Steeds Grooter FEUILLETON „Liefhebben zult gij mij" 18). Wetenswaardigheden op Administratief en Fiscaal terrein. VRAGENBUS V afzonderlijke perceelen standvastig veel la ger bleven. Zoo was bijv. een blok land ia Rithem, dat -12 jaar lang altijd voor 10 per H.A. was verpacht. Men zal dit wel moeten toeschrijven aan het feit, dat de zelfde personen of families pachters en ver pachters waren. Het later opgekomen sy steem van openbare verpachtingen strekte tot schade van den landbouw. De onkosten waren natuurlijk ook langzamerhand ge heel anders en veel hooger geworden. In zonderheid door stijging van vroeger veel- zins te lage loonen en in de laatste tijden ook tengevolge van allerlei noodzakelijk ge bleken sociale maatregelen, waarvan de ge volgen te eenzijdig drukken op het benar de landbouwbedrijf en te weinig is reke ning gehouden met het feit, dat voor een goed deel de gansche gemeenschap baat en belang heeft bij deze maatregelen, terwijl de landbouwer niet, zooals een ambachts man, wat hij te betalen heeft tengevolge van de sociale wetten, op zijn prijzen kan zetten. De prijzen der landbouwproducten /ijn immers te zeer van internationale ver houdingen afhankelijk en te weinig of niet in de macht van den landbouwer. Veelal /ijn bovendien de op den landbouw druk kende polderlasten eveneens aanmerkelijk gestegen. De grootste crisis doorleefde onze land bouw na 1880, toen pieer en meer zich de invloed deed gelden van den reusachtigen ommekeer, die de verandering in het trans portwezen, in het verkeer had teweeg ge bracht, evenals de enorme cultuurvergroo ting, in verband met dat transport mogelijk geworden, maar niet minder bevorderd ook door de meerdere moderniseering en ra- tionaliseering van den landbouw en de uit vinding en toepassing van kunstmeststof fen, welke laatste ook nu een belangrijke factor uitmaken. Immers, daardoor is het mogelijk geworden vroeger niets of weinig opbrengende gronden tamelijk rendabel tt maken en daardoor wederom kan bij «ie kunstmatige bescherming, welke sommige landen hun landbouw geven, menig land veel meer in de eigen behoefte aan land bouwproducten voorzien, dan voorheen. Ernstig moet natuurlijk op een en ander gelet, opdat wij niet krijgen een verarmden boerenstand, wat een zeer groot nadeel voor den Staat zou beteekenen. Het woord van Vauban behelst immers volle waar heid: pauvres paysans, pauvre rovaume! Arme boeren, arm koninkrijk of land! De regeering zal dan ook wel verplicht zijn er toe mede te werken, dat onze boeren en tuinders, het hoofd boven water zullen kun nen houden. Tal van maatregelen'werden destijds en worden nu weer opnieuw aanbevolen. Een prealabele zaak is, dat men den moed heb- be, zooals de koopman het uitdrukt, zijn verlies voor zich te nemen door ineens als verloren te beschouwen, af te schrijven dus, wat men na den oorlog, toen alles zoo peperduur was, te veel aan inspan of voor overname van een bedrijf of voor koopprijs van land heeft betaald. Maar ook dan is men er nog lang niet. Was bij een vroe gere crisis het ook een feit, dat de Neder- landsche landbouw achterstond en op meer rationaliseering ernstig kon worden aan gedrongen, thans is de landbouw op de hoogte des tijds en niet achter. Toch kun meerdere rationaliseering van het bedrijf niet uit het oog worden verloren, daar nog veel tijd en geld nuttiger kan worden be steed door betere inrichting van het bedrijf en andere arbeidsmethodes of indeeling. Ook door veelal meerdere samenwerking, bijv. gemeenschappelijken verkoop en in koop, is heel wat te bereiken. Men heeft daarvan goede resultaten in sommige klei nere landen gezien. Denk maar eens aan Tehecho-Slowakije. Vioeger werd ook