SCHADE! (EAU P. MAN 'J ndige-lnrichting P®IMIIKi^ m Spil V tr. is- en Waterleiding is- en Waterleiding L.0" SOEST Centraal tratiekantoor LNSEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG m t K HM*!-» gazijn De Toren tor Inboedels f,0.30 per Mille. ticien - Burg. Grothestraat 28 nst Soest-Baarn-Amsterdam tan 15 Telefoon 118 l-ONDERNEMING „SOEST" RBERGBANNINGSTRAAT 19 EN ZINKWERKEN ZANGVEREEN. 0's KINDERKOOR" rgstraat 5 - Tel. 2048 j .TINGZAKEN nistraties lijke-, Zwakke- en Platvoeten UIN" S. v. d. Kuilen JSTRAAT IC P EKEL SOEST il aanleg van Gas-, Waterleiding en enz. Reparatie op allerlei gebied. in Lampen, Kappen, Fittingen enz., Qe- appen, Gas- en Kolenbranders, Comforen luizen. Vertegenwoordiger van Technisch voorheen Nierstrasz op gebied van Radio •n en luidsprekers enz. LLES ONDER VOLLE GARANTIE I ert U tegen 15 BIJ HET STATION SOESTDIJK No. 4 Zestiende Jaargang Zaterdag 28 «Jan. 1928 vooj: ttotïttfr Uwe 00GEN zijn uw rijkst bezit II Elk verkeerd gesteld glas brengt ze ver der achteruit. Laat ze vakkundig beschermen door: DEN BROEK iks, Tel. 2037, Nieuwstr. 37, Torenstr. 10 en VSTERDAM: Stroomarkt 19, Telef. 43919 Verhuizingen en Transporten t. z. conc. prijzen M BROEK, N1EUWSTRAAT 37, SOEST i Zinkwerken Sanitaire Werken STRAAT 8, Telef. 2086 ïRSMA, Torenstraat 8. Tel. 2086 orstraat 24, Telefoon 2226. ende men zich tot den Heer W. SUKEL, 1. Petrus en Pauluskerk. Directeur: J. VAN DRIE it 59 Tel. 2198 II. J. VA>" MAÜRIK Lid of Ponateur(trice) wenschen toe to ie aanmelden bij het Bestuur of des ititie in Gebouw „RELIGIE EN KUNST" des N D00RNE E. R. BEHREND. EN BEHANDELING VAN EN CONTROLEEREN VAN on 177 - Spoorslr. 4-8 :teur: J AC^^_GEB^KEJ? Gewrichtsrheumatiek, Lumbago, Zenuwpijnen IZ.), Constipatie, Asthma, Chron. Bronchitis, cht, enz. L. WINKLER PRINS, Arts Zaterdags van 2—3 uur. JDHOORNWEO 2 eiken Donderdagavond van 7tot 10l/-i uur dagavond van 71/, tot 101/, uur.Algem. 30 ct. Het Bestuur. BUREA.it VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE: V. WEEDESTRAAT 7. SOEST ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS 9 UUR INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVOND» 9 UUR AAN HET BUREAU UITGEVER: G. VAN DEN B0VENKAMP, VAN WEEDESTRAAT 7, TELEFOON 2062, SOESTDIJK ADVERTENTIËN: VAN I TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN D00RNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TELEF. 2048, SOESTDIJK Lezers, gij allen kent Soest. Soest met zijn heidevelden die des zomers als paarsfluweelen kleeden in zonneglans liggen uitgestrekt, met zijn lieflijke duinen en glinsterende golvingen van stuifzand, met zijn uitgestrekte pijnbosschen waar Uw voeten glijdend gaan over het veerend naaldenbed, met zijn onverwachte heu veltjes waar enkele oude pijnstammen troonen, die in den avondschemer grillig hun kronkelende armen naar U schijnen uit te strekken, Soest met zijn wuivende korenvelden waartusschen de diepgroene akkers wegzinken, met zijn patriarchale veenlanden die U nog spreken van oude lijden toen de Turfstraat zich nog niet schaamde voor haar naam, doch die met eere droeg, Soest met zijn weiden vol lentebont, neergevleid langs de boorden van den zich in bochten wrin gende Eem, Soest met zijn Koninklijk aanhangsel Soestdijk, waar het witte vorstelijke paleis sprookjesachtig weg schuilt tusschen eeuwenoud geboomte. doorgewandeld hebben, hebben onge twijfeld even zoo vele malen met ver wondering gekeken naar een eigenaardige heg bestaande uit stukken plaatijzer en roestige blikKen, waartusschen door men hier en daar vaag een paar afgedankte tramwagens kan zien staan, en zich af gevraagd „Wat zou dat toch vooreen zonderling zaadje zijn". Tot de zulken behoorde ook ik. En hoewel mijn nieuwsgierigheid eenigermate bevredigd was door de mededeeling dat hier een arme oude slakker woonde, die die tramwagens als kippenhok gebruikte, was ik toch van plan eens persoonlijk pools hoogte te neinen. Ondanks de geruchten dat die daar woonde een „halve gare" was, die ter bescherming van zijn sjovel eigendom zelfs over een revolver be schikte, zoodat de