK
INCASSO'S - DEPOSITO'S
VREDE EN VRIENDEN
Garage „MIDDELWIJK"
LuxeVERHUUR-AUTO's
VENEMA's
KLEEDING NAAR MAAT
VAN DIÜK'S
MEUBELTRANSPORT
STEENH0FSTR. 57 TEL. 69
van EMeurs,
UITVOERING VAN
EFFECTENORDERS
Incasso - Coupons
Prolongatie - Deposito
Safe-Deposit
No. ZB
Vijftiende «laargang
Zaterdag 25 Juni 1927
maar
met al zijn dieren, al zijn
1 van
teinen
Amerikaansche tenten, wat door goed
bben gebracht aan
er reeds gelegenheid tot het bespreken
Itijd en overal te klein.
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE V. WEEDE8TRAAT 7, SOEST
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS O UUR
INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS O UUR AAN HET BUREAU
ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST
voor AMERSFOORT en OMSTREKEN
Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker
Het is goed, in den stroom van ge
dachten en dikwijls zoo onharmonische,
ontmoedigende beweringen en beschou
wingen die eiken dag opnieuw over ons
menschen wordt uitgestort, of we er
om vragen of niet, den gouden draad,
die door het wereldgebeuren heen ge
weven is, niet uit het oog te verliezen
En wie op dien gulden draad acht blijft
slaan, zal telkens opnieuw zien, dat er
in de ontwikkeling der dingen reden
is te vinden voor veel hoop, veel vreugde
over goeds dat bereikt werd, veel ver
trouwen in een bevredigende oplossing
voor problemen die den oppervlakkigen
beoordeelaar onoplosbaar schijnen. De
harde lessen, die de dagelijksclie ervaring
aan individuen zoowel als aan volken
toedeelt heel noodige en nuttige
lessen, anders werden zij niet gegeven
zijn onophoudelijk bezig menschen
en volken tot inzicht te brengen van
den juisten weg, dien zij te gaan hebben.
En zoolang de les niet geleerd is, moet
die steeds weer overgedaan worden.
Want de wetten van het heelal, die alle
gericht zijn op vervolmaking, alle wijzen
in de richting van het ééne, volmaakte,
het algoede, schelden ons niets kwijt.
Wanneer we zóó de teekenen van
den tijd trachten te doorschouwen treft
ons meer en meer de steeds toenemende
goedwillendheid en vredesgezindheid
waarvan de verantwoordelijke leiders
der toonaangevende volken thans blijk
geven. Die bemoedigende gemoeds
gesteldheid dier mannen is natuurlijk
oorzaak, dat de zaken waarmee zij zich
inlaten ter afdoening, op aangename,
bevredigende en helpende wijze worden
afgewikkeld. En de wereld, die voor
een belangrijk deel door verkeerde,
misleidende politieke inlichting en opper
vlakkige perscauserieën omtrent de
oogmerken en verborgen bedoelingen,
zoomede het karakter der groote staats
lieden een weinig gunstig beeld heeft
gekregen, staat dan weer opnieuw ver
wonderd, dat een of andere conferentie
of zaak, zóó goed is verloopen. Zoo
kon een minister van der Velde naar
aanleiding van de jongste Volkenbonds
raadvergadering verklaren, dat „ondanks
de voorspellingen van pessimisten de
zitting zeer kalm verloopen is", en „dat
de gedelegeerden Genève met een
gunstiger indruk verlieten, dan zij er
gekomen waren". Ook werd verklaard,
dat de Locarno-politiek, d.w.z. een politiek
van verzoening en tegemoetkoming,
wordt voortgezet.
