Kalkstikstof
fi. leis. Bierenarls
A.J.HEINS-Soest
S. DE ZOETE Hzn.
STAATSLOTERIJ
RIETMATTEN
HET VENDUHUIS
Minder 2
Meer winst
s
QmmE GEERES'
Voor denPluimveehouder.
FEUILLETON
CliM (GEWETEN.
In kwaliteit het beste
Inprijs het goedkoopste
Fotografie „TIP TOP"
naar TORENSTRAAT 12
Torenstraat 8
TELEF. B 355
Staines Inlaids Linoleum
zichzelf recommandeert.
Firma GEBRs. STAAL
Bloemisterij „Kweeklust"
PAARDENVLEESCH
„OPHELIA"
Bloemist - J. GEIJTENBEEK
N.V. Centraal Administratiekantoor
ALGEM. BEGRAFENIS-ONDERNEMING „SOEST"
Zaadhandel W. S. Veltman
Korte Brinkweg Soestdijk
Meubelen, Fornuizen, enz.
De Venduhouder
S, VAN DE STADT
'iigbaar.
BIRKTSTRAAT 45 - TEL. 2219
REPARATIE-INRICHTING VOOR ALLE
MOTOREN.
AUTOGEEN LASCH- EN SNIJ-INRICHTING
STOCK, DUNLOP, MICHELIN EN
ENGLEBERT BANDEN.
2e BLAD
behoorende bij „De S
ter" van 29 iuni 19!
Bijenteelt.
NAZWERMEN ROOFBIJEN.
L)e weersgesteldheid is voor de bijen
volken in de laatste weken vrij gunstig
geweest; de meeste hebbeu zich boven
verwachting prachtig ontwikkeld. Veel
zwermen zyn reeds gemaakt of uit eigen
beweging voor den dag gekomen. Nu
moet er terdege op worden gelet, dat
geen nazwermen ons ontsnappen. Geluk
kig worden we vooraf gewaarschuwd. Al
vorens met haar aanhang de bijwoning te
verlaten, laten de jonge moederbijen, voor
al in avondschemering, een eigenaardig
geluid hooren, dat wij, imkers, „fluiten"
noemen. Vernemen we bij één of meer
onzer bijenvolken zoo'n gefluit, dan ko
men er binnen enkele dagen beslist zwer
men, tenzij het weer al te guur of te re
genachtig mocht zijn. Men geve aan de
zwermen steeds zuivere woningen. De
raampjes van de bijenkasten, de boog-
jes van de Gravenhorster boogkorven, ze
moeten vooraf zorgvuldig worden nagezien
en gereinigd. Gok uit de gewone korven
moet alles, wat er niet in behoort, wor
den verwijderd. Van schadelijk gedierte
we denken hier in de eerste plaats
aan den wasmotvlinder en zijne larven
zuivert men de bijenwonigingen het ge
makkelijkst en afdoend door middel van
zwaveldamp. Een wollen lapje of een
stukje bordpapier met zwavel bestreken,
wordt eeu stokje bevestigd, aangestoken
en vervolgens onder den korf of in de
bijenkast gesteld, zoodanig natuurlijk dat
het lapje of papiertje blijft smeulen. Het
best is nog, het zwavellapje in den grond
te steken en daarboven de te zuiveren
bijenwoning te plaatsen.
Deze reiniging door zwaveldamp men
denke hieraan wel moet gedaan worden
eenige dagen vóór de zwerm in de woning
komt, opdat de zwavellucht geheel is
verdwenen als de bijenzwerm er in komt.
Op verschillende manieren kan men
een zwerm in een bijenkast overbrengen.
De eenvoudigste en doeltreffendste wij-
ze is deze: Eenige raampjes uitnemen en
daarna met één of meer duwen de bijen,
die in het schepschuifje waren, er in
kloppen. De byen komen dan op de
bodemplank terecht, doch loopen aan
stonds naar boven, liefst naar de plaats,
waar één of meer raampjes met wat ho
nig of suikerstroop in de raten er in
hangen. Men doe vervolgens maar aan
stonds het deksel er op; den yolgenden
dag zal men gewoonlijk zien, dat de bijen
gezellig bij elkander zijn getrokken, ja,
wellicht reeds eenig nieuw werk we
bedoelen nieuwe raat hebben gemaakt.