onderneming niet zonder gevaar zou zijn, werd dat ver langen hoe langer hoe sterker. Tot ten slotte de doorslag werd gegeven door een mededeeling, zoo ongelooflijk, ja Na ecnig gepraat, het aanbieden van een sigaartje, en, daar de uitwerking van dit laatste nog maar zoo-zoo was, na het offreeren van een stevige hart versterking, werden ze wat toeschiete lijker en mochten we een voorloopig kijkje nemen in een gedeelte van de behuizinge van deze landjonkers. AI gauw kwamen we op wat vertrouwelijker voet, dank zij ons beider conversatietalent én de jenever, en zoowaar wisten we gedaan te krijgen dat we den volgenden avond mochten terugkomen. Mits wij wederom natuur lijk niet met leege handen kwamen. Wij af, zeer ingenomen met het voorloopig bereikte resultaat maar minder met het kriebelende souvenir, dat de heeren ons hadden meegegeven. Later zouden wij ervaren dat dit nog maar een zeer ge ring staaltje was van hun goed-geefschheid op dit geb;ed. Den volgenden avond dan trokken wij wederomjjjop verkenning uit. Thans '•"C (I 'tfjtfi. rr, Een haag van oud roest, blikken trommels, enz., die de vele ongerechtigheden aan het oog der voorbijgangers onttrekt. Maar zóó kent gij Soest niet alleen. Gij kunt ook meepraten van gierende najaarsstormen, die de regenvlagen neer- striemen over de kale verlaten velden, en huilend verder trekken, geeselend de huizen met woeste vlagen, en rukkend aan de toppen der pijnen, voor zich uitjagen wolken van dorre bladeren, de doodskleedij van den gestorven zomer. Gij kent ook de nijdig rukkende golven van de Eem, teruggezweept en opgestuwd door den koppigen Noordwester, dieniet rustte alvorens de boorden werden over stroomd en een wijde watervlakte U toonde waar zomers het vee in de weiden dartelde. Doch ook al kent gij Soest zóó, ge huld in het luchte bonte zomerkleed, dan wel in zijn somberen winterpij, en ook al zou van de uiterste heidestruik van Hees tot den laatsten akker weiland van de Birkt elk huis en elke boom U be kend zijn, dan nog zeg ik U, kent gij Soest niet. Want kennen is volledig kennen, en gij kent niet Soest op z'n laagst, zijn donkerst. Misschien verstoor ik met dit te vertellen, een gelukkige illusie. Men vergeve het mij, en denke daarbij aan de ware woorden van dien ouden wijsgeer: „Bezie alle dingen in het licht der waarheid wat in het verborgene is heeft het licht niet". Allen die de Beukenlaan wel eens voor een rustig dorpeling zelf schokkend, dat ik met een „Nu of Nooit" het resolute besluit nam er op af te gaan. Daar stond ik dan. Na wat ik verno men had behoefde ik er zeker niet als heer gekleed naar toe te gaan. Dan wist ik zeker mijn doel, het naadje van de kous te weten te komen, niet te zullen bereiken. De aangewezen weg was dus in ver momming als „belangstellende" te gaan. Vooral de wetenschap dat een goede sigaar en een flesch Schiedammer een prima introductie was, hoevele ge moederen zijn door dit edel vocht al niet week geslagen deed de laatste aarzeling verdwijnen, en weldra togen twee sjofele figuren, voor zekerheid had ik me een compagnon aangeschaft Beukenlaanwaarts. Het „buitengoed" van de heeren Frans van Klooster en Teunis Kinderdijk, in de wandeling Frans de Rooi en Teus de Kat geheeten, waarheen wij ons Vrijdagavond 13 Januari 1.1. begaven was deugdelijk afgesloten met een oud hek, waarachter prikkeldraadversperringen en oude kettingen waren ^gespannen. De ontvangst was niet bijzonder hartelijk. Met goed verstaanbare krachttermen werd ons te verstaan gegeven dat we er niks te maken hadden en dat we goed deden hoe eer hoe liever op te kras sen. - Achteraf bekeken hadden de heeren waarschijnlijk belet, waren ze verhinderd door „ambtsbezigheden" was ik gewapend met een camera, waarmede ik ten koste van alles opnamen wou en zou nemen, „je krijgt het nooit gedaan" zei m'n tochtgenoot. Als ant woord haalde ik slechts een volle kr.uik te voorschijn. En het zou inderdaad blijken dat Hulskamp gezegend zij zijn naam alle gesloten deuren zou openen en alle verborgenheden zou ontdekken. Het spreekt van zelf dat mijn toestel in den beginne