Kalkstikstof fi. leis. Bierenarls A.J.HEINS-Soest S. DE ZOETE Hzn. STAATSLOTERIJ RIETMATTEN HET VENDUHUIS Minder 2 Meer winst s QmmE GEERES' Voor denPluimveehouder. FEUILLETON CliM (GEWETEN. In kwaliteit het beste Inprijs het goedkoopste Fotografie „TIP TOP" naar TORENSTRAAT 12 Torenstraat 8 TELEF. B 355 Staines Inlaids Linoleum zichzelf recommandeert. Firma GEBRs. STAAL Bloemisterij „Kweeklust" PAARDENVLEESCH „OPHELIA" Bloemist - J. GEIJTENBEEK N.V. Centraal Administratiekantoor ALGEM. BEGRAFENIS-ONDERNEMING „SOEST" Zaadhandel W. S. Veltman Korte Brinkweg Soestdijk Meubelen, Fornuizen, enz. De Venduhouder S, VAN DE STADT 'iigbaar. BIRKTSTRAAT 45 - TEL. 2219 REPARATIE-INRICHTING VOOR ALLE MOTOREN. AUTOGEEN LASCH- EN SNIJ-INRICHTING STOCK, DUNLOP, MICHELIN EN ENGLEBERT BANDEN. 2e BLAD behoorende bij „De S ter" van 29 iuni 19! Bijenteelt. NAZWERMEN ROOFBIJEN. L)e weersgesteldheid is voor de bijen volken in de laatste weken vrij gunstig geweest; de meeste hebbeu zich boven verwachting prachtig ontwikkeld. Veel zwermen zyn reeds gemaakt of uit eigen beweging voor den dag gekomen. Nu moet er terdege op worden gelet, dat geen nazwermen ons ontsnappen. Geluk kig worden we vooraf gewaarschuwd. Al vorens met haar aanhang de bijwoning te verlaten, laten de jonge moederbijen, voor al in avondschemering, een eigenaardig geluid hooren, dat wij, imkers, „fluiten" noemen. Vernemen we bij één of meer onzer bijenvolken zoo'n gefluit, dan ko men er binnen enkele dagen beslist zwer men, tenzij het weer al te guur of te re genachtig mocht zijn. Men geve aan de zwermen steeds zuivere woningen. De raampjes van de bijenkasten, de boog- jes van de Gravenhorster boogkorven, ze moeten vooraf zorgvuldig worden nagezien en gereinigd. Gok uit de gewone korven moet alles, wat er niet in behoort, wor den verwijderd. Van schadelijk gedierte we denken hier in de eerste plaats aan den wasmotvlinder en zijne larven zuivert men de bijenwonigingen het ge makkelijkst en afdoend door middel van zwaveldamp. Een wollen lapje of een stukje bordpapier met zwavel bestreken, wordt eeu stokje bevestigd, aangestoken en vervolgens onder den korf of in de bijenkast gesteld, zoodanig natuurlijk dat het lapje of papiertje blijft smeulen. Het best is nog, het zwavellapje in den grond te steken en daarboven de te zuiveren bijenwoning te plaatsen. Deze reiniging door zwaveldamp men denke hieraan wel moet gedaan worden eenige dagen vóór de zwerm in de woning komt, opdat de zwavellucht geheel is verdwenen als de bijenzwerm er in komt. Op verschillende manieren kan men een zwerm in een bijenkast overbrengen. De eenvoudigste en doeltreffendste wij- ze is deze: Eenige raampjes uitnemen en daarna met één of meer duwen de bijen, die in het schepschuifje waren, er in kloppen. De byen komen dan op de bodemplank terecht, doch loopen aan stonds naar boven, liefst naar de plaats, waar één of meer raampjes met wat ho nig of suikerstroop in de raten er in hangen. Men doe vervolgens maar aan stonds het deksel er op; den yolgenden dag zal men gewoonlijk zien, dat de bijen gezellig bij elkander zijn getrokken, ja, wellicht reeds eenig nieuw werk we bedoelen nieuwe raat hebben gemaakt. Dan hange men er de uitgenomen raam- pjes weer in. Men kan den zwerm ook wel vlak vóór het vlieggat van de byen- kast uit hets chepsehuifje kloppen; veel al trekken dan de bijen vrij spoedig naar binnen, vooral als de moederbij er in is gegaan. Het overbrengen der zwermen in korven en kasten dient bij avond te geschieden. Dan toch bestaat er minder kans dat de bijen de woning zullen ver laten. Ook zullen ze dan den volgenden dag haar nieuw verblyf aanstonds tegen aanvallen van roofbyen