11
BELASTINGVRAGEN
UITSPRAKEN
Dronkenschap: J. v. V., Soest, f8 of
5 d.. J. v. d. V., id. 110 of 54 d. B. V.,
id., .1. V., id., f 15 of 10 d.
Loopen op verboden grond: E. v. E.,
Soest, f5 of 3 d..
Wapenwet: P». G., Soest, f 10 of 5.
en verb. buks.
Arbeidswet: J. v d. H., Soest, 4 m.
fl of l d.
Leerplichtwet: S. v. d. II., Soost, 3
of 2 d.
Motor- en Ry wiel wet: G. v. d. M.,
Soest, f 10 of 5 d., D. R., Soest... id.
f 25 of 10 d.
i ,'m i *r ,"i11\ f!Twé
Plaatselijk Nieuws.
WIE ZAL DAT BETALEN.
Twee personen uit deze gemeente, die
dezer zich in het middernachtelijk uur
in het lieflijke dorp Zeist bevonden en
er tegenop zagen de reis naar Soest te
voet te maken, gingen naar een garage
en requireerden een chauffeur, die het
tweetal voor geld en goede woorden naar
plaats hunner bestemming zouden brengen.
Aldus geschiedde het. Toen ze echter
uitstapten bleek, dat geen der Heeren
geld bij zich hadden. Bovendien bleek
later nog, d at e.en aschbakje uit de
auto was ontvreemd.
Dies toog de chauffeur naar de politie
en deed vau een en ander aangifte:
een huiszoeking volgde met als resultaat
dat het vermiste voorwerp by een der
passagiers vond.
Het eind van het liedje is, dat pro
cesverbaal werd opgemaakt wegens dief
stal.
Het autoritje zal per slot van reke
ning wel een duur ritje worden. Nacht
tarief plus politietarief.
VREDE OP AARDE.
Twee boeren, die ter kerke gingen
kregen onderweg twist, die zoo hoog
liep, dat ze handgemeen werden en el
kaar een paar blauwe oogen cadeau ga
ven.
De politie tradwederom als bemidde
laar op en maakte van een en ander
proces-verbaal op.
VERWISSELING VAN STANDPLAATS.
Naar wij vernemen wordt dé agent
van politie v. Hummel te Soest met
ingang van 1 Maart a.s. overgeplaatst
naar Soesterberg, terwijl de hoofdagent
Assink met ingang van dien datum zal
worden overgeplaatst naar Soest.
ARBEIDSBEURS
Ingeschreven zijn plm. 266 werkloozen
(vorstperiode).
Buiten Soest worden gevraagd
2e machinist, gemeentebetrekking,
goed loon, moet bekwaam machinist
bankwerker zijn en voldoende ervaring
van het koelbedrijf hebben.
Ongehuwd huisknecht, moet bekend
zijn mei stoken centrale verwarming en
met huiselijke bezigheden.
Een conservator aan de bibliotheek
der Rijksuniversiteit te Leiden, hoog
salaris, sollicitaties in te zenden voor 1
Februari a.s. bij den bibliothecaris.
Een adjunct-inspectrice bij het Nijver
heidsonderwijs zie verder staatscourant
van Maandag 14 Januari 1929, no. 9.
Een civiel-ingenieur in den rang van
adjunct-ingenieur, goed loon, gemeen
tebetrekking. Aanbiedingen uitsluitend
schriftelijk aan den Directeur der Gem.
Arbeidsbeurs te Amsterdam.
Een echtpaar, de vrouw als keuken
meisje, de man voor huisknecht. Aan
biedingen aan de arb.beurs te Hilversum.
Een bekwaam keukenmeisje, loon
1 540. - tot f720.per jaar, met kost
en inwoning, moet voor een groot aantal
personen goed kunnen koken. Aanbie
dingen schriftelijk aan de Arbeidsbeurs
te Utrecht.
Bij een onderneming op het gebied
van bouwmaterialen te Kaapstad (Z.
Afrika) kunnen worden geplaatst1 of
2 bekwame tegelzetters (liefst ongehuwd)
van onbesproken gedragvast werk,
regeeringsloon (f 74.80 per week), voor
overwerk wordt V/., maal het gewone
uurloon betaald, zijnde 12.55 per uur.
Goed klimaat en mooie landstreek. Als
tegemoetkoming in de reiskosten wordt
f 300.vergoed. Vaklieden, die vlug
werken, kunnen ervan verzekerd zijn
meer dan het normale weekloon te
ontvangen. Aanbiedingen, met uitvoerige
inlichtingen omtrent bekwaamheid,levens
loop, enz. ten spoedigste aan den Rijks
dienst der Arbeidsbemiddeling te 's-
Gravenhage.
EVANGELISATIE
Voor de 3e Winterlezing trad als
spreker in de Rembrandtzaal op Ds. I.
A. v. Selms van Nijmegen, met het
onderwerp „Gösta Berling", door Selma
Lagerlof. Na in gebed te zijn voorgegaan,
zegt spreker dat de schrijfster eigenlijk
eene dichteres is, eene bij de gratie
Gods en een groot genie, en dat haar
boek zeer boeiend is. Op haar 70e jaar
schreef zij dit eerste werk; het schijnt
bij het doorlezen of de personen ver af
zijn, maar dit is niet zoo, alles leeft in
haar werk vlak bij ons, het zijn sages
waarin alles sprekende is ingevoerd.
Tien jaar lang heelt zij naar het verband
gezocht, maar bij het lezen loopt door
het geheele werk één gedachte: zij voelt
dat alles beheerscht wordt door de
liefde. Zij laat de mensch zien in zijn
zonden en genade, zij voelt de realiteit
van het kwaad, maar wijst hem de weg
naar de liefde. Haar boek is de liefde.