ais middel om de moeilijkheden het hoofd te bieden, specialiseering aanbevolen. Indien Zeeland bijv. sommige producten veel beter kan opleveren, dan eenig ander deel van het land of de wereld, specialiseere men zich daarin. Het is vanzelf aangewezen. Maa<- als middel tot crisisoplossing kan het m.i. toch nu niet veel baten, omdat men eenvou dig in de ons omringende landen niet vraagt naar het feit of men niet verstandiger deed dit of dat product uit het buitenland te betrekken, wijl het in betere qualiteit kan opleveren, maar er naar streeft door middel van kunstmatige protectie ook al die pro ducten te verbouwen, waarvoor het land zich minder eigent, alleen maar om meer onafhankelijk te zijn van het buitenland cn een eiger bevolkingsgroep te steunen. Toch zal meer en energieker dan tot heden op den uitvoer moeten gelet en alle zorg moe ten besteed worden aan een landbouw-uit- Naar het Engelsch van DOLF WYLLARDE. Xorberry stond haar al op te wachten, toen ze de treden van het bordes ai- kwam. „Waar zullen we heengaan?" vroeg' Winnie. „Niet dezen kant", antwoordde hij. „Dien ga je vanmiddag al, en je hebt toch >k «geen lust om den heelen dag zoo na bij het station te dwalen?" Zc zei niets, maar ze sloeg nu den tcgenovergestelden w<-*g in en dit was een heek- klimpartij voor de paarden, zoodat het nu maar langzaam ging. En, af. zullen wc er flink den draf in zetten, sloCg hij voor, en dit deden ze dan ook, en onbeschrijflijk genoten ze van dien weg door het dal. „Gaan we langs Lowlands?' vroeg Win nie. „Ja; en dan zóó weer naar den grooten weg. Kijk eens naar dat huis, daar links. Daar heb ik gisteren ook langs gereden en toen zag ik er een bijzonder mooi paard grazen in een van de velden." Winnie hield den Cheshire in en keerde zich om in het zadel om te kijken. Het huisje waar Xorberry van sprak, was wei nig meer dan een hutje, wit-gepleisterd, van één verdieping en met een rieten dak. „Het moet verhuurd zijn," riep ze, „want er komt rook uit den schoorsteen." „Ja; dJit zal wel! Hoe kwant dat paard daar anders uit de lucht gevallen?" voerwet, die een behoorlijk toezicht waar borgt, waardoor in het buitenland onze beste producten komen en de Nederland- sche voorlichtingsdienst uit den aard der zaak behoorlijk zich moet orienteeren en moeten gezocht worden naar nieuwe afzet gebieden of vermeerdering van een bepaal den uitvoer naar zoodanig reeds bestaande gebied. Men moet weten wat het buiten land behoeft èn in qualiteit èn in quanti- teit. Gezamenlijk optreden, door gemeen schappelijken verkoop, bijv. door middel der veilingen, kan na goede organisatie hier medewerken tot verlichting van de cri sis en het op meer waarde brengen van onze land- en tuinbouwproducten. Toch, ik herhaal het, is die specialisee ring niet alles en niet genoegzaam. Zeeland ging zich, toen de Zeeuwsche tarwebouw niet meer zoo loonend was, prachtig spe- cialiseeren door zich te werpen op de sui kerbietenteelt. Er schijnt geen land dan Zee land en Westelijk Noord-Brabant meer ge schikt voor suikerbietenteelt te zijn. Maar de met de wereldsuikermarkt samenhan gende crisis greep ook hier verlammend in. Misschien valt in deze misère een element van tijdelijken aard op te lossen door tijde lijk bijzonderen steun, bijv. een productie premie of eenig ander middel, maar zoo lang de kunstmatige bescherming der sui kerbietenteelt in andere landen doorgaat, is dit toch niet afdoende en zal herziening van invoer en uitvoerrechten ook hier moe ten overwogen worden, teneinde onze teelt en industrie tegen al te schromelijke con currentie. kunstmatig gekweekt, het hoofd te doen bieden. Zoo noemden wij onwillekeurig reeds enkele maatregelen, die