verdedigen. Moet om de een of andere reden een zwerm overdag in een nieuwe woning hetzij korf of kast worden gedaan, dan mo gen de zwermbijen dien dag niet uitvlie gen: het vlieggat dus gesloten, en is het een korf, dan onder den korf bovendien Niet altijd neemt een zwerm genoegen met de woning, die wij hem geven. In de eerste plaats houden de byen van rein heid; ook hebben ze een grooten afkeer van een duffe, onfrissche lucht. In elke nieuwe bijenwoning dient wat voedsel te zyn, dat lokt en trekt de byen bij uitstek. In den eersten tijd late men de zwer men zooveel mogelyk met rust. Menig onervaren imker of imkeres heeft meer dan eenmaal het prachtige, nieuwe werk der byen bij het omtillen van een gewo nen korf naar beneden doen vallen. Men bedwinge dus in de eerste dagen zijn nieuwsgierigheid. Moeten de zwermen ge voederd worden, dan schuive men onder de gewone korven heel voorzichtig het bordje of bakje met honig of suikerop lossing men behoeft daartoe den korf aan de voor- of achterzyde slechts even op te lichten. Bij een boogkorf kan men indien men geen boogjes met honig er in te zijner beschikking heeft op dezelfde wijze handelen. Moet een zwerm, die in een bijenkast vertoeft, gevoederd worden, dan neemt men eenige onbezette raampjes er uit en plaatst in de daardoor ontstane ruimte het bakje met voeder; de byen hebben het dan dicht onder haar bereik. Ook kan het bakje met voe der boven de broedruimte worden ge plaatst. Van eenige bijenhouders bereikten ons klachten over den grooten last door roof byen veroorzaakt en vroegen, wat tocli tegen het rooven te doen is en of het niet te voorkomen is. Het voorkomen gaat gewoonlijk nog gemakkelijker dan het verhinderen. Een bijenhouder, die geregeld acht geeft up zijn bijen, zorgt gezonde en krachtige bijenvolken te bezitten, nooit met honig of suikerstroop in de nabijheid van de bijenwoningen morst, uitsluitend des avonds voedert, aan alle bijenwoningen geen andere opening, dan alleen een be trekkelijk klein vlieggat duldt, zulk een imker zal niet licht over hinderlijk roo ven te klagen hebben. O, zeker. Gok bij zijn bijenkoloniën zullen wellicht zoo nu en dan wel eens vreemde bijen komen snuffelen, maar ze kunnen niets uitrich ten; ze worden aanstonds verwoed aange vallen en (jjenig vreemd bijtje vindt daar bij den dood. Waaraan roofbijen te onderscheiden zijn? Vooreerst aan haar gezoem, dat een veel hooger toon heeft, dan dat der ande re bijen. Gok zijn ze veelal aanmerkelijk vlugger in hare bewegingen en bovendien kwaadaardiger. Gewoonlijk vliegen in de onmiddellijke nabijheid der bevolkte bijen woningen heen en weer en als ze dicht by het vlieggat komen, worden ze aan stonds door de werkelijke bewoonsters opgewacht en moedig aangevallen. Soms komt het voor, dat de roofbyen by eene zwakke kolonie de overhand ver krijgen. In dat geval worden de bewoon sters van den korf of van de bijenkast iop zijde gedreven en wordt al de voedsel voorraad in korten tyd weggehaald. Een ervaren imker merkt het aanstonds, wan neer er roofbijen zijn. Wordt een bijen volk gedurig en soms erg door roofbijen geplaagd, dan kan men eerst nog zyn toevlucht nemen door het vlieggat te ver nauwen. Helpt dit niet, het best is dan de bijenwoning te sluiten en één, of des noods twee dagen op een koele, donkere plek in een schuur te hangen, en up de plaats in den bijenstand een ledige bijen woning te zetten. De roofbijen, niets meer van haar gading vindende, zullen langza merhand wegblijven. Naar wordt beweerd, zouden sommige bijenhouders zoo gewetenloos zijn aan de byen een prikkelend voedsel toe te die nen, waardoor de rooflust werd opgewekt. Mocht, dit, onverhoopt, zoo zijn, hun han delwijze