Daarna leidt spreker zijn gehoor in het
voorportaal van het werk, om daarna
^e verschillende teere passages de
revue te laten passeeren. Vooral het
leven van Gösta Berling, de afgezette
predikant, leeft in het werk. Zij laat
hem zien in zijn berouw, boete, bekeering,
wat alles leidt tot de ware liefde. De
conclusie laat spreker aan de lezers
zelf over; zijn oordeel was dat het
boek onschatbare waarde heeft in ver
band met den Bijbel en haar grondslag.
Met ingehouden adem werd spreker
beluisterd; velen zullen beslist dit hoog
staande werk gaan lezen, met andere
oogen dan voorheen. Ds. v. Schaick
en Ds. v. d. Spek waren mede onder
het gehoor.
MUZ1EK-AVGND
Blijkens een advertentie in dit blad,
geeft de Mij. tut Nut van 't Algemeen,
Departement Soest, een Muziekavond
in Gebouw „Religie en Kunst".
Gezien het schitterende programma,
zal het een avond van waar genieten
worden.
INSCHRIJVING DIENSTPLICHTIGEN
Voor de lichting 1930 hebben zich
ten gemeentehuize alhier laten inschrij ven
101 jongelingen uit deze gemeenie.
Hiervan komen voor broederdienst
in aanmerking 49 personen.
„DE BRAVG"
Naar wij vernemen is alhier opgericht
een Mondaccordeonclub genaamd „De
Bravo" met aanvankelijk 35 leden.
De repetities worden gehouden des
Maandags in het café van den Heer C.
Verschoor aan de Nieuwstraat, alwaar
nieuwe leden zich kunnen aanmelden
of bij het bestuur.
BAL-MASQUÉ
Gaarne verwijzen wij naar een adver
tentie in dit blad, betreffende groot
Bal-Masqué in Hotel Eemland alhier.
De leider van dit bal H. Bauma is
vele jaren in het buitenland als dans
meester en feestleider werkzaam geweest
wij gelooven dan ook dat genoemd
Bal-Masqué onder zijn leiding zeer
geannimeerd zal zijn. Verschillende
mooie prijzen zullen disponibel gesteld
worden. Over het toedienen der prijzen
zal een onpartijdige jury beschikken.
DE GROOTE PARADE
Wederom zal In Cinema Royal te
Amersfoort, de groote en machtige film
vertoond worden van De Groote Parade.
Men leze vooral de advertentie in
dit blad.
CLUBNIEUWS V.V. „SOEST"
Op Maandag 21 Jan. a.s. te 7.30
n.m., houdt de V. V. „Soest" een alge-
mcene ledenvergadering bij den Heer
G. M'ddalman, Birkstraat te Soest.
CORRESPONDENTIE
Tot onzen spijt moesten enkele be
richten en een ingezonden stuk tot een
volgend nummer blijven liggen.
Soesterberg
LUCHTVAART-AFDEELING
De Luitenant Kolonel J. H. Harden-
berg, Commandant van de Luchtvaart-
afdeeling is bevorderd tot Kolonel.
N.V. GöBEL s
Steenkolenhandel
TORENSTRAAT 10 TEL. 2090
Uitsluitend eerste kwaliteit Anthraciet
Motto B. T. vraagt
Ik ben voor iemand die bij mij in
dienst was borg gebleven voor f 1000,
welk bedrag ik heb moeten betalen.
Mag ik dat van mijn Inkomen aftrekken?
Antwoord
Neen van uw bruto inkomen mogen
alleen in mindering gebracht worden
de op de opbrengst rustende lasten,
dat zijn de kosten noodig voor de uit
oefening van bedrijf of beroep, en de
kosten die gediend hebben tot verwer
ving, inning of behoud der opbrengst;
voorts verplichte periodieke uitkeeringen,
renten, en premie van levensverzekering.
De betaling van het door U bedoelde
bedrag is hieronder niet te brengen.
Het is dus aan te merken als een ver-
mogensverlies, dat niet in aftrek van
uw inkomen komt.
Letter Y vraagt
De huurwaarde van mijn woning is
in 1928 f300.—- hooger genomen dan
het vorig jaar. Ik heb gereclameerd
maar niets vernomen. Waaraan kan dit
liggen en wat moet ik doen
Antwoord
Bij den inspecteur zijn ongetwijfeld
zeer veel reclames tegen verhoogde
huurwaarde ingediend. Als U uw reclame
niet aangeteekend hebt verzonden, raden
wij U aan eens te informeeren bij den
inspecteur der directe belastingen te
Baarn.
Ingezonden
Bulten verantwoordelijkheid der Redactie.
OVERHEIDS-VANDALISME?
Geachte Redactie,
Het zal L* en vele lezers bekend zijn,
dat het parkje, dat zich bij de overwegen
Ussendamweg en Nieuweweg bevindt,
voorzien is van een mooie rij hoornen,
welke langs de rijwegen staan. Deze hoo
rnen zijn langzamerhand flink groot ge
worden en zijn dan ook reeds een sie
raad van de omgeving. Bovendien wordt
het parkje keurig onderhouden, zoodat
alles met elkaar een aardig plekje van
Soest is, waarvoor ons gemeentebestuur
dank toekomt.