Chamberlaineen veel omstreden
figuur in de Britsche politiek. Ook
internationaal zijn er, die snel een ver
oordeeling van dezen staatsman gereed
hebben, gegrond op een van buiten-af
(zonder dat ze het meestal zelf weten)
kunstmatig aangebrachte meening. Maar
wie of wat Chamberlain mag zijn of
schijnen te zijn, toch kan men erkentelijk
zijn, voor de gedachte, die hij onlangs
uitdrukte bij een bepaalde gelegenheid,
ten aanzien van den Volkenbond. Hij
zeide o.m.Hoe meer ik naar Genève
ga, hoe meer voel ik, dat veel van
onzen na-ijver kunstmatig is, dat vele
van onze verdenkingen die nog steeds
de verhoudingen der landen en der
wereld bemoeilijken, ongegrond zijn,
en dat we met geduld, moed en goeden
wil door vriendschappelijke overeen
komsten de vele problemen kunnen
oplossen zooals we behoorden te
doen welke zich aan ons voordoen.
Daarnaast een opmerking van Hoover,
den secretaris van de Amerikaansche
schatkist. Sprekende voor het land dus,
dat op het oogenbiik en nog in tientallen
komende jaren, de bron is en zal zijn,
waaraan alle kapitaalbehoevende landen
zullen komen putten. Hoover verklaarde,
dat internationale leeningen alleen aan
gegaan moesten worden voor opbou
wende doeleinden en niet voor oorlogen
„Geen land moest zichzelf of zijn burgers
toestaan, geld te leenen van vreemde
naties, en geen land moest zijn burgers
toestaan geld te leenen aan vreemde
landen, tenzij het geld bestemd is voor
productieve doeleinden". Is het niet
duidelijk, dat er over de geheele wereld
iets in het denken van menschen en
naties verandert, ten goede? Dat de
vrede en de internationale vriendschap
hechter worden Het is goed, daarbij
te hooren, wat THOREAU over vrienden
zeide: „De Vriend telt zijn Vrienden
niet op zijn vingerszij zijn niet te
tellen. Hoe meer er in dezen (vriend
schapsband besloten zijn wanneer
zij inderdaad daarin besloten zijn
hoe zeldzamer en verhevener zal de
hoedanigheid der liefde zijn, die hen
samenbindtInderdaad, we kunnen
niet te veel vrienden hebben".
FLORIS C.
het aller goedkoopste adres voor
en overtuigd U
KAMERKROÜBEK
De laatste loodjes van de
Tweede Kamer - Om het
zevende leerjaar - Een af
scheid in de Eerste Kamer -
De paspoortenkwestie.
Men kan niet zeggen, dat de beraad
slagingen van de Tweede Kamer vóór
de zomervacantie zijn uitgegaan als een
nachtkaars. Want het lichtje der wel
sprekendheid brandde lustig en af en
toe flikkerde het zelfs heftig. We hadden
zelfs een „persoonlijk feit" te verteren.
Eerst nam de Kamer echter nog z.h.s.
het wetsontwerp aan betreffende de
instelling van een nieuwe Middenstands-
credietcentrale. Eigenlijk waren er maar
weinigen, die nu oprechte bewondering
voor dit voorstel hadden. De hoogste
lof was, dat er nu eindelijk door dit
wetsvoorstel een punt wordt gezet achter
de versnippering en het separatisme,
die het middenstandscredietwezen ken
merkten. Zelfs minister de Geer vond
het geen fraai ontwerp en geen buiten
gewoon mooie oplossing, maar het
dankte zijn oorsprong aan den toestand,
zooals die is.
Toenhet zevenjarige leerplan, en
daaraan vastgekoppeld, dooramendement
Suring en voorstel-Alberda, de 7-jarige
leerverplichting. Het wetsontwerp strekte
tot invoering van een verplicht zevende
leerjaar met ingang van 1 September
a.s. En laten we maar vast op den
voorgrond constateeren, om verwarring
te voorkomen, dit werd z.h.s. aangenomen.
Maar dit hield nog niet in, dat er ook
met 1 September a.s. een 7-jarige leer
verplichting zal zijn. De 7-jarige leer
verplichting zou pas met 1 Januari 1930
in werking treden. Waarmee de heeren
Albarda c.s. niet tevreden waren, reden
waarom een wetsontwerp werd ingediend,
om die leerverplichting te vervroegen
en in werking te doen komen op 1
Januari 1928.