ware niet alleen in hooge ïpate verfoeilijk, maar dwaas bovendien. Gf dachten zij zich soms te bevoordeelen met den honig van andere bijenhouders Zou den ze dan niet beseffen, dat ze door een zoodanige, niet genoeg af te keuren handelwijze hun eigen bijenvolken totaal bederven? Roofbyen toch blyven maar van 's morgens tot 's avonds om andere bijenwoningen zweven; yele vinden daar bij den dood, en het ergst is nog, dat ze niet meer zoo goed naar bloemen en bloe sems willen, om daar honigsap te halen. In plaat# yan meer zouden zulke laag hartige imker# minder honig krijgen, en in plaats van hg tere, slechtere bijenvolken. A, N, b. .13. KUIKENS EN 0NWEER. Met den zomer komen ook de pnwe- ders: vorige week hebben wij daar teeds een proefje van gehad! Onweer en vooral de daarmee meest gepaard gaande slagregens zijn zeer ge vaarlijk voor kuikens; bet is daarom, dat wij hen, dje kuikens langs kunstmatigen weg groot brengen, toeroepen: let op onweer. Wanneer een onweer komt opzetten, verzamel dan de kuikens en siujt ze in de kunstmoeder op. Want met die slagregens is al menig kuiken om zeep gegaan. Valt de regen eerst zacht, dan zoeken de diertjes meest wel een onderdak, maar, o wee, wanneer het direct begint te plasregenen. Dan worden de kuikens door het koude bad, blijkbaar zoo van streek, dat ze alles vergeten en wezenloos in groepjes in den regen blyven staan. Het resultaat is, dat er verscheidene in enkele minuten op de plaats dood gaan. Niet alleen zeer jonge kuikens, maar zelfs gezonde en vlugge diertjes van een week of vier vinden op deze manier den dood. Daarom; let op onweer. Dreigt er on weer, sluit dan de diertjes op in de kunst moeder of als ze wat grooter zijn in een leegstaand hok of iets dergelijks, dat is luchtiger. Natuurlijk de dieren na het onweer niet lang vasthouden, daar het in de kunst moeder, wanneer daar met het oog op den regen niet geventileerd wordt, zeer be nauwd kan zyn. A. N. L. B. ROMAN VAN 10) REINHOLD ORTMANN „Dat was het dus! Maar als het dit alleen was, dan heeft mijn vermoeden my ook niet bedrogen, dat mij bijna sinds mijn eerste bezoek in dit huis zoo zwaar en drukkend op het hart ligt. Ook u lijdt, zooals ik eens geleden heb ook u bent niet gelukkig, juffrouw Ingeborg!" Zy wendde haar hoofd af, omdat zij voor hem haar tranen wilde verbergen, die we derom in haar oogen opwelden. Wel had zy het gevoel, dat het haar plicht was, de al te drieste deelneming van den vreemdeling met een ondubbelzinnig woord af te wyzen; maar de zachte, innige klank van zijn stem lag iets als betoovering, waardoor dat beslissende woord niet over haar lippen kwam. Artois gaf aan haar zwygen natuurlijk die beteekenis, die met zyn wenschen het best overeenkwam en terwijl hij nog dich ter op haar toetrad, sprak hij zoo zacht, dat geen luisteraar hem had kunnen ver staan: „Ik wist het reeds lang en u kunt ervan verzekerd zyn, dat er niemand op aarde is, die dit beter kan begrijpen dan ik. Het zou feitelijk ongepast zijn, indien ik op dit oogenblik over de gevoe lens wilde spreken, die mij bezielden, se dert ik u voor de eerste maal zag. Maar terwille van u zelf, juffrouw Ingeborg, moet ik u zeggen, dat er voor u slechts één enkele weg naar vrijheid en geluk bestaat en dat ik de benijdenswaardigste allerstervelingen zou zijn, wanneer ik uw gids en leider op dezen weg zou mo gen zijn. Ik verlang niet, dat u mij nu onmiddellijk daartoe het recht verleent; want nog heb ik immers helaas geen ge legenheid gehad mij uw vertrouwen waar dig te toonen. Maar staat u mij tenminste toe vanaf heden te trachten dat vertrou wen te mogen verwerven! Geeft u mij een kleine zwakke hoop, dat ik eens uw toestemming zal