Maar nu kwam dezer dagen de schen
dende hand! 't Is in den tijd, dat een
paar menschen nagaan, of er ook hoornen
zijn, die in de draden van het elektriese
net groeien. Zoo ja, dan gaan ze van die
hoornen takken afsnijden, zoodat de dra
den vrij komen te hangen. Nu wilde.'t
geval, dat een van de bedoelde hoornen
ook juist in de draden groeide. Geen nood
echter; men wist er wel raad mee. Men
sneed eenvoudig den heelen kop uit dien
boom, zoodat de draden weer vrij kwa
men. Nu staat die eene boom daar geknot
tusschen alle andere in. Wie langs het
parkje komt, moet maar eens gaan zien,
aan den kant van de Parklaan.
Wie hier de schuld draagt, het gemeen
tebestuur of de P.U.E.M., weet ik niet.
Ook ligt het niet op mijn weg, aan te ge
ven, hoe die boom gespaard had kunnen
worden, wat trouwens eenvoudig genoeg
was geweest. Maar ik vind het geval er
gerlijk genoeg, om er de aandacht op te
vestigen. Als de overheid zelf aan vanda
lisme gaat doen of deze van een maat
schappij, waarmee het een contract heeft,
tolereert, dan is dat wel zoo ergerlijk, dat
dit te algemeener bekendheid mag wor
den gebracht. Als men in een gemeente
heeft gewoond, waar ordelijke, geregelde
toestanden heerschen, dan vallen de
eenigszins chaotische verhoudingen, die
men hier aantreft, bijzonder op. Laten we
echter hopen, dat bovenstaande regelen
iets goeds mogen uitwerken.
Met dank voor de plaatsing,
Uw abonné X.
„KRELIS" EN „BRANDNETEL".
Voor het eerst, maar tevens ook voor
het laatst, zal ik persoonlijk de moeite ne
men enkele opmerkingen te maken naar
aanleiding van het artikel van „Krelis" in
De Soestcr Courant van 11 dezer.
Dat de heer Smit zich, waar het ge
meentezaken betreft, nimmer om de waar
heid heeft bekommerd, weten we langza
merhand wel. Zoowel in Het Soester
Nieuwsblad van voorheen, als in De Soes
ter Courant van tegenwoordig, bij welke
bladen bij gemis aan een redacteur die
zijn naam durfde on durft noemen de heer
Smit als uitgever de aansprakelijke per
soon is, hebben de lezers steeds kunnen
genieten van mededcelingen die later dooi
de feiten werden gelogenstraft. Men den-
ke alleen maar aan de in zijn blad opge
hemelde „W i n s t" van hel grondbedrijf
en de door hem verkondigde integriteit
van den vorigen directeur van het gasbe
drijf!! Dat de heer Snit met alle winden
meedraait waar het zijn boterham betreft,
dut hij de gereformeerde politiek voor
stond in Het Soester Nieuwsblad, en
thans zoogenaamd neutraal is terwijl
hij als katholiek uitgever onder censuur
van den pastoor staat, och dat is allemaal
wel te begrijpen, al zullen weinigen het
apprecieeren. Het is dus ook niet te ver-,
wonderen, dat zijn medewerker „Krelis"
het voetspoor van zijn uitgever volgt. Dat
„Krelis" mij voor „Brandnetel" houdt, in
teresseert mij niet; hoogstens amuseert
het my. De manier waarop hij dit „nieuw
tje" zijn lezers meent te moeten bekend
maken, karakteriseert hem volkomen.
Maar wel wil ik even stipuleeren dat
wat hij van my met name bekende per
sonen, wier ve r in e e n d e bekendheid
met persoonlijke of zakelijke geheimen dc
heer Smit blijkbaar wat gaarne benut
iets wat tevens het karakter van hem die
daarvan w i 1 profiteeren, afdoende be
licht vernomen heeft, ook niet méér is
dan óf slechts vermeend óf gelogen.
Dat de uitgever van De Soester Courant
als medewerker kiest iemand als „Krelis",
een persoon wien de begrippen eer en
goede naam volkomen vreemd zijn, en
wiens verleden maar beter met den dek
mantel der vergetelheid kan bedekt wor
den, teekenl voldoende de mentaliteit van
den heer Smit en het peil dat hy voor zijn.
lezers voldoende acht.
Slechts zeer noode zou ik iemand we
gens vroeger wangedrag openlijk aan
den schandpaal nagelen. Doch „Krelis"
bedenke wel: Wie boter op zijn hoofd
heeft ga niet in de zon staan!
Ik zal het hierbij laten en mij heusch
niet laten verleiden tot een debat; dit toch
zou, gezien de herkomst en het verleden
van den medewerker van den heer Smit,
kwalijk kunnen komen boven een peil,
dat natuurlijk goed genoeg is voor De
Soester Courant, maar juist daarom niet
door mij begeerd wordt.
Mr. J. II. VAN DOORN E.
VOOR DEN PLUIMVEEHOUDER
Bij velen bestaat nog het bijgeloof dat
turfmolm in een kippenhok als strooisel
gebruikt luis verwekt, en het gebruik
daarvan dus volstrekt afkeurenswaard is.
Niets is minder waar. Integendeel, turf
molm is het aangewezen strooisel in kip
penhokken vooral in den winter. In dezen
tijd toch kan men in de eerste plaats be
zwaarlijk de kippenhokken behoorlijk luch
ten. De strenge koude zoude nadeelig
werken; een kip heeft een warm hok noo
dig. Wanneer men geen absorbeerend
strooisel heeft, hebben de kippen last van
de ontwikkelde ammoniakgassen; turf-
strooisel echter absorbeert deze en werkt
bovendien stankwerend. Door de ubsor-
beerende eigenschappen trekt het turf
molm veel vocht tot zich, waardoor het
hok dus droog blijft, wat voor kippen een
eerste vereischte is; een kip heeft hekel
aan nat. Zomers ziet men de kippen vaak
een zandbad nemen; ze hebben dat onge
twijfeld ook noodig en vinden in volop
gestrooid turfmolm een dankbaar surro
gaat voor het zomersche zandbad. Wan
neer men flink strooit zal het een heelen
tijd duren eer men ziet dat het noodig
is de laag te ververschenhet duurt be
duidend langer dan haksel. Men doet er
goed aan de oude mest, die natuurlijk
vochtig is, eerst uit het hok te halen, dit
goed te reinigen, en dan opnieuw te
strooien.
