IP. GROENHUIZEN-SCHATORJE j Mevr. A. C. Postma-Schmidt Vervaardigt Avondjaponnen LUXE VERHUUR-INR1CHT1NG Automobiel-Centrale TELEFOON 2061 Binnenland. G. G. J. ALBLAS Financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeente Soesterberg. VALSCHHEID IN GESCHRIFTE De Rechtbank te Utrecht behandelde heden de zaak van een gewezen vertegen woordiger van een Bankier te Brussel, welke credieten op korten termijn ver strekt. Verdachte werd ten laste gelegd valsch- heid in geschrifte, omdat Hij een tweetal cheques, welke door aanvragers gewei gerd waren, had geind, welke stukken hij aan zich zelf had geendosseerd. Verd. erkende de feiten, doch beriep er zich op dat dit de eenige manier was geweest om zijn vordering op genoemden Bankier betaald te krijgen, alsmede dat hem daartoe vrijheid was gegeven. De Officier van Justitie eischte 6 maan den gevangenisstraf. De verdediger, Mr. Gerlings te Utrecht, betoogde, dat verdachte nimmer met de Justitie in aanraking is geweest, er veel nader moet worden opgehelderd, en nader onderzoek noodzakelijk acht. Verdachte, zich aansluitend bij het be toog van den verdediger, drong aan op het hooren van den betrokken Bankier zelf, deze had hem uitdrukkelijk vrijheid gegeven zoo te handelen; de oorzaak van alles is de laksche, onbetrouwbare, hou ding van den Hoofd-vertegenwoordiger, en verklaarde zich geen schuld bewust te zijn. De Rechtbank zal over 14 dagen uit spraak doen. DE VOLKENBOND. Wanneer wjj ons bjjwfjlen verdiepen in de geschiedenis der menschheid, dan is een der eerste dingen, die ons altijd weer treffen en die ieder zullen moeten tref fen, wanneer wat dieper wordt gedolven dan in de gewoife schoolliteratuur, dat de menschheid al de eeuwen door heeft verlangd naar vrede, naar den tijd, waar in het lam rustig zal neerleggen naast den leeuw. En toch, hoezeer in ieder individu dat verlangen leefde, toch werd dat ideaal nimmer bereikt en menigeen haalt bij het noemen zelfs alleen van het woord wereld- vrede, ongeloovig, cynisch zelfs, de schou- ;ders op, de een omdat hij niet kan ge- looven in het goede van den mensch, de ander met verwijzing naar den zondeval enz. Maar wie niet blind is voor den ge weldigen vooruitgang op zoo velerlei ge bied, wie met alle idealisme heeft afge daan, die beseft ook het enorme verschil tusschen nu en vroeger, die ziet dat ook op het gebied van de vredesgedachte zich een evolutie voltrekt, die uiteindelijk moei voeren naar het zoo vurig begeerde ide aal. Ja, men verlangde de eeuwen door naar vrede. Maar wie er ook riepen, hetzij de eenvoudige man of vrouw uit het volk. hetzij dichters of diplomaten, vorsten zelfs of geleerden, hun woorden en pogingen bleven die van enkelingen en nimmer trof men een georganiseerde vredesbeweging aan, een beweging waarvan kracht kor, uitgaan. Totdat de eerste pogingen daarvan merkbaar werden, een honderd jaren gele den in Amerika, vanwaar de beweging oversprong naar Engeland en zoo naar het vaste land van Europa. Een artikel als dit leent zich niet tot eene uiteenzetting van de verschillende pogingen van enkelingen en vereenigingen. Genoeg zjj, dat ze tenslotte hebben geleid naar de eerste Vredesconferentie op 18 Mei 1899 in het Huis ten Bosch te 's-Gra- venhage, bijeengeroepen op initiatief van den czaar van Rusland. Het wil ons voorkomen, dat men vaak al te smalend over deze conferentie sprak en de groote verdiensten, ervan dikwijls ten eenenmale miskent. Al zijn de direc te resultaten inderdaad niet groot ge weest, al werd ze gevolgd door den Boe- L. A. METTROP UTRECHT Tandheelkundige Stationsplein 10 Spreekuren dagelijks van 9 tot 9 n.m. 