Dan hange men er de uitgenomen raam-
pjes weer in. Men kan den zwerm ook
wel vlak vóór het vlieggat van de byen-
kast uit hets chepsehuifje kloppen; veel
al trekken dan de bijen vrij spoedig naar
binnen, vooral als de moederbij er in is
gegaan. Het overbrengen der zwermen
in korven en kasten dient bij avond te
geschieden. Dan toch bestaat er minder
kans dat de bijen de woning zullen ver
laten. Ook zullen ze dan den volgenden
dag haar nieuw verblyf aanstonds tegen
aanvallen van roofbyen verdedigen. Moet
om de een of andere reden een zwerm
overdag in een nieuwe woning hetzij
korf of kast worden gedaan, dan mo
gen de zwermbijen dien dag niet uitvlie
gen: het vlieggat dus gesloten, en is het
een korf, dan onder den korf bovendien
Niet altijd neemt een zwerm genoegen
met de woning, die wij hem geven. In de
eerste plaats houden de byen van rein
heid; ook hebben ze een grooten afkeer
van een duffe, onfrissche lucht. In elke
nieuwe bijenwoning dient wat voedsel te
zyn, dat lokt en trekt de byen bij uitstek.
In den eersten tijd late men de zwer
men zooveel mogelyk met rust. Menig
onervaren imker of imkeres heeft meer
dan eenmaal het prachtige, nieuwe werk
der byen bij het omtillen van een gewo
nen korf naar beneden doen vallen. Men
bedwinge dus in de eerste dagen zijn
nieuwsgierigheid. Moeten de zwermen ge
voederd worden, dan schuive men onder
de gewone korven heel voorzichtig het
bordje of bakje met honig of suikerop
lossing men behoeft daartoe den korf
aan de voor- of achterzyde slechts even
op te lichten. Bij een boogkorf kan men
indien men geen boogjes met honig
er in te zijner beschikking heeft op
dezelfde wijze handelen. Moet een zwerm,
die in een bijenkast vertoeft, gevoederd
worden, dan neemt men eenige onbezette
raampjes er uit en plaatst in de daardoor
ontstane ruimte het bakje met voeder;
de byen hebben het dan dicht onder
haar bereik. Ook kan het bakje met voe
der boven de broedruimte worden ge
plaatst.
Van eenige bijenhouders bereikten ons
klachten over den grooten last door roof
byen veroorzaakt en vroegen, wat tocli
tegen het rooven te doen is en of het niet
te voorkomen is.
Het voorkomen gaat gewoonlijk nog
gemakkelijker dan het verhinderen. Een
bijenhouder, die geregeld acht geeft up
zijn bijen, zorgt gezonde en krachtige
bijenvolken te bezitten, nooit met honig
of suikerstroop in de nabijheid van de
bijenwoningen morst, uitsluitend des
avonds voedert, aan alle bijenwoningen
geen andere opening, dan alleen een be
trekkelijk klein vlieggat duldt, zulk een
imker zal niet licht over hinderlijk roo
ven te klagen hebben. O, zeker. Gok bij
zijn bijenkoloniën zullen wellicht zoo nu
en dan wel eens vreemde bijen komen
snuffelen, maar ze kunnen niets uitrich
ten; ze worden aanstonds verwoed aange
vallen en (jjenig vreemd bijtje vindt daar
bij den dood.
Waaraan roofbijen te onderscheiden
zijn? Vooreerst aan haar gezoem, dat een
veel hooger toon heeft, dan dat der ande
re bijen. Gok zijn ze veelal aanmerkelijk
vlugger in hare bewegingen en bovendien
kwaadaardiger. Gewoonlijk vliegen in de
onmiddellijke nabijheid der bevolkte bijen
woningen heen en weer en als ze dicht
by het vlieggat komen, worden ze aan
stonds door de werkelijke bewoonsters
opgewacht en moedig aangevallen.
Soms komt het voor, dat de roofbyen
by eene zwakke kolonie de overhand ver
krijgen. In dat geval worden de bewoon
sters van den korf of van de bijenkast iop
zijde gedreven en wordt al de voedsel
voorraad in korten tyd weggehaald. Een
ervaren imker merkt het aanstonds, wan
neer er roofbijen zijn. Wordt een bijen
volk gedurig en soms erg door roofbijen
geplaagd, dan kan men eerst nog zyn
toevlucht nemen door het vlieggat te ver
nauwen. Helpt dit niet, het best is dan
de bijenwoning te sluiten en één, of des
noods twee dagen op een koele, donkere
plek in een schuur te hangen, en up de
plaats in den bijenstand een ledige bijen
woning te zetten. De roofbijen, niets meer
van haar gading vindende, zullen langza
merhand wegblijven.
Naar wordt beweerd, zouden sommige
bijenhouders zoo gewetenloos zijn aan de
byen een prikkelend voedsel toe te die
nen, waardoor de rooflust werd opgewekt.