Ook de heer Suring (r.k.) was niet
tevreden over het regeeringsvoorstel,
dat geen vervroeging van den 7-jarigen
leerplicht beteekent. Want gelegenheid
tot ontvangen van 7 jaren onderwijs,
die bestond al op 74 pCt. der scholen.
Om de kosten hoefde de regeering die
vervroeging met 2 jaar toch niet te laten
Het zou de regeering niet meer dan
een dikke zes millioen kosten. En die
konden we immers best missen, van
onze gunstig-vloeiende middelen I De
heer Albarda (s.d.) dacht er net zoo
over. Alleen berekende hij de kosten
op maar 11 ton per jaar, dus op dik
2 millioen. En waarom was minister de
Geer er nu niet, waar het om de financiën
ging? Waarom moesten alle bezwaren
nu op het onschuldig hoofd van minister
Waszink terecht komen Dat vond hij
niet moedig van den minister van finan
ciën. En te drommel, welke financieele
meneer Albarda had geen gebrek aan
moed willen verwijten en zoo gingen
de heeren waarschijnlijk toch nog als
niet al te groote vijanden met vacantie.
Maar eerst diende de heer Suring (r.k.)
nog een amendement in, strekkende tot
herstel met 1 Jan. 1928 van de 7-jarige
leerverplichting. Maar minister de Geer
bleef op zijn stuk staan. Maanden geleden
was al overeengekomen, in de millioenen-
nota voor 1928 eventueel herstel van
den 7-jarigen leerplicht met ingang van
1 Juli 1928 in uttzicht te stellen. Daarvan
liet de regeering zich niet afdringen,
door een initiatief voorstel of amende
ment. Zoodat de regeering schorsing
vroeg en kreeg van de wijziging van
art. 3 van de leerplichtwet tot October,
om zich nader te beraden in verband
met de mogelijkheid van herstel van
den 7-jarigen leerplicht op 1 Juli 1928.
Daarna werd het voorstel Albarda c.s.
verworpen met 57 tegen 33 stemmen.
Daar het vrijwel overbodig was gewor
den. En het amendement-Suring werd
aangehouden.
EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN
F. C. KUIJPERSTRAAT10 - TEL. 169
In de Eerste Kamer een afscheidde
griffier, mr. Zillesen, die zes-en-veertig
lange jaren de Slaten-Generaal diende,
vroeg ontslag aan. En met trillende
stem las de waardige oude heer zelf
zijn ontslagaanvrage voor. Hij wilde mei
1 September heengaan. Hij vond het
beter een werkkring te verlaten, dan
daarmee te wachten, tot het verminde
ren van arbeidskrachl daartoe dwingt.:
Dan was daar: de paspoortenkwestie,
de verlaging der kosten met 5 gulden
en verlenging van de geldigheidsduur
tot 2 jaar. Heel reizend Nederland zag
er al met ongeduld naar uit.
En daar kwam de verlossing. De
senaat keurde het voorstel goed, even
als de Tweede Kamer.
Meneer van Embden (v.d.) klaagde
nog over de gebrekkige voorbereiding
van deze aangelegenheid en vroeg wan- zei. En wat een prachtreclame voor Soest
zelf ook voorgestemd" riep de roodste
van de twee rooden.