's Maandags en Vrijdags speciaal ta rief Kliniekprijzen. Specialist in herstellen van fouten of hinderlijke gebitten. renoorlog, den Russisch-Japanschen oor log enz., toch is sedert dien tijd de vredes gedachte niet alleen verdwenen, maar heb ben de gebeurtenissen ertoe geleid, dat krachtiger, veel krachtiger werden: le: de vredesbeweging, 2e: het besef dat al leen door samenwerking iets kon worden bereikt, 3e: het besef van de geweldige ingewikkeldheid der economische betrek kingen tusöchen de staten en volken, 4e: het besef dat elk gewelddadig verbreken en verstoren dier betrekkingen tot een ramp voor allen moest leiden. En men kreeg er daarnaast duidelijker dan ooit te voren begrip van, dat er tusschen de vol keren evengoed als tusschen de individuen in denzelfden staat recht moest kunnen worden gevonden en gesproken. Het zijn bovenal het groeiend internationalisme, het zich steeds meer ontwikkelde volken recht en daarmee en daardoor het groei end pacifisme, welke na de eerste vredes conferentie van enorme beteekenis zijn geworden. En toch, nietwaar, kwam de wereld oorlog met zjjn onnoemelijke rampen, mi sère, ruïnes, zijn millioenen dooden en verminkten, z'n ontzaglijke gevolgen tot in de uiterste hoeken der aarde. Voorze ker, de vredesbeweging en haar aanhan gers bleken nog veel te zwak, maar zagen ze na de gruwelijke les aan de menschheid hun pogingen niet bekroond door de oprichting van den Volkenbond? Bekroond? Ja, voorzeker, want het is onze innige overtuiging, dat alleen via den Volkenbond de droom van den wereld vrede op den duur een realiteit kan wor den. Nog is hij zwak, in vele gevallen mach teloos, vaak meer een bond van regee ringen dan van volken. We zullen de laat ste zijn om zijn fouten en zwakheden te ontkennen, maar dat hij een factor van geweldige beteekenis is voor heel de we reld, voor de gansche menschheid, dat staat vast. Geen superstaat, souvereini- teit uitoefenende over de individueele sta ten, maar toch met een zich steeds meer ontwikkelenden invloed op die staten. Deze invloed nu moet sterker, bij voortduring sterker worden en hij moet tenslotte voe ren naar dat, wat de georganiseerde vre desbeweging uiteindelijk beoogt: een toe stand tusschen de staten onderling, zooals die ook bestaat tusschen de burgers van eenzelfde land, een toestand waarbij recht gaat boven macht. Zooals wij ons in den staat als burger hebben leeren voegen naar de wetten des lands, die ons orde en vrede waarborgen en hem, die deze orde of dien vrede verbreekt, met straf bedreigen; zooals politie en rechtbank als organen van den staat iederen burger ten dienste staan, die zijn rechten of be langen bedreigt acht, waardoor ruw ge wéld wordt voorkomen, belet of gestraft, zoo zal ook eenmaal de interstatelijke toestand zijn. De misdaad van een staat, ook van een souvereinen staat, moet als misdaad kun nen worden gebrandmerkt en gestraft. En het moét uitgesloten zijn, dat geschillen tqsschen twee of meer staten alleen maar zouden kunnen worden beslecht door ruw geweld, in den vorm van oorlog. M.a.w. de oorlog moet in de toekomst uit het le ven der staten en volken eenvoudig wor den verbannen. O.i. kan dit doel het eerst en het best worden bereikt via den Vol kenbond, zij liet een verbeterden en ver stevigden Volkenbond, wien organen als het Hof van Arbitrage en het Permanent Hof van Internationale Justitie ten dienste staan en in de toekomst allicht en hope lijk een eigen politiemacht. De Volkenbond moet dus sterk worden gemaakt, willen we het vredesideaal die nen. En hoe kan deze versterking het best worden verkregen? We kunnen niet aan nemen, dat alleen