Mocht, dit, onverhoopt, zoo zijn, hun han
delwijze ware niet alleen in hooge ïpate
verfoeilijk, maar dwaas bovendien. Gf
dachten zij zich soms te bevoordeelen met
den honig van andere bijenhouders Zou
den ze dan niet beseffen, dat ze door
een zoodanige, niet genoeg af te keuren
handelwijze hun eigen bijenvolken totaal
bederven? Roofbyen toch blyven maar
van 's morgens tot 's avonds om andere
bijenwoningen zweven; yele vinden daar
bij den dood, en het ergst is nog, dat ze
niet meer zoo goed naar bloemen en bloe
sems willen, om daar honigsap te halen.
In plaat# yan meer zouden zulke laag
hartige imker# minder honig krijgen,
en in plaats van hg tere, slechtere
bijenvolken.
A, N, b. .13.
KUIKENS EN 0NWEER.
Met den zomer komen ook de pnwe-
ders: vorige week hebben wij daar teeds
een proefje van gehad!
Onweer en vooral de daarmee meest
gepaard gaande slagregens zijn zeer ge
vaarlijk voor kuikens; bet is daarom, dat
wij hen, dje kuikens langs kunstmatigen
weg groot brengen, toeroepen: let op
onweer.
Wanneer een onweer komt opzetten,
verzamel dan de kuikens en siujt ze in de
kunstmoeder op.
Want met die slagregens is al menig
kuiken om zeep gegaan. Valt de regen
eerst zacht, dan zoeken de diertjes meest
wel een onderdak, maar, o wee, wanneer
het direct begint te plasregenen. Dan
worden de kuikens door het koude bad,
blijkbaar zoo van streek, dat ze alles
vergeten en wezenloos in groepjes in den
regen blyven staan. Het resultaat is, dat
er verscheidene in enkele minuten op de
plaats dood gaan.
Niet alleen zeer jonge kuikens, maar
zelfs gezonde en vlugge diertjes van een
week of vier vinden op deze manier den
dood.
Daarom; let op onweer. Dreigt er on
weer, sluit dan de diertjes op in de kunst
moeder of als ze wat grooter zijn in een
leegstaand hok of iets dergelijks, dat is
luchtiger.
Natuurlijk de dieren na het onweer
niet lang vasthouden, daar het in de kunst
moeder, wanneer daar met het oog op den
regen niet geventileerd wordt, zeer be
nauwd kan zyn. A. N. L. B.
ROMAN VAN
10) REINHOLD ORTMANN
„Dat was het dus! Maar als het dit
alleen was, dan heeft mijn vermoeden my
ook niet bedrogen, dat mij bijna sinds mijn
eerste bezoek in dit huis zoo zwaar en
drukkend op het hart ligt. Ook u lijdt,
zooals ik eens geleden heb ook u
bent niet gelukkig, juffrouw Ingeborg!"
Zy wendde haar hoofd af, omdat zij voor
hem haar tranen wilde verbergen, die we
derom in haar oogen opwelden. Wel had
zy het gevoel, dat het haar plicht was,
de al te drieste deelneming van den
vreemdeling met een ondubbelzinnig woord
af te wyzen; maar de zachte, innige klank
van zijn stem lag iets als betoovering,
waardoor dat beslissende woord niet over
haar lippen kwam.
Artois gaf aan haar zwygen natuurlijk
die beteekenis, die met zyn wenschen het
best overeenkwam en terwijl hij nog dich
ter op haar toetrad, sprak hij zoo zacht,
dat geen luisteraar hem had kunnen ver
staan: „Ik wist het reeds lang en u
kunt ervan verzekerd zyn, dat er niemand
op aarde is, die dit beter kan begrijpen
dan ik. Het zou feitelijk ongepast zijn,
indien ik op dit oogenblik over de gevoe
lens wilde spreken, die mij bezielden, se
dert ik u voor de eerste maal zag. Maar
terwille van u zelf, juffrouw Ingeborg,
moet ik u zeggen, dat er voor u slechts
één enkele weg naar vrijheid en geluk
bestaat en dat ik de benijdenswaardigste
allerstervelingen zou zijn, wanneer ik
uw gids en leider op dezen weg zou mo
gen zijn. Ik verlang niet, dat u mij nu
onmiddellijk daartoe het recht verleent;
want nog heb ik immers helaas geen ge
legenheid gehad mij uw vertrouwen waar
dig te toonen. Maar staat u mij tenminste
toe vanaf heden te trachten dat vertrou
wen te mogen verwerven! Geeft u mij
een kleine zwakke hoop, dat ik eens uw
toestemming zal verkrijgen om uw vriend
en beschermer te zijn".