DE FISCUS EN HET BANKGEHEIM
Mr. J. H. van Doorne, medewerker aan
het bekende Financieele blad „Humfelds
Financier" schrijft in het nummer van 1.1.
Zaterdag:
Herhaaldelijk komt het voor dat een
bankier of commissionnair in effecten
voor de moeilijkheid staat: In hoeverre
moet ik de belastingambtenaren inzage
verleenen van mijn hoeken? Moet dit ook
dèn geschieden als het bankgeheim in het
gedrang komt? Moet ik order- of coupon-
boeken laten zien, waaruit de controlee-
rende rijksaccountant dus precies kan
zien, welke cliënten zaken hebben gedaan
en wat voor zaken dat waren?
Ten einde deze vragen te beantwoor
den zullen wij achtereenvolgens onder de
oogen moeten zien: Bestaat in ons land
een „bankgeheim"? Hoever strekt dc ver
plichting tot inzage van boeken en be
scheiden aan belastingambtenaren? Wan
neer men niet verplicht is den fiscus in
te lichten omtrent transacties van cliën
ten, hoe kan men dan voorkomen, dal de
fiscus, gebruik makend van zijn recht tut
inzage van boeken en bescheiden, daar
van misbruik maakt om gegevens omtrent
derden te weten te komen?
Allereerst dus de vraag: In hoeverre is
hier te lande sprake van een bankgeheim?
Een wettelijke regeling, waarbij voor
schriften omtrent de geheimhouding wor
den gegeven, zooals dit wel het geval is
t.a.v. artsen en notarissen, bestaat mot
betrekking tot bankiers en commissiorf-
nair in effecten niet. Indien een der lot
de laatstgenoemde groepen bchoorende
personen zich zouden schuldig maken aan
het mededeelen aan derden wat hen door
cliënten is toevertrouwd, zouden zij zich
kunnen schuldig maken aan overtreding
van art. 272 van het Wetboek van Straf
recht, dat met gevangenisstraf bedreigt
hem die opzettelijk eenig geheim hetwelk
by, uit hoofde van hetzij tegenwoordig,
hetzij vroeger ambt of beroep verplicht is
te bewaren, bekend maakt. Dit artikel
wyst dus niet aan welke de personen zijn,
die tot geheimhouding verplicht zyn. Zoo
als wy reeds opmerkten, kan die verplich
ting steunen op een elders gesteld wette
lijk voorschrift (Wet o. h. Notarisambt,
artsen wet, arbeidswet, enz.), of op een
instructie aan ambtenaren gegeven, maar
zy kan ook voortvloeien uit den aard van
het beroep en de met de uitoefening daar
van verbonden gebruiken. De verplichting
waarvan art. 272 spreekt behoeft rn.i.
geen wettelijke verplichting tc zyn, cn zoo
zal dus, ook al is zijn plicht tot geheim
houding niet bij de wet geregeld, de ad
vocaat, de bankier, de commissionnair in
effecten, kortom ieder die een beroep uit
oefent, waarbij zijn cliënten vertrouwen
op het geheim houden van hetgeen in en
hij de uitoefening van dat beroep is me
degedeeld, strafbaar gesteld kunnen wor
den voor een gemaakt misbruik van dal
vertrouwen.
Naast deze plicht tot geheimhouding
staat dc zakelijke plicht om toevertrouw
de geheimen te bewaren. Niet bezien dus
uit moreel, maar uit zuiver zakelijk stand
punt. De zakenman wien een geheim door
cliënten wordt toevertrouwd, en dit ver
trouwen schendt, doet zich zelf natuur
lijk onnoemelijke schade. In minder dan
geen tijd zullen al zijn cliënten welen dat
hun zakengeheim bij hem niet veilig is,
met het gevolg dat zij naar een ander zul
len gaan, waar dit wel het geval is. Dit
gevaar is waarlijk niet denkbeeldig; uil
eigen practijk is mij bekend hoe geruimen
tijd onder mijne belasting-cliënten het ge
rucht liep dat een bepaalde bankinstel
ling in Utrecht niet te vertrouwen was
omdat tic fiscus daar achter verzwegen
effectenbezit was gekomen, hoewel mij
later bleek dat de directeur vrijuit ging,
en dc ryksaccountant de schuldige was.
De bankier en de commissionnair in effec
ten, die zijn zaak niet aan een zeer groot
«isico wil bloot stellen, is dus verplicht
angstvallig er voor te zorgen, dat zijn
cliënten hun transacties niet alleen veilig
wanen, doch veilig weten. Zij dienen dus
door alle geoorloofde middelen te voor
komen, dat ook de fiscus geen geheimen
van cliënten te weten komt, opdat hun
zaak niet in haar hartsader, het vertrou
wen van cliënten, worde getroffen.