diplomaten en hoogge plaatste officieren daarvoor in de eerste plaats in aanmerking komen, tenzij moge lijk wanneer zij, met anderen, den vast en luid uitgesproken wil der volken zelf achter zich weten te staan, tegen welken wil ze niet kunnen vermogen of durven in te gaan. Maardie volkswil uit zich in vrijwel alle landen nog veel te zwak. Dus komen wij tot de conclusie, dat de volken voor den vrede moeten worden op gevoed, dus moet aan de volken klaar en eenvoudig worden duidelijk gemaakt: le. wat moet worden bereikt, wat het doel is; 2e. hoe resultaat alleen mogelijk is door hun eendrachtigen wil. De Vereeniging voor Volkenbond en Vrede ziet in den datum 18 Mei telken jare een dag, om ook ons volk op ruime schaal het bestaan en de beteekenis van den Volkenbond in herinnering te brengen een gelegenheid tevens voor het volk om in wijden kring van zijn wil tot den vrede te getuigen. Moge de Vereeniging haar doel bereiken en opnieuw haar aanhan gers met honderden, zoo mogelijk met dui zenden zien toenemen. Tengevolge van de totstandkoming der wet van 15 Juli 1929, houdende herziening van de financiëele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten zal de gemeentelijke inkomstenbelasting met ingang van 1 Mei 1931 vervallen. In de plaats van deze be lasting zal geheven worden de gemeente fondsbelasting, waarvan de opbrengst in een fonds in de wet gemeentefonds ge noemd wordt gestort. Uit dit fonds ont vangen alle gemeenten des rijks een uit- keering, die gebaseerd wordt op de uitga ven, die elke gemeente over de jaren 1926, 1927, en 1928 heeft gedaan voor openbare veiligheid, onderwijs en armenzorg. Deze uitkeering wordt per inwoner vastgesteld en zal waarschijnlijk in de tweede helft van dit jaar bekend worden. Intusschen is aan de hand van de in de wet voorkomende ga rantiebepalingen thans reeds een bereke ning van de minimum-uitkeering uit het ge meentefonds te maken. Een zoodanige be rekening gelieve U hiernevens aan te tref fen. Zooals uit die berekening blijkt, zal de gemeente nog een bedrag van 78.495.25 op andere wijze moeten vinden. Dit bedrag kan zij geheel of gedeeltelijk vinden: a. door de gemeente voor de heffing der gemeentefondsbelasting te rangschikken in de tweede of derde klasse. Hetgeen de ge meentefondsbelasting tengevolge van deze rangschikking meer opbrengt, komt recht streeks aan de gemeente ten goede. Deze meeropbrengst wordt globaal op 8000. per klasse geraamd; b. door de heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting. In verband met de opbrengst in deze ge meente van de rijksinkomstenbelasting, wordt geraamd dat de fondsbelasting glo baal zal opbrengen 130.000.indien de gemeente in de eerste klasse 138.000. indien de gemeente in de tweede klasse en 146.000.indien de gemeente in de derde klasse wordt geplaatst; c. door heffing van meerdere opcenten op de personeele belasting of door verhooging van de heffingstarieven voor de diverse grondslagen van die belasting; d. door aanboring van andere belasting bronnen, waartoe art. 240 der gemeentewet de bevoegdheid geeft. Indien de gemeenteraad besluit voormeld tekort ad 78.495.25 te dekken uit op centen op de gemeentefondsbelasting, zullen de navolgende aantallen opcenten moeten worden geheven: bij rangschikking der ge meente voor de heffing der fondsbelasting: a. in de eerste klasse 78.495.25 1300 is 61 opcenten; b. in de tweede klasse 78.495.25 8.000.— is 70. 495.25 1380 is 52 op centen; c. in de derde klasse 78.495.25 16.000.