De inzet was dus goed. En de ver
wachting dat de heeren hun mondje wel
zouden roeren, verwachting die zich
afspiegelde in de volle tribune, werd
niet beschaamd. Een fijne zet had de
lichtroode. „Die navorderingsactie, aldus
zei meneer van Eek, is op touw gezet
door de partij die hier met 200 procent
versterking terug komt in den nieuwen
raad. (Dat was de kift). En daarom moet
die partij dat vuiltje nou maar opknappen
en stel ik voor de belastingverhooging
en die navorderingskwestie uit te stellen
tot de nieuwe raad er is. Dan kunnen
die heeren hun krachten eens toonen'
Nou dat was olie op het vuurtje van
Mr. Jan. „Wat heeft de Vrijheidsbond
nou in godsnaam te maken met de
navordering En ik toch zeker wel aller
minst. Ik heb notabene juist altijd be
weerd dat die navordering nonsens was,
maar de heeren wisten 't allemaal beter 1"
Kijk nou, dacht Brandnetel bij zich
zelf, daar hebben ze waarachtig, wat nog
nooit in Soest is vertoond vroeger, een
advocaat in den Raad, een belastingspe
cialiteit nog we), en wat die omtrent een
belastingkwestie beweerde, hebben ze
ijskoud genegeerd. Verdiende loon dat
je in den modder zit, en een lesje voor
de toekomst. Met deze hebben ze in-
tusschen getoond toch wel rekening te
willen houden. Want zoowaar hebben ze
Mr. Jan in de financieele commissie ge
douwd. Verstandige zet. Diplomatieke
zet. Nou zit ie vlak bij de cijfers waar
ie zoo graag in peutert, en bovendien
kan de vuile wasch nou grootendeels
binnenshuis worden gewasschen. Maar
om op de belastinghistorie terug te komen.
De eenige die 't bij 't rechte eind had
was de Burgerpa, tenminste als je mij
vraagt. Grootje zegt altijd geen nieuwe
schoenen koopen voordat je de oude
betaald hebt. En dat is een wijs woord.
Geen nieuwe begrooting voordatje met
de oude finaal hebt afgerekend, zei de
Burgerpa. Minstens een even wijs woord.
Eerst het oude gat stoppen en dan verder
praten. En het viel me tegen dat zoo
weinig raadsleden dit inzagen. Want
het is nou wel waar dat het beroerd
klinkt dat de belasting weer is verhoogd,
maar ik geloof ook wel dat het bij één
jaar zou blijven, net als de Burgerpa
Doos30*60,Tube 8Oei BijApothen Drogisten.
bezwaren kon de regeering nu aanvoeren
Het leek wel, of de regeering op haar
achterste beenen wilde staan en gronden
aanvoerde, die de kamer niet kon aan
vaarden. En waarom moest de regeering
de leiding hebben tegenover de Kamer?
Op zoo'n manier werd de extra-parle
mentaire regeering een anti-parlementaire
regeering. Meneer Rutten (r.k.) was pal
tegen het voorstel, dat groote schade
zou beteekencn voor het economisch
herstel. Maar zijn rede werd in een
hoekje gedrukt, door het plotseling
optreden van minister de Geer, die de
verwijten omtrent gebrek aan moed van
de zijde van meneer Albarda had gehoord
en dit niet op zich kon laten zitten. Hij
had geen uitnoodiging ontvangen om
te komen en daarom was hij weggebleven
bij de debatten. Maar hij was toevallig
in de Kamer gekomen, omdat hij iemand
moest spreken. En daar hoorde hij die
verwijten. Die hij niet netjes vond,
waarom hij den heer Albarda incorrect
optreden verweet. Dat was den heer
Albarda te erg en hij vroeg het woord
voor een persoonlijk feit. Ten slotte
bedaarden de gemoederen wat. Minister
de Geer had het zoo boos niet gemeend,
neer de wet nu in werking zou treden.
Minister Beelaerts gaf het toe, het had
vlugger kunnen geschieden. Maar
moest overleg gepleegd worden. Met
1 Juli kon de wet nu niet meer in wer
king treden, doch wel voor 15 Juli.
Hopelijk op 8 Juli. Ook de uitkeering
aan de Naarder kweekers en de ver
hooging van de staatsbegrooting 1926
in verband met de werkzaamheden aan
het Koninklijk Paleis te Amsterdam
werden door de Eerste Kamer goedge
keurd, terwijl een voorstel-de Gijselaar
(c. h.) werd aangenomen, om de instel
ling van een departement van defensie,
het middenstandscrediet en de collectieve
arbeidsovereenkomst niet meer voor het
recès af te doen en ook niet meer in
de afdeelingen te onderzoeken.