De vraag of en hoe zij dit kunnen voor
komen, hangt samen met de tweede, hier
boven gestelde vraag: Hoever strekt de
verplichting tot inzage verleenen van boe
ken en bescheiden aan belastingambtena
ren? Hierbij dicne in het oog te worden
gehouden dat deze verplichting verschil
lend is naar gelang het onderzoek dooi
den fiscus wordt ingesteld naar aanlei
ding van een gedane aangifte, dan wel van
een reclame. In het eerste geval is ieder
koopman, dus ook de bankier en commis
sionnair in effecten, verplicht tot het ver
leenen van inzage van alle hoeken en be
scheiden, waaraan de gedane aangifte kan
getoetst worden. In het tweede geval ech
ter is ieder dus ook de niet-koopman
verplicht inzage te verleenen van boe
ken en bescheiden waaruit de gegrond
heid der ingediende reclame kan blijken.
Het verschil zal duidelijk zyn: heeft een
commissionnair in effecten gereclameerd
omdat men de huurwaarde van zijn wo
ning te hoog heeft aangeslagen, of niet
voldoende is rekening gehouden met af
trek van rente of premie van levensver
zekering, of omdat de opbrengst van niet
in het bedrijf belegd roerend kapitaal te
hoog is genomen, dan kan de fiscus niet
eischen dat tot staving van die bezwaren
inzage vau de boeken wordt verleend; im
mers het bezwaar betrof niet de te hoog
door den fiscus aangeslagen bedrijfswinst,
maar andere onderdeelen van den aan
slag.
Ook vex-gete men nimmer, dat geen ver
plichting tot inzage verleenen bestaat, als
de aanslag reeds is opgelegd. Het komt
hei-haaldelijk voor dat eerst een aanslag
wordt opgelegd en daarna een ryksac
countant zijn bezoek aankondigt om in
zage van de boeken te nemen. Heeft de
fiscus eenmaal aangeslagen, dan is zyn
recht tot inzage vragen verbeurd. De ver
plichting tot inzage verleenen staat ge
noemd in artikel 70, het hoofdstuk van de
wet op de inkomstenbelasting, dat behan
delt de regeling der aanslagen; is de aan
slag zonder gebruik te maken van art. 70,
dan heeft de fiscus de hem bij dc wet ge
geven gelegenheid dus laten, voorbijgaan.
Ook is men niet verplicht inzage te ver
leenen van hoeken voor zoover betreft
vroegere jaren, dan waarover gerecla
meerd is, of waarover aangifte is gedaan.
Maar al te graag snuffelen rijksaceoun-
tants bij hun onderzoek ook in vorige ja
ren, in de hoop daarin iets te zullen ont
dekken dat tot navordering aanleiding
kan geven. Werd de aanslag tot navorde
ring nu nog enkelvoudig opgelegd, zoodat
men betaalde wat men werkelyk betalen
moest, maar neen, het ryk heeft bij na
vordering het recht 4 maal de belasting
extra te heffen, wat dus hij een eenigs
zins hooge gemeentelijke inkomstenbe
lasting neerkomt op 100 of 150 pet. van
het bedrag waarover men te weinig be
lasting heeft betaald. Verklaart de inspec
teur zich echter bereid om by eventuecle
navordering over vorige jaren, waarom
trent geen verplichting tot inzage ver
leenen bestaat, de na te vorderen belas
ting enkelvoudig te heffen, dan mag ook
niemand, wien het er om te doen is den
keizer te geven wat des keizers is, zich
daaraan onttrekken.
De bankinstellingen die als naamlooze
of commanditaire vennootschappen hun
bedrijf uitoefenen, vallen buiten de ver-
plichtinen van de wet op de inkomsten
belasting. Maar de wet op dc dividend
en tantièmebelasting gebiedt den bestuur
ders van deze lichamen evenzeer de boe
ken en bescheiden open te leggen ter con
trole van de aangifte voor de dividend- en
tantièmebelasting.
Uit een en ander blijkt dus ten duide
lijkste, dat de verplichting tot inzage ver
leenen uitsluitend in de wet is neergelegd
om den fiscus gelegenheid te geven de
juistheid van aangiften en reclames te
controleeren, en alleen daarom. Dus niet
om den fiscus gelegenheid te geven ge
gevens omtrent derden, in easu cliënten
van bankiers en commissionnairs in effec
ten, tc verzamelen. De Hooge Raad heeft
dan ook beslist dat te dien einde geen ver
plichting lot inzage verleenen bestaat.
Maar hoe zal incn, en hiermede komen
wy tot de derde vraag, den fiscus beletten
van de gelegenheid tot controle van aan
gifte of reclame, misbruik tc maken, door
tegelijk gegevens omtrent cliënten te ver
zamelen, en die tegenover deze uit te spe
len?
Een commissionnair in effecten had er
dit op gevonden, dat hij de namen van de
cliënten in de hoeken overplaktc met
strooken payier; de fiscus heeft alleen de
cyfers noodig, niet de namen, was zyn
redeneering. Deze ging echter niet op.
Want de Hooge Raad besliste dat „indien
de Raad van Beroep van oordeel is dat
voor een juiste beoordeeling van inkomen
of winst niet voldoende is inzage te ne
men van de in de boeken voorkomende
transacties, maar het daarvoor ook noodig
is de hoofden der rekeningen te kennen,
men niet kan volstaan met het overleggen
van boeken waarin deze namen zijn over-
plakt".