— is 62.495.25 1460 is 43 op centen; (bij de berekening van de aantallen op centen zijn gedeelten van opcenten naar bo ven tot geheele opcenten afgerond). Ongemerkt wordt, dat verondersteld is, dat de fondsbelasting bij rangschikking in de eerste, tweede of derde klasse zal op brengen resp. 130.000.138.000.en 146.000.Mocht naderhand blijken, dat deze belasting minder of meer opbrengt, dan zullen zooals vanzelf spreekt, voren genoemde aantallen opcenten verhoogd of verlaagd kunen worden. Verlaging van de genoemde aantallen opcenten zal eveneens kunnen plaats hebben indien te zijner tijd mocht blijken, dat de aan de gemeente Soest toekomende uitkeering uit het ge meentefonds hooger is dan het daarvoor in de hiernevenstaande berekening aangeno men minimum-bedrag. Soest, Mei 1930. C. HOSPERS Chef afdeeling Financiën ter gemeentesecretarie. FINANCIEELE VERHOUDING. Oude toestand. De ramingen in de gemeentebegrooting voor 1930 zijn tot grondslag genomen. De gemeente verliest: a. de rijksuitkeering ingevolge de wet van 1897 (artt. 1 t.m. 9 7.727.35 b. de rijksuitkeering ingevolge de wet van 1879 (art. 10) in de wedden van Burgemeester en Secretaris 600. c. de gemeentelijke inkomsten belasting: bruto geraamd 295.000. af kwade posten 20.000. 275.000.— 283.327.35 Nieuwe toestand. Ingevolge de wet houdende herziening van de financiëele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten, zal aan deze gemeen te worden uitgekeerd: a. een bijdrage in de wedden van den Burgemeester en den Secretaris (art. 3 der wet) ad 3.000. b. drie vierde gedeelte van de zuivere opbrengst van de hoofdsom der grondbelasting (art. 20 der wet) geraamd voor 1930 38.875. af kwade posten 100. netto geraamd 38.775 hiervan 3/4 is 29.081.25 c. de zuivere opbrengst van de personeele belasting (art. 30 der wet) geraamd voor 1930 82.000. af kwade posten 1.600. netto geraamd 80.400. d. minimum-uitkeering uit het gemeentefonds: 62 pCt. bruto opbrengst ge meentelijke inkomstenbelas ting over de jaren 1926, 1927 en 1928, na aftrek van de hoofdsom der personeele be lasting over 1928. Opbrengst inkomstenbeas- ting over 1926, 1927 en 1028 853.890.35; dat is gemiddeld 284.630.12 hiervan 62 pCt. is 177.893.83 af hoofdsom pers. belasting 1928 85.542.98 80.400.— 92.350.85 Totaal 204.832.10 derhalve moet op andere wijze worden gevonden 78.495.25 283.327.35 BANKETBAKKER - KOK MAISON DE CONFIANCE ET DE Ier ORDRE Utrechtscheweg 53 - Telefoon 336 - Amersfoort SPECIAAL ADRES VOOR FIJNERE PATISSERIE Levering door geheel Soest en Soestdijk VAN DEN HEUVEL. NEÜWEG 18 ged. COUPEUSE HILVERSUM Elegante Coupe. Onberispelijke afwerking. het Vliegkamp in dat opzicht over een uitstekende organisatie, die altijd mobiel en paraat is en ook bij den laatsten brand ten Westen van het Kamp groote diensten bewezen heeft. Men kan dat voor deze streek werkelijk waardeeren. Daarbij heeft het kamp zelf zich door een breede, uitgegraven strook tegen vuur van buiten beveiligd, waardoor zich een brand niet in die richting kan uitbreiden. Niettemin mag men het er met al deze goeie en in geval van nood onontbeerlijke hulp toch niet opaan laten komen. Ook hier is het voorkomen beter dan genezen. Want al wordt een brand nog bijtijds ge stuit, hij heeft intusschen bij zeervelen heel wat moeite, onrust en last veroor zaakt. De vrijwilligers bij de brandweer 'moeten plotseling hun werk in de steek laten, evenzoo verscheidene burgers, die naastig mee gaan helpen. Politie wordt van andere noodzakelijke dienstverrich tingen weggeroepen. Voor alle actief mee- doenden is het een ondraaglijk heet en smerig makend werk. Daarbij is een brand een groote schoonheidsverwoester. Een groote strook zwart geroosterde heide en bosch temidden van het jonge lentegroen is als een geweldige