verkrijgen om uw vriend en beschermer te zijn". Hy had haar slap neerhangende hand gegrepen en op hetzelfde oogenblik, dat in de nabijheid ergens een deur werd ge opend, meende hy een zuchten druk van deze kleine, warme hand te voelen. Weliswaar was dit ook het eenige ant woord, dat hy op zyn met zulk een vloed van woorden uitgesproken verzoek ont ving; want met een nauwelijks hoorbaren afscheidsgroet snelde Ingeborg de naast van voetstappen haar voor de mogelijk- brjzijnde kamer binnen, toen het geluid van voetstappen haar voor de mogelijk heid van een verrassing deed vreezen. Een afwijzing, die hem had moeten ont moedigen, was eóhter in haar houding niet te bespeuren geweest en toen doctor Artois, beneden voor het huis van den professor staande, na een korte aarze ling besloot, de richting in te slaan, waar de woning van mevrouw Manstein gelegen was, vertoonde zyn gelaat de uitdrukking van een man, die aan het welslagen van zyn plannen niet meer den minsten twijfel koestert. HOOFDSTUK VII. De verbindingsdeur tusschen de salon en de aangrenzende woonkamer stond wijd open, toen het kleine, ontstelde dienstmeisje haar meesteressen het be zoek aankondigde van doctor Artois. Juist had weer een van die onvriendelijke woor denwisselingen plaats gehad, die tusschen mevrouw van Manstein en haar dochter nu niet bepaald tot de zeldzaamheden be hoorden. Omtrent de eigenlijke oorzaak van dit laatste levendige meeningsverschil zou misschien geen der beide dames meer bepaalde inlichtingen hebben kunnen ge ven; maar in ieder geval was er toch weer sprake geweest van een verschil van opinie over de kostbaarheid van den bruidsuitzet voor juffrouw Edith. Rondom de eerwaardige mevrouw van Manstein waren T.J. in de kleine, half-i donkere woonkamer heele bergen van allerlei sneeuwwit linnengoed opgestapeld, hoog genoeg, om een millionnairsdochter voor de belangrijkste schrede haars le vens behoorlijk uit te rusten. Het was dan ook sterk overdreven, toen de oude dame in steeds stijgende opwinding deze stapels linnengoed een „handjevol arm zalige uitrustingstukken" had genoemd. Maar men kan zich tevens de gevoelens van mevrouw van Manstein voorstellen, toen Edith vanaf haar plaats in de salon op even geprikkelden als beslisten toon had geantwoord: „Tenslotte ben ik het. die in het hu welijk zal treden moeder en daarom zal de beslissing over deze dingen ook al leen door mij genomen moeten worden. Het blyft dus, zooals ik gezegd heb; Handel In Kunstmeststoffen, - Turfstroolsel en Granen - MIDDELWIJKSTRAAT 18 - TEL. 2141 Aardappelen, Groenten, Binnen- en Buitenlandse!) Fruit Geconserveerde en Ingemaakte GROENTEN Ontvangen nieuwe MALTA-AARDAPPELEN BURG. GROTHESTR. 41 - Tel. 2140 SOESTDIJK FF.RDINAND HUVCKLAAN 6a verplaatst vanaf 1 JULI G. van GRONINGEN •••••••••••••••••••••••••••O Briefjesspelendehieropverkrijgbaar VOOR UW a.s. ONDERSTAAND ADRES KORTE pRINKWEG SOESTDIJK Lid tst. B. v. Menbeltr. Ondern. Hoenderpark, Parklaan 12, Soest. BROEDEIEREN en KUIKENS, stam Welleman, dagelijks verkrijgbaar. Tevens te koop: BROEDMACHINE, (Cypers) en Kunstmoeder. doet een verbruiker na jaren en jaren weg, omdat het ten slotte begint te vervelen Verslijten doet men het echter niet Daarom Is het 'n dankbaar artikel hetwelk Stalen met prijsopgaaf worden op verlangen gaarne toegezonden door Woninginrichters - Heuvelweg 8 NU IS HET TIJD II Laat Uw tulnperken beplanten met GERANIUMS, BEGONIA'S, SILVIA'S, enz. enz. door G. Kraayenhagen STEENHOFSTRAAT 1 - TELFF. 2178 Toegang vrij. Aanleg en onderhoud van tuinen. Verkrijgbaar eerste kwaliteit van jonge paarden Biefstuk70 cent Biefstuk (haas) 80 Rosbief50 Stukjes45 Rollade45 Magere Lappen 40 Doorregen Lappen 35 Gehakt35 <t contant Varkensvleesch concurreerende prijzen. Beleefd aanbevelend, R. BOKMA BEUKENLAAN 20B - SOESTDIJK Bloemen - Magazijn Burg. Grothestraat 4 - Telef. 