Knap, Rijk enjong Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Stoomwasscherij „DE VLIJT" No. 22 Achttiende Jaargang Woensdag 19 Maart 1930 Bekendmakingen. Officieel. FEUILLETON Geopend: Handel ïri Auto- Onderdeelen w. Binnenland. Rijwielen en Onderdeelen is de Rijwielcentrale, Havik 33-35 EET MEER BROOD C. VAN EE BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 S0ESTD1JK ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS I 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD NUMMER 380) DIENSTPLICHT. De Burgemeester der gemeente Soest brengt ter algemeene kennis, dat ter ge meente-secretarie vanaf heden gedurende TIEN dagen ter inzage zijn nedergelegd de door de Commissaris der Koningin de zer provincie onder dagteekening van 28 Februari 1930, 4e afdeeling no. 217 ge nomen besluiten tot het verleenen van vrijstelling van den Dienstplicht wegens broederdienst aan ingeschrevenen voor de lichtngi 1932 dezer gemeente. Tegen elke uitspraak kan binnen tien dagen na den dag dezer bekendmaking in beroep worden gekomen door: a. den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, oï door diens wettigen vertegen woordiger b. door elk der overige voor deze ge meente voor dezelfde lichting ingeschre ven personen of door diens wettigen ver tegenwoordiger Het verzoekschrift, daartoe aan de Ko ningin te richten, moet met redenen zijn omkleed en worden ingediend bij den Bur gemeester ter secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzen ding van het verzoekschrift, ij Soest, 11 Maart 1930. De Burgemeester voornoemd, G. DEKETH. VISCHAKTEN. BINNENVISSCHERIJ. De Burgemeester van Soest maakt be kend. dat ter gemeentesecretarie koste loos verkrijgbaar zijn formulieren voor de aanvragen tot het bekomen van een visch- of hengelakte, voor het jaar, aanvangende 1 JULI aanstaande en eindigende 30 Juni daaropvolgende, en noodigt belanghebben den uit hun aanvragen zooveel mogelijk vóór 20 APRIL e.k. aan hem in te die nen. t De navolgende akten worden uitge reikt a. GROOTE VISCHAKTEN, tot het vis sollen met alle geoorloofde vischtuigen, tegen betaling van twee gulden vijftig cents f2.50); b. KLEINE VISCHAKTEN, tot het vis schen met een daarin genoemd visch- tuig, tegen betaling van een gulden (fi.-); c. HENGELAKTEN, tot het visschen met meer dan één hengel, tegen betaling van vijftig cents (f 0.50) Voor het visschen met één hengel, geen loop- of sleephengel en geen peur zijn de, behoeft geen aanvraag te geschieden. Naar het Engelsch van N. BOWLBY. 3. (Nadruk verboden). Godfrey wendde zich tot Chesney, na dat hij de deur weer achter zijn gast vrouw had gesloten en zag den blik van Jjjn vriend even strak op zich gericht. H'J lachte wat. »Jij en je zuster schijnen mij wel dóór dóór te willen kijken! Heb je een Wekking gedaan, ('hey?" nimf m^y an^woordde nog in geen mi- T°en sprak hij weifelend Ik geloof van wel!" St <ian?" zei besiu^ iiaa,de de schouders op en oDat komt er niet op aan!" Hoofdstuk iii. st™d bij de piano en te schikken Godfv? ch,r>'santhen in vazen plotseling ontmoetten3^ ,fer gad,t; en Zo voelde, dat Z6 A3l,kk™ elkaar, .daar haar dit verlegen Ifr Areeg: eK maar bij gebrek aan iets aAmde', ze! 20 inviel: anders, dat haar „Het regent". Godfrey wendde het hoofd uit het venster. „Ja, maar dat hindert niet on* en keek erg- U gaat Kostelooze vergunningen om te visschen worden niet meer verleend. GEEN AKTE WORDT UITGEREIKT: le. aan hem, wien ingevolge art. 34, eerste lid, der Visscherijwet, de bevoegd heid om krachtens een consent of akte te visschen is ontzegd, voor den duur der ontzegging; 2e. aan veld- en boschwachters, be ambten der marechaussee, niet zijnde hulp-officieren van justitie, ambtenaren van rijks- en gemeentepolitie, beneden den rang van inspecteur der rijksveldwacht en van inspecteur van politie, beambten van den rijks- en provincialen waterstaat en beambten van de domeinen, beneden den rang van hoofdopziener. Soest, 12 Maart 1930. De Burgemeester voornoemd, G. DEKETH. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Soest, gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter algemeene kennis; dat op de secretarie der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van E. Onwezen te Soest, om vergunning tot 't in voorraad hebben v. 500 Liter pe troleum, in ijzeren vaten, zich bevindende in een plaatijzeren schuur in het perceel Hartweg No. 12, kad. gemeente Soest, sectie H. no. 3391; dat op den 31 en Maart 1930, des na middags te 3 uren gelegenheid is om ten gemeentehuize bezwaren tegen het hebben dier inrichting in te brengen; en dat gedurende DRIE dagen voor dien dag op de secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennis genomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel beroep van, de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aan gegeven uur in de vorengenoemde inge volge artikel 7 der Hinderwet te houden zitting zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren MONDELING toe te lichten. Soest 17 Maart 1930. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der. Ge meente Soest, gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis; dat op de secretarie der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van C. van Zijll en F. J. Gerritsen, te Soesterberg om vergunning tot het op richten van een kuiperij, tot vervaardiging van waschmachines, zuivelwerktuigen, o.a. kaas vaten, kuipen en tonnen en lux kuip- werk, waarbij zullen worden gebezigd 3 electrische motoren, met een vermogen van 52 en 0.5 P.K. dienende ter aan drijving van een draaibank, cirkelzaag. immers niet mee, miss St. Aubyn?" „Neen, ik jaag niet". „Den Hemel zij dank!" „De aardigste meisjes, die ik ken zijn sportvrouwen! Mijn beste vriendin Lor na Conway ook". „Lorna Conway. Is dat het meisje, dat met die mooie zwartjes rijdt? Ze heeft van dat goud-blonde haar, is het niet?" „Juist. Heeft u haar gezien?" „We reden haar voorbij, toen ik hier kwam en Chessey gaf mij een heel verslag van haar." „Is ze niet allerliefst?" „Ik kon haar gelaat niet onderschei den". Molly keek hem nog eens uitdagend aan. „Ja, ze is allerliefst, gewoon! En ik bewonder haar om haar sport-doenerij. U moet haar niet afbreken, waar ik bij ben, dat kan ik niet hebben!" „Ik denk er niet aan, om een van uw vriendinnen tegenover u af te breken. Maar daarin kan ik met van opvatting veranderen". „Dat vraag ik u ook niet! Ik verzoek u alleen maar vriendelijk van haar te spreken, als ik er bij ben, want als ik u leelijke dingen van haar hoor zeggen„ dan „Ja, dan „Zal ik met u kibbelen". „Dat moet u niet doen". „Liever ook niet. Maar daar komen de paarden. Is die kastanje-bruine van u? Wat een prachtstuk!" „Ja, dat is „Jonker", erkende Godfrey trotsch. Godfrey zei Molly goeden dag en reed heen. Molly keerde terug naar haar chry- lintzaag, schaafmachine, amaril en lang- gatboormachine, in het perceel Verleng de Postweg No. 81-83, kad. gemeente Soest, sectie E. No. 2004; dat op den 31en Maart 1930, des na middags te 3 uren gelegenheid is om ten gemeentehuize bezwaren tegen het op richten dier inrichting in te brengen; en dat gedurende DRIE dagen voor dien dag op de secretarie dm gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennis genomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel beroep van de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aan gegeven uur in de vorengenoemde inge volge artikel 7 der Hinderwet te houden zitting zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren MONDELING toe te lichten. Soest 17 Maart 1930. Burgem. en Wethouders voornoemd De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Soest, gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter algemeene kennis; dat op de secretarie der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen Van F. C. Timmermans, te Soest om ver gunning tot het plaatsen van een meng- molen en maalmolentje, respectievelijk ge dreven wordende door een electrische mo tor van 7.5 en 3 P.K., dienende tot het vervaardigen van pluimveevoeders in het perceel Ringweg No. 16a, kad. gemeente Soe&t, sectie G no. 2610; dat op den 31 en Maart 1930, des na middags te 3 uren gelegenheid is om ten gemeentehuize bezwaren tegen het op richten dier inrichting in te brengen; en dat gedurende DRIE dagen voor dien dag op de secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennis genomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel beroep van de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aan gegeven uur in de vorengenoemde inge volge artikel 7 der Hinderwet te houden zitting zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren MONDELING toe te lichten. Soest 17 Maart 1930. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg Aanbevelend, JOH. KOSTER. Hëerenstraat 20 - Telef. 2706 HILVERSUM santhen, maar ze voelde er niets meer voor. „Het is eenzaam, zonder Chesney. Ik heb ook niemand anders." „Als in stil verwijt duwde Brian zijn neus tegen haar hand. „Och, ja, jij zult mij altijd liefhebben, hè, Bri-bri! Dat weet ik ook wel ouwe jongen! Maar hoe kom ik dan zoo een zaam te zijn?" Hoe diepzinnig Brian ook keek, kon hij nier toch geen antwoord op geven. Intusschen waren Godfrey en zijn gast heer al dicht nabij de plaats van samen komst. Ze hadden onderweg Teddy Farguhar bij zich gekregen. Die was het hart van Godfrey, doordat hij zoo in oprechte be wondering stond voor den jonker, die dan ook in fier zelfbewustzijn voort stapte. Eer ze de plaats van samenkomst bereikt hadden, waren Godfrey en Ted dy al goede vrienden. Het was een klein veld en hier ont dekte Godfrey slechts één vrouwelijke jager. „Daar is miss Conway; daar ginds op die grijze", fluisterde Chesney hem in het oor. „Toe kijk haar niet zoo aan! Je zult haar nog verschrikken met je starende oogen!" Chesney nam den hoed af en bij het teruggroeten kreeg Godfrey meteen meer van het bekoorlijke gezichtje te zien. Want bekoorlijk was het; dit moest God frey, ondanks zichzelven, toegeven. Miss Conway reed zeer goed en scheen intusschen de handen vol te hebben om de „grijze" in bedwang te houden, vurig als het beestje was. „Het zal mij niet onwelkom zijn. als wij afrijden," zei ze, lachende tot Ted- M. G. VERSTEEG, vair Mechelenstraat 29 AMERSFOORT. FRANCO HALEN EN BEZORGEN Internationale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid. Opium-Studie-Commissie. Naar wij vernemen, zal de Nederland- sche Opium-Studie-Commissie, welke op initiatief van de Int. Vrouwenbond van Vrede en Vrijheid hier te lande werd ge vormd ter bestudeering van het vraag stuk der bestrijding van het misbruik van verdoovende middelen in Nederland en Kolonión, op 20, 21, 24 en 25 Maart a.s. openbare vergaderingen houden in Rot terdam, den Haag, Leeuwarden en Gronin gen, waar als sprekers zullen optreden: Fraulein Lida, Gustava Heymann. Mün- chen, Voorzitster van de Intern. Opium- Studie-Commissie) en Ir. D. de Clerq, Eindhoven, welke laatste zijn lezing met lichtbeelden zal illustreeren. De Intern. Vrouwenbond v. Vrede en Vrijheid, die o.a. gedachtig aan den En- gelsch-Chineeschen Opiumoorlog van 1842 en de niet uitgesloten mogelijkheid, dat ook thans het toenemende misbruik van narcotia aanleiding zou kunnen worden tot internationale wrijvingen, heeft de be studeering van dit probleem reeds sinds eenige jaren internationaal ter hand ge- Het GOEDKOOPSTE ADRES vooi AMERSFOORT G. H. W. RIJWIELEN met garantie, van af f 38.50. En Gros en Detail nomen. In Engeland en Duitschland wer den reeds met succes openbare conferen ties georganiseerd, terwijl binnenkort ook in Frankrijk, Zwitserland en Denemarken openbare vergaderingen zullen plaats vin den. Hoewel in Nederland het misbruik van verdoovende middelen tot dusverre geluk kig geen grooten omvang heeft aangeno men, is dit probleem niettegenstaande de aanpassing onzer wetten (Juli 1928) aan de Conventie van Genève (1925) toen nog dy. „Ik heb halswerk om Sheila in be dwang te houden! Zeg hoor eens, wie is diegeen, die mr. St. Aubyn bij zich heeft?" „Een vriend van hem moet het wezen; een zekere Godfrey Loraine, geloof ik, dat hij heet. Hij lijkt geen slecht soort, hè?" Lorna wierp eens een onderzoekenden blik, den kant van Godfrey uit en ze hoopte maar, dat mr. St. Aubyn hem aan haar zou voorstellen. Het was een prachtige dag, beschouwd uit een sport-oogpunt. Godfrey voelde zich geanimeerd, als hij dit in lange niet meer gekend had en de „gehate Amazone" reed, dat zij menigen man beschaamde. Tegen den middag brak de zon door en de jacht was één triomf; Godfrey één verontwaardiging op dat wreede vrou wenmonster. „Als je nu meegaat naar Urguhart. die onthaalt allen, die aan de jacht hébben deelgenomen. Wel, miss Conway, u heeft zich toch niet laten afschrikken door den regen, die er viel in het eerst?" Met de lieflijkste stem en een onweer staanbaar lachje, herhaalde zij: „Mij door den