Nieuwste Parapluie's
T ompouces en Tosca's
IN ALLE PRIJZEN VOORRADIG
Eigen Reparatie-Inrichting
Van Weedestraat 51
Verzend
Uwe goederen
J.v.d. WOORD
Kalkstikstof
I
TIMMERMAN - HOUTHANDEL
L. VOS - NIEUWSTRAAT 10 - SOESTDIJK
IHIE8IMS
Minder 2
Meer winst
ADVERTEERT IN DIT BLAD
A S
E S T»C E m
Gegolfde envlakke platen,Leien
en Nokken, Goten, Pijpen en
Kappen, Bochten en T-stukken
ASBEST-CEMENTHANDEL
J. C. F. H 0 U B A E R
LEIDSCHEWEG 40 - TEL. 11347 -
ENT
UTRECHT
N.V. Centraal Administratiekantoor
mr. j. h. van doorne
E» wart MeurSi
Zaadhandel W. Veltman
Jc
Bloemist - J. GEIJTENBEEK
«STIöaO^IM
SOESTDIJK,
BAARN,
AMSTERDAM,
„M A A G D E L IJ N"
Alom verkrijgbaar.
N.V. GöBEL's STEENKOLENHANDEL
FEU ÏLLETON
QEEM SEWiTTiü
BEVEELT ZICH BELEEFD AAN
VOOR ALLE VOORKOMENDE
WERKZAAMHEDEN
onder Directie van
Hoofdkantoor UTRECHT, achter St. Pietar 16
Telefoon 3657
Bijhouden veu Boekhoudingen,
Behandeling avn alle belastingzaken tegen vast tarief per jaar,
naar grootte van het bedrijf.
Vertegenwoordiging poor hat geheele land.
PIANOLEERARES
BEGEL EIDING.
Condities f6.—, f4.50, f3.— per maand.
Muziek in bruikleen.
Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2
NIEUWERHOEKSTRAAT 2.
W. V. D. VELDEN
EMMALAAN 13
Timmerman Aannemer
BEiAST ZICH MET HET
ONTWERPEN, BOUWEN EN
ONDERHOUDEN ven
Landhuizen en andere bouwwerken.
De ondergeteekende beveelt zich
beleefd aan voor onderhoud Aan
Tuinen
H. GERESTEIN,
Tuinman.
Rijssenlijm - Lijmbanden
Vruchtboomcarboiineum - Bruine
Carbolineum - Creo'ine - Teer
kwasten - Boomborstels, enz.
BEUKENLAAN 31a SOEST
Kunstmeststoffen
jn alle soorten
Turfstrooisel
Gemengd Voer
Ochtend Voer
Kippengrit enz.
Eerste kwaliteit
Concurreerende prijzen.
Onder controle Rijks Proefstation.
AANBEVELEND,
SOEST
TELEF. 214]
Bloemen - Magazijn
„OPHELIA"
Burg. Grothestraat 4 - Telef. 2113.
Levert Bloemwerken voor alle gelegenheden
rtuim voorzien van alle Bloemist-Artikelen.
Aanleg en Onderhoud van Tuinen
Os nieuwe Bloem- en Tuinzaden ontvangen
naar en van
per Expeditie
Tarenstraat 8 Tei. 2086
Feenstra's, Ons Boekenhuis, Autokluis.
Nieuwstraat 3 - Tel. B21
N.Z. Voorburgwal 55
Tel. 43641 - 40941
KLEERMAKERIJ
BEETZLAAN 20
bericht U de ontvangst ven de nieuwe
stulencollectie's. Tevens alle soorten
Heeren- en Jongeuspantalons voorradig.
dit bereikt ge door
200 KG. Kalkstikstof per H.A., gestrooid des
morgens in den dauw. 4 k G weken na het
zaaien van het zomergraan, doodt het onkruid
en doet het gewas groeien als kool
TORENSTRAAT 10 TELEFOON 2090
in diverse afmetingen.
Bij elke hoeveelheid direct uit voorraad leverbaar.
Voor grootverbruikers met weinig bergruimte
SPECIALE LEVERINGSVOORWAARDEN.
23).