Kennis van de namen der cliënten moet
dus noodig zyn voor de beoordeeling van
het inkomen of de winst. Het spreekt ech
ter wei vanzelf dat dc fiscus steeds zijn
voorwendsel klaar zal hebben om te bc-
toogen dat dit noodig is. Immers, dc in
specteur behoeft slechts tc beweren dat
hem ter oore is gekomen dat de belas
tingplichtige groote winsten heeft ge
mankt (bij N.V.'s stelt hy natuurlijk dat
ze vermoedelijk ook wel op dc eene of an
dere manier tot uitdeeling zijn gekomen)
door transacties met een zekeren meneer
X. cn dat het dus noodig is ter controle
daarvan de hoofden der rekeningen te
2ien! Bovendien: als de zaak voor den
Raad van Beroep is, is hel eitgenlijk al tc
laat. Want zou de Raad 'van Beroep be
slissen dat men verplicht was geweest in
zage te verleenen, dan kan men niet meer
alsnog aan die verplichting voldoen, inyar
wordt onherroepelijk de aanslag gehand
haafd.
Dc praktijk heeft geleerd dat er geluk
kig nog bankiers zijn, die de risico van
een hoogen aanslag verkozen boven
schending van het bankgeheim. Zij deden
daarmede niet alleen een moreel alles
zins lofwaardige, maar ook zakelijk juiste
daad. Toch kunnen wy ons voorstellen dat
voor zeer velen hel moeilijk is een besliste
keuze te doen tusschen de vijandschap van
den fiscus en het belang der cliënten, al
is dit dan ook tevens een zakelijk belang.
De eenige manier nu om misbruik van de
boekeninzage door een rijksaccountant te
voorkomen is deze, dat men, wanneer hij
zegt dat het voor zijn onderzoek noodig
is de namen en transacties van cliënten te
weten, hem vraagt zijn onderzoek op te
schorten ten einde een en ander ter ken
nis van den Minister van Financiën te
brengen, en diens oordeel tc vernemen.
Immers de Minister van Fianciën heeft
den ambtenaren nadrukkelijk aangeschre
ven dat geen inzage van gegevens omtrent
derden gevraagd mag worden, tenzij «lil
heslist noodig is voor het onderzoek zelf;
en bij de jongste begrootingsdebatten in
de Tweede Kamer heeft hij zich eveneens
in dezen geest uitgelaten. De Minislerheeft
zich op het standpunt gesteld dal er in
derdaad een bankgeheim bestaat, en dat
dit erkend behoort te worden. Want by de
plaats gevonden hebbende internationale
conferentie te Genève, kort geleden, heeft
de directeur-generaal der directe belas
tingen, Mr. Sinneghc Damsté medegedeeld,
dat de Minister van Financiën niet bereid
is het bankgeheim ten behoeve van buiten-
landsche belastingadministraties op te
heffen. Waar de Minister dus nadrukkelijk
het bankgeheim erkent, mag van dezen
hoogsten autoriteit in het Nederlandsch
belastingwezen verwacht worden, dat hij
dit ook zal eerbiedigen, en niet dan in die
gevallen, waar naar zijn oordeel het be
slist noodzakelijk is, den bankier zal bloot
stellen aan het grootste gevaar dat hem
ooit kan bedreigen: het verliezen van het
vertrouwen van cliënten.
DE TREKVOGELS.
Wanneer de maand September is aange
broken, zien wij weer hoe zwermen vogels
ons land verlaten om naar warme streken
te trekken, terwijl de gevederde bewoners
van IJsland, Noorwegen en andere landen
die in de poolstreken liggen, ons gedurende
den winter een bezoek brengen, 't Is echter
minder de vrees voor het ruwe jaargetijde
dan wel een aangeboren reislust, wat de vo
gels op zekere bepaalde tijden naar verre
streken en dan weer des te sterker naar het
vaderland doet trekken. Dien trektijd noemt
de Duitsche geleerde Custos Wang een der
bewonderenswaardigste verschijnselen in het
rijk der natuur.
In de duisternis van den nacht trekt een
zwerm vogels een geheel werelddeel door en,
zonder eenige hulp, langs den kortsten weg
op het doel af.
Helgoland is voor de trekvogels eene voor
name halteplaats, evenals Texel, alwaar dan
ook jaarlijks duizenden vogels worden ge
vangen, helaas.
't Is verbazend, hoe snel dat trekken van
de vogels gaat. Als een karakteristiek voor
beeld zij hier aangehaald, het blauwborstje.
Dit kleine vogeltje legt de 400 geographische
mijlen (geogr. mijlen van 60 in de graad
breedte) van Egypte naar Helgoland in een
enkelen nacht af, en vliegt ongeveer 45 geo
graphische mijlen in het uur.
Spreeuwen en leeuweriken vliegen gewoon
lijk op eene hoogte van 500 Meter, terwijl
sommige soorten vogels zich op hunne vlucht
tot 20,000 voet hoog bewegen, zooals door
sterrekundigen bij hun waarnemingen van
de hemellichamen is opgemerkt, Ook de
kraanvogels en wilde ganzen vliegen op een
hoogte van 2700 voet. Merkwaardig is voor
zeker, dat aan een tocht van dikwijls meer
dan 1000 mijlen vogels van zes of tien weken
oud deelnemen. Getkes, een beroemd orni-
toloog op Helgoland, die vijftig jaren lang
het trekken van de vogels heeft gadegeslagen,
heeft de waarneming bevestigd, dat de lucht-
stroomen er den grootsten invloed op hebben.
Als eigenlijke luchtdieren hebben de vogels
een scherp gevoel voor atmosferische indruk
ken en ook een sterke gehechtheid aan eene
plaats. Daaraan is het toe te schrijven, dat
dezelfde vogel, die den winter in een ver we
relddeel heeft doorgebracht, in de lente in
hetzelfde dal, dat hij in den herfst verlaten
heeft, zijn lied weer laat klinken.