Er bleef nog genoeg werk over te
doen, voor de vacantie begint, meende
de heer de Gijselaar. En dat was ook
zoo. POLITICUS.
WIE VERHUISD U?
DIE IS GOEDKOOP EN NETJES
XXV
De hoofdschotel van het menu door
B. en W. den Raad opgedischt was: de
belastingfactor. En in onmiddelijk ver
band hiermee de veel beruchte, en veel
bezuchte navorderingskwestie. „We zitten
voor het gat" zei de Burgerpa en nou is
't zaak dat zoo gauw mogelijk te stoppen
Bovendien de belastingverhooging die
daarvoor noodzakelijk is lijkt veel erger
als 't is. Immers wat de menschen met
de eene hand meer betalen, krijgen ze
in de andere terug in den vorm van
de restitutie der navordering. Vervolgens:
waarom nog langer, misschien vijf,
misschien tien jaar met die ellendige
strop blijven zitten als 't in eens kan
worden weggewerkt! Daarbij komt nog:
zoolang de kwestie niet definitief is
opgelost wordt de begrooting niet goed
gekeurd en geen begrooting, geen centen
en hoe kunnen wij dan de gemeente
besturen Aldus sprak de Burgerpa,
en vele zuchten ontvloden zijne lippen.
Daarop stak de onttroonde koning
zijn witte kruin omhoog en bepleitte
een leening om het gat te stoppen in
plaats van een belastingverhooging. Dit
laatste vond hij den dood, den nekslag,
de vernietiging van Soest. De menschen
vinden toch al niet zoo héél veel aan
lokkelijks in Soest (hoe is 't gosmogelijkl)
nou nog belastingverhooging, nee,
dan kon Soest net zoo goed dadelijk
op de failiissementslijst gaan staan. Dus
in tien jaar de leening aflossen, dan gaat
het geleidelijk en de menschen merken
't haast niet. De rente en aflossing kan
best uit de gewone middelen komen,
terwijl tevens met bezuiniging nog wel
wat bereikt zal kunnen worden.
„Ja jij mot noodig van bezuiniging
praten met je politieversterking", joelde
het sopraantje. „Maar je hebt er toch
>7.ou het niet zijn iJs het volgend jaar in
alle couranten kon gepubliceerd worden
„De factor in Soest verlaagd met
0.4 I" (De verhooging zijn ze dan
allang weer vergeten I) De twintig men
schen die door de verhooging zouden
zijn weggebleven zouden dan ongetwijfeld
vertwintigvoudigd op Soest komen aan
stormen, op Soest dat dan kan bogen
behalve op belastingverlaging, op een
raad waarin een oud-rechter, een advo
caat, een notaris, een dominee, en een
kapitein zit (en dat voor een boeredurp 1)
op een piekfijn slachthuis, een zwemin
richting bij de Melm met 'n speciale
verordening regelende kleur, maat,
grootte en dichtheid der zwembroekjes,
om nog niet eens te letten op de twee
in voortvarendheid concurreerende ver-
eenigingen Soest Vooruit en Plaatselijk
Belang I Zou ie effe tof wezen I
Maar alle gekheid op een stokje. Je
zult zien dat 't gaat zooals de Burgerpa
voorspeld heeft. Geen succes bij Gede
puteerde Staten, geen succes bij de Kroon,
geen succes bij den minister, en 't eind
van 't liedje is net als wanneer de
deurwaarder beslag komt leggenbetalen
en wel dadelijk 1 En dan heb je al dien
heibel voor niks gehad I
Daar komt net een boodschap van
Bovenkamp, dat er een reuzen bloemen
mand bij hem is bezorgd en 25 kistjes
havanna's voor Brandnetel, 'k Snap er
niks van. „Wat ben jij een suffert" zegt
Grootje. „Wat zeg je me nou, ik een
suff..." „Wei natuurlijk kijk maar eens
wat er boven je filmpje staat vandaag I'"
En nou snap ik het ook. Het is m'n
25e 1 Een jubileumfilmpje dusl Edele
gevers, dank voor uwe attentie en edel
moedigheid. 't Is te veel, werkelijk te
veel 1 M'n aandoening is geweldig.