Hy had haar slap neerhangende hand
gegrepen en op hetzelfde oogenblik, dat
in de nabijheid ergens een deur werd ge
opend, meende hy een zuchten druk van
deze kleine, warme hand te voelen.
Weliswaar was dit ook het eenige ant
woord, dat hy op zyn met zulk een vloed
van woorden uitgesproken verzoek ont
ving; want met een nauwelijks hoorbaren
afscheidsgroet snelde Ingeborg de naast
van voetstappen haar voor de mogelijk-
brjzijnde kamer binnen, toen het geluid
van voetstappen haar voor de mogelijk
heid van een verrassing deed vreezen.
Een afwijzing, die hem had moeten ont
moedigen, was eóhter in haar houding
niet te bespeuren geweest en toen doctor
Artois, beneden voor het huis van den
professor staande, na een korte aarze
ling besloot, de richting in te slaan, waar
de woning van mevrouw Manstein gelegen
was, vertoonde zyn gelaat de uitdrukking
van een man, die aan het welslagen van
zyn plannen niet meer den minsten twijfel
koestert.
HOOFDSTUK VII.
De verbindingsdeur tusschen de salon
en de aangrenzende woonkamer stond
wijd open, toen het kleine, ontstelde
dienstmeisje haar meesteressen het be
zoek aankondigde van doctor Artois. Juist
had weer een van die onvriendelijke woor
denwisselingen plaats gehad, die tusschen
mevrouw van Manstein en haar dochter
nu niet bepaald tot de zeldzaamheden be
hoorden. Omtrent de eigenlijke oorzaak
van dit laatste levendige meeningsverschil
zou misschien geen der beide dames meer
bepaalde inlichtingen hebben kunnen ge
ven; maar in ieder geval was er toch
weer sprake geweest van een verschil
van opinie over de kostbaarheid van den
bruidsuitzet voor juffrouw Edith.
Rondom de eerwaardige mevrouw van
Manstein waren T.J. in de kleine, half-i
donkere woonkamer heele bergen van
allerlei sneeuwwit linnengoed opgestapeld,
hoog genoeg, om een millionnairsdochter
voor de belangrijkste schrede haars le
vens behoorlijk uit te rusten. Het was
dan ook sterk overdreven, toen de oude
dame in steeds stijgende opwinding deze
stapels linnengoed een „handjevol arm
zalige uitrustingstukken" had genoemd.
Maar men kan zich tevens de gevoelens
van mevrouw van Manstein voorstellen,
toen Edith vanaf haar plaats in de salon
op even geprikkelden als beslisten toon
had geantwoord:
„Tenslotte ben ik het. die in het hu
welijk zal treden moeder en daarom zal
de beslissing over deze dingen ook al
leen door mij genomen moeten worden.
Het blyft dus, zooals ik gezegd heb;
Handel In Kunstmeststoffen,
- Turfstroolsel en Granen -
MIDDELWIJKSTRAAT 18 - TEL. 2141
Aardappelen, Groenten,
Binnen- en Buitenlandse!) Fruit
Geconserveerde en Ingemaakte
GROENTEN
Ontvangen
nieuwe MALTA-AARDAPPELEN
BURG. GROTHESTR. 41 - Tel. 2140
SOESTDIJK
FF.RDINAND HUVCKLAAN 6a
verplaatst
vanaf 1 JULI
G. van GRONINGEN
•••••••••••••••••••••••••••O
Briefjesspelendehieropverkrijgbaar
VOOR UW a.s.
ONDERSTAAND ADRES
KORTE pRINKWEG SOESTDIJK
Lid tst. B. v. Menbeltr. Ondern.
Hoenderpark, Parklaan 12, Soest.
BROEDEIEREN en KUIKENS, stam
Welleman, dagelijks verkrijgbaar.
Tevens te koop: BROEDMACHINE,
(Cypers) en Kunstmoeder.
doet een verbruiker na jaren en jaren
weg, omdat het ten slotte begint te vervelen
Verslijten doet men het echter niet
Daarom Is het 'n dankbaar artikel hetwelk
Stalen met prijsopgaaf worden op verlangen
gaarne toegezonden door
Woninginrichters - Heuvelweg 8
NU IS HET TIJD II
Laat Uw tulnperken beplanten met
GERANIUMS, BEGONIA'S,
SILVIA'S, enz. enz. door
G. Kraayenhagen
STEENHOFSTRAAT 1 - TELFF. 2178
Toegang vrij.
Aanleg en onderhoud van tuinen.