Deze elk jaar terugkeerende trektijd heeft
nog veel geheimzinnigs in zich, waarvan de
verklaring aan latere natuuronderzoekingen
moet worden overgelaten.
DE DIERENVRIEND.
STUDIE-CONFERENTIE
OVER DE MODERNE WIJZEN VAN
OORLOGSVOEREN TE FRANKFORT a. M.
4—6 Jan. 1929.
Op Vrijdag 4 dezer opende deze zeer be
langrijke studie-conferentie met de officieele
begroeting door het Comité van organisatie
en de tweede Burgemeester van Frankfort,
die in zijn rede het werk van den Vrouwen
bond veel succes toewensc.hte en zeide, dat
ieder die tegenwoordig nog ernstig vóór oor
log is, zich door een zenuwarts moest laten
onderzoeken. Wat noodig was, is de veran
dering in de opvoeding der kinderen, die van
den grond uit herzien moet worden.
Na nog eenige off. begroeingen werd daar
op het woord gegeven aan Proj. Lewin uit
Berlijn, een specialiteit op het gebied der
pharmacologie met speciale kennis van ver
giften. Hij maakte niet alleen tijdens den oor
log maar gedurende bijna zijn geheele leven
een studie van de uitwerking van giffen op
menschen en vertelde uit zijn ervaring, niet
gasvergiftigden opgedaan, ook tijdens den
oorlog, de meest interessante en wetenschap
pelijke bijzonderheden, het ontzettende lijden
schetsende dat menschen die aan gasvergif
tigingen van verschillende ledematen te ver
duren hadden. Tot slot deed hij een beroep
op de Vrouwen onder het motto „Willen het
de vrouwen, dan wil het God", om aan den
onmenschelijken oorlog een eind te maken.
De volgende spreker was Major Brunskog
uit Zweden die aan de hand van studie en
eigen ervaring een heel belangrijke uiteenzet
ting gaf omtrent de verandering die de wijze
van strijdvoeren had ondergaan. Aan de hand
van cijfers gaf hij een zeer goed gedocumen
teerd betoog het bewijs, dat een beschutting
van de bevolking tegen aanvallen van lucht
schepen en vliegtuigen met gas- en explosieve
bommen absoluut uitgesloten is. Zijn con
clusie was, dat de oorlog door menschelijken
wil was gemaakt, en door dien wil ook weer
vernietigd moest en kon worden.
Dr. BudszinskaTylicka, een vrouwelijke
arts uit Warschau die tijdens den oorlog veel
gewerkt had onder de gewonden en dus ook
gasvergiftigden behandelde, Zij gaf als haar
ervaring te kennen, dat van alle gasgewonden
die zij behandeld had, hoogstens 10 pet. ge
red kon worden, terwijl de anderen onder de
hevigste pijnen sterven moesten, gestikt oi
verbrand. De middelen die het Roode Kruis
in zijn laatste Conferentie als beschutting in
een modernen oorlog genoemd had, noenu'e
zij ook geheel ontoereikend en onmogelijk en
bij hef volk door zijn ingrijpende verande
ringen in het dagelijksch leven een sooit oor-
logspsyche tc weeg brengend.
Dr. Axel Hoejer uit Zweden bracht ons een
zeer goede uiteenzetting van de pathologische
uitwerking der gassen op huid, oogen, ooren.
reuk en ademhalingsorganen als ook op hei
zenuwstelsel, die duidelijk deden zien, dat een
moderne wijze van oorlogvoering nog on-
menschelijker is, dan alle voorafgaande me
thoden.
Hierna neemt Dr. GertrudWoker uit Bern
het woord,, ons wijzende op het ernstige
gevaar dat dreigt van den kant diergenen
die een gasoorlog humaner noemen dan een
oorlog, zooals die tot nu toe gevoerd werd.
Zij geeft ons als chemica een duidelijke uit
eenzetting van de verschillende soorten gas
die aangewend worden ieder met hunne spe
ciale wreede uitwerking. Toen op 22 April
1915 de Duitschers voor het eerst die gassen
gebruikten tegen de Franschen, waren er in
weinige minuten 6000 dooden, terwijl dege
nen die van een gasvergiftiging z.g. genezen,
zeer gemakkelijke offers zijn voor allerlei
infecties als zij er geen chronische kwalen
van overhouden. Lichtbeelden verduidelijkten
haar rede.
Als laatste spreker dien dag nam Dr. Mc.
Carthey van de Universiteit te Edinsburg nog
het woord over de Chemische Industrie en
de Chemische oorlogvoering en de omzetting
van het eene in het andere. Ook hij wees
er op, dat practische verdediging tegen deze
gassen niet mogelijk is.
De tweede dag der conferentie begon met
een uiteenzetting van Dr. Sasek uit Praag,
die een historisch overzicht gaf van het ge
bruik van gassen voor oorlogsdoeleinden. Hij
noemde in dit verband een paar enkele ge
vallen uit de Middeleeuwen, maar toonde aan,
dat de eigenlijke massa-gasoorlog begonnen
was op 22 April 1915 bij Yperen. De heele
wereld en in het bijzonder de vrouwen moeten
voor de afschaffing van iederen oorlog, maar
speciaal van den modernen gasoorlog strij
den o.a. door de wetten van het internationaal
recht te doen veranderen.
Dr. Steek uit Zwitserland gaf daarop een
een uiteenzetting van de middelen die al ge
vonden waren als beschutting tegen het gas,
zooals gasmaskers, van verschillende soort
voor de individuen en alarm-systemen, „ont-
giftingsposten", hospitalen enz. voor massa
hulp. Aan de hand van lichtbeelden toonde hij
aan hetgeen gevonden en toegepast werd
voor industrie- en brandweerdoeleinden om
echter tot de conclusie te komen, dat in ge
val van oorlog al deze hulpmiddelen onvol
doende waren om bij een paniek dienst te
doen.