op het urgentie program van de verschillende landbouw- maatschappijen voorkomen. Een program toch, bevattende enkele algemeene eischen of verlangens, die urgent moeten worden geacht of althans spoedig moeten ter hand genomen worden, dient er te zijn. Ware het in algeheele overeenstemming tusschen de drie centrale landbouworganisaties! Want een crisis is zooals prof. Koenen een-, schreef als een olievlek. Zij breidt zich steeds verder uit. Door de verliezen der boeren verliezen de landarbeiders hun in komsten. De loonen kunnen niet op pe:l blijven. Armoede staat voor de deur. üe inkomsten der aambachtslieden ten platte- lande houden vanzelf verband met de in komsten der boeren. Spoedig dringt de ma laise naar de steden door en doet zich ge voelen bij den winkelstand. Handel en industrie lijden onmiddellijk als het platte land en de landbouw lijden. Ook de koop kracht van grondeigenaar en hypotheek houder neemt er door af. Men heeft dit ruimschoots ondervonden in het laatst van de 19e eeuw. Ook toen wendde men zich tot de regeering. Toen achtte men nog fei telijk overheidsbemoeiing met het econo mische leven in principe verkeerd. Sedert is veel geleerd en is men hoe langer hoe meer tot het besef gekomen, dat in elk ge val de overheid in de wet leidend en hel pend moet werkzaam zijn. Bij de vorige crisis riep men krachtiger dan thans nog om protectie, beschermende graanrechten, of drong men aan op herziening en uitbrei ding van ons tarief voor invoerrechten, ge lijk men ook thans daarop aandringt. Be langrijke adviezen zijn toen gegeven. Gelijk ik reeds opmerkte, waren echter de oor zaken van de crisis toen geheel anders en moesten dus ook andere maatregelen onder het oog worden gezien. Nu zijn de land en de tuinbouw ofschoon te vervolma ken op de hoogte en is het zeker niet aan de landbouwers zelf te wijten, wanneer de bodem niet genoeg opbrengt aan inkom sten. De vraag rijst eerder of men niet in den eersten tijd de meer extensieve cul tuur zal moeten bevorderen, omdat deze minder productiekosten met zich brengt. 9i DE EERSTE SOESTER g ELECTR. DRUKKER IT is het meest betrouwbare adres g voor Uw drukwerk. Met onze mo- <g derne machines zijn wij in staat U g g het beste van het beste te leveren g g tegen zeer concurreerende prijzen g g ggggg^ggggggggggggggg ggggggggggggggggggggg „Maar ik dacht, dat het nooit bewoond zou worden, behalve wanneer dan Dokter Corry het als een jacht-optrekje gebruikte." „Hoort het dan aan Corry?" „Ja; die heeft het een paar jaar gele den gekocht." „En logeert hij er zelf wel eens?" „Soms; in het najaar, maar verder heb ik er nooit iemand gezien. Ik begrijp niet, wie het gehuurd kan hebben." „Een excentriek persoon natuurlijk, die héél afgezonderd van ieder ander wenscht te zijn!" sprak Norberry. „Het heeft niet meer dan vier kamer tjes. Ik zal het toch dokter Corry eens vragen wie dit gehuurd heeft. Oom plaagt hem altijd zoo met zijn landgoed op de duinen!" Ze zagen niet, terwijl ze verder het dal doorreden, dat de deur van het hutje ijlings open ging en dat een man van middelbaren leeftijd, met een blik vol achterdocht, hen beiden nakeek. In zijn deftige zwarte kleeding, had hij noch van een sportman, nöch van een boer. Zoodra de ruiters genoegzaam uit het gezicht waren, trad hij op één van de uit- bouwtjes toe, die als stal dienst deed, en liet daar het bewuste paard uit, dat Nor berry's bewondering zoo zeer had gewekt. Het was donker-bruin bijna zwart met lange, fladderende manen en staart, die het een ongewone verschijning deden zijn. Bovendien had het een prachtig-fijr.