Verkrijgbaar eerste kwaliteit
van jonge paarden
Biefstuk70 cent
Biefstuk (haas) 80
Rosbief50
Stukjes45
Rollade45
Magere Lappen 40
Doorregen Lappen 35
Gehakt35
<t contant
Varkensvleesch concurreerende prijzen.
Beleefd aanbevelend,
R. BOKMA
BEUKENLAAN 20B - SOESTDIJK
Bloemen - Magazijn
Burg. Grothestraat 4 - Telef. 2113.
Levert Bloemwerken voor alle gelegenheden
Ruim voorzien van alle Bloemist-Artikelen.
Aanleg en Onderhoud van Tuinen
De nieuwe Bloem- en Tuinzaden ontvangen
onder Directie van
MK. J. II. VAN DOORJVE
Hoofdkantoor UTRECHT, achter St. Pleter 16 - Telefoon 3657
Bijhouden van Boekhoudingen,
Behandeling van alle belastingzaken tegen vast tarief per jaar,
naar grootte van het bedrijf.
Vertegenwoordiging door het geheele land.
Kantoor: TORENSTRAAT 8, Telef. 2086
nir-oti» i- AREND W1ERSMA, Torenstraat 8, Tel. 2086.
uirecuej KOETS> Spoorstraat 24, Telefoon 2226.
Eerste aanspreker W. VAN DIERMEN, Talmalaan 17, Telefoon 2290
gangbare maten In voorraad.
Speciale maten binnen enkele dagen
BEUKENLAAN 31a SOEST
Is dagelijks geopend voor het
ontvangen van goederen voor de
eerstvolgende verkooping.
Tevens uit de hand te koop diverse
dit bereikt ge door
200 KG. Kalkstikstof per H.A., gestrooid des
morgens in den dauw. 4 6 weken na het
zaaien van het zomergraan, doodt het onkruid
en doet het gewas groeien als kool.
m
meer dan de helft van alles, wat u daar
besteld hebt zonder my te raadplegen,
gaat naar den leverancier terug. Het is
mijn stellige wil mij tot het allernoodigste
te beperken".
Juist op dit kritieke oogenblik had het
dienstmeisje, dat er altijd uitzag, alsof
het op een flinke strafpredikatie voor
bereid was, het bewuste bezoek aange
kondigd en met een hoonend: „Nu, ik
wensch je veel genoegen uit den
mond van mevrouw van Manstein, was
op hetzelfde oogenblik de verbindings
deur krakend in het slot gevlogen.
Edith richtte zich slechts half op uit
haar gemakkelijke houding om den binnen
tredende te begroeten. Haar knap gezicht
was ernstig en het klonk geenszins als
een uitroep van blijde verrassing, toen zij
sprak :sprak: „Wat is de reden, die ej
hierheen voert, Siegmund? Want er moet
toch wel iets heel bijzonders gebeurd zijn,
dat je het niet ongepast acht, tegen mijn
uitdrukkelijke wenschen te handelen".
Ondanks haar poging om haar hand uit
de zijne los te maken, drukte Artois
deze vurig aan zijn lippen en schoof toen
met de rustige zekerheid van een oud
huisvriend de dichtsbyzijnde stoel naast
haar rustbed.
„Nog is er niets bijzonders gebeurd,
mijn dierbare Edith", antwoordde hij glim
lachend, „maar aangezien het binnenkort
zou kunnen gebeuren, moet ik je noodza
kelijk spreken. Overigens is het een
kleine eeuwigheid geleden, sinds wij el
kander voor het laast zagen en eerlijk
gezegd zie je er niet zoo frisch en
bloeiend uit als een gelukkige jonge bruid
ter feitelijk behoorde uit te zien".
Edith wierp wrevelig het hoofd achter
over en haar vingers speelden zenuw
achtig met de kwasten van het rustbed.
„Waartoe dient deze spot?" vroeg zy
geprikkeld. „Ik hoop dat het niet je be
doeling is onze geheele conversatie op
dezen onverkwikkeljjken toon te voeren.
Je zult me tenminste vandaag niet in de
stemming aantreffen om daarop in te
gaan".
„Ah, er heeft dus weer een klein hui
selijk onweer gewoed? Merkwaardig hoe
veel electrische spanning tegenwoordig
overal in de lucht schijnt te zweven! Het
lijkt mij toe, dat je met de voltrekking
van je huwelijk zooveel mogelyk haast
maakt. Voorzoover het niet onbescheiden
is daarnaar te vragen, wanneer zal de
groote dag dan aangebroken zyn?"