2113. Levert Bloemwerken voor alle gelegenheden Ruim voorzien van alle Bloemist-Artikelen. Aanleg en Onderhoud van Tuinen De nieuwe Bloem- en Tuinzaden ontvangen onder Directie van MK. J. II. VAN DOORJVE Hoofdkantoor UTRECHT, achter St. Pleter 16 - Telefoon 3657 Bijhouden van Boekhoudingen, Behandeling van alle belastingzaken tegen vast tarief per jaar, naar grootte van het bedrijf. Vertegenwoordiging door het geheele land. Kantoor: TORENSTRAAT 8, Telef. 2086 nir-oti» i- AREND W1ERSMA, Torenstraat 8, Tel. 2086. uirecuej KOETS> Spoorstraat 24, Telefoon 2226. Eerste aanspreker W. VAN DIERMEN, Talmalaan 17, Telefoon 2290 gangbare maten In voorraad. Speciale maten binnen enkele dagen BEUKENLAAN 31a SOEST Is dagelijks geopend voor het ontvangen van goederen voor de eerstvolgende verkooping. Tevens uit de hand te koop diverse dit bereikt ge door 200 KG. Kalkstikstof per H.A., gestrooid des morgens in den dauw. 4 6 weken na het zaaien van het zomergraan, doodt het onkruid en doet het gewas groeien als kool. m meer dan de helft van alles, wat u daar besteld hebt zonder my te raadplegen, gaat naar den leverancier terug. Het is mijn stellige wil mij tot het allernoodigste te beperken". Juist op dit kritieke oogenblik had het dienstmeisje, dat er altijd uitzag, alsof het op een flinke strafpredikatie voor bereid was, het bewuste bezoek aange kondigd en met een hoonend: „Nu, ik wensch je veel genoegen uit den mond van mevrouw van Manstein, was op hetzelfde oogenblik de verbindings deur krakend in het slot gevlogen. Edith richtte zich slechts half op uit haar gemakkelijke houding om den binnen tredende te begroeten. Haar knap gezicht was ernstig en het klonk geenszins als een uitroep van blijde verrassing, toen zij sprak :sprak: „Wat is de reden, die ej hierheen voert, Siegmund? Want er moet toch wel iets heel bijzonders gebeurd zijn, dat je het niet ongepast acht, tegen mijn uitdrukkelijke wenschen te handelen". Ondanks haar poging om haar hand uit de zijne los te maken, drukte Artois deze vurig aan zijn lippen en schoof toen met de rustige zekerheid van een oud huisvriend de dichtsbyzijnde stoel naast haar rustbed. „Nog is er niets bijzonders gebeurd, mijn dierbare Edith", antwoordde hij glim lachend, „maar aangezien het binnenkort zou kunnen gebeuren, moet ik je noodza kelijk spreken. Overigens is het een kleine eeuwigheid geleden, sinds wij el kander voor het laast zagen en eerlijk gezegd zie je er niet zoo frisch en bloeiend uit als een gelukkige jonge bruid ter feitelijk behoorde uit te zien". Edith wierp wrevelig het hoofd achter over en haar vingers speelden zenuw achtig met de kwasten van het rustbed. „Waartoe dient deze spot?" vroeg zy geprikkeld. „Ik hoop dat het niet je be doeling is onze geheele conversatie op dezen onverkwikkeljjken toon te voeren. Je zult me tenminste vandaag niet in de stemming aantreffen om daarop in te gaan". „Ah, er heeft dus weer een klein hui selijk onweer gewoed? Merkwaardig hoe veel electrische spanning tegenwoordig overal in de lucht schijnt te zweven! Het lijkt mij toe, dat je met de voltrekking van je huwelijk zooveel mogelyk haast maakt. Voorzoover het niet onbescheiden is daarnaar te vragen, wanneer zal de groote dag dan aangebroken zyn?" „Den vijftienden van de volgende maand zal ons huwelijk plaats hebben", ant woordde zy kortaf en met een harden klank in haar stem, dien hy intusschen niet scheen te bemerken, aangezien hy op. zyn onverschillige manier voortging: „Morgen over vyf weken dus! Een kor te