- gevormden kop en slanke pooten. „Daar Al!" zei de man, terwijl hij hem naar een veld bracht; nu ka.i je hier weer eens vrij de beenen uitslaan. Het spijt mij, dat ik je zoo lang opgesloten moest houden, maar we moesten zien te vermijden, dat ze zoo nieuwsgierig naar je keken, als dat jongmensch gisteren deed!" Winnie en Norberry reden een ^ijd m stilte voort. „Nu is er een eind aan dat alles!" dacht Winnie en voelde zich ellendig. „Ik hoef het mij zelve niet te ontkennen, Over het invullen van het Aangiftebiljet Inkomstenbelasting. In ons voorgaand artikel spraken wij over „afschrijven." Wij vervolgen thans. Met uitzondering van de afschrijving, noodig wegens het afloopen van den be lastingplichtige toekomend recht, dat aan een termijn gebonden is, mag alleen wor den afgeschreven op zaken, gebezigd in een beroep of bedrijf. Dat beteekent dus, dat de eigenaar van een fabrieksgebouw, in welk gebouw zijn bedrijf is gevestigd en wordt uitgeoefend, op dit fabrieksgebouw mag afschrijven. Het beteekent echter evenzeer, dat de eigenaar van een fabrieksgebouw, die dit gebouw verhuurt aan iemand, die in dit ge bouw zijn bedrijf (d.w.z. des huurders be drijf) uitoefent, niet mag afschrijven. Immers, in het laatste geval is het fa brieksgebouw niet een zaak, die wordt gebezigd in het beroep of bedrijf van den eigenaar. Precies zoo staat het met een huis, dat wordt verhuurd. Een particulier, die het huis verhuurt, mag niet op het huis afschrijven. De huizen-exploitant, iemand wiens be roep het is huizen te verhuren, mag wel afschrijven. De bepaling, dat alleen op zaken, die in beroep of bedrijf worden gebezigd, mag worden afgeschreven, doet ietwat onbillijk aan, maar de bepaling is voor geen mis verstaan vatbaar. Afgeschreven mag alleen worden op het zgn. „Vast Kapitaal." Dus niet op voorraden. Wij vestigen hierop bijzonder de aan dacht. Afschrijven is ook niet noodig. Immers men mag de voorraden waar- deeren tegen factuursprijzen en de voorra den, „waaraan men een strop heeft," wier dagprijs dus ligt beneden de factuursprijs, tegen den dagprijs. Ten aanzien van de afschrijving op on roerende goederen (huizen) zij opgemerkt, dat, wordt het huis voor bedrijfsdoeleinden gebruikt en doet het bovendien dienst als woonhuis, alleen op het zaakgedeelte van het pand mag worden afgeschreven. Een bakker, wiens huis is én woonhuis, èn bakkerswinkel èn bakkerij, schrijft af op het zaakgedeelte. De waarde van het huis splitst men dan in tweeën. Bijvoorbeeld. Totale waarde 10.000. waarde zaakgedeelte 6.000.en woon gedeelte 4.000.Afgeschreven wordt dan op het zaakgedeelte ad 6.000. De afschrijving bedraagt in normale om standigheden 1 a 2% per jaar van de boek waarde. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat er steeds 1 a 2% per jaar wordt afgeschreven. Wij zeiden het reeds, dat het bedrag der afschrijving over zeker jaar, de verminde ring in gebruikswaarde zoo dicht mogelijk moet naderbij komen. Op een fabrieksgebouw, waarin „dag n dag uit" machines staan te werken, zóó, dat het gebouw op zijn fundamenten schudt, mag en moet meer worden afge schreven, dan op een huis, waarin een rus tige, kalme winkel in tabak en sigaren is ondergebracht. Dat men soms belangrijk meer mag af schrijven, bleek ons eenige jaren geleden in onze practijk. Het betrof een pand, dat beneden was ingericht voor winkel, terwijl het bovenge deelte aan een publiekrechterlijk lichaam voor 5.000.per jaar was verhuurd. Er bestond een huurovereenkomst voor 5 jaren; bovendien was het bekend, dat na afloop van deze 5 jaren wel een nieuwe overeenkomst zou kunnen worden aange gaan, echter in geen geval tegen een hoo- geren huurprijs dan 3.500.per jaar verder stond vast, dat in geen geval bij verhuur aan anderen meer dan 3.500. kon worden