geen geringe argwaan opwekte. Zoo dom waren de heeren niet, of ze snapten wel wat dat voor een instrument was. Maar na de tweede sigaar en het vierde glaasje jandoedel, was toch de toenadering zoover gevor derd dat ik verlof kreeg foto's te maken mits natuurlijk zij „een afdrukkie" kregen. Wat ik uit de volheid mijns harten toe zegde. Inmiddels hadden wij gelegenheid gehad eens een en ander nauwkeurig in oogenschouw te nemen. De haag van plaatijzer en oud roest moge van de straatzijde gezien, een zonderlingen aan blik opleveren, van binnen af, is het nog wel zoo interessant. Tal van leege ben zine-, petroleum-en carbidbussen, kachel pijpen, stukken ijzer, oude ledikanten, vormen een solide afsluiting, waar men niet gemakkelijk doorheen zal dringen, en die ook iederen, wèl ongewenschten, inkijk van den weg af voorkomen. De aanblik van den berg oud-roest zou v v- 'ï*-vi '-v-a »v- 1' 'v, De afgedankte tramwagens waarin a raison van een gulden gelegenheid wordt gegeven voor intiem samenzijn. Frans van Klooster in een der holen. De wanden zijn behangen met reclameplaten. De ijzeren bus ter rechterzijde doet dienst als W.C. ietwat eentonig geweest zijn, ware het n: >t dat de eigenaars ter afwisseling van het aspect, dien hier en daar hadden gemêleerd met gebroken waschkommen et niet nader te defmieeren dito nacht meubelen. De afgedankte tramwagens st'-nden als invalide souvenirs aan het ce as beroemdeSoester paardentrammet je, otiidaan van onderstel en wielen, neer- geplakt op het modderige terreintje achter deze afscheiding, terwijl de be huizing voltooid werd door een kot, w arin de heer Frans van Klooster 's nachts en zijn vier bokken doorloopend, domicilie hadden, en een wankele loods tot voor kort de verblijfplaats, tevens lietdcsspelonk, van een vrouwelijk wezen luisterende naar den naam Grada. Ju ik zoover ben met mijn verhaal, -a iJ ik alle lezers en in de eerste plaats .•II lezeressen wel aan, te bedenken wal mijn bevindingen vei der zouden wen schen te lezen. Ik geef hen en haar dit wei-overdacht en ernstig ter overweging opdat mij later geen verwijt treffe. De kleeding van de heeren Frans de Rooi en Teus de Kat muntte niet het ongemak van den harden bodem eenigzins te verlichten wordt dan tevens een kussen verstrekt. Wij zullen niet duidelijker behoeven te zijn. Dat er nog wezens, van menschen kan ik eigen lijk niet meer spreken in Soest zijn, dte met een vooropgezet doel deze vieze walgelijk stinkende en rottende wagens binnentreden is onbegrijpelijk, doch het is zoo. 'leus de Kat vertelde daarvan een staaltje, dat toont dat de heeren zich in de aanschouwing van dergelijke tafereelen hartelijk verlustigen, een staaltje dat niet is neer te schrijven, zelfs niet te zeggen, doch dat zich slechts laat fluisteren in de ooren van een politieman wanneer hij procesverbaal opmaakt wegens overtreding van artikel 250 2° en 250 bis van het wetboek van strafrecht. Sitrkci nog. uüi iiCi. uic'iiiet in de gelegenheid mochten zijn een bezoek aan de tramwagens te brengen met tnedebrenging van het gezelschap dat men voor dit doel mocht begeeren, is ook gezorgd. Teus de Kat is de man die in dat geval er voor zorgt dat men het vervolg van de geschiedenis zich uitsluitend beweegt op medisch terrein. Wij waren blij toen wij weer buitenlucht roken De eigenlijke heer en meester over dat alles, Frans van Klooster, houdt nachtverblijf in zijn bokkenstal. Of juister uitgedrukt achter zijn bokken, waar hij zich pleegt neer te vlijen op een rottende stroozak. Dat de bokken met het verkeerde eind naar hem toe, boven hem staan, deert hem blijkbaar niet het minst. Geen wonder ook eigenlijk, als men zich dagelijks, lichamelijk en geestelijk, in drek wentelt I De slaapgelegenheid van Teus de Kat bevindt zich onder den grond. Bedekt door lompen en een voddige deken pleegt hij zich in dat hol te ruste te leggen. Op ons verzoek kroop hij in zijn hol en maakten wij een op name van hem op zijn legerstede. Zwervers en bedelaars vinden daar in meerdere holen een welkom onderdak, waar hen voor een fooitje nachtverblijf wordt