Ik (traan), ik (nog 'n traan) ik
(Toe Grootje, haal even een schoone
zakdoek I)kan niet meer.
BRANDNETEL.
KERKSTRAAT 20
VOORHEEN FA. STRIJKER
TELEFOON 2084 JULIANASTRAAT 7
GEMEENTERAAD
Vrijdagavond 17 Juni vergaderde te
7.30 de Raad der Gemeente Soest in
openbare vergadering. Alle raadsleden
waren tegenwoordig behalve een vaca
ture, ontstaan door het overlijden van
den heer Foeken.
Nadat op de gebruikelijke wijze de
vergadering door den Voorzitter is
geopend, wijdt deze eenige zeer waar-
deerende woorden aan de nagedachtenis
van het overleden raadslid, den heer
P. C. W. Foeken, welke rede door de
raadsleden staande wordt aangehoord.
Voorts deelt hij mede. dat den Sec
retaris, den heer Batenburg een lang
ziekbed is beschoren, doch hoopt dat
hij spoedig weer in staat zal zijn, zijne
bezigheden te kunnen hervatten.
Als No. 1 der agenda is aan de orde
vaststelling van de notulen der vorige
vergadering, hetgeen na eenige opmer
kingen geschiedt.
Thans komt als no. 2 aan het bod,
stemming over het voorstel A Endendijk
inzake het Slachthuisvraagstuk. Dit
voorstel, oprichting van een N.V., waarin
de Gemeente op nader overeen te komen
voorwaarden zal deelnemen, wordt met
102 stemmen aangenomen.
No. 3 der agenda bevat het voorstel
van B. W. inzake aanwijzing van
de middelen tot dekking van de uit
gaven verbonden aan terugbetaling der
Navorderingsbelasting en vaststelling
van den factor der Inkomstenbelasting
'27/'28.
B. W. stellen voor den factor op
2,2 te stellen.
De heer van Eek kan hiermede niet
accoord gaan en wil deze beslissing
aan den nieuwen Raad over laten. Hij
heeft gehoord dat reeds besprekingen
zijn gevoerd met hen die aan het roer
komen. De partij, die thans met 200
is vooruitgegaan, is de drijfveer van
de vernietiging der Navorderingsbelas
ting geweest en moet daarvan de ver
antwoording maar dragen.
De heer de Koning zet in een zeer
uitvoerig betoog zijne bezwaren uiteen
die hij tegen deze verhooging heeft.
Deze Navorderingsbeiasfirig is niet
ontstaan door geleden schade (brand
of fraude) doch door een vergissing.
Deze vergissing is niet door Ged. Staten
opgemerkt. B. W. hebben nu naar
middelen gezocht om dit tekort te dek
ken en dit gevonden in verplichte
storting pensioen door de ambtenaren
Straat- en Navorderingsbelasting.
Ged. Staten en Raad van State hebben
aan de navordering hun goedkeuring
verleend. De Hooge Raad echter niet.
Zedelijk is deze navordering ook niet
geoorloofd. Door vertrek uit de Ge
meente en het vestigen van anderen
zijn groote onbillijkheden ontstaan.
rente te betreuren, daar deze toch weer
ten laste van de begrooting zal komen.
Wethouder v. d. Berg interrumpeert,
dat, om de tegenpartij recht te laten
ervaren, geconstateerd moet worden dat
de Gemeente een jaar lang rente van
het geld heeft gehad, welke rente niet
wordt terugbetaald.