gemaakt. Op grond van een en ander schreven wij 5% af op een waarde van 70.000.of 3.500.terwijl de belastingadministra tie geen hoogere afschrijving wilde toe dat ik zoo ongelukkig ben, omdatRoy niet arme Berry is. Waarom ben ik toch ook zoo zeer op hem gesteld?Hij is niet half zoo knap van uiterlijk en naar den geest en zulk een pesoon van gewicht als Roy; en tóch; en tóch! „Ze heeft mij de handen gebonden, door dat ze mij op m'n eerewoord heeft laten beloven, dat ik niet zou spreken", dacht Norberry, van zijn kant. „Ik zou de zaak wat opgehelderd en geheel in orde gebracht hebben tegenover Agincourt, als zij mij maar had laten begaan. Het zou niet aan genaam zijn geweest; maar ik zou het ge daan hebben voor haar. Nu zal alles zoo voortgaan- tot de arme kerel tot de ontdek- kink komt.... in hoeverre hij het recht heeft mij een schurk te noemen; of anders tot zij hem trouwt èn de Hemel helpe ons dan!" Hij hield zich echter goed tot ze al vlak bij het hek van het Park waren.: Toen leg de hij zijn hand op den teugel van het paard en bracht het tot staan. „Winnie", sprak hij heesch, „dit is onze laatste rit." „Ja, dat weet ik", antwoordde zij adem loos. „En ik mag je niets zeggen, niet waar; dat heb jc mij verboden. Maar zou je het geval nog niet eens goed onder de oogen willen zien?" „Dat heb ik al gedaan Berry; telkens en telkens weer!" „Maar denk je dan heusch niet dat het beter zou zijn voor alles uit te komen, tegenover hem?" „Dat kan ik niet. Hij vertrouwt mij. Het zou onteerend zijn," sprak zij, terwijl haar oogen vol tranen schoten. Hij keek haar aan, langen langen tijd, met zielvolle oogen. Het was voor het laatst dat hij haar zoo wilde aankijken en hij wilde de uitdrukking in haar gezicht je goed in zijn geheugen prenten. Eindelijk nam hij de hand van den teugel van den staan dan 2of 1.400.Een verschil alzoo van 2.100. De Raad van Beroep stelde ons in het gelijk. De vraag, of op de „Goodwill" mag wor den afgeschreven, wordt niet eenstemmig beantwoord. De lezer weet toch zeker wat onder „Goodwill' moet worden verstaan. Een winkelpand op zich zelf heeft niet die waarde, die hetzelfde pand heeft, wan neer het gelegen is in een dichtbevolkte buurt en wanneer in dat winkelpand reeds sinds jaren een druk-beklante zaak ge vestigd is. In het laatste geval betaalt men gaarne iets meer voor dat huis. Men betaalt gaarne iets voor de waarde van de zaak. Men betaalt gaarne iets voor de Good will. Mag men op die „Goodwill" afschrijven. Er is een arrest van den H.R, B. 3586, dat afschrijving toestaat en wel op gron4 van het feit, dat het naar goed koopmans- gebruik is, af te schrijven. Tegenover dit arrest staat een arrest van ouderen datum B. 2099, volgens welk wel mag worden afgeschreven, echter al leen dan, wanneer inderdaad de waarde vermindering van de goodwill is gebleken. Volgens het eerstgenoemde arrest is af schrijving steeds, volgens het laatstgenoem de arrest alleen dan toegestaan, wanneer inderdaad de bezitting „Goodwill" in waar de is gedaald. Wij mogen in dit verband ook nog wij zen op een arrest B. 4468 volgens welk arrest alleen op dien goodwill mag wor den afgeschreven, die men tegen betaling verworven heeft. Belangrijk is ook een arrest van den H.R., B. 4537. Wanneer een dokter een bedrag betaalt voor het overnemen van bestaande relaties, mag hij, volgens dit arrest, op dit bedrag afschrijven. Lezers hebben het recht koste loos vragen te stellen. Brieven te richten aan N.V. ACCOUNTANTSKANTOOR „NA TIONAAL BUREAU VOOR AD VIEZEN", onder directie van P. SIEBESMA R. de VRIES, Nieuwestad 83, LEEUWARDEN. Vragers gelieven porti voor ant woord in te sluiten. Zij krijgen dan antwoord per brief. Tenzij