regen laten afschrikken! Neen, mr. St. Aubyn, daar denk ik niet aan, als er sprake is van jagen! Het was prachtig, vondt u niet?" „Mooi geslaagd. Ja, het had niet beter kunnen wezen! Mag ik u voorstellen aan mijn vriend, mr. Loraine? Miss Con way - Godfrey nam den hoed af en boog; Lor na beantwoordde dien groet. Godfrey's gelaat droeg intusschen een uitdrukking van verrassing, zooals zij nog nooit had waargenomen bij eenigen man, die haar ontmoette! Anderen wilden haar ook al tijd zoo graag hooren spreken. En hij leek steeds voor ons land èn onze Koloniën van groot belang en wij meenen dan ook, dat de resultaten van deze particuliere zijde ingestelde enquête zich terecht in de al gemeene belangstelling zullen mogen ver heugen. DE STILTE VOOR DEN STORM! Het advies van den Radioraad politiek lapwerk. Gemuilkorfde omroepers. Voor den microfoon van Huizen heeft de voorzitter van den Kath. Radio Om roep, pastoor L. H. Perquin, in zijn „we- kelijksch praatje" o.a. het volgende ge zegd: „Ge zijt natuurlijk allen nieuwsgierig naar hetgeen ik zeggen zal over het ad vies van den Radioraad, dat deze week gepubliceerd is (hoe men er aan gekomen is, weet ik niet). Namens den minister van Waterstaat in den Haag is ons ver zocht, niet te spreken over het advies. Eigenlijk gezegd heeft het voor onze luis teraars toch geen nut. Wij vormen een derde gedeelte van het volk. Vaak genoeg is erover gesproken. Wij zijn tevreden met een vierde gedeelte". In verband met bovenstaande mededee- ling, vernoemt het Hbld., dat de verschil lende omroepvereenigingen j.1. Zaterdag Eerste Soester Electrische Brood- en Banketbakkerij Kerkstraat 7 SOEST Telef. 2145 Soesterbergschestraatweg 15, Telef. 2244 (Hoek Gallenkamppelsweg) een schrijven van den minister van Water staat hebben ontvangen, waarin o.m. wordt gezegd, dat de minister het in het belang avn de geheele zaak acht, zich te onthou den van het leveren van commentaren voor de microfoon in verband met publi caties in de nieuwsbladen in zake het advies van den Radioraad. Verzocht wordt in dezen medewerking te willen verleenen. Het Hbld. vervolgt: Dit nu is wel wat veel gevergd naar onze meening. Vooral voor de omroepver- eeniging, die door de regeling van den om- roeptijd, waarvan wij onlangs bijzonderhe den vernamen en publiceerden, het groot ste offer zou moeten brengen: de A.'V.R.O. Tot dusver is er alleen sprake van een verzoek van den minister om het advies van den radio-raad niet te bespreken. Maar achter dit verzoek staat de potentieele macht om door inhouding van uitzendver gunning dwang uit te oefenen. Al zal na tuurlijk de vrije discussie in de pers daar door niet kunnen worden voorkomen. Heei begrijpelijk lijkt ons het verzoek van den minister dan ook niet. Is het advies van den radio-raad, zooals het gepubliceerd werd onjuist, dat men het dan zegge. En dat men dan liever het totaal onverschillig voor al haar beko ringen „Ik moet Mannington nog even spre ken, Godfrey!" waarschuwde de vriend. „Maar miss Conway zal wel zoo goed zijn om je den weg te wijzen naar |de Urguharts?" „Zeker", zei Lorna. Teddy Farguhar, die zag, dat miss Con way wegreed met Godfrey, wilde die twee ijlings inhalen, maar dit belette Chesney weer. Lorna Conway deed haar best en zij was volleerd in de kunst, om het mannelijk hart te bekoren, op onschul dige wijze dan, om Chesney wat uit de plooi te doen komen, maar ze mocht dat dan al aanleggen, zooals ze wilde, het lukte haar niet, iets onbegrijpelijks, eenvoudig, voor haar, die nu vijf jaar van haar zeventiende af dus, de plaats van de „schoonste" uit de streek gehand haafd had. „Of hij heeft iets tegen mij, of hij heeft kiespijn", besloot ze haar innerlijke over weging, en om zich te overtuigen van de waarheid van die laatste veronderstel ling, vroeg zij maar bond: „Heeft de vocht u soms kiespijn be zorgd?" Godfrey keek haar onwillekeurig aan, en ten tweede male ontmoetten hun blik ken elkaar. „Neen, toch niet", zeide hjj met ver raste uitdrukking in zijn stem. ,0, ik dacht het maar", zei ze zich nu intusschen wel wat schamend over de vreemde vraag. „Maar hier is het hek van de Urguharts. Ik denk dat mr. St. Aubyn wel gauw komen zal. Ik ka" niet langer wachten, want ik ben toch al laat." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 1