ROMAN VAN
REINHOLD ORTMANN
„Er zaï je onder zulke omstandigheden
nauwelijks iets anders over blrjven, dan
aan den professor alles openhartig te
bekennen."
„Dat nooit!" riep hij heftig uit. „Nooit!
Dan liever dood! Wat denk je wel. dat
mijn edelmoedige schoonvader zou doen.
als hij mij op die wijze in zijn macht had':
Voor het allerergste zou hij mij misschien
wel behoeden; het eerste echter, dat hij
als belooning voor zijn hulp zou verlan
gen, zou zonder eenigen twijfel mjjn toe
stemming in een echtscheiding zijn en het
doen van afstand mijnerzijds van de aca
demische loopbaan. Ik zou weer als bede
laar op straat staan en ik bezit nu waar
achtig niet meer de kracht, dien geheelen
zwaren, vergeefschen arbeid opnieuw te
beginnen, een duizendmaal neen! Als
je me niets beters weet aan te raden, dan
geet ik er honderdmaal liever de voorkeur
aan het voorbeeld van je vader te volgen".
„Laat mijn vader buiten beschouwing.
SiegmundHij verkoos den dood. omdat
hij zijn schuld niet wilde overleven, niet
uit vrees voor de straf. En zijn schuld
was niet zoo groot als de jouwe. Wat je
daar van de voorwaarden zegt, die de pro
fessor zal stellen, zal wel niet ver van de
waarheid af zijn. Als je die condities
onaannemelijk acht, dan zie ik geen mo
gelijkheid je te redden."
„Werkelijk geen enkele mogelijkheid.
Edith Ik smeek je, span je vindingrijken
geest nog eens in. om een oplossing te
vinden. Nog heb ik immers drie dagen tijd
en aan de slimheid eener vrouw is in drie
dagen wel iets moeiljjkers gelukt dan dit!
Zou je werkelijk geen uitweg weten?"
„Neen, ik zie geen uitweg."
Scherp en beslist, zonder ook maar een
seconde te aarzelen, had zrj hem deze som
bere woorden voor de voeten geworpen en
een oogenblik scheen zij zich met kwalijk
verborgen triomfgevoel te verheugen in
de diepe vernedering, waarin zij hem voor
zich zag.
Toen echter flikkerde plotseling een
zonderlinge gloed op in haar oogen; zij
boog zich zoo ver naar hem toe, dat haar
lippen bijna zijn oor aanraakten eri fluiste-
de hem toe: „Een weg tot redding zou ik
wel weten, tot redding van jou en van mij.
Maar je bezit toch niet den moed dien weg
te volgen".
„Al zou hij rechtstreeks naar de hel
leiden. Edith; in mijn toestand heeft men
geen bezinning meer genoeg om laf te
Ain.'
„Ik zou voor het geld kunnen zorgen,
voor dit en nog meer, als je mrj wilt be
loven, mij van mijn ketenen te bevrijden.
O, ik versmacht letterlijk van ongestilde
dorst naar geluk".
Vurig gloeiden haar oogen en boorden
zich in de zijne; Artois staarde haar ver
bijsterd aan. alsof zij zich van een hem
onbekende taal bediend had.
„Ik begrijp je niet goed. Edith sla-
melde hij aarzelend. „Wat je je daar als
een droombeeld voorstelt, kan immers
helaas nooit werkelijkheid worden".
„En waarom zou dat niet kunnen? Om
dat een paar belachelijke vooroordeelen
het zouden verhinderen en een wet. die
door liet kleinste zuchtje kan worden om
vergeblazen, als men daartoe den moed
maar heeft? Ik heb geweten, wat mij te
wachten stond, toen ik dezen ouden pro
fessor mijn hand reikte; maar ik meende
het te kunnen dragen, omdat mij destijds
op aarde niets zoo verschrikkelijk toe
scheen als de armoede, omdat het samen
leven met mijn moeder mij half van mijn
verstand heeft beroofd en omdat maar
het is immers onverschillig wat ik destijds
allemaal geloofde. Genoeg dat het een dwa
ling was, een onzalige, noodlottige dwa
ling, waarvan het bewustzijn thans aan den
kern van mijn leven knaagt en mij soms
tot aan den rand van den waanzin brengt.