vragers uitdrukkelijk be zwaar maken, worden die vra gen, welke om hun belang voor de lezers daarvoor in aanmerking komen, bovendien in dit blad beantwoord. Vraag 16. Op 16 April 1928 kreeg ik bericht van den notaris, dat iemand, welke overleden was op 1 April 1928, bij testament had be schikt, dat zijn erfgenaam aan mij moest uitkeeren een legaat binnen 6 maanden na zijn overlijden. Dit uitbetalen is geschied op 16 October 1928. Bij het invullen van het aangiftebiljet van het vermogen op 1 Mei 1928 heb ik hier geen rekening mee gehouden, om3at ik naar m.i. op dien datum geen recht had het legaat in te vorderen. Op het aangiftebiljet van 1 Mei 1929 heD ik het wel vermeld. Thans werd ik bij den Inspecteur geroe pen en er op gewezen, dat ik het in 1928 reeds had moeten doen. Ik heb toen een biljet geteekend, dat mijn vermogen op dien datum zooveel hooger was, dan werd mij alleen voor het bedrag van het verschil nagevorderd. Antwoord. Inderdaad was di Inspecteur in zijn recht. Zeker de uitbetaling geschiedde 16 Octo ber 1928. Maar op den dag van het overlijden en dat was 1 April 1928 behoorde het legaat reeds tot Uw bezit. De aangifte voor de Vermogensbelasting Cheshire en ze reden verder zonder een woord te spreken. Geen van beiden hadden ze meer iets ge zegd toen ze voor de deur afstegen; en Winnie trad het huis binnen, met hangend hoofdje Ze zag Norberry niet weer. Hij nam haar paard mee naar den stal en ging zonder Mr. of Mrs Wallace ie zien waardoor hij een uitnoodiging voor den lunch ontging De lange uren kropen om tot het tijd was, om naar het station te gaan, en Win nie liep nu traag naar boven om zich te kleeden heel anders dan ze dien och tend de trap was opgevlogen, om haar rij kleed aan te doen. De dogcart stond voor de deur, toen ze weer beneden kwam, en haar gezichtje was bleek onder de verbrande huid door. Ze liet de teugels aan den groom en de gedachte was haar een verlichting, dat Thomas er tenminste bij zou zijn, als zij terugreden en dat ze dus geen tête-è-tête hoefde te duchten. Het kwam haar voor dat de weg naar het station gekrompen was sinds ze dien den laatsten keer gereden had, zoo gauw waren ze er al en stond zij op 't per ron, stoomde de trein binnen, gingen de portieren open en zag ze de flinke, breed geschouderde gestalte op zich afkomen. Het was of Winnie zich aan de plek ge nageld voelde. Ze kon geen schrede nader bij treden en stond hem af te wachten met de verschrikte uitdrukking van een kind in de oogen. Agincourt's begroeting was conventio neel; in overeenstemming met tijd en plaats. Hij sloot haar hand innig in de zijne en vroeg: „Hoe gaat het, liefste? Wat ben ik blij, dat ik je weer terug heb." „Ik ben ook blij, je weer te zien Roy!" deed Winnie zich geweld aan om te zeg gen. „Wil je den besteller je bagage maar g^.g'^.g^g^.g^g^.g^.g^g^g^g WORDT UW OMZET wanneer gij regelmatig adverteert in „De Soester". uitgave van de N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij. Dit blad verschijnt twee maal per week en wordt door honderden betalende abonné's in SOEST en OMGEVING gelezen. moet geschieden naar den toestand op 1 Mei. Was de erflater dus overleden 2 Mei 1928, dan had geen aangifte behoeven te geschieden. Vraag 17. Ik ben over het belastingjaar 1928 en 1929 aangeslagen naar een inkomen van 1.500.voor Kinderaftrek gaat af 3.60. Heb nog moeten betalen 23.83. Nu over het jaar 1929-1930 ben ik aangeslagen tegen een inkomen van 1600.Kinderaftrek 3.60, moet nu betalen 43.67. Alhoewel mijn inkomsten lang zoo groot niet waren als voorgaande jaren, hetwelk ik ook heb opgegeven en ook met bewijzen kan staven. Zou U zoo beleefd willen wezen om mij hierop eenig antwoord