Hierop gaf een gewezen gasofficier van het
Duitsche leger IV. Nestier uit zijn oorlogs
ervaringen een aangrijpend verhaal van het
afschuwelijke van den gasoorlog en ken
schetste Duitschland, die met den gasoorlog
begonnen was als de tooverleerling, die de
losgelaten machten nu zelve niet meer kwijt
kon worden. Het eenige middel volgens hem
om een oorlog onmogelijk te maken is de
weigering van iedereen, om aan welken de-
structieven arbeid ook mede te werken. Hier
na volgden toen nog eenige discussies onder
vaklieden.
Majoor Brunskog nam toen nog tot slot
van dien dag het woord om ons een zeer hel
dere uiteenzetting te geven van de methoden
ter ontwapening.
Des avonds vond nog een openbare verga
dering plaats in de Saalbau, waar Dr. Woker
en de heer Delaisy uit Frankrijk het woord
voerden. De zaal was zeer goed bezet en
het gehoor was zeer belangstellend.
Heden, Zondag, den laatsten dag, waren
'nog twee sprekers aan het woord. De eerste,
de heer Delaisy, die in een gloedvolle en
goed gedocumenteerde rede bewees, dat eeni
ge contróle op de chemische oorlogstoerus
ting onmogelijk en een hersenschim is, daar
het vredes-potentieel tegenwoordig eigenlijk
gelijk staat aan het oorlogspotentieel. Kunst
zijde-, Kunstmest-, verfstoffabrieken, spoor
wegen, auto's, commercieele luchtschepen,
steenkolen, petroleum, alles werdt gebruikt
voor vernïetigingsdoeleinden in oorlogstijd,
zelfs de onschuldige aardappel. Bij de be
wezen absolute onmogelijkheid om eenige
industrie of handelsonderneming te controlee
ren op zijn werkzaamheden voor oorlogsdoel
einden, is het eenige mogelijke dat gestreden
wordt voor algeheele ontwapening.
De laatste spreker, de Hollander Bart de
Ligt gaf een voortreffelijke uiteenzetting. Hij
wees er op, dat door de technische en we
tenschappelijke wijze van oorlogvoeren, dit
geen kwestie meer was van het volk, maar
van intellectueelen. De anarchisten die 100
jaar geleden al chemie gestudeerd hebhen
voor destructieve doeleinden waren de voor-
loopers van den modernen gasoorlog. Ieder
een, proletariaat zoowel als bourgeoisie,
neemt tegenwoordig deel aan oorlogsvoorbe
reidingen, door blindelings allerlei werk te
verrichten, waarvan ze de draagkracht niet
kennen. Wetenschap zonder geweten ruineert
de menschheid. Alleen met moreelen steun
van allen kan verbetering komen, kan men
komen tot een International van goeden ar
beid, waarbij de pacifisten de chemische fa
brieken veroveren, zich van het onderwijs
meester maken enz. Een bureau moet ge
sticht worden om een nieuwe openbare inee-
ning te vormen, een nieuwe eeren-codex sa
men te stellen, tot de vredesdaad organisee-
ren, alleen „goede" arbeid verrichten. Co-
operatie in deze is noodzakelijk, daar velen
alleen niets bereiken, doch in samenwerking
met anderen den moed hebben hunne overtui
ging uit te dragen.
Het verdere van den dag werd besteed aan
discussies, die niet zoo ingrijpend waren, dat
er iets naders in dit zeer verkort verslag van
vermeld kan worden.
Tot slot werd een resolutie van onderstaan-
den inhoud voorgesteld, die in zijn geheel met
groote meerderheid werd aangenomen.
Na afloop van dit officieele gedeelte had
de Frankforter groep alle sprekers en afge
vaardigden nog uitgenoodigd tot een thee in
Hotel Frankforter Hof, waar onder anderen
Minister Severing het woord voerde, die o.a.
zeide, dat de mannen zoo lang de soldaten
van den oorlog geweest waren, dat hij hoopte,
dat de vróuwen de soldaten van den vrede
zouden worden.
's Avonds werd nog een openbare vergade
ring georganiseerd met o.a. Dr. Axel Hoejer
en Frau Kirchhof als sprekers en hiermede
werd deze zeer leerrijke en interessante stu
dieconferentie, die zich in een druk bezoek
mocht verheugen, gesloten.
RESOLUTIE
Die von der
InternatiQnalen Frauenliga für Frieden und
Freihcit
veranstaltete Konferenz zum Studium der mo
dernen, Kriegsmethoden und des Schutzes der
Zivilbevölkerung, die von 4. bis 6. Januar in
Frankfurt a/M. tagte, ist nach entgegennah-
me von unwiderleglichen Zeugnissen von
Sachverstandigen. Wissenschaftlern und
Technikern, deren Wert und wissenschaft-
liche Ehrlichkeit ausser aller Frage steht, zur
Gewissheit gelangt,
1.) dass es keine wirksamen Schutzmass-
nahmen gegen die Zerstörungsmittel gibt,
die die Wissenschaft in den Dienst des Krie-
ges stellt,
2.) dass die Abmachungen zwischen den Re-
gierungen, die auf das Verbot dieser Mittel
hinzieleh, keinerlei Sicherheit bieten, da ja
die Staaten ihre moralischen Verpflichtun-
gen dadurch verletzen, dass sie das für diese