tijd en toch byna al te lang, voor iemand, die iedere minuut al zijn verwach tingen teleurgesteld kan worden". „Wat wil je daarmee zeggen, Sieg mund? Zal ik soms deze iemand zijn?" „O neen!" sprak hy op gerekten toon. „Er zijn toch ook nog andere menschen op de wereld ik bijvoorbeeld! Mijn verwachtingen schijnen slechts heel lang zaam voor verwezenlijking vatbaar te zijn, liefste Edith 1" „Wil je mij daarvan een verwijt ma ken? Ik heb gedaan wat ik kon om den professor voor je te interesseeren, meer bijna, dan ik feitelijk mocht wagen, zon der zyn ijverzuchtige verdenking op te wekken. Ik kan hem toch niet eenvou dig bevelen, dit of dat ten gunste van jou te ondernémen!" „Neen, dat kun je zeer zeker niet", zeide de doctor zachtjes, „maar voor my is het niet des te minder noodlottig,: dat de zaken zich in zulk een slakkengang ontwikkelen. Ik zou in de pijnlijkste ver legenheid kunnen geraken, als niet spoe dig iets beslissends voorvalt". „Indien de zaken werkelyk zoo staan, dan moet je nu toch die betrekking aan nemen, waarvoor je eigenlijk hierheen bent gekomen. Voor dat andere zou later wel raad geschaft kunnen worden". „Je verwijzing naar dezen voortreffe- lyken uitweg komt helaas te laat. Ik heb die betrekking eenige dagen geleden aan een studiemakker overgedaan, die geluk kig was met zulk een bewijs van onbaat zuchtige vriendschap". „En je kunt die overdracht niet meer ongedaan maken?" „Neen, bovendien geheel afgezien van het feit, dat ik er niet aan denk het te probeeren. Ik beschouw het eerder als een van mijn geniaalste ingevingen, dat ik op de gedachte kwam juist dpzen voor- beeldigen jongeling in de bres te schui ven. De kleine doctor Giersberg bleef namelijk op zijn stuk staan en wanneer je het genoegen had hem te kennen, dan zou je ook weten, dat hy verwenscht onaangenaam kan zyn. ïk 'was tamelijk radeloos, aangezien al mijn collega's tot wie ik my met het verzoek wendde, myn opengevallen plaats te willen innemen, botweg weigerden en ik liep reeds met allerlei wanhopige plannen in mijn brein rond, toen eindelijk deze glorierijke ge dachte het duister, verhelderde. Doordat, ik Valentin Düringhoffen er toe wist te bewegen zich als sollicitant aan te mel den, werd ik namelijk niet alleen van een lastige verplichting ontslagen, maar ik ruimde tegelijkertijd een hindernis uit den weg, die later voor mij wel eens eenisteen des aanstoots had kunnen worden. Deze Düringhoffen is tot nu toe de rechterhand van den professor geweest en hoewel hij gelukkig een slaapmuts is, zonder het minste vermoeden van de voordeelen, die hy zich met eenige slimheid door de bescherming van Wallroth gemakkt lijk zou hebben kunnen verschaffen, was ik er toch niet geheel zeker van, dat zich zyn droomerige oogen op zekeren dag niet zouden openen, waardoor hij voor mij een gevaarlijk tegenstander had kunnen worden. Nu is hy onschadelijk gemaakt en hij voelt zich bovendien tegenover mij tot de grootste dankbaarheid verplicht". „O, wat je bekwaamheid op dit punt betreft, daaraan heb ik nooit den minsten twijfel gekoesterd", merkte zij spottend op. „Je hebt op dat gebied waarachtig wonderbaarlijke vorderingen gemaakt". „Ik heb dan ook de schoonste en ver standigste leermeesteres gehad in de moeilijke kunst van de omstandigheden te profiteeren", antwoordde hij met een keu rige buiging. „Maar als het je goedkeu ring kan wegdragen, dan zullen we na deze kleine afdwaling weer tot ons eigen lijke onderwerp terugkeeren. Ik herhaal, liefste Edith, dat er iets beslissends voor mij moet gebeuren". Ongeduldig trok zy de schouders op. „Ben ik soms een helderziende, dat je je juist tot my wendt met die verklaring?" „Een helderziende niet, maar een be minnelijke en tot hulp bereide vriendin toch wel, naar ik hoop. Je moet nog .een- maai myn voorspraak zijn by den profes sor en wel in een aangelegenheid, die ongetwijfeld veel belangrijker is dan alle andere. Ik heb besloten zyn dochter tot vrouw te nemen". Alsof de onverwachte verrassing haar verlamd had, staarde Edith stom en met wyd geopende oogen den spreker aan. Doctor Artois leunde in zyn stoel ach terover en met dat half beminnelijk, half ironisch glimlachje, dat inds het begin van hun gesprek byna voortdurend om zijn lippen gespeeld had, ging hy onver stoorbaar voort: „Dat is toch een bui tengewoon gelukkige inval, niet waar? En een wonderlijke samenloop van omstan digheden. Wat zouden wij gelachten heb ben, als iemand ons een jaar geleden voorspeld had, dat jij nog eens mijn schoonmoeder zoudt worden". „Neen!" Met een wilde beweging was Edith overeind gesprongen en als een wanhoops kreet kwam dat eene woord over haar lippen. Doctor Artois echter kruiste de armen over de borst en vroeg onverschillig: „Wat beteekent dat: Neen !Je zoudt daarom dus niet gelachen hebben?" „Nooit zal dat gebeuren nooit! Eer der het allerergste dan dit!" „Hoe heb ik het nu? Stem je niet ten volle in met mijn prachtig plan? En ik dacht juist, dat het je buitengewoon veel genoegen zou doen. Wy zullen elkander voortaan niets meer te verwijten hebben en wij zullen onze vriendschap niet meer angstvallig als een ongerechtigheid voor de wereld behoeven te verbergen. Ik ben eigenlijk verwonderd, dat jijzelf niet eerst op dit lumineuze idee bent geko men". Edith's ademhaling ging stormachtig: maar zy verzamelde al haar wilskracht bijeen om zich te beheerschen. „Ik was er op voorbereid, dat je zoudt trachten je op mij te wreken wegens mijn ver meende trouwbreuk", hernam zy, „maar dat je je daarbij van zulke duivelsehe mid delen zoudt bedienen, kon ik onmogelijk vooruit weten. Je weet, dat het onmoge lijk is, hetgeen je thans van my verlangt en je kunt het voor ,geen ander doel ver zonnen hebben, dan om mij te pijnigen en te kwellen. Kan het je dan werkelyk zulk een groote bevrediging schenken, mij voor je in het stof te zien?" Maar wie spreekt daarover? Ik geef je integendeel de verzekering, dat ik de echtgenoot van mijn schoonvader steeds met alle verschuldigde eerbied zal be handelen". „Zwijg!' riep zij met fonkelende oogen uit. „Noem! dat woord niet nog eens, dat ik niet hooren kan en niet hooren wil! Ingeborg Wallroth zal nooit jouw vrouw worden, zoolang ik nog de kracht bezit het te verhinderen". „Ah, dat is bepaald een verassing! En je redenen daarvoor?" (Wordt vervolgd.) BEKENDMAKING STEMMING. De Burgemeester van Soest breni openbare kennis, dat op Woensd Juli 1929 van des morgens 8 uur t< namiddags 5 uur, zal geschieden STEMMING ter verkiezing van de van de Tweede Kamer der Staten raai. Herinnerd wordt aan de verplic opgelegd bij art. 72, 2e lid der Ki< dat ieder, die volgens de kiezerslyi voegd is tot de keuze mede te wi zich binnen den voor de stemming b den tijd ter uitoefening van zijn kiet moet aanmelden bij het stembureat het voor'hem op de kiezerslijst aan zen stemdistrict. De kiezer, die aan deze verplï niet voldoet, wordt, tenzij van eer dige reden van verhindering blijkt straft met geldboete van ten hu drie gulden. Indien tijdens het plegen van de treding nog geen twee jaren zijn loopen sedert eene vroegere veroord van den schuldige wegens gelijke ov ding onherroepelijk is geworden, geldboete van ten hoogste tien g Tevens wordt de aandacht gev< op Artikel 128 van het Wetboek Strafrecht, luidende: Hy die opzei zich voor een ander uitgevende, aan krachtens wettelijk voorschrift uitges ven verkiezing deelneemt, wordt ge met gevangenisstraf van ten hoogste JAAR. Artikel 150 a der Kieswet, luid Hij die bij eene verkiezing als gema' de stemt voor een persoon, wetend deze overleden is, wordt gestraft hechtenis van ten hoogste EEN MJ of geldboete van ten hoogste DTJII GULDEN. Soest, 27 Juni 1929. De Burgemeester voorn G. Deketh. Plaatselijk Nieuv Jeugdkerkbezoekers. Deze jongelui van 1830 jaar men Donderdag 20 dezer bijeen Rembrandtzaal onder leiding van I I. v. Schaik ten einde te bespreke gedaan moet worden om den band die jongelui te bestendigen. Nadat gezongen was Psm. 68 het gebed was uitgesproken werd de commissie een drietal punten voren gebracht n.1. over de verni campagne, de controle over de lec het zomeruitstapje. Besloten werd dat wanneer de diensten in het najaar weder aan' alle jongelui (jongens en meisjes 1630 jaar per convocatie daan kennis te stellen, verder wederom k uit te reiken als vorig jaar en op 2 a.s. een gezamenlijke fietstocht te nemen en voor dit laatste punt d 's avonds nog even bij elkander te op dezelfde plaats om alles nader t< len. Deze drie punten werden na zetting en bespreking te circa 9 uu gesteld waarop de voorzitter een in hield over het onderwerp: „Hoe t reld er uit zag naar de gedach Bijbelschryvers. Lang bleef de gedachte hangen aarde het middelpunt was van het al. (Gen. 1—14 en dat deze wi platte schijf Job 37 3. Haar vor" rond of vierkant Jes. 40:121 Openb. 7:1. Verder rustte zij op het wat 24:2, 136:6 en was zij gestej zuilen of pilaren. Psm. 75 4. Spr. Pol. 18:16. Job 9:6 en in Job wordt gesproken, dat zij in het ni< De stand van het platten vlak was Gen. 46 3—13—1aan de Noc bevond zich de Goden Berg Jes. Onder de aarde was het doot afgesloten door Poorten Jol. 38 1 16 8 en verdeeld in verschillende volgens de Joodsche gedachte. Vrijheid van handel Math. 8 -.11, Luc. 13 :28. In h( den der aarde lag Palestina met de stad Jeruzalem E 25:5, 38:12. Den Hemel stelde men voor a koepel Gen. 1 614, Job 37 18, boven den Hemelschen Oceaan er boven troonde God Psm. 104 3. hemelgewelf waren sluizen Jes. Maliachi 3:10, Psm. 78:23. 1 sommige Bijbelschrijvers waren de de draagsters der regen Judus li Achter het hemelgewelf waren d raadschuren Job 38 19 tot en r God was de herder. Er werden verondersteld 7 1 te zijn, de 3e was het- Paradijs, 12:14; zon, maan en sterren b zich langs vaste banen. Gen. 1 Man Gods had het lot des mens< zijn hand, Openb. 1 16, 5:6. Rei O. T. gewaagt van zon en maansvei ring als ongunstige voorteekenen. 8:9 en Joël 2:31. De Maan en d e Zon waren zelfs lichtbronnen Psm. 121 :3. De Heer Zebaoth wordt als d> des Hemels genoemd in Jes. 26 en Job 38 32. Dit alles heeft ten doel den By ter te leeren verstaan en begrijpei Na gebed werd de vergadering g nadat vooraf het jeugdkoor eei liederen had laten weerklinken. Nederl. Ver. tot Bescherming van Afd. Baarn en Omstreken Maandrapport Inspecteur Steenhof Soest. De beide woonwagenkampen i bevonden. De los- en laadlpaatsen van vee troleerder vielen daar geen rv V Van verscheiden hondenkarhoud op de wagen zaten, de rijbewijzet troleerdze badden helaas toest Eenige malen aanmerking gen losse oogkleppen. Een klacht schieten op vogels onderzocht. 1 deed het om de vogels t< om te dooden. Hy zou het niet m Een hondje, dat achter gel; een nieuw tehuis bezorgd. Eenige hondenkarren aangehoi ke te zwaar beladen waren. I was echter lichter dan zij schi Ook aanmerking gemaakt op geladen wagens met paardent uit Hilversum. In deze plaats za vrachten onderzoek worden ged inderdaad te zwaar waren. Deze maand zal hopelijk d drinkfontein by de Roosterhoek worden.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1929 | | pagina 4