„Den vijftienden van de volgende maand
zal ons huwelijk plaats hebben", ant
woordde zy kortaf en met een harden
klank in haar stem, dien hy intusschen
niet scheen te bemerken, aangezien hy
op. zyn onverschillige manier voortging:
„Morgen over vyf weken dus! Een kor
te tijd en toch byna al te lang, voor
iemand, die iedere minuut al zijn verwach
tingen teleurgesteld kan worden".
„Wat wil je daarmee zeggen, Sieg
mund? Zal ik soms deze iemand zijn?"
„O neen!" sprak hy op gerekten toon.
„Er zijn toch ook nog andere menschen
op de wereld ik bijvoorbeeld! Mijn
verwachtingen schijnen slechts heel lang
zaam voor verwezenlijking vatbaar te zijn,
liefste Edith 1"
„Wil je mij daarvan een verwijt ma
ken? Ik heb gedaan wat ik kon om den
professor voor je te interesseeren, meer
bijna, dan ik feitelijk mocht wagen, zon
der zyn ijverzuchtige verdenking op te
wekken. Ik kan hem toch niet eenvou
dig bevelen, dit of dat ten gunste van jou
te ondernémen!"
„Neen, dat kun je zeer zeker niet",
zeide de doctor zachtjes, „maar voor my
is het niet des te minder noodlottig,: dat
de zaken zich in zulk een slakkengang
ontwikkelen. Ik zou in de pijnlijkste ver
legenheid kunnen geraken, als niet spoe
dig iets beslissends voorvalt".
„Indien de zaken werkelyk zoo staan,
dan moet je nu toch die betrekking aan
nemen, waarvoor je eigenlijk hierheen
bent gekomen. Voor dat andere zou later
wel raad geschaft kunnen worden".
„Je verwijzing naar dezen voortreffe-
lyken uitweg komt helaas te laat. Ik heb
die betrekking eenige dagen geleden aan
een studiemakker overgedaan, die geluk
kig was met zulk een bewijs van onbaat
zuchtige vriendschap".
„En je kunt die overdracht niet meer
ongedaan maken?"
„Neen, bovendien geheel afgezien van
het feit, dat ik er niet aan denk het te
probeeren. Ik beschouw het eerder als een
van mijn geniaalste ingevingen, dat ik
op de gedachte kwam juist dpzen voor-
beeldigen jongeling in de bres te schui
ven. De kleine doctor Giersberg bleef
namelijk op zijn stuk staan en wanneer
je het genoegen had hem te kennen, dan
zou je ook weten, dat hy verwenscht
onaangenaam kan zyn. ïk 'was tamelijk
radeloos, aangezien al mijn collega's tot
wie ik my met het verzoek wendde, myn
opengevallen plaats te willen innemen,
botweg weigerden en ik liep reeds met
allerlei wanhopige plannen in mijn brein
rond, toen eindelijk deze glorierijke ge
dachte het duister, verhelderde. Doordat,
ik Valentin Düringhoffen er toe wist te
bewegen zich als sollicitant aan te mel
den, werd ik namelijk niet alleen van een
lastige verplichting ontslagen, maar ik
ruimde tegelijkertijd een hindernis uit den
weg, die later voor mij wel eens eenisteen
des aanstoots had kunnen worden. Deze
Düringhoffen is tot nu toe de rechterhand
van den professor geweest en hoewel hij
gelukkig een slaapmuts is, zonder het
minste vermoeden van de voordeelen, die
hy zich met eenige slimheid door de
bescherming van Wallroth gemakkt lijk zou
hebben kunnen verschaffen, was ik er
toch niet geheel zeker van, dat zich zyn
droomerige oogen op zekeren dag niet
zouden openen, waardoor hij voor mij
een gevaarlijk tegenstander had kunnen
worden. Nu is hy onschadelijk gemaakt
en hij voelt zich bovendien tegenover mij
tot de grootste dankbaarheid verplicht".
„O, wat je bekwaamheid op dit punt
betreft, daaraan heb ik nooit den minsten
twijfel gekoesterd", merkte zij spottend
op. „Je hebt op dat gebied waarachtig
wonderbaarlijke vorderingen gemaakt".
„Ik heb dan ook de schoonste en ver
standigste leermeesteres gehad in de
moeilijke kunst van de omstandigheden te
profiteeren", antwoordde hij met een keu
rige buiging. „Maar als het je goedkeu
ring kan wegdragen, dan zullen we na
deze kleine afdwaling weer tot ons eigen
lijke onderwerp terugkeeren. Ik herhaal,
liefste Edith, dat er iets beslissends voor
mij moet gebeuren".
Ongeduldig trok zy de schouders op.
„Ben ik soms een helderziende, dat je
je juist tot my wendt met die verklaring?"