De heer v. d. Bremer gaat met voor
stel de Koning mede, zou liefst nog
een langer termijn van aflossing zien,
als de factor maar onveranderd blijft.
De heer Besselsen vindt het wel de
gelijk een onrecht. Als we over 10 of
20 jaren deze aflossing gaan verdeelen,
dan komen deze lasten ook op rekening
van het nageslacht.
Mr. v. Doorne zegt den heer van Eek
niet recht begrepen te hebben toen deze
doelde op verantwoording dragen. Wat
heeft de Vrijheidsbond nou in vredes
naam met de Navordering uit te staan
Dat is eenvoudig nonsens, zegt spreker.
Spreker heeft indertijd zelf met den
Burgemeester meermalen geconfereerd
en de navordering ontraden daar deze
z.i. wettelijk onhoudbaar was. Ged.
Staten hebben ook schuld, doordat ze
de gemaakte fout niet hebben gecon
stateerd en bovendien metde navordering
ten onrechte accoord zijn gegaan.
Men vergete niet dat de Raad wet
telijk niet behoeft terug te betalen. Ze
vindt dit goed op verzoek van den
Zomersproeten ver
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Begeleiding
Muziek-theorie, Compositie,
Muziekgeschiedenis
Condities f6.—, f4.50, f3.— per maand.
Muziek in bruikleen.
Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2
NIEUWF.RHOEKSTRAAT 2.
Burgerlijke Staree*
GEBORENHendrika Clasina, d. v. B.
den Braven en C. Veeman Maria
Cornelia, d. v. C. J. Dessing en C.
A. Schueler Maria, d. v. A. C.
Bakker en M. Mulder Alexandra,
d. v. H. Kruimer en H. A. Monsan-
tofils Theresia Maria, d. v. P.
Stalenhoef en A. M. Boog jozef
Manuel Maria, z. v. G. v. d. Dijssel
en A. W. M. v. d. Lugt Anna
Maria Catharina, d. v. H. Raat en
A. M. C. ter Heege,
OVERLEDENGerrit Hendrik v. d.
Broek, 65 jr., weduwnaar v. J.
Maassen Pieter Huijsscn, 57 jr,
echtgen. v. A. v. d. Wege Jacobus
Jansen, 90 jr, wedr. v. H. A. J.
Gouverneur, eerder v. J. G. C. v.
Beekum.
BANKIERS
BAARN - SOEST - BUSSUM
Vergelijken wij den belastingdruk bij
Baarn, Bussum en Bilthoven, dan vraagt
Soest het meeste, doch geeft het minste.
Soest is een grootscheeps opgezette
zaak, doch zonder klanten. Middenstan
ders moeten hier blijven, anderen kunnen
weggaan. En dit alles geeft ook zijn
portie chagrijn voor de raadsleden.
Er is nu een overgangsstadiumwe
moeten nu bepalen wat Soest zal worden,
een kleine, middelmatige of groote
Gemeente. Voor deze Gemeente in
dit stadium is vestiging alles. Daarom
ook zijn voorstel een deel van het
roerend vermogen te beleenen en daar
mede de kwade post te dekken.
Art. 137 der Gemeentewet geeft de
macht daartoe, niet eenig wettelijk
voorschrift is er tegen. Mocht de Kroon
soms het besluit vernietigen, dan heeft
de Raad alles gedaan wat in zijn ver
mogen was en weet de bevolking dat
de belastingverhooging door den Raad
niet gewenscht is.
De heer Endendijk onderschrijft veel
van het voorstel de Koning, maar vindt
dit toch gevaarlijk. Ged. Staten hebben
geen goeden dunk van Soest en zullen
dit besluit vernietigen. Het onrecht
wordt door dit voorstel niet gedekt.
Hij wil in 3 jaren aflossen en factor
met 0,1 verhoogen en dus stellen met 2.