schoonheidsvlek op het gelaat eener jonge maagd. Nog veel leelijker dan de wijze waarop een krach tige storm in het bosch kan huishouden. Hierin kan men nog altijd de majesteit bewonderen van een ongetemde natuur kracht, niet door menschenhanden te brei delen, die alles neerslaat, wat zich niet met haar nieten kan, maar in de uitwer king van haar sloopend en vernietigend werk toch een tafereel van woeste schoon heid scheppen kan, dat noodzakelijk ont roeren en verheffen moet. Hoe geheel anders en diep troosteloos daarentegen is de aanblik van een armzalig stuk ge blakerde heide, dat in zijn naargeestige somberheid van een verschroeid bestaan alleen van dood en helsche onvruchtbaar heid schijnt te spreken. Waar alle leven heeft opgehouden, waar alleen verderf en verder niets meer is en waar ook schijn baar nooit iets meer tieren zal. Zoo is het aanzien van een afgebrande heide. En het lijkt wel de moeite waard om in een volgend artikel de voorkoming van zooiets nader onder 't oog te zien. „TOESCHOUWER". De verschillende heide- en boschbran- den van de laatste weken hier en daar in den omtrek, binnen een betrekkelijk klein tijdsbestek, hebben weer eens de algemee- ne aandacht op die zaak doen vestigen. Bijna elk land of landstreek kent zijn rampen, die zich meer of minder vaak herhalen en door klimaat en ligging als voorbeschikt zijn. Zijn het in bergachtige streken dikwijls de vulcanische uitbarstin gen, welke dood en vernieling, schrik en ontzetting kunnen teweeg brengen, in onze lage landen blijft men hiervan verschoond. Men maakt er echter kennis met weer een ander soort van natuurrampen en het zijn voornamelijk de zeeprovincies, die hiervan weten mee te spreken. Hun historie is rijk aan stormvloeden, die in bange dagen en nachten alles dreigden te verzwelgen en onberekenbare schade toebrachten aan leven en bezit, ^proefd en ervaren in den eeuwen ouden en onafgebroken strijd tegeD het water, dat tevens haar vriend werd, bleef de bevolking toch ten allen tijde stand houden. En dank zij haar tegen woordig hoog ontwikkelde techniek van waterbouwkunde, die zich in haar me thoden van oeververdediging en waterkee- ring al meer en meer perfectionneert, kan zij de omstandigheden steeds beter de baas blijven. Misschien is het wonen op een groot deel van de eilanden er in strikte zin nog niet veilig. Maar de be woners dragen dit als altijd berustend en gelaten. Zij weten niet beter, hebben nooit anders gekend en zouden zich wellicht zeer vreemd gevoelen, zoo die kamp te gen het water met al zijn sensaties en vormende emoties voorgoed beëindigd was. Hier, in deze heuvelachtige streek, dichtbij althans, kent men deze strijd en gevaren niet en in dat opzicht woont inen er zeer rustig en veilig. Alleen gaan nu de bosch- en heidebranden in den laatsten tijd meer en meer het hoofd op steken en al hebben zij zich gelukkig niet tot calamteiten uitgebreid, men dient toch op zijn hoede te zijn. De veelvoudige herhaling ervan in enkele dagen is hierbij van beteekenis. In vroegere dagen kende men ze ook wel, doch niet zoo vaak. De landelijke bewoners zrjn door ervaring wel bekend met de eigenaardigheden en bi- zondere luimen van hun streek. Zij zijn bedachtzaam en voorzichtig genoeg en weten heel goed hoe zij hier buiten in deze drooge en makkelijk ontbrandende streek met vuur moeten omgaan. Zij heb ben geleerd hoe een brand te voorkomen en weten ook, als 't noodig is op veilige wijze een vuurtje aan te leggen en uit te maken. Het zijn dan ook gewoonlijk (de vreemdelingen en in 't bizonder de heel jeugdige stadsbewoners, die in hun ver regaande onvoorzichtigheid en onwetend