„Een helderziende niet, maar een be
minnelijke en tot hulp bereide vriendin
toch wel, naar ik hoop. Je moet nog .een-
maai myn voorspraak zijn by den profes
sor en wel in een aangelegenheid, die
ongetwijfeld veel belangrijker is dan alle
andere. Ik heb besloten zyn dochter tot
vrouw te nemen".
Alsof de onverwachte verrassing haar
verlamd had, staarde Edith stom en met
wyd geopende oogen den spreker aan.
Doctor Artois leunde in zyn stoel ach
terover en met dat half beminnelijk, half
ironisch glimlachje, dat inds het begin
van hun gesprek byna voortdurend om
zijn lippen gespeeld had, ging hy onver
stoorbaar voort: „Dat is toch een bui
tengewoon gelukkige inval, niet waar? En
een wonderlijke samenloop van omstan
digheden. Wat zouden wij gelachten heb
ben, als iemand ons een jaar geleden
voorspeld had, dat jij nog eens mijn
schoonmoeder zoudt worden".
„Neen!"
Met een wilde beweging was Edith
overeind gesprongen en als een wanhoops
kreet kwam dat eene woord over haar
lippen.
Doctor Artois echter kruiste de armen
over de borst en vroeg onverschillig:
„Wat beteekent dat: Neen !Je zoudt
daarom dus niet gelachen hebben?"
„Nooit zal dat gebeuren nooit! Eer
der het allerergste dan dit!"
„Hoe heb ik het nu? Stem je niet ten
volle in met mijn prachtig plan? En ik
dacht juist, dat het je buitengewoon veel
genoegen zou doen. Wy zullen elkander
voortaan niets meer te verwijten hebben
en wij zullen onze vriendschap niet meer
angstvallig als een ongerechtigheid voor
de wereld behoeven te verbergen. Ik
ben eigenlijk verwonderd, dat jijzelf niet
eerst op dit lumineuze idee bent geko
men".
Edith's ademhaling ging stormachtig:
maar zy verzamelde al haar wilskracht
bijeen om zich te beheerschen. „Ik was
er op voorbereid, dat je zoudt trachten
je op mij te wreken wegens mijn ver
meende trouwbreuk", hernam zy, „maar
dat je je daarbij van zulke duivelsehe mid
delen zoudt bedienen, kon ik onmogelijk
vooruit weten. Je weet, dat het onmoge
lijk is, hetgeen je thans van my verlangt
en je kunt het voor ,geen ander doel ver
zonnen hebben, dan om mij te pijnigen en
te kwellen. Kan het je dan werkelyk zulk
een groote bevrediging schenken, mij
voor je in het stof te zien?"
Maar wie spreekt daarover? Ik geef
je integendeel de verzekering, dat ik de
echtgenoot van mijn schoonvader steeds
met alle verschuldigde eerbied zal be
handelen".
„Zwijg!' riep zij met fonkelende oogen
uit. „Noem! dat woord niet nog eens,
dat ik niet hooren kan en niet hooren
wil! Ingeborg Wallroth zal nooit jouw
vrouw worden, zoolang ik nog de kracht
bezit het te verhinderen".
„Ah, dat is bepaald een verassing!
En je redenen daarvoor?"
(Wordt vervolgd.)
BEKENDMAKING
STEMMING.
De Burgemeester van Soest breni
openbare kennis, dat op Woensd
Juli 1929 van des morgens 8 uur t<
namiddags 5 uur, zal geschieden
STEMMING ter verkiezing van de
van de Tweede Kamer der Staten
raai.
Herinnerd wordt aan de verplic
opgelegd bij art. 72, 2e lid der Ki<
dat ieder, die volgens de kiezerslyi
voegd is tot de keuze mede te wi
zich binnen den voor de stemming b
den tijd ter uitoefening van zijn kiet
moet aanmelden bij het stembureat
het voor'hem op de kiezerslijst aan
zen stemdistrict.
De kiezer, die aan deze verplï
niet voldoet, wordt, tenzij van eer
dige reden van verhindering blijkt
straft met geldboete van ten hu
drie gulden.
Indien tijdens het plegen van de
treding nog geen twee jaren zijn
loopen sedert eene vroegere veroord
van den schuldige wegens gelijke ov
ding onherroepelijk is geworden,
geldboete van ten hoogste tien g
Tevens wordt de aandacht gev<
op Artikel 128 van het Wetboek
Strafrecht, luidende: Hy die opzei
zich voor een ander uitgevende, aan
krachtens wettelijk voorschrift uitges
ven verkiezing deelneemt, wordt ge
met gevangenisstraf van ten hoogste
JAAR.