Hij vindt het jammer dat de personen
die actie gevoerd hebben, succes hebben
gehad, zij hebben de Gemeente daar
mede een heel slechte dienst bewezen.
Wethouder v. Elten vindt deze nieuwe
Inspecteur der Belastingen te Baarn die
weer krachtens art. 109 der Wet In
komstenbelasting de bevoegdheid heeft
onjuiste aanslagen te vernietigen. We
zouden dus desnoods dezen kunnen
vragen vooralsnog geen maatregelen te
nemen en als elke andere oplossing is
mislukt, den Minister verzoeken art. 109
niet te doen toepassen.
Wethouder v. d. Berg wil even op
merken dat de reclamanten op hunne
argumenten geen gelijk hebben gekregen
doch de Raad van Beroep en Hooge
Raad ambtshalve den aanslag hebben
vernietigd en wel op andere gronden
dan door reclamanten aangevoerd. Dit
wordt in de Gemeente wel eens anders
verteld.
De Voorzitter zegt dat hem uit een
persoonlijk onderhoud met een der leden
van Ged. Staten is gebleken, dat deze
heeren verbazend goed op de hoogte
zijn van Soest en de misère daar.
Een Inkomstenbelasting is een sluit
post. Het voorstel van den heer de
Koning is niet overeen te brengen met
de eischen van een goed financieel be
heer. Daarom een leening als de heer
de Koning bedoelt is Noch niemals
dagewesen en zal ook niemals dasein.
Hoe moeten we dan, vraagt spreker,
met onze niet goed gekeurde Begrooting
doen we hebben slechts recht tot het
doen van de helft der uitgaven.
Als we den factor verhoogen, zal dit
weer gecompenseerd worden door de
teruggave der geheven Navorderjngsbe-
lasting. De menschen merken het dan
niet.
Als Hoofd der Gemeente moet spreker
dan ook een ernstig woord van waar
schuwing tegen het voorstel van den
heer de Koning laten hooren.
Wethouder v. d. Berg zegt dat het
tekort van f 70.000.— thans is gebracht
op f40.000.—
F 30.000.is gedekt geworden, dat
hebben we dus inverdiend. In de toe
komst zal blijken dat van de geheven
Navordering ook nog wel wat achter
zal blijven, wat een voordeeltje is voor
de Gemeente.
Mevr. Droste noemt een verhooging
van den factor op 2,2 een paardenmiddel
en een besluit dat doodeiijk voor Soest
zal zijn.
De heer de Koning zegt dat we nu
al 4 jaren met deze kwade post zitten.
Die post is ontstaan door buitengewone
oorzaak. De opmerking van der raads
leden dat met aanneming van zijn voor
stel een onrecht wordt geschapen, is
niet juist. Als we over een tijdsverloop
van 1 jaar gaan aflossen, is er van on
recht heen sprake. Laat er nu maar eens
een frissche wind waaien, en we de
tanden laten zien aan Ged. Staten.
De Voorzitter„Eigenaardig is het,
dat de persoon die met de actie is
begonnen, nu weer de tegenovergestel
de kant opgaat, maar dat zullen we
maar in het midden laten".
Wethouder van Elten zegt dat Ged.
Staten de fout niet ontdekt hebben en
hun goedkeuring zou tegen het recht in
zijn.
„Zij moeten nu ook maar eens wat
water bij de wijn doen", zegt spreker.
Mr. van Doorne zegt dat dit niet gaat.
De vraag is alleen wat Ged Staten
volgens de Wet mogen doen.
De Wet zegt er juist niets
van en daarom zijn Ged. Staten vrij.
De Heer de Koning zegt dat op vele
Tosten van de Begrooting nog bezuinigd
tan worden, o.a. door het bedanken van
den heer v. Klooster als Dir. van Pu
blieke Werken. Men zoude deze functie
aan een andere ambtenaar kunnen op
dragen. Dit zou een besparing geven
van f 2.600.—
Wethouder v. Elten„Dan ook maar
op de Politie I"