te doen toekomen. Antwoord. U deelt ons mede, dat U kunt aantooncn, dat de aanslag te hoog is. Dan is het beste, dat U reclameert. Dit moet binnen twee maanden na dag- teekening aanslagbiljet geschieden. Ziet U eens na, of deze termijn niet reeds verstreken is. Indien dit niet het geval is, zendt ons dan Uw aanslagbiljet maar even toe. Wij stellen dan voor U (kosteloos) wel een reclame op, die U kunt onderteekenen en verzenden. Vraag 18. Als lezer maak ik gebruik van het aan bod om kosteloos vragen te stellen, voor beantwoording ervan bij voorbaat mijn dank. Ie vraag. Hoeveel mag worden afgeschre ven op een Loods van „Wellblech"-platen en hout, met steenen fundeering? (per jaar voor de belasting). 2e vraag. Hoeveel mag per jaar worden afgeschreven op centrale verwarming: (aanwezig in een perceel dat verhuurd wordt). Antwoord. Vraag 1. Zonder verdere gegevens kun nen wij het juiste percentage U niet op geven. U moogt een bedrag afschrijven ge lijk aan de waardevermindering van de loods. Hoe lang gaat de loods mee? Rekening houdende met de omstandig heid, dat de steenen fundeering het wei langen tijd „houdt", maar, daat de „Well- blech"-platen en het hout aan meerdere slijtage onderhevig zijn, achten wij een af schrijving ad. 3, 4 a 5% per jaar toege staan. Evenwel, zooals gezegd, om precies het afschrijvingspercentage te kunnen opge ven, moeten wij over meer gegevens be schikken. Vraag 2. Wat is de bedoeling van Uw vraag? Huurt U een perceel en heeft U in dat perceel Centrale Verwarming aangelegd? Indien ja, Wilt U mij dan eens mededee- len de voornaamste bepalingen uit het huur-contract? Is de zaak echter zoo, dat U een perceel bezit, die voor de uitoefening van het be drijf of beroep worden gebruikt. Verhuurt U een perceel, dan gebruikt U het perceel (en de Centrale Verwarming! niet voor de uitoefening van Uw beroep of bedrijf. naar The Park laten brengen? Dan kan het er bijna gelijktijdig met ons zijn. De dogcart wacht buiten." Terwijl hij die beschikking maakte, had zij den tijd zich wat te herstellen en haar gezichtje in een behoorlijke uitdrukking van vreugde te plooien. Toen hij weer terug was, had ze zelfs haar toppunt van moed bereikt, stak haar hand door zijn arm en zei: „Wat zie je er goed uit, Roy. Daar is de cart, wil jij rijden?" „Ik wilde, dat ik hetzelfde van jou kon zeggen," sprak hij, terwijl de groom met eerbiedigen groet hem de teugels overgaf. „Je zag er zoo bleek en ontdaan uit, toen ik je pas in het oog kreeg, dat ik al bang was dat je op het punt van flauwvallen zoudt zijn. Wat is er? Scheelt er wat aan?" „Heelemaal niets!" antwoordde zij, zoo luchthartig als het haar maar mogelijk was. Maar het is verschrikkelijk warm geweest, de laatste dagen en de hitte is altijd af mattend. Tante heeft me al kinine gegeven, nlaar ik heb niets op met medicijnen." „Over het geheel heb je daar gelijk in, maar in zoo'n geval kan wat kinine toch wel goed doen. Je zag er in Caïro veel beter uit, kindje!" Winnie dacht hoe zij er in Egypte niet alleen anders uitzag maar er zich ook an ders had gevoeld. Kortom, er een heel an der meisje was. En zou hij dat nu toch zoo op het eerste gezicht gemerkt hebben. „Wat heb je al dien tijd uitgevoerd sinds Maart?" plaagde hij haar weer wat: „Mooie dingen gekocht, in de stad, of hier op het land, de kippen gevoederd?" Dat hij haar dus nog steeds zoozeer als een kind behandelde, hinderde haar nu haast nog meer, nu ze zich immers op echt vrouwelijke wijze voor hem opofferde. „Ik heb toch ook nog wel een enkel nut tig ding gedaan, naar ik hoop, antwoordde ze droog. En wat heb jij in Egypte uitge voerd?" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 3