verstrekt. Ook aan hunne dames eventueel. Alleen ontbreken voor deze separate logeerkamers. Teus de Kat, liggende op zijn legerstede in een der holen. uit door overdadige netheid. Veeleer zou men naar waarheid kunnen zeggen, dat zij in lompen gehuld waren. Lompen die lichamen bedekten welke een intens bedorven lucht om zich heen verspreiden, zoodat constant rooken liet eeriige middel was om te zorgen dat de inhoud van onzen maag bleef op de plaats waar hij wa\ Men behoefde niet bijster scherp van gezicht te zijn om te constateeren dat zich onder hunne hoofddeksels een welige kweek- en voedingsbodem bevond voor zekere zespootige miniatuur-schild padden,die van louter levenslust bij secties tegelijk hun gore nekken als exercitie- terrein exploiteerden. Dat het overige, onzichtbare, gedeelte van hun lichaam een even genoeglijk kwartier boden aan soortgelijke menagerie als zoo juist be doeld, doch thans behoorcnde meer tot de familie der kangeroe's, hadden we bereids ondervonden bij ons eerste bezoek. Bij nadere beschouwing der wagens bleken deze wat inhoud betreft te kunnen bogen op eenige vodden en rottende maten, welke den vloer ten deele be dekten. Op onze vraag waar die wagens voor dienden, zoo ingekleed natuurlijk dat de heeren den indruk kregen dat we er toch al wel wat van wisten, werden de mededeelingen die ons dienaangaande reeds bereikt hadden be vestigd die wagens worden verhuurd. Verhuurd voor een gulden aan ieder die ervan gebruik wil maken. Ten einde het verlangde gezelschap aantreft bij zijn komst ter plaatse. Wij hadden ten einde ons ook daarvan te vergewissen, kwaaie een afspraak gemaakt voor den Maandagavond daaraan volgende. Op het afgesproken uur, half acht, waren we aanwezig. Teus moest ons echter tot zijn spijt teleurstellen daar het gezelschap dat we hadden verwacht aan te treffen dienst had geweigerd, aangezien dien avond „elders meer was te verdienen". Maar ajs de heeren soms eens een bezoek aan de dames wilden brengen en welwillend stelde Teus ons de adressen ter hand, waarvoor wij natuur lijk minzaam dankten. Ook de loods die tot verblijfplaats van de eerstgenoemde Grada had dienst gedaan een week of vijf geleden is zij gelukkig vertrokken naar Amersfoort, werd door ons bezichtigd. Wel kwam ons, toen de deur openging een lucht tegemoet die alle beschrijving tart, maar een goed reporter moet overal tegen kunnen. Het ameublement bestond uit een half vergane brits met wat rottend slroo, vodden en de restanten van een deken, een half-in-elkaar-gezakte stoel en wat vergane matten. Dat alles lééfde. En in deze omgeving had de lieftallige Grada haar aanbidders ont vangen Grinnikend vertelde van Klooster ons hoe het een harmonica speler vergaan was, die dronken en wel in dat krot was verzeild geraakt. Wij zullen er over zwijgen, aangezien In het hol bevindt zich behalve zijn legerstede, een oud verroest kacheltje, een petroleumlampje zonder glas waar van de walm ons bijkans het ademhalen belette, en oude verroeste blikken, welke de plaats vervullen van W.C. En tusschen dat alles in zwierf een half brood, vies en zwart beduimeld het souper van de heerenI Het koken geschiedt op een stuk fornuis, dat op twee en een halve poot staat te wankelen. Dit is de speciale taak van Frans die het in de kookkunst blijkbaar ver gebracht heeft. Ik geloof tenminste niet dat eenige andere kok ter wereld het klaar zou spelen met de aanwezige hulpmiddelen van het afval dat daar bereid wordt, een eetbaar maal te maken. Wij mochten het niet genoeg waardeerbaar voorrecht smaken, hem aan zijn koksarbeid bezig, op de gevoelige plaat te brengen. Toen gingen we huis waarts Ik heb mij, alvorens den drempel mijner woning te overschrijden, op ge vaar af van een flinke verkoudheid op te doen, in de buitenlucht ontdaan van mijn plunje en mij in het schuurtfe ontsmet. Een warm bad waschtte alle overgebleven ongerechtigheden af, zoo dat ik weldra weer „brandschoon" was. Maar toch, ik kan niet terugdenken aan die menschen en die holen vol „leven",

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1928 | | pagina 1