heid de branden hier veroorzaken. En met het vermeerderd vreemdelingenbezoek neemt dit gevaar vanzelf toe. Onbekendheid sluit gewoonlijk voorzich tigheid uit en een vuurtje, dat men niet meester weet te blijven vindt in een droo ge en warme tijd maar al te gretig zijn voedsel in het dorre en licht ontvlambare brandmateriaal, dat bosch en heide dan in overvloed opleveren. En zoo de wind krachtig is breidt de brand zich in snel tempo over een groote oppervlakte uit, als wilde hij de gansche omgeving, zoover het oog maar reiken kan, in vuur en rook verslinden. Als alle omstandigheden en de elementen tegenwerken, en vuur, droog te en wind een hecht en trouw bondege- nootschap sluiten, dan zou een geweldige ramp onvermijdelijk zijn, zoo niet spoedig veel en deskundige hulp op het wijde too- neel van den brand aanwezig was. Bij een der laatste branden, die van de zijde van Zeist woedde en ras in de richting van Soesterberg naderde, hebben de bewoners van „Ons Belang" geruimen tijd, wel. enkele uren lang, in angst en onrust ver keerd. Er waren er, die meenden, dat het oogenblik niet meer veraf was, waarop zij noodgedwongen hunne huizen moesten verlaten. Het is er gelukkig niet toe ge komen en misschien heeft het gevaar niet eens gedreigd, dank zij de eenparige en velerlei hulp, waaronder die der mili tairen vooral van groot gewicht gebleken is. Een vrijwillige brandweer van een klei ne plaats, hoe diligent zij ook zijn moge is niet bij machte een groote na- tuurbrand afdoende te bestrijden. Hierbij is veelvuldige en der zake kundige hulp noodig. De nabij gelegen garnizoenen kun nen die verschaffen en vooral voor de genie is een dergelijk werk iets, wat in haar vak te pas komt. Bovendien beschikt BEVORDERD. Door den Commandant der Luchtvaart- afdeeling zijn op 13 Mei 1930 bevorderd tot Adjudant Onderofficier Hoofdwerktuig kundige de Sergeants-Majoor Hoofdwerkt. Boevink, Entrop, Fromberg en Wagener. De sergeant-Werktuigkundigen Geurtsen, Koster, Preusser, Pypers en "Vos van de Luchtvaartafdeeling zijn op 13 Mei 1930 door den Commandant bevorderd tot Serg.- Majoor Werktuigk. ZANGCONCOURS TE SOESTERBERG. Vliegen. Naar wij vernemen bestaat het voorne men om bij het te houden concours op 2 en 3 Jutfa-s. aan eiken honderdsten be zoeker hiervan een gratis pleziervlucht aan te bieden. LEZING. In „Hui9 ten Halve" alhier hield Maan dagavond j.1. wethouder A. Endendijk zijn lezing over „de Belastingperspectieven." Er was vrij veel belangstelling hiervoor; ongeveer een vijftig personen waren er aan wezig. Na in 't kort de totstandkoming van de wet „de Geer" te hebben behandeld, die Mei '31 in werking zal treden, deed spreker daarop de nivelleeringstendenz van deze wet uitkomen, wat vooral voor de gemeen te Soest van belang is, die met haar Gem. Ink. Bel. aan de middelmatig hooge kant is en welke belasting dan komt te verval len. Uit de nieuw in te stellen gemeente lijke fondsbelasting, die o.m. ook uit in komsten van Rijksbelastingen wordt ge fourneerd, zal Soest 62j^ op ontvangen. Het resteerenle tekort kan de gemeente verhalen door procentenheffing op de fonds belasting of door indecling in een hoogere klasse. Tenslotte, en dat is voor alle be langhebbenden wel het meest wetenswaar dig, zal de nieuwe belasting voor Soest plus minus een kwart minder bedragen dan voorheen, wat zeer zeker voor deze gemeen te een verlichting van eenige beteekenis kan genoemd worden en haar als mooie plaats van vestiging meer genietbaar maakt. Er werden meerdere vragen gesteld, die tot aller bevrediging zakelijk werden be antwoord.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 2