Ik kan dit ongelukkige, onbevredigende
bestaan niet langer meer verdragen en ik
wil het leven genieten, zoolang mijn jeugd
mij "daartoe nog in staat stelt. Wanneer
je een mensch van vleesch en bloed bent
en als je me ooit hebt liefgehad, dan mort
je dat begrijpen".
„Zeker, ik begrijp het Edith! Maar het
lot heeft ons nu eenmaal niet de macht
gegeven om ons beider wenschen in ver
vulling te doen gaan".
„Toch wel", verklaarde zij met vlam
mende. oogen. „Wij hebben de macht ge
lukkig te zijn, zoodra wij daartoe den moed
bezitten. Op hetzelfde oogenblik kunnen
wij onze ketenen verbreken en wegtrekken,
de heerlijke, vrije wereld in. om ons tot
een nieuwen bond te vereenigen".
Als een snelvlietende bergstroom, die
in een enkel oogenblik alle met moeite
opgerichte slagboomen verwoest, barstte
plotseling haar zoo lang ingehouden hart
stocht voor dezen man met overweldi
gende kracht los. Maar des te wilder en
hartstochtelijker haar woorden werden,
des te meer scheen Artois zijn bezinning
en gezond verstand terug te krijgen.
„Spreek zachter, Edith!" waarschuwde
hij. „want een van de dienstmeisjes zou
je kunnen hooren; bovendien, laten we
weer als verstandige menschen met el
kander praten. Wat je daar zoo mooi ge-
schjjderd hebt, zou stellig zeer begeerens-
waardig zijn; maar het is helaas onuit
voerbaar. Aangenomen zelfs, dat er hier
niets was, dat mjj zou kunnen terughou
den. noch mijn wetenschap, noch mijn
positie of toekomstplannen, waarheen zou
den wij dan wel moeten vluchten en
waarvan zouden wij kunnen leven? Ook
de poësie der vurige liefde zou al heel
spoedig in alledaagsch proza veranderen,
zoodra de nood en ellende hun intrede bij
ons gedaan zouden hebben".
„Ik heb je immers al gezegd, dat wij
niet met leege handen zullen gaan. Op
welke wijze ik voor het geld zorg is na
tuurlijk mijn zaak; laat het je voldoende
zijn, dat wij of» het juiste oogenblik ter
beschikking zullen hebben. Negenduizend
mark zijn volgens jouw opgave noodig om
den wissel af te koopen en een ferdere
tienduizend mark zullen voldoende blijken
om ons voor de naaste toekomt voor ont
beringen te behoeden. Wat er daarna zou
moeten gebeuren, daarover behoeven wij
ons nu nog geen zorgen te maken. Jij bent
immers een man en je zult er stellig
trotsch op zijn, voor ons beiden te wer
ken".
„Het is je dus werkelijk volle ernst
met dit romantische vluchtplan? En het
moet misschien al in de allernaaste toe
komst tot uitvoering worden gebracht?"
„De professor vertrekt over eenige
dagen naar Weenen, waar hij verschei
dene weken zal moeten vertoeven. Als wij
van deze prachtige gelegenheid geen ge
bruik weten te maken, dan zal voor ons
het uur van geluk misschien nooit aan
breken".
„En je zoudt mij die negen duizend mark
alleen dan willom bezorgen, wanneer ik er
in toestem met je te vluchten?"
Haar brandende oogen schenen tot in
liet diepst van zijn ziel te willen doordrin
gen. „Natuurlijk alleen dan!" antwoordde
zij langzaam en met nadruk. „Meen je
soms, dat ik je terwille van die andere zal
redden j Maar wat heeft die vraag voor
ziq? Hjer kan; niet anders dan een een
voudig ja of neerr tot antwoord worden
gegeven. En je haru, niet je koel berekend
verstand moet beslisse'n".
„Wanneer het allen op de beslissing van
mijn hart aankwam, liefste Edith", ant
woordde hij haastig, „dan zou ik reeds
lang vol geestdrift ja hebben gezegd. Hee-
lemaal ongevraagd nwgen wij echter ook
het verstand niet laten en daarom zou ik
je willen verzoeken, mij een korten be
denktijd toe te» staan. Binnen welken ter
mijn zou je wel die negen ik bedoel .die
twintigduizend mark in contant geld kun
nen omzetten?"