Artikel 150 a der Kieswet, luid
Hij die bij eene verkiezing als gema'
de stemt voor een persoon, wetend
deze overleden is, wordt gestraft
hechtenis van ten hoogste EEN MJ
of geldboete van ten hoogste DTJII
GULDEN.
Soest, 27 Juni 1929.
De Burgemeester voorn
G. Deketh.
Plaatselijk Nieuv
Jeugdkerkbezoekers.
Deze jongelui van 1830 jaar
men Donderdag 20 dezer bijeen
Rembrandtzaal onder leiding van I
I. v. Schaik ten einde te bespreke
gedaan moet worden om den band
die jongelui te bestendigen.
Nadat gezongen was Psm. 68
het gebed was uitgesproken werd
de commissie een drietal punten
voren gebracht n.1. over de verni
campagne, de controle over de lec
het zomeruitstapje.
Besloten werd dat wanneer de
diensten in het najaar weder aan'
alle jongelui (jongens en meisjes
1630 jaar per convocatie daan
kennis te stellen, verder wederom k
uit te reiken als vorig jaar en op 2
a.s. een gezamenlijke fietstocht te
nemen en voor dit laatste punt d
's avonds nog even bij elkander te
op dezelfde plaats om alles nader t<
len. Deze drie punten werden na
zetting en bespreking te circa 9 uu
gesteld waarop de voorzitter een in
hield over het onderwerp: „Hoe t
reld er uit zag naar de gedach
Bijbelschryvers.
Lang bleef de gedachte hangen
aarde het middelpunt was van het
al. (Gen. 1—14 en dat deze wi
platte schijf Job 37 3. Haar vor"
rond of vierkant Jes. 40:121
Openb. 7:1.
Verder rustte zij op het wat
24:2, 136:6 en was zij gestej
zuilen of pilaren. Psm. 75 4. Spr.
Pol. 18:16. Job 9:6 en in Job
wordt gesproken, dat zij in het ni<
De stand van het platten vlak was
Gen. 46 3—13—1aan de Noc
bevond zich de Goden Berg Jes.
Onder de aarde was het doot
afgesloten door Poorten Jol. 38 1
16 8 en verdeeld in verschillende
volgens de Joodsche gedachte.
Vrijheid van handel
Math. 8 -.11, Luc. 13 :28. In h(
den der aarde lag Palestina met de
stad Jeruzalem E 25:5, 38:12.
Den Hemel stelde men voor a
koepel Gen. 1 614, Job 37 18,
boven den Hemelschen Oceaan er
boven troonde God Psm. 104 3.
hemelgewelf waren sluizen Jes.
Maliachi 3:10, Psm. 78:23. 1
sommige Bijbelschrijvers waren de
de draagsters der regen Judus li
Achter het hemelgewelf waren d
raadschuren Job 38 19 tot en r
God was de herder.
Er werden verondersteld 7 1
te zijn, de 3e was het- Paradijs,
12:14; zon, maan en sterren b
zich langs vaste banen. Gen. 1
Man Gods had het lot des mens<
zijn hand, Openb. 1 16, 5:6. Rei
O. T. gewaagt van zon en maansvei
ring als ongunstige voorteekenen.
8:9 en Joël 2:31.
De Maan en d e Zon waren zelfs
lichtbronnen Psm. 121 :3.
De Heer Zebaoth wordt als d>
des Hemels genoemd in Jes. 26
en Job 38 32.
Dit alles heeft ten doel den By
ter te leeren verstaan en begrijpei
Na gebed werd de vergadering g
nadat vooraf het jeugdkoor eei
liederen had laten weerklinken.
Nederl. Ver. tot Bescherming van
Afd. Baarn en Omstreken
Maandrapport Inspecteur Steenhof
Soest.
De beide woonwagenkampen i
bevonden.
De los- en laadlpaatsen van vee
troleerder vielen daar geen rv
V Van verscheiden hondenkarhoud
op de wagen zaten, de rijbewijzet
troleerdze badden helaas toest
Eenige malen aanmerking gen
losse oogkleppen. Een klacht
schieten op vogels onderzocht. 1
deed het om de vogels t<
om te dooden. Hy zou het niet m
Een hondje, dat achter gel;
een nieuw tehuis bezorgd.
Eenige hondenkarren aangehoi
ke te zwaar beladen waren. I
was echter lichter dan zij schi
Ook aanmerking gemaakt op
geladen wagens met paardent
uit Hilversum. In deze plaats za
vrachten onderzoek worden ged
inderdaad te zwaar waren.
Deze maand zal hopelijk d
drinkfontein by de Roosterhoek
worden.