„Binnen een uur, als het noodig is".
„Prachtig! En de voorbereidingen tot
onze vlucht zouden onder bepaalde om
standigheden nog sneller getroffen kun
nen worden. Binnen tweemaal vierentwintig
uur zul je mijn beslissende verklaring ver
nemen".
Edith haalde diep ademhaar bleek
gezicht, dat nog alle teekenen van de onge
wone, hartstochtelijke opwinding droeg,
begon langzamerhand weer een koele,
strakke uitdrukking te vertoonen.
„Ik zal op je beslissing wachten", zei-
de zij toonloos. „Maar ik waarschuw je
Siegmund!Reken er niet op ook ditmaal
valsch spel met me te kunnen spelen. Be
kentenissen. zooals je ze zoojuist van mjj
gehoord hebt. doet een vrouw slechts
éénmaai in haar leven en wanneer je-nu
toch nog zoudt willen trachten mij te be
driegen, zoo waar er een hemel boven
ons is, het zou je allerlaatste bedrog zijn!"
„Welk een gedachte!" antwoordde hij
haastig, terwijl hij tegelijkertijd naar zijn
hoed greep en het daardoor vermeed haar
in de oogen te zien. „Wat er ook ooit mo
ge gebeuren, ik zal je bewijzen., dat ik je
edelmoedig vertrouwen waardig ben".
Hij kuste haar hand. die zij haastig
weer terugtrok en verliet daarop de ka-
Edith keek hem minutenlang met een
zonderlingen glans in haar oogen na; toen
streek zij met haar rechterhand over haar
voorhoofd, alsof zij daar iets onaange
naams, iets drukkends wilde wegwisschen
en sprak zachtjes in zich zelf: „Hij wil
mij misleiden, dat is aan geen twjjfel on
derhevig! Maar hij vergeet, dat ik liet
ben. die zijn lot in de hand heb >ik
HOOFDSTUK XIV.
Tegen de vensterruiten van Valentin Dü-
ringhoffens „luxueus gemeubileerde sa
lon' kletterden onophoudelijk groote re
gendroppels en de nachtelijke Maartstorm
schudde ze heen en weer, zoodat ze bijna
angstwekkend rinkelden. De lamp op de
met flesschen, glazen en allerlei zonder
ling gevormde buizen bedekte werktafel
flikkerde van tijd tot tijd bedenkelijk, als
of ze door den tocht uit wilde waaien en
een onbehaaglijk vochtige kilte vulde meer
en meer het weinig aanlokkelijke vertrek,
want ook het laatste vonkje in de kachel
was gedoofd.
Om negen uur in den avond was Dü-
ringhoffen uit doctor Giersbergs sanatori
um thuisgekomen. Zonder het eenvoudige
avondeten aan te raken, dat zijn hospita
voor hem had klaargezet, was hij aan zijn
werktafel gaan zitten om te schrijven en
hij schreef maar steeds verder, hoewel
het middernachtelijk uur reeds lang voorbij
was. Een groot aantal kleine papiertjes,
waarop kortere of langere aanteekeningen
of ook wel haastig daarop neergeschreven
scheikundige formules stonden, lag naast
hem opgehoopt en hjj gebruikte deze thans
oogenschijnlijk om er één groot, samen
hangend geheel van te maken.
Dat hem deze bezigheid niet gemakkelijk
viel, openbaarde zich even duidelijk in
de zonderling vermoeide, afgematte uit
drukking op zjjn bleek, mager gezicht,
als op de wijze, waarop hjj telkens met
de hand langs zijn voorhoofd streek en
van tijd tot tijd gedurende enkele minu
ten schijnbaar doodeljjk uitgeput in zijn
stoel achterover leunde.
Maar ondanks dit alles gaf hij zijn ar
beid niet op en telkens na zulk een korte,
klaarblijkelijk^ half onvrijwillige rustperio
de woelden zijn vingers weer des te haas
tiger in de kleine briefjes, vloog zjjn pen
weer des te sneller over het zacht